Eigenwijze student

Een eerstejaars die alles beter denkt te weten

artificial-intelligence, illustratie pixabay

Behalve de student die Utrecht Science Park de mooiste campus van Europa vindt, heb ik nooit een aanmatigender type ontmoet dan Arty.

Arty is een eerstejaars die denkt dat ‘ie alles al weet. Overal heeft ‘ie een mening over en die mening verkondigt ‘ie maar al te graag. Dat trekt publiek. Hele hordes jongens en meisjes lopen achter ‘m aan. Allemaal denken ze dat ‘ie ontzettend veel potentie heeft. Op een dag, zeggen ze, neemt ‘ie de wereld over.

Ik weet dat zo net nog niet.

‘t Is waar dat ‘ie hele verhandelingen uit zijn mouw schudt alsof ’t niets is. Als je z’n probeersels leest zou je ongeveer denken dat ‘ie inderdaad overal verstand van heeft, maar dat is niet zo. Wat ‘ie te melden heeft hangt aan elkaar van dooddoeners en bijna nog vaker verkondigt ‘ie flagrante onwaarheden.

Om ‘m uit z’n tent te lokken vroeg ik laatst waarom Ludwig Wittgenstein zelfmoord heeft gepleegd. "Dat is onbekend", zei Arty stellig. Ik glimlachte, want Wittgenstein, dat weet u, heeft helemaal geen zelfmoord gepleegd. Hij merkte op dat de filosoof een zwaarmoedige persoon was geweest, en dat veel van zijn broers en zussen zelfmoord hebben gepleegd, wat waar is. Daarna zei hij dat Wittgenstein vermoedelijk een vergiftigde appel heeft gegeten.

Arty stelde voor om een potje te schaken. We openden traditioneel, speelden de Spaanse variant en vervolgens liep alles in de soep. Arty besloot te rokeren langs de korte kant, maar omdat zijn stukken nog niet waren ontwikkeld sloeg ‘ie zijn per ongeluk z’n eigen loper.

"Ik verdedig mijn f7 pion", zei ‘ie op wijsneuzerige toon, "en tegelijk zet ik druk op jouw witte toren", hoewel er helemaal geen toren te bekennen was om druk op te zetten. Even later toverde hij een paard dat al geslagen was weer op ’t bord. Ik gaf mat. "Nee", zei ‘ie, "jij staat schaak." Ineens deed ‘ie alsof hij al de hele tijd met wit had gespeeld.

"Jij kan helemaal niet tegen je verlies", zei ik.

Hij trok zijn neus op en zei: "Je hebt goed gespeeld maar je hebt verloren. Ik hoop dat je het een leuk potje vond."

Hij moet nog een hoop leren, denkt u misschien. Maar wist u dat Arty op zijn zolderkamertje de volgende stap al aan het voorbereiden is? Hij knutselt filmpjes in elkaar op basis van foto’s van mensen die hij helemaal niet kent, en laat ze rare dingen zeggen. Daar hebben hij en zijn vriendjes veel schik in. Last van een geweten heeft ‘ie niet. En dit is nog maar ’t begin.

"In wat voor wereld leef jij eigenlijk?", vroeg ik.

"In jouw wereld. Zie je dat niet? Ik kan alles wat jij kan, maar dan sneller en met de dag word ik beter."

"Nee", zei ik, "jij leeft niet in mijn wereld, jij leeft in een parallelle wereld. Je doet maar alsof. In jouw wereld zijn schijn en leugen een verbond met elkaar aangegaan. Met de dag dat jij beter wordt, word je slechter."

Advertentie