'Het zou beloning zijn voor nieuw concept'
Wordt het Universiteitsmuseum European Museum of the Year ?

Mocht het Universiteitsmuseum Utrecht (UMU) er met de hoofdprijs vandoor gaan, dan komt het terecht in een bijzonder rijtje, waaronder Nederlandse musea zoals het Catharijne Convent, Naturalis, het Boerhaave Museum en het Rijksmuseum in Amsterdam.
Het UMU heeft zichzelf aangemeld bij de jury van het European Museum of the Year Award. De aanleiding hiervoor, zo zegt Suzanne van der Wateren, afdelingshoofd Publiek & Presentatie bij het UMU, was het vernieuwde museumconcept: “We zijn er heel trots op.”
Afgelopen zomer kwam een jurylid op bezoek om te beoordelen of het museum in aanmerking komt voor de prijs. Het jurylid kreeg een uitgebreide rondleiding en sprak verschillende keren met het team. Met name de sterke publieksgerichtheid van het museum viel in goede aarde, zegt Van der Wateren. Ook de regionale verankering van het UMU viel op positieve wijze op. Van der Wateren vertelt dat het merendeel van de bezoekers uit de regio komt en zelfs binnen een straal van 30 kilometer woont. “We hebben veel contact met de stad Utrecht en de scholen.”
Daarnaast benoemde het jurylid de zelfstandigheid waarmee het UMU zijn vernieuwingsslag heeft doorgevoerd. “Veel universiteitsmusea voeren geen zelfstandige koers”, licht Van der Wateren toe. “Normaliter is het een hoogleraar die aan het roer staat. Wij zijn als universiteitsmuseum veel vrijer om keuzes te maken.” Ondanks deze vrije hand is het UMU stevig verankerd binnen de Universiteit Utrecht (UU) en onderdeel van het Centrum voor Wetenschap & Cultuur.
Transformatie
Het UMU transformeerde in een periode van zeven jaar tot een familie- en doemuseum dat zich met name richt op kinderen tussen de 8 en 14 jaar. De missie is om wetenschap dichter bij het publiek te brengen - en dan vooral bij kinderen en scholieren. Om het concept en het groeiend aantal bezoekers recht te doen, volgde een verbouwing van drie jaar. In 2023 gingen de deuren weer open. Dat eerste jaar trok het al 100.000 bezoekers, meer dan de laatste jaren voor de sluiting.
Het UMU noemt zichzelf het eerste onderzoeksmuseum van Nederland. Via interactieve installaties in verschillende zalen worden zij betrokken bij het wetenschappelijk proces en maken ze zo kennis met historisch en hedendaags wetenschappelijk onderzoek.
Een voorbeeld hiervan is de ‘mysterybox’. Een wit doosje waarvan de bezoekers moeten raden wat er in zit. In elke zaal krijgen de bezoekers nieuwe vragen over de doos. Wat er precies in zit, wordt echter nooit verklapt – net zoals dat ook gaat bij wetenschappelijk onderzoek, zegt Van der Wateren. Het moet de nieuwsgierigheid van de bezoekers prikkelen. “Bij ons word je zo zelf onderzoeker. Ik denk dat dat een heel uniek uitgangspunt is voor een wetenschapsmuseum.”
Het UMU wil wetenschap op deze manier toegankelijk en invoelbaar maken voor een jong publiek. Een doelgroep, zo zegt Van der Wateren, die nog volop in ontwikkeling is en openstaat voor nieuwe inzichten. De keuze voor deze koers kwam voort uit een breder maatschappelijk bewustzijn: een groeiend wantrouwen tegenover wetenschap en experts. Door zich te richten op families, hoopt het UMU een brug te slaan tussen de maatschappij en wetenschap.

Betrokkenheid met de universiteit
Inhoudelijk werkt het museum intensief samen met wetenschappers van de universiteit. Zo is er een breed publieksprogramma naast de vaste tentoonstelling. Met name tijdens vakanties en op zon- en feestdagen kunnen bezoekers workshops en minicolleges volgen van UU-onderzoekers. Deze zijn tweeledig, zegt Van der Wateren. Bezoekers kunnen op een laagdrempelige manier kennismaken met de wetenschap. Afgelopen jaar gingen 64 UU-wetenschappers in gesprek met het publiek - vaak ook over hun eigen onderzoek.
De onderzoekers krijgen tijdens die ontmoetingen ook de kans om data te verzamelen. Zo werd bij de heropening in september 2023 aan kinderen gevraagd wat zij een fijne buitenspeelplek vinden en waarom.
Student als rolmodel
Een ander initiatief waarmee het museum de kloof wil verkleinen tussen publiek en wetenschap is door studenten in te zetten als ‘publieksbegeleiders’. Zij begeleiden alle educatieve programma’s binnen het museum en fungeren als rolmodellen voor het jongere publiek.
Volgens Van der Wateren zou het winnen van de prijs een erkenning zijn voor het harde werken van het UMU-team én de wetenschappers van de UU die actief hebben bijgedragen aan het museumconcept.
Uitreiking in Polen
De bekendmaking van de EYMA is op zaterdag 24 mei in het Sybir Memorial Museum in Białystok, Polen. Naast het UMU zijn 42 andere musea genomineerd. Onder de Nederlandse kanshebbers zijn Paleis Het Loo, Museum Arnhem, het Openluchtmuseum Hoogland, en het Nijntje Museum. Vanwege de huidige bezuinigingen van de universiteit heeft het UMU besloten geen vertegenwoordiging naar Polen te sturen. “In deze tijd vinden wij dat niet verantwoord”, aldus Van der Wateren.