Bètaraad wil instemmingsrecht op profileringsplannen
De faculteitsraad van Bètawetenschappen gaat niet akkoord met het adviesrecht dat de medezeggenschap is toebedacht in de besprekingen over de nieuwe inrichting van de faculteit. Op korte termijn wil de raad met de decaan om tafel.
Decaan Van Meer ontbrak maandag tot verrassing van de raadsleden bij de vergadering waar het zwaarbeladen Voorlopig Profiel Bèta 2015 op de agenda stond. Interim vice-decaan Jan van Leeuwen op zijn beurt was verbaasd over het feit dat de faculteitsraad niet was ingelicht over de verplichtingen van Van Meer in het buitenland. Beide partijen hielden het vervolgens op ongelukkige miscommunicatie.
Raadsvoorzitter Johan van de Leur vroeg na de bespreking van de plannen wel om een nieuwe bijeenkomst op korte termijn waarbij de decaan aanwezig moet zijn. Dan moet ter sprake komen welke bevoegdheden de raad heeft met betrekking tot de profileringsbeslissingen van Van Meer.
In het stuk waarin de decaan duidelijk maakt welke maatregelen worden genomen, staat dat de faculteit hiermee voortbouwt op eerder gemaakte strategische keuzes. De faculteitsraad zou daarom in principe geen inspraakbevoegheden hebben. Decaan Van Meer wil de raad echter “gelet op de aard en omvang van het plan” en gezien de “voortdurende betrokkenheid van de raad” toch adviesrecht geven.
Dit gaat de raadsleden niet ver genoeg. Zij vinden dat de keuzes van Van Meer haaks staan op enkele uitgangspunten in de facultaire strategienota. In de vergadering vroegen raadsleden naar het verdwijnen van het thema energie uit de nieuwe facultaire profilering. Volgens interim vice-decaan Van Leeuwen gaat het om een pijnlijke keuze, maar is “energie toch vooral een thema voor de faculteit Geowetenschappen.”
De raadsleden zien echter twee onderzoeksgroepen verdwijnen die tot de meest “valoriserende” onderdelen van de faculteit behoren: het zonnecellenonderzoek en het bètagedeelte van het Copernicusinstituut. In de bestaande facultaire strategienota wordt volgens de raad juist grote nadruk gelegd op de aantrekkelijkheid van de faculteit voor partners buiten de universiteit en het vermogen om onderzoek te gelde te maken. “De nieuwe keuzes lijken vooral gericht op het behoud van fundamenteel onderzoek. Naar onze mening is dat een andere richting”, aldus voorzitter Johan van de Leur.
Van de Leur wees er bovendien op dat de nieuwe plannen afwijken van het visiedocument van Van Ree. Daarin was bijvoorbeeld het behoud van Sterrenkunde nog gegarandeerd. Op het document van Van Ree probeerde de faculteitsraad eind vorig jaar overigens instemmingsrecht te verwerven, destijds tevergeefs.
In de vergadering vroegen de raadsleden verder om meer duidelijkheid over de precieze argumentatie voor het afstoten van de verschillende groepen. Tijdens een hearing vorige week bleek dat medewerkers van deze groepen daarover nog veel vragen hebben. Van Leeuwen benadrukte dat er vervolggesprekken met de groepen gepland zijn. “Het is niet zo dat het bestuur dat afhoudt, integendeel.”
De raadsleden zeggen daarnaast nog moeilijk te kunnen beoordelen of de huidige plannen inderdaad een oplossing bieden voor de malaise die nu al jaren voortduurt. De financiële onderbouwing is daarvoor te mager. Antwoorden op vragen waarom het in het verleden misging, ontbreken vooralsnog evenzeer. Raadslid Jan Builtjes waarschuwde het faculteitsbestuur: “Veel medewerkers zien dit als het zoveelste plan. Zij hebben er weinig vertrouwen in dat het nu wel gaat lukken.”
Collega-raadslid Gert Folkers voegde daaraan toe dat de gifbeker wat bezuinigingen betreft voor de faculteit waarschijnlijk nog niet leeg is. Volgens hem dreigt meer onheil, omdat de universiteit meer op onderwijs gaat financieren dan onderzoek. Hij vroeg zich af in hoeverre de huidige plannen rekening houden met een afname van de centrale baten.
Volgens interim vice-decaan Van Leeuwen voorzien de huidige maatregelen in de afspraken die met het college zijn gemaakt binnen het convenant. “Dat convenant is echter geen free ride naar 2015. De faculteit zal gewoon mee moeten bewegen als er aanvullende bezuinigingen komen. Maar als de uitgangspunten voor het convenant veranderen zullen wij opnieuw in gesprek gaan met het college van bestuur.”
Raadslid Liesbeth Sterck merkte op niet te begrijpen dat het college van bestuur een aantoonbaar succesvolle faculteit niet meer middelen wenst te geven. “We kunnen kwaad worden op de decaan, maar we worden gedwongen tot zelfmutilatie.”
Van Leeuwen stelde dat niet uit het oog moet worden verloren dat vooral de Haagse politiek ervoor kiest om onderzoek minder structurele financiering te geven. Volgens hem is de situatie voor de faculteit duidelijk. “We hebben met het convenant een allerlaatste mogelijkheid gekregen om zelf de problemen op te lossen. Die eenmalige plicht heeft dit bestuur op zich genomen en het moet echt gaan lukken, anders komen er maatregelen die we nog veel minder wenselijk vinden.”