Wenselijk of onwettig? Student krijgt uitkomst cursusevaluatie

Mogen studenten de resultaten krijgen van de evaluatie van de cursus waar ze aan hebben deelgenomen? Jawel, want dat draagt bij aan het verbeteren van het onderwijs, vindt de faculteit Geesteswetenschappen. Nee, dat is overbodig en bovendien een schending van de privacy van de docent, zegt personeelsraadslid Ernst-Otto Onnasch.

Sinds dit jaar hanteert de faculteit Geesteswetenschappen voor alle opleidingen een uniform systeem van digitale cursusevaluatie. Studenten die aan een cursus deelnemen, krijgen de gemiddelde oordelen over deelaspecten van een cursus toegezonden. Die scores kunnen worden afgezet tegen een facultair gemiddelde.

In de faculteitsraad maakte personeelsraadslid Ernst-Otto Onnasch bezwaar tegen het bekendmaken van de uitkomsten van de evaluaties. Onnasch meent dat een universiteit volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens en volgens de cao niet ongevraagd informatie over een docent en diens functioneren bekend mag maken. Een adviescommissie van de UvA kwam twee jaar geleden ook al  tot die conclusie.

Dat de studenten alleen de beschikking krijgen over gemiddelde oordelen over de cursus, is volgens Onnasch niet afdoende. “Als een cursus door één docent wordt gegeven is herleidbaar om wie het gaat.”


Verbeteren van onderwijs

Volgens vice-decaan Berteke Waaldijk van de faculteit Geesteswetenschappen raadde een voorbereidende werkgroep van het project ‘facultaire cursusenquêtes’ aan studenten die een cursusevaluatie invullen op de hoogte te stellen van de uitkomsten van die evaluatie. “Wanneer we als faculteit zo’n algemeen geldend systeem afspreken dan moet je ook laten zien wat er met de informatie gebeurt, zo was de gedachte.”

Bovendien hoopt de faculteit op deze wijze de animo voor het invullen van de evaluaties te vergroten. Waaldijk: “Waarom evalueren we? Om de kwaliteit van de opleiding te verbeteren. Daarvoor is het van belang om te weten wat studenten van het onderwijs vinden. En dat weten we beter als veel studenten ook meedoen aan die enquêtes.”

Onnasch meent echter dat dit invalide argumenten zijn. “Het verbeteren van het onderwijs is de taak van opleidingscommissies en onderwijsdirecteuren. Die mogen natuurlijk de informatie krijgen die ze nodig hebben. In het kader van het werk van de  opleidingscommissies kunnen studenten bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Maar het onderwijs wordt in ieder geval niet beter als je studenten inzage in de studentevaluaties geeft. Het openbaar maken daarvan is dus niet in overeenstemming met het doel dat daarmee wordt nagestreefd. En als je de respons wilt vergroten, kun je bijvoorbeeld ook een iPad onder de deelnemende studenten verloten.”


Proportioneel

Tot dit jaar had elke opleiding zijn eigen methodiek van cursusevaluatie, zegt vice-decaan Waaldijk. Ook toen werden in sommige gevallen al resultaten teruggekoppeld. “Maar het punt dat Onnasch maakt, nemen we serieus. We hebben daarom om juridisch advies gevraagd.”

De juridische afdeling van de UU liet de faculteit onlangs weten geen bezwaar te zien bij de handelswijze van de faculteit Geesteswetenschappen. De Utrechtse juristen interpreteren de wettelijke regelingen anders dan de Amsterdamse adviescommissie twee jaar geleden deed.

Anton van den Hoeven van Juridische Zaken: “Het is niet nodig dat docenten toestemming geven voor het verzamelen en verwerken van gegevens over de kwaliteit van cursussen. De universiteit moet immers een wettelijke verplichting nakomen: het uitvoeren van de interne kwaliteitszorg. De manier waarop met de informatie wordt omgegaan moet inderdaad wel verenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor die is verkregen. In deze zaak is dat zo omdat het terugkoppelen van studentenoordelen integraal deel uitmaakt van het kwaliteitszorgsysteem van de faculteit.”

De faculteit moet volgens Van den Hoeven bij de openbaarmaking van de gegevens ook “proportioneel te werk gaan” en duidelijk maken welke informatie voor wie essentieel is. Omdat Geesteswetenschappen de informatie anonimiseert en slechts een beperkte groep studenten toegang geeft tot de informatie, voldoet de faculteit aan deze eis, naar zijn oordeel. Dat sommige informatie daarbij herleidbaar zou zijn tot individuele docenten is dan “helaas onvermijdbaar”.


Subjectieve recensie

Ernst-Otto Onnasch en andere personeels- en studentraadsleden krijgen binnenkort van de vice-decaan Berteke Waaldijk te horen hoe de faculteit precies denkt om te gaan met de vorm en inhoud van de openbaarmaking van de resultaten. Een werkgroep binnen de faculteitsraad zal haar daarvoor van advies voorzien.

Van de studenten in de faculteitsraad mag de openbaarmaking van de studentenoordelen overigens nog wel iets verder gaan dan de huidige praktijk. “Niet omdat we behoefte hebben aan een schandpaal”, meldt de voorzitter van de studentgeleding Hieke van der Voort.  “Maar wel omdat studenten baat hebben bij statistisch gestaafde informatie over een cursus. Nu moet je het vaak doen met een subjectieve recensie van één lid van de studievereniging. Als je een cursus wilt gaan doen, heb je daar niets aan. Je wilt juist weten wat de werklast is, of er veel werkgroepen zijn, en ja, ook hoe goed een docent college geeft.”

Faculteitsraadslid Onnasch zegt er in principe geen problemen mee te hebben als generieke oordelen over opleidingen bekend worden gemaakt. Dat studenten graag meer informatie willen, is volgens hem begrijpelijk. Het belang van het waarborgen van de privacy van medewerkers weegt naar zijn oordeel echter zwaarder dan het belang van het openbaar maken van onderwijsevaluaties.  “We willen toch niet dat een docent die elders solliciteert straks wordt afgerekend op studentenoordelen die de UU prijsgeeft? De wet verbiedt dat gewoon, en dat is maar goed ook.”

XB

Advertentie