Zieken in IBB-huis in quarantaine: ‘Mijn huisgenoten brachten eten op mijn kamer’
Nu de discussie loopt over welke coronaregels moeten gelden voor studenteneenheden, is het verhaal van natuurkundestudent Felix (19) wel bijzonder. Vijf dagen bleef hij op zijn kamer van 12 vierkante meter aan de IBB nadat hij eind maart merkte dat hij zich niet lekker voelde. “Ik had hoofdpijn en ik voelde me zwak. Die nacht heb ik heel slecht geslapen en werd ik steeds wakker”, zegt hij via de telefoon. De dag daarna voelde hij zich nog beroerder. “Ik was ook misselijk geworden, hoestte veel en had een griep te pakken.” Of hij het coronavirus onder de leden had, weet hij nog steeds niet. “Daar was ik de eerste twee dagen wel bang voor, vooral omdat ik het benauwd had.” Getest is hij niet, want hij vond zijn klachten niet ernstig genoeg om de huisarts te bellen.
Felix denkt dat één van zijn huisgenoten hem heeft aangestoken, want een week voordat hij ziekteverschijnselen kreeg, werd één van zijn huisgenoten ziek. Samen met Felix werd ook een andere huisgenoot ziek die dezelfde klachten ontwikkelde. Weer twee anderen konden net als de drie zieken niet meer ruiken en proeven. Uit angst dat het hele huis ziek zou worden besloten ze met zijn allen dat Felix en zijn twee echt zieke huisgenoten in quarantaine moesten op hun kamers totdat ze zich weer goed voelden. De anderen gingen alleen naar buiten als het nodig was. De vijf dagen op zijn kamer waren eenzaam, zegt Felix. “Natuurlijk kon ik mijn huisgenoten bellen maar het is anders dan gezellig samen zijn in de woonkamer zitten. Ze zijn ook mijn vrienden.”
Videobellen tijdens het eten
Praktisch werden er ook enkele zaken geregeld. In het huis wonen onder normale omstandigheden vijftien mensen, maar zes waren al naar het huis van hun ouders vertrokken. De negen overgebleven huisgenoten besloten om één wc en één badkamer te reserveren voor de zieken. “Ons huis heeft drie wc’s en twee badkamers, dus dat was mogelijk. En we gingen meer letten op de hygiëne: vieze vaat blijft bijvoorbeeld niet langer dan een dag staan.” Van zijn vader kreeg hij een koelbox voor op zijn kamer en in de WhatsApp-groep van zijn huis hield hij contact met zijn huisgenoten. “Wij zieken gaven aan de gezonde huisgenoten door wat we wilden hebben uit de supermarkt en zij brachten het eten en drinken op onze kamers. Tijdens het eten videobelden we elkaar zodat we toch samen konden eten. Achteraf gezien hadden ze het eten beter voor de deur neer kunnen zetten om nieuwe zieken te voorkomen, maar goed.”
Na de tweede dag voelde Felix zich al wat beter. “Het was niet zo dat ik volledig uitgeschakeld was. Ik kon gewoon dingen doen, zoals online colleges volgen, opdrachten maken, Netflixen en gamen. Op die eerste nacht na sliep ik prima.” Vijf dagen nadat hij ziek was geworden, voelde hij zich beter en kwam hij voor het eerst weer van zijn kamer sinds het besluit om in quarantaine te gaan. Inmiddels is iedereen in Felix’ huis weer gezond en is hij weer naar buiten geweest. “Alleen mijn reuk- en smaakvermogen waren toen nog niet helemaal de oude, maar die zijn inmiddels weer terug. Vorige week hebben we op het grasveld voor ons huis gezeten, dat was erg fijn na zo lang op mijn kamer te zijn geweest. Ik heb ook boodschappen gedaan met een huisgenoot.”
Nog steeds kunnen een aantal huisgenoten niet goed ruiken en proeven. Felix denkt dat de eerste zieke huisgenoot de rest heeft aangestoken. “Toen liepen we allemaal nog gewoon rond in de woonkamer, maar hoe zij besmet is geraakt, weet ik niet.” Nu woont hij tijdelijk bij zijn ouders in Hilversum. Bang dat hij ze per ongeluk aansteekt, is hij niet. “Dat is altijd een risico. Maar ik heb 24 uur gewacht nadat ik me weer beter voelde met naar buiten gaan.”