Willen studenten wel colleges via internet volgen?
De universiteit experimenteert volop met ict in het onderwijs. Maar willen studenten wel colleges via internet volgen? Dat is wat Stichting OER momenteel onderzoekt.
Het onderzoek is het eerste nadat de Universiteit Utrecht besloot de vaste financiering voor het door studenten gerunde Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport (OER) stop te zetten. Vorig jaar werd even gevreesd voor het voortbestaan van de stichting, die al sinds 1989 onafhankelijk onderzoek doet naar de kwaliteit van het universitaire onderwijs in Utrecht.
Voor het huidige onderzoek naar e-learning heeft Stichting OER een projectgebonden subsidie van de UU gekregen. Het onderzoek richt zich op blended learning, een lesmethode waarbij studenten thuis via internet de basisstof voorbereiden, bijvoorbeeld via opgenomen videocolleges en apps, zodat het contactonderwijs intensiever en verdiepender wordt.
Onder meer bij de opleiding Biomedische Wetenschappen wordt geëxperimenteerd met deze methode. De Universiteit Utrecht is van plan om de komende jaren meer gebruik te gaan maken blended learning.
Circa 1800 UU-studenten vulden de afgelopen maanden een online enquête van Stiching OER in. Ook heeft de stichting literatuuronderzoek gedaan naar blended learning, en in focusgroepen gesprekken gevoerd met studenten..
Een van de vragen in het onderzoek: hebben studenten in eigen ogen voldoende discipline om zich thuis via online leermateriaal (videocolleges, toetsen, forumdiscussies) voor te bereiden op contactonderwijs? En welke randvoorwaarden zijn nodig om blended learning tot een succes te maken onder studenten?
Momenteel is Stichting OER bezig met de analyse van de enquêteantwoorden. De resultaten verschijnen nog voor de zomer.
Net als in het verleden moet het OER-onderzoek laten zien hoe studenten denken over onderwijsbeleid. “Bij onderwijsbeleid wordt vooral geredeneerd vanuit het perspectief van de docent. Wij kijken vanuit het perspectief van de student. Hoe ervaren zij het?”, vertelt OER-voorzitter Laura de Smidt.
Wat wel anders is: in het verleden koos Stiching OER het onderzoeksonderwerp zelf, nu werkt de stichting in opdracht van de universiteit. OER-onderzoeker Dwayne Meijnckens erkent dat er nu een meer afhankelijke relatie is met de universiteit. “Elke keer als wij geld voor een onderzoeksproject aanvragen, dan kan de universiteit dat afkeuren. Dat beperkt de mogelijkheden.”
Maar bemoeien met de opzet van het onderzoek? Dat heeft de universiteit niet gedaan, zegt Meijnckens. “We leveren onafhankelijk werk af. Net als wetenschappers die op projectbasis werken. De samenwerking met de universiteit verloopt heel goed.”
Voor komend studiejaar heeft Stichting OER nog geen financiering voor een nieuw onderzoeksproject. Maar OER-voorzitter De Smidt is positief. “We hebben een nieuw bestuur en ik heb er vertrouwen in dat OER volgend jaar weer een nieuw onderzoek zal doen.”