Waarom dragen wij bij de opening academisch jaar een rood vierkantje?

Er wordt hard gewerkt om rode vierkantjes te knippen

Bij de opening van het academisch jaar, op 3 september, zullen wij samen met vele collega’s een rood vierkantje op onze toga spelden. Het rode vierkantje is een internationaal symbool dat aan universiteiten gebruikt wordt door studenten en medewerkers om aan te geven dat het water ons aan de lippen staat. De rek is er helemaal uit.

Vanuit de academische werkvloer wordt al een aantal jaar aangegeven dat de werkdruk in het wetenschappelijk onderwijs te hoog is. Het is een serieus probleem dat aangepakt moet worden. De Nederlandse universiteiten erkennen het probleem. Via de VSNU, de vereniging van Nederlandse universiteiten, is een plan van aanpak gemaakt om de werkdruk terug te dringen.

Ook van de Universiteit Utrecht staat een plan van aanpak op de website van de VSNU. Dat plan bevat een aantal opvallende cijfers. Zo ligt de hoge werkdruk vooral bij de wetenschappelijke docenten (universitair docenten , universitair hoofd ddocenten, hoogleraren). Van deze groep geeft 70 tot 72 procent aan dat de werkdruk hoog of veel te hoog is. Deze cijfers stroken met het onderzoek Drijfveren van Onderzoekers van het Rathenau: ud’s en uhd’s zouden gemiddeld bijna 30 procent overwerken, hoogleraren zelfs 45 procent.

Teruglopende overheidsbekostiging
Het rode vierkantje wil de aandacht vooral richten op wat wij zien als een belangrijke oorzaak van de te hoge werkdruk: de teruglopende overheidsbekostiging per student. Sinds 2000 zijn er 68 procent meer studenten bijgekomen in Nederland, maar is de rijksbijdrage per student met 25 procent gedaald. En dat terwijl andere landen, zoals China en Duitsland, steeds meer investeren in de wetenschap.

Nederlandse universiteiten blijven overigens nog steeds zeer goed presteren. We scoren zeer hoog op internationale rankings, en kwamen ook als eerste uit een Europese vergelijking van hoe efficiënt overheidsgelden in het wetenschappelijk onderwijs besteed worden. Iedereen erkent dat er in de Nederlandse wetenschap zeer veel wordt gepresteerd.

Maar door de teruglopende overheidsfinanciering zijn deze goede prestaties niet zonder gevolgen. Het zijn de universitaire medewerkers die door structureel en massaal overwerken de tekorten compenseren. Tegelijkertijd staan er heel wat gepromoveerden te trappelen om een docenten-baan: het werk is er wel, maar de banen niet.

Docenten proberen de excessieve werklast in het onderwijs op te vangen door werkzaamheden voor onderwijs in hun onderzoekstijd te doen. Hun onderzoek en maatschappelijke impact gebeurt dan maar in het weekend of ’s avonds.  Hierdoor plegen we roofbouw op de universitaire medewerkers: dat is niet menselijk, niet ethisch, en ook wettelijk niet goed te praten. 

Bovendien merken ook de studenten steeds vaker de gevolgen. Colleges worden in grotere groepen gegeven, de kwaliteit van het onderwijs staat onder druk en er is minder tijd voor begeleiding.

WOinActie
Om deze situatie te keren is vorig academiejaar WOinActie ontstaan, naar analogie met PO in actie, de beweging van basisschoolleerkrachten die protesteerden tegen lage salarissen en te hoge werkdruk. WOinActie wil studenten, universitaire medewerkers, en bestuurders verenigen achter twee eisen richting de Haagse politiek. Ten eerste, de afschaffing van de doelmatigheidskorting die in het regeerakkoord werd aangekondigd. Ten tweede, het herstel van de overheidsbijdrage naar het niveau van 2000, wat een extra investering van zo’n 1,15 miljard per jaar in de universiteiten zou betekenen.

In mei 2018 is er daarom een brief naar minister Ingrid van Engelshoven gestuurd, met deze eisen, en de aankondiging van protestacties indien er met Prinsjesdag geen toezeggingen zullen zijn.

De leerkrachten van het primair onderwijs hebben het voorbije schooljaar aangetoond dat actievoeren met een grote groep docenten effect kan hebben. In één jaar tijd is het resultaat een aanzienlijke structurele financiële injectie in de sector, ook al zijn nog niet alle eisen ingewilligd.

Het wetenschappelijk onderwijs heeft, net als het primair onderwijs, zo’n financieel herstel nodig. Dat moet ervoor zorgen dat de universitaire medewerkers hun taken kunnen blijven uitvoeren op hoog niveau, zonder zich over te moeten geven aan de roofbouw die onze sector nu kenmerkt.

Daarom roept WOinActie alle studenten, medewerkers en bestuurders op om het rode vierkantje te dragen als zichtbaar teken van protest, en zich aan te sluiten bij andere protestacties die dit academiejaar zullen volgen.

Wie zich aanmeldt bij woinactieutrecht@gmail.com wordt op de hoogte gehouden van hoe de plannen zich ontvouwen, en kan mee de handen uit de mouwen steken om het protest vorm te geven. Het is op z’n zacht gezegd cynisch dat dit voor veel collega’s moeilijk zal zijn gegeven hun hoge werkdruk, maar vele handen maken het werk een stuk lichter.

Ondertekenaars tot 30 augustus:

Ingrid Robeyns, Tine De Moor, Marcus Düwell, Joop Schippers, Maarten Prak, Oscar Gelderblom, Werner Raub, Arnout van de Rijt, Elaine Mak, Janneke Gerards, Wilmar Schaufeli, Utz Weitzel, Rosemarie Buikema, Sanne Akkerman, Marco van Leeuwen, Stephanie Rosenkranz, Birgit Meyer, Frank Kessler, Wiljan van den Akker, Norbert Corver, Sandra Ponzanesi, Marjo van Koppen, Frank van Tubergen, Jan Odijk, Christian Lange, Steven de Jong, Jan Luiten van Zanden, Bas van Bavel, Herman Philipse, Catrin Finkenauer, Belle Derks, John de Wit, Tanja van der Lippe, Appy Sluijs, Vincent Buskens, Maarten Kleinhans, Daniel Cohnitz, Beatrice de Graaf, Roberta d’Alessandro,

Advertentie