Steunpilaren van de rector op gebied van onderwijs en onderzoek

Wie zijn de speciale deans van de UU en wat doen ze?

The deans of Utrecht University. Foto: Shutterstock, illustratie DUB
Foto: Shutterstock, illustratie DUB

Bij een commissievergadering van de Universiteitsraad in november vroeg een van de studentleden bezorgd aan de rector hoe het met hem ging. “U heeft deze taak al een tijdje, merkt u dat de laatste jaren steeds zwaarder wordt?”

Henk Kummeling kon niet anders dan de student te bedanken voor de vraag en beaamde dat het takenpakket van het universiteitsbestuur alsmaar toeneemt. De redenen hiervoor zijn de (maatschappelijke) druk om als universiteit op het gebied van onderwijs en onderzoek op tal van punten vooruitgang te boeken. Of het nu gaat om diversiteitsbeleid, internationalisering, open science, docentenprofessionalisering en studentenbegeleiding in tijden van mentale stress. 

Het lukt de rector niet om met zijn collega’s in het bestuur alle ballen hoog te houden. “Daarom ben ik blij dat we vicerectoren hebben en deans die een specifiek beleidsonderwerp in de uitwerking voor hun rekening nemen,” aldus Kummeling. De rector blijft verantwoordelijk voor deze onderwerpen . De beslissingen over de koers worden door het hele universiteitsbestuur genomen.

Meer mensen binnen de UU was de toename van het aantal deans al opgevallen. Een tijdje terug ontving DUB een vraag van een lezer hoe transparant de benoeming voor deze functie is. “Je ziet wel steeds mensen op bepaalde posten benoemd worden, maar een vacature is er meestal niet. Hoe zit dat?”

Voor DUB was deze vraag aanleiding om eens te kijken wie die deans en vicerectoren zijn, wat hun takenpakket is en hoe je zo’n boegbeeld op een specifiek terrein wordt. 

Vicerectoren
Henk Kummeling legt uit hoe het idee is ontstaan. “Een aantal jaren geleden zijn we begonnen met het aanstellen van twee vicerectoren. Beiden hebben als voornaamste taak de UU te vertegenwoordigen in de netwerken van Europese universiteiten, zoals Leru en de Coïmbragroep waarbinnen de UU het afgelopen decennium een toonaangevende functie binnen de samenwerking van deze universiteiten heeft vervuld. Die functie werd aanvankelijk vervuld door Wiljan van den Akker, de voormalig decaan van Geesteswetenschappen die namens de UU acte de presence gaf bij de bijeenkomsten. Hij is opgevolgd door Frank Miedema. Die was daarnaast voorzitter van het Open Science-programma van de UU. Daarvoor was hij decaan van de faculteit Geneeskunde en had furore gemaakt met de beweging Science in Transition. In september 2023 is Miedema met emeritaat gegaan en vanaf juni wordt zijn functie overgenomen door Ted Sanders, de hoogleraar Taalbeheersing en tot juni vicedecaan Onderzoek en Impact bij de Faculteit Geesteswetenschappen. Behalve vicerector is Sanders voorzitter van het Graduate Committee, de commissie waarin de Utrechtse graduate schools vertegenwoordigd zijn en die de rector adviseert over promovendibeleid. Deze combinatie van taken is bewust zo gekozen omdat Sanders zich als vicerector onder meer gaat bezig houden met de ontwikkeling van jonge onderzoekers en kwaliteitszorg onderzoek.

De andere vicerector heeft een focus op het gebied van onderwijs- en onderwijsinnovatie. Die taak wordt nu nog verricht door Manon Kluijtmans. Zij is hoogleraar Educatie in de Gezondheidszorg en was tot voor kort directeur van het Centre for Academic Teaching and Learning  van de UU. Ze schreef samen met Miedema en Kummeling het boek De Universiteit in transitie. 

Naast deze twee vicerectoren, zijn er ook een aantal specifieke deans. Deans zijn een soort kwartiermakers, mensen die het voortouw nemen voor het opzetten en in goede banen leiden van nieuw UU-beleid. Denk bijvoorbeeld aan diversiteitsbeleid of het stimuleren van meer interdisciplinair onderwijs.  Gekozen is voor de Engelse term dean vanwege de status, maar dan niet met de Nederlandse vertaling decaan omdat het anders verwarrend zou zijn met de decanen die elke faculteit en het University College Utrecht heeft. 

Chief Open Science
Tot voor kort stond op de site geen lijstje van deze decanen, dat overzicht is er nu wel. De lijst zal bijgehouden moeten worden omdat het om tijdelijke functies gaat. Kummeling: “Wij vinden het goed dat een speciaal thema op de universiteit extra aandacht krijgt. Dan gaan we op zoek naar iemand met gezag die zo’n taak op zich kan nemen. Kummeling maakt daarbij direct een onderscheid tussen ‘vaste’ functies en ‘project’ functies.  “Als het gaat om een vaste functie, dan zal er gewoon een procedure zijn met een advertentie waar belangstellenden zich voor kunnen aanmelden. Voor tijdelijke functies gaan we op zoek naar een geschikte wetenschapper. Voor we iemand vragen, kijken we wel of die persoon ook voldoende draagvlak heeft door binnen de gemeenschap navraag te doen.” 

Zo is de benoeming van Bald de Vries als academic director Centre for Academic Teaching and Learning  een procedure geweest waarbij geïnteresseerden konden solliciteren. Het is een deeltijdfunctie, maar wel voor onbepaalde tijd. De Chief Open Science Paul Boselie, als opvolger van Frank Miedema, is een tijdelijke functie waarbij gezocht werd naar de meest logische kandidaat. Boselie heeft zich de afgelopen jaren binnen de universiteit intensief bezig gehouden met Erkennen & Waarderen en Open Science. Hij heeft nu drie jaar de tijd om het open science programma te evalueren en met plannen te komen om een vervolg in gang te zetten. “Practice what you preach”, noemt hij als uitgangpunt. Waarbij hij ook nieuwe projecten van open science wil ontwikkelen, bijvoorbeeld als het gaat om academici aan het begin van hun loopbaan. Ook zal hij de UU op dit terrein in het buitenland vertegenwoordigen.

Daarnaast kent de UU momenteel zes andere deans die zich voor een bepaalde periode, meestal vier jaar, bezig houden met één specifiek onderwerp. 

John de Wit, dean Diversity: ‘Op weg naar een diversvaardige organisatie’

Dean John de Wit Foto: Ivar Pel

Dean John de Wit Foto: Ivar Pel

Vanaf september 2023 is John de Wit, hoogleraar Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen, benoemd als dean Diversity. Hij nam het stokje over van Janneke Plantenga, de voormalig decaan van Rebo. Hij is voor deze functie gevraagd door de rector. “Mijn belangrijkste taak is om invulling te geven aan de ambities van de universiteit op het gebied van Equality Diversity en Inclusion (EDI). Ik ben ik voorzitter van de EDI-stuurgroep die het EDI-plan heeft opgesteld en de uitvoering stimuleert en monitort.”

De Wit denkt dat er binnen de UU winst te behalen valt als het gaat over het bevorderen van het bewustzijn van het belang van diversiteit. Ook wil EDI zorgen dat iedereen zich echt welkom voelt op de UU, ondanks dat alle mensen anders naar de wereld kijken. “Mijn uiteindelijke wens is een diversvaardige organisatie. Daaronder versta ik een organisatiecultuur waarin het samenbrengen van - en interactie tussen - uiteenlopende waarden, ervaringen, leefwerelden, politieke overtuiging en geloofsopvattingen wordt gestimuleerd waardoor onderling begrip ontstaat.”

Concreet wil  hij dat de UU aantrekkelijker wordt voor eerstegeneratiestudenten en medewerkers (meer specifiek mensen uit praktisch opgeleide milieus), mensen met een niet-westerse migratie achtergrond (meer in het algemeen mensen van kleur omdat ook zij die hier al generaties wonen ondervertegenwoordigd zijn), en mensen met een functiebeperking. Voor hen zijn onze gebouwen veelal niet toegankelijk. Ook is nog steeds aandacht nodig voor het versterken van de vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies en rollen en ook wat betreft de inclusie van LHBTI-collega’s is er nog veel te doen, meent hij. 

Hij hoopt dat zijn eigen grootste succes nog komt, maar ziet dat er binnen EDI wel concrete resultaten zijn bereikt. Hij noemt onder meer het aanbod van trainingen, het inclusiever gebruik van voornaamwoorden, de activiteiten rond Internationale Vrouwendag en coming out day, het ontwikkelen van een toolkit om het curriculum inclusiever te maken en de aanpak om de instroom van studenten diverser ter maken. 

Iris van der Tuin, dean Interdisciplinair Onderwijs: ‘Interdisciplinair onderwijs daagt studenten uit breder te kijken'

Dean Iris van der Tuin Foto: Ed van Rijswijk, UU

Dean Iris van der Tuin Foto: Ed van Rijswijk, UU

Iris van der Tuin is hoogleraar Cultuurwetenschappen en vice-decaan onderwijs bij de faculteit Geesteswetenschappen. Anderhalve dag per week is ze dean Interdisciplinair Onderwijs. “Ik ben gevraagd door de rector om dit te doen, toen ik onderwijsdirecteur was bij Liberal Arts & Science en deel uitmaakte van een landelijk netwerk National Interdisciplinary Education. “Ik werk samen met programmamanager Joki van der Poel. Al direct in het begin merkten we dat we een gezamenlijke passie hebben voor interdisciplinair onderwijs. In interdisciplinair onderwijs kijken studenten voorbij de grenzen van hun discipline en daardoor worden ze aangezet tot reflectie op de eigen discipline. Zulke reflectie is tijdens en na de studie van grote waarde, bijvoorbeeld als studenten een motivatiebrief moeten schrijven voor een stage, vervolgstudie of baan.”

Als dean Interdisciplinair Onderwijs heeft Van der Tuin de taak om in vier jaar het aanbod op de hele universiteit te vergroten, zowel kwantitatief als kwalitatief. “Dat betekent dat meer docenten en studenten eraan deelnemen, maar ook dat het beter moet zijn vormgegeven en duurzamer moet zijn gefinancierd, bemenst en ingebed.”

Haar grootste succes tot nu toe, noemt ze het concept ‘gedisciplineerde interdisciplinariteit’ dat ze met een team op de universiteit heeft geïntroduceerd. “Deze specifieke invulling van interdisciplinair onderwijs gaat ervan uit dat academische disciplines van wezenlijk belang zijn in interdisciplinaire samenwerking. De disciplines en interdisciplinariteit ondersteunen elkaar en hun samenwerking daagt de student uit breder te kijken. In deze video leggen we dat uit.”

James Kennedy, dean Community Engaged Learning: Universiteit en maatschappij leren elkaar beter begrijpen

Dean James Kennedy Foto: Ed van Rijswijk, UU

Dean James Kennedy Foto: Ed van Rijswijk, UU

De keuze voor James Kennedy, hoogleraar Moderne Nederlandse Geschiedenis en voormalig dean van University College Utrecht, lag voor de hand. Vanaf 2018 was hij voorzitter van de taskforce Community Engaged Learning en als decaan van UCU paste hij dat toe bij het college. “Dus toen de UU in 2022 een speciaal onderwijsprogramma op dit thema wilde maken, kreeg ik de vraag of ik dit één dag per week op me te wilde nemen.” 

Het belang van Community Engaged Learning is volgens Kennedy studenten te stimuleren om meer stil te staan bij hun toekomstige verantwoordelijkheid in de maatschappij. Studenten kunnen inzichten opdoen door samen te werken met maatschappelijke partners. Het tweede doel is breder. Door de samenwerking leren de universiteit en de rest van de maatschappij elkaar beter begrijpen, zegt hij. 

Als dean Community Engaged Learning ontwikkelt hij een visie hoe de universiteit een eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid kan nemen door concreet in het onderwijs samen te werken met maatschappelijke partners.  Hoe pak je dat aan in een faculteit en hoe ondersteun je de docenten daarbij? “Het grootste succes tot nu toe is dat we een goede programmaraad hebben met ambassadeurs in de verschillende faculteiten om het Community Engaged Learning in het onderwijs te verankeren. Er zijn mooie leergangen ontwikkeld en er is een fonds waar gemotiveerde docenten een beroep op kunnen doen. En dat lukt aardig gezien de grote diversiteit aan vraagstukken en partners waarmee we samenwerken.”

Hans de Bresser dean Regionaal Onderwijs: ‘Meer leraren en betere kansengelijkheid in het onderwijs’

Dean Hans de Bresser Foto: Universiteit Utrecht

Dean Hans de Bresser Foto: Universiteit Utrecht

In het Strategisch Plan 2020-2025 staat dat de Universiteit Utrecht met de hogeschool en andere onderwijspartners in de stad en regio Utrecht het lerarentekort wil helpen terugdringen en de toegankelijkheid van het onderwijs wil vergroten. Hans de Bresser, hoogleraar Teaching & Learning Environment  in Earth Sciences, is in September 2022 gevraagd Dean regionaal onderwijs te worden. “Als voormalig vicedecaan onderwijs bij Geowetenschappen had ik al veel kennis en ervaring opgedaan op het brede terrein van onderwijs en had onder meer te maken gehad met de toekenning van gelden voor lopende projecten van de UU binnen het onderwijs in de regio. Ik besteed hier één dag per week aan.”

De Bresser was verrast door de vele activiteiten binnen de UU die bestonden, maar ook geschrokken hoe versnipperd dit onderwijs is. “Om dat aan te pakken hebben we met de Hogeschool Utrecht en andere onderwijspartners in de stad en regio Utrecht een werkorganisatie ingericht met drie pijlers: de opleiding en professionalisering van leraren, het onderzoek naar onderwijs (en jeugd), en de lange leerlijn: kansengelijkheid, talentontwikkeling en wetenschapswijsheid. Per pijler is er een trekker benoemd.”

De laatste periode zijn al successen geboekt, zegt De Bresser. “We hebben twee succesvolle ‘diners pensant’ georganiseerd, één met UU’ers die op dit gebied samenwerken en één met externe samenwerkingspartners. Ik merk dat onze onderwijspartners de UU een heel belangrijke rol toedichten als vindplaats voor kennis op het gebied van onderwijs, als partner voor de co-creatie van nieuwe kennis, als lerarenopleider en aanbieder van nascholing, en als verbinder. De universiteit heeft betekenis in het regionaal onderwijs en kan dit nog verder uitbouwen.”

Stephanie Rosenkranz, dean Honours Onderwijs: Honours onderwijs gaat steeds meer over maatschappelijke vraagstukken

Dean Stephanie Rosenkranz Foto: Universiteit Utrecht

Dean Stephanie Rosenkranz Foto: Universiteit Utrecht

Het Honoursonderwijs aan de UU is niet een tijdelijk project. Het bestaat al heel lang. Toch heeft het College van Bestuur besloten een speciale dean hiervoor te benoemen. Die doet dat voor een periode van vier jaar. Op dit moment is dat Stephanie Rosenkranz, hoogleraar Microeconomie. “Ik ben begonnen in 2021. Voor de functie was ik gevraagd te solliciteren en daarna benoemd. Bij de opleiding Economie was ik al honourscoördinator, dus dat paste goed.”

Als Dean Honours Onderwijs heeft Rosenkranz de opdracht een visie te ontwikkelen, zowel voor het honoursonderwijs op de faculteit als op centraal niveau. “Wij willen bijvoorbeeld het honoursonderwijs toegankelijker maken. Hoe pak je dat aan? Het is tegelijk ook selectief onderwijs. En je moet het volgen naast het reguliere onderwijs. Wat wij onder meer doen is in het eerste jaar niet alleen studenten te benaderen met hoge cijfers, maar ook studenten die tijdens het onderwijs opvallen door hun inbreng tijdens colleges en gemotiveerd zijn.”

Rosenkranz ziet in het honoursonderwijs ook nog een andere verschuiving. “In het begin lag het accent sterk op het verbeteren van het cv van studenten. Nu leggen we het accent meer zelfontplooiing: het verkennen van hun horizon, het ontdekken van hetgeen hen te doen staat in de wereld en door mee te denken over fundamentele vragen. Het gaat steeds meer om persoonsvorming en over maatschappelijke vraagstukken, maar dan wel vanuit een academisch perspectief. Zo hebben we een cursus over het navigeren in tijden van onzekerheid. We analyseren de onzekerheden van deze tijd en laten de studenten nadenken hoe ze daar mee om kunnen gaan.”

Dean Wieger Bakker, dean LifeLong Learning: ‘Het leren voor professionals stopt niet na het behalen van een universitaire graad’

Dean Wieger Bakker Foto: Universiteit Utrecht

Dean Wieger Bakker Foto: Universiteit Utrecht

In 2018 is Wieger Bakker, hoogleraar Maatschappijgericht Hoger Onderwijs bij Bestuurs & Organisatiewetenschap, benoemd tot Dean LifeLong Learning. In principe was dat voor een periode van 2,5 jaar, maar hij bekleedt die functie nog steeds, tot 2025. De benoeming kwam voort uit het Strategisch Plan van de universiteit uit 2016 waarin stond dat de UU in 2020 een actueel en aantrekkelijk aanbod wilde hebben op het gebied van een leven lang leren. Dat wil zeggen opleidingen en bijscholingen voor alumni en professionals.

“Wij willen als universiteit niet alleen de studenten opleiding, maar ook dat de professionals beschikken over de meest actuele informatie”, zegt Bakker. Hij is er trots op dat Leven Lang Leren nu bij alle faculteiten serieus wordt opgepakt. Dat kan in de vorm van open cursussen, speciale incompany trainingen, maar ook doordat wetenschappers door maatschappelijke netwerken worden gevraagd hun kennis te delen. “Het onderwijs is zeer serieus opgepakt met eigen directeuren met strenge kwaliteitseisen. Daarnaast heeft er een verbreding plaatsgevonden. We werken samen met andere universiteiten, andere onderwijsinstellingen en zelf is er een samenwerkingsverband in Europees verband. Als dean beweeg ik me zowel binnen de faculteiten op de universiteit als in al die samenwerkingsverbanden,” legt Bakker.

De universiteit heeft werkt samen met andere organisaties in een landelijke LLO-katalysator (Leven Lang Ontwikkelen) waar ook nationaal geld voor is uitgetrokken. Op die manier wordt samengewerkt met andere onderwijsinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties met als doel bij te dragen aan maatschappelijke problemen. Hij besteedt zo’n drie dagen per week aan deze taken. Maar hoopt dat na 2025 het Leven Lang Leren is ingebed binnen de universiteit. 

Advertentie