Grote jongens met kleine laptops
Lotte volgt college en observeert hoe velen proberen een opmerkelijke gebeurtenis te negeren.
Een klein meisje met heel veel haar, was na de pauze teruggekomen met een goed gevulde plastic beker fluorescerend oranje sap, dat zich voordoet als iets heel gezonds terwijl het dat niet is. Ze ging zitten en zette haar sap neer op de richel van een boek. Het sap vloeide enthousiast over de tafel, de doorgeef-presentielijst en het laptopje van de buurjongen.
De professor (bekend als De Beige Man), besloot samen met de andere twintig studenten dat het tafereel te gênant was om het te erkennen als een werkelijke gebeurtenis. Hij ging verder alsof het lokaal niet zojuist was bedolven onder een zondvloed sinaasappelsap.
De jongen naast het sapmeisje was vrij groot. Zo’n frisse karnemelkjongen die elke dag minstens acht boterhammen naar binnen werkt. Beteuterd staarde hij naar zijn reflectie in het schermpje en probeerde tevergeefs met zijn mouw het sap tussen de toetsen weg te deppen. Het enige wat ik dacht was: ‘wat doet zo’n grote jongen met zo’n klein laptopje?’
Ik zie ze wel vaker zitten: breedgeschouderde gasten die ineengekrompen zitten te typen op een lullig MacBookje van A5-formaat. Waar hebben ze die voor nodig? Om tafelvoetbal op te kijken? Dan leg je duizend euro neer, en dan koop je een uitklapbare iPhone 6 met ruimte voor veertien bestanden. Er is geen ruimte om volzinnen te typen, alleen ludieke Instagramcomments. Soms hebben ze er een sticker van de roei-/studenten-/barbecuevereniging op geplakt - voor het idee.
Ondertussen verdween het meisje met een berg natte tissues en haar andere spullen. Hoewel het incident ineens niet meer had plaatsgevonden, bestonden de gevolgen ervan nog wel: een doorweekte presentielijst werd als een glibberige koeienfoetus doorgegeven en mijn buurman moest het sap uit zijn sok wringen. Maar het slachtoffer dat het diepst getroffen was, was toch wel de jongen met het laptopje.