Al vijfhonderd culturele professionals opgeleid
‘Wie zijn gewoontes ter discussie durft te stellen, leert’
Zo’n vijftien mensen lopen op een podium kriskras door elkaar. De leider van de groep staat plots stil. De rest volgt haar voorbeeld. Het is de eerste opdracht van deze bijeenkomst van de cursus Leiderschap in Cultuur. Ze krijgen een volgende opdracht. De deelnemers moeten weer over het podium lopen en tegelijkertijd gaan stilstaan, dit keer zonder een leider en ook zonder te praten. Het lukt – niet één keer maar meerdere keren. Blijkbaar voelen de cursisten intuïtief aan of zien aan elkaars lichaamstaal wanneer het tijd is om stil te staan.
Op deze dag in juni hebben de cursisten een bijeenkomst in de theaterzaal van BAK, een platform voor hedendaagse kunst in Utrecht. Noortje van Amsterdam vertelt als iedereen weer heeft plaatsgenomen op een stoel: “We denken vaak dat leiderschap iets is wat je bezit, maar het is een relatie die je met een groep mensen hebt”. Van Amsterdam is universitair hoofddocent Bestuurs- & Organisatiewetenschap, en deze ochtend gaat de les over leiderschap in context. Leiderschap waarbij één iemand de baas is, is maar een van de vele vormen, zegt ze. Er zijn veel andere manieren denkbaar.
De cursus Leiderschap in Cultuur Artistiek (LinC A) van de Universiteit Utrecht is voor professionals uit de kunst- en cultuursector van leidinggevenden tot makers en al wat daar tussenin zit. Er zijn zes bijeenkomsten en tussentijds momenten voor intervisie. De cursus valt onder het overkoepelende programma Leiderschap in Cultuur, dat tien jaar geleden is opgezet door het departement Bestuurs- & Organisatiewetenschap. Na enkele jaren ontstond er een samenwerking met de Creative Humanities Academy van de faculteit Geesteswetenschappen. Blijkbaar voorzag het programma in een behoefte, want er waren direct al veel meer aanmeldingen dan dat er plek was. Inmiddels zijn er zo’n vijfhonderd alumni en zijn er verschillende varianten van het programma ontstaan.
De norm
Tijdens deze derde bijeenkomst zijn in BAK dertig deelnemers aanwezig in plaats van de gebruikelijke twintig; een wachtlijst moest worden weggewerkt. De docent gaat verder met haar college, en vraagt aan Google hoe leiderschap eruitziet: veel witte mannen in pak die voor een groep staan. De deelnemers vinden dat ook in de kunst- en cultuursector de directeuren vaak witte mannen in pak zijn. Van Amsterdam: “Als jij als directeur niet aan die norm voldoet, kun je de behoefte voelen om je aan te passen wat vaak extra energie kost.” Zij haalt een aantal voorbeelden aan uit haar onderzoek over welke strategieën mensen inzetten als ze vinden dat ze buiten de norm vallen. Een lange man vertelde dat hij gaat zitten om te voorkomen dat hij intimiderend overkomt. Vrouwen gaven aan heel precies hun kleding uit te kiezen om professioneel over te komen. Een zwaarlijvig persoon at niet mee van traktaties, terwijl een andere juist bewust een opvallend jurkje met cupcakes aantrok.
Allerlei factoren zoals kolonialisme, seksisme, heteronormativiteit en validisme (het wel of niet hebben van een beperking) bepalen machtsverhoudingen, en maken dat je meer of minder ruimte kunt innemen, vertelt Van Amsterdam. Ook kun je juist privileges hebben waar je je soms niet eens zo bewust van bent, zoals leeftijd. “Ik ben blij dat ik nu wat ouder ben”, zegt een deelnemer. “Daardoor word ik serieuzer genomen. Ik zie dat jonge mensen daar soms zó hard voor moeten werken.” Een andere deelnemer vertelt over een tegenovergestelde ervaring. “Toen ik nog jong was, werd ik als jong aanstormend talent gezien, waardoor ik veel kansen kreeg. Maar wat ben ik dan nu?” Een mannelijke deelnemer constateert dat hij soms juist in groepen verkeert waar hij niet de norm is en zegt dat dat ook verwarrend kan zijn.
Afleren
Als de deelnemers met een groepsopdracht bezig zijn, vertelt Van Amsterdam over haar ervaringen als docent van professionals. “Dit is een heel leuke groep om mee te werken. Ik merk dat ze intuïtiever zijn dan de jonge studenten Bestuurs- & Organisatiewetenschap waar ik normaal mee werk. In dit college stel ik bijvoorbeeld allerlei stereotypen ter discussie en wil ik mensen bewust maken van sociale constructies die we gecreëerd hebben. Dat valt bij deze mensen in vruchtbare aarde. Wellicht omdat ze meer levenservaring hebben, maar ook omdat ze in een sector werken die al kritisch is ten opzichte van maatschappelijke vraagstukken.”
Docenten Iris van der Tuin en Nanna Verhoeff schuiven aan. “Met deze cursus willen we het conceptuele denken bevorderen, zodat ze abstracte ideeën beter begrijpen”, zegt Van der Tuin, hoogleraar Theorie van de Cultuurwetenschappen. “Dat kan hen helpen om hun werk verder te ontwikkelen en om bijvoorbeeld succesvoller fondsaanvragen te doen.” Verhoeff, hoogleraar Screen Cultures & Society, vult aan: “We willen ze daarbij ook aanmoedigen om te unlearnen om bepaalde dingen dus af te leren. Zoals de betekenis van het woord ‘concept’. Veel kunstenaars denken daarbij aan een maakconcept, een idee dat je wilt gaan uitwerken. Maar daar ligt een theoretisch concept aan ten grondslag, een manier van denken en kijken naar fenomenen in de wereld. Een maakconcept geeft daar vorm aan. Die twee concepten liggen heel dichtbij elkaar en hebben een interactie. Die theoretische diepgang willen we de deelnemers graag meegeven.”
Autodidacten
In de lunchpauze vertelt Paul Adriaanse, directeur Onderwijs voor Professionals bij zowel de Faculteit Recht, Economie, Bestuur & Organisatie als bij de Faculteit Geesteswetenschappen, over de totstandkoming van LinC. Hij vertelt dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen in 2011 aan de ene kant bezuinigde op de cultuursector, maar aan de andere kant de professionele ontwikkeling van de beroepsgroep wilde stimuleren. “In de sector werken relatief veel autodidacten die weinig formele opleiding hebben op het gebied van leiderschap en organisatievragen. Eenmaal in een leidinggevende functie willen ze meer kennis over hoe ze daar op een goede manier invulling aan kunnen geven.”
Het grote verschil met regulier onderwijs is dat er meer aandacht is voor individuele leervragen die de deelnemers vanuit hun praktijk inbrengen, aldus Adriaanse. “Daarnaast speelt het van elkaar leren hier een grotere rol. Na je 25ste wordt leren moeilijker, omdat je sterk ingesleten hersenpaden hebt ontwikkeld. Als je je gewoontes ter discussie durft te stellen, dan leer je en vergroot je je repertoire.” LinC heeft een positief effect op de mobiliteit binnen de cultuursector, weet Adriaanse. “In de eerste jaren, toen we het nog bijhielden, zagen we dat zo’n 70 procent van de deelnemers binnen 1 à 1,5 jaar een nieuwe functie had, bijna altijd binnen de sector.”
Deelnemers blijven ook vaak met elkaar in contact. Er is zelfs een alumnivereniging opgericht die bijeenkomsten en intervisies organiseert: Club LinC. Een waardevol netwerk, ervaart ook deelnemer en zelfstandig tentoonstellingsmaker Judith Öfner. Zij volgt deze cursus omdat ze behoefte heeft aan nieuwe input nu ze zonder compagnon met haar bedrijf verder gaat. “Ik had goede verhalen over deze cursus gehoord en ik wilde mezelf weer eens uitdagen. Ik leer veel van de stof en van mijn medecursisten. Ik denk dat het een hechte groep wordt waarin mensen elkaar later nog eens om raad vragen.”
In samenwerking met het programma Onderwijs voor Professionals van de Universiteit Utrecht heeft DUB het themamagazine Lang zullen we leren! gemaakt, dat in verschillende gebouwen te vinden is. Het magazine gaat in november ook mee met Illuster, het blad van alumni. Alle verhalen uit het magazine staan ook online en de komende twee maanden zullen we een aantal van deze verhalen uitlichten op onze website. Ook zullen er de komende weken nog een paar extra verhalen over onderwijs voor professionals uitsluitend online worden gepubliceerd. Alle verhalen zijn via deze link te vinden.
Reacties
We stellen prijs op relevante en respectvolle reacties. Reageren op DUB kan door in te loggen op de site. Dat kan door een DUB-account aan te maken of met je Solis-ID. Reacties die niet voldoen aan onze spelregels worden verwijderd. Lees eerst ons reactiebeleid voordat u reageert.