Proef: pas herkansen met een 5 gemiddeld

De opleiding Sociale Geografie en Planologie wil dat alleen studenten met een 5 als gemiddeld cijfer een cursus kunnen herkansen. De opleiding wijkt daarmee af van de universitaire afspraak om ook studenten met een 4 nog een extra kans te gunnen. Opleidingscommissie en faculteitsraad hebben ingestemd met een pilot.

Tot vorig jaar voerden decanen nog verhitte debatten over de herkansingsgrens. De meeste faculteiten wilden af van het recht van studenten om ook met een 4 nog te mogen herkansen. Dat recht werd vier jaar geleden door de Universiteitsraad afgedwongen, maar zou calculerend studeergedrag in de hand werken.
De faculteit Bètawetenschappen lag echter dwars. Zij wenste studenten -die in de exacte vakken vaak een gewenningsperiode nodig hebben- niet onnodig snel af te straffen. Het bleek onmogelijk om tot overeenstemming te komen, waarop het college van bestuur besloot de discussie over de universitaire herkansingsgrens in de ijskast te zetten.

Begin februari adviseerde de Onderwijsadviescommissie echter om de beslissing over de ondergrens voor herkansingen dan maar aan de faculteiten zelf over te laten. Voor de opleiding Sociale Geografie en Planologie was dit mede aanleiding om een pilot met een 5 als minimum herkansingseis aan te vragen.
Hoewel het college van bestuur het advies van de Onderwijsadviescommissie nog niet heeft besproken en ook over het voorstel van de opleiding Sociale Geografie en Planologie (SGPL) nog geen formeel besluit heeft genomen, verwacht SGPL dat de proef doorgang zal vinden. Aan twee voorwaarden van het CvB is inmiddels immers voldaan: zowel de opleidingscommissie als de faculteitsraad zijn akkoord.

Opleidingsdirecteur Leo Paul legde zijn opleidingscommissie een plan voor, waarin cursussen met ten minste twee deeltoetsen een 5 als herkansingsgrens mogen hanteren. Lage cijfers kunnen daardoor worden gecompenseerd met hogere cijfers voor andere toetsen. Op dit moment hebben vrijwel alle cursussen van de opleiding al meerdere toetsmomenten.
Studenten met minimaal een 5 krijgen bovendien al binnen drie weken een op maat gesneden reparatiemogelijkheid. “Eerder maakten we het herkansen impopulair door aanvullende toetsing in vakantieperioden te plannen. Nu is de stof nog vers op het moment van herkansen.”

Volgens de opleidingsdirecteur vond zijn plan veel weerklank bij studenten in de opleidingscommissie en daarbuiten. “Natuurlijk was er bij enkelen het gevoel dat rechten werden aangetast. Maar de meesten zagen de redelijkheid van het voorstel in. Wij kunnen met cijfers laten zien dat studenten met een 4 vaak niet komen opdagen bij herkansingen en als ze wel komen het vrijwel nooit halen. Bovendien vinden hardwerkende studenten het niet eerlijk dat studenten die minder doen nog een 6 kunnen halen in de herkansing,  terwijl zij zelf misschien met veel moeite een 7 halen.”

De faculteitsraad moest vorige week bij de bespreking van het Onderwijs- en Examenreglement voor SGPL over het plan oordelen. Ook hier stemden medewerkers én studenten in. De faculteitsraadsleden was gevraagd om het subsidiariteitsbeginsel te hanteren. Paul: “Het zou raar zijn als de eigen studenten van een opleiding akkoord gaan en studenten van een andere opleiding vervolgens in een hoger gremium gaan zeggen dat het niet mag. Wat mij betreft kan dat ook het universitaire uitgangspunt zijn. Laat opleidingen zelf maar beslissen.”

Leonard Rutgers, onderwijsdirecteur van Geschiedenis en Kunstgeschiedenis, wil binnenkort naar aanleiding van het nieuwe initiatief bij SGPL de discussie over de 4 of 5 met de eigen studenten aangaan. “Zelf vind ik een 4 echt te laag. Dat is een dikke onvoldoende. Ik zie graag een strenge lijn. Dat ligt zeker voor de hand als onze faculteit vanaf volgend jaar studenten meer contacturen en intensiever onderwijs kan garanderen. De decaan heeft daar het zogeheten teachingloadsysteem voor ontworpen. Studenten zullen dat hopelijk waarderen en inzien dat ze zelf ook wel een stapje harder kunnen lopen.”

 Harrie Eijkelhof, onderwijsdecaan van de Bètafaculteit, zegt de proef bij SGPL “prima” te vinden. “Onze opstelling is nooit geweest dat het nergens mocht. Voor Bètawetenschappen vonden we het geen goed idee. Onze toetsen hebben vaak drie of vier grote vragen waarmee een student net de plank helemaal mis kan slaan. Daar willen we graag rekening mee houden. Maar elders kan een 5 als ondergrens goed werken. Vandaar ook dat ik als lid van de onderwijsadviescommissie het advies om differentiatie aan te brengen onderschrijf.”

 Jan-Willem Brouwers is universiteitsraadslid voor de Partij voor de Utrechtse Studenten (PvdUS). In het verkiezingsprogramma van die partij is het behoud van de 4 als herkansingsnorm een prominent punt. “Ik weet nog niet precies wat het voorstel van SGPL behelst en op welke gronden de opleidingscommissie en de faculteitsraad hebben ingestemd. Maar in principe vinden wij een 4 –mits een student heeft voldaan aan de inspanningsverplichtingen- voldoende om te mogen herkansen. Op het eerste gezicht lijkt het ons ook niet wenselijk om per faculteit verschillende regelingen af te spreken. De universiteit wil het studenten toch ook gemakkelijk maken om vakken te volgen bij verschillende opleidingen? Dan moeten ook de randvoorwaarden hetzelfde zijn.”

XB

Advertentie