Hoe brengen wij de academic professional wijsheid bij?

De studenten van nu profileren zich steeds vaker als beroepsprofessionals. Micha de Winter vraagt zich af waar in het programma nog ruimte is voor algemene intellectuele vorming. Hij pleit voor wijsheid als onderwijsdoel.

Natuurlijk ga ik niet zeggen dat studenten en afgestudeerden van de diverse universiteiten niet goed wijs zijn. Maar ik maak me in dat verband wel enige zorgen over de toekomst. Steeds vaker zie ik, als het toekomstige uitstroomprofiel van universitaire masterstudenten aan de orde is, de term academic professional opduiken.

Een eenduidige definitie daarvan heb ik nog niet kunnen vinden, maar de grootste gemene deler is dat het gaat om beroepsbeoefenaren die door hun academische opleiding in staat moeten zijn om wetenschappelijke kennis toe te passen in hun dagelijkse praktijk.

Het is een slim concept dat twee bedoelingen lijkt te hebben: enerzijds kan zo de universitaire master worden onderscheiden van de HBO’er die in hetzelfde domein werkzaam is; anderzijds wordt zo gelegitimeerd dat niet iedereen die op een universiteit studeert per se tot wetenschappelijk onderzoeker hoeft te worden opgeleid, bijvoorbeeld via een researchmaster.

Mooi, zult u zeggen, twee varkentjes gelijktijdig gewassen, wat kan daar nou mis mee zijn? Daarvoor moeten we toch even wat preciezer naar een definitie van de academic professional kijken. De Universteit van Illinois zegt het op zijn website bijvoorbeeld zo:

An AP can be defined as an employee who is in a position requiring knowledge of an advanced type in a field of science or learning customarily acquired by a prolonged course of specialized intellectual instruction and study (as distinguished from a general academic education) and which requires the consistent exercise of discretion and judgment, e.g., physician, attorney, engineer, architect. 

De nadruk ligt dus vooral op specifieke kennis en oordeelsvermogen, verbonden aan een bepaalde beroepspraktijk die, let wel, onderscheiden moeten worden van algemene academische vorming.

Precies daar nu zit mijn zorg. Ik ben een groot voorstander van wijsheid als onderwijsdoel, naast het halen van wetenschappelijke beroepskwalificaties uiteraard.  De Amerikaanse psycholoog Robert Sternberg definieert dat begrip wijsheid als het gebruiken van intelligentie, creativiteit en ervaring ten behoeve van het algemeen belang, door een evenwicht te zoeken tussen het eigen belang en dat van anderen, en tussen belangen op korte en langere termijn.

Intellectuele deugden (R.C. Roberts & W. Jay Wood  Intellectual Virtues. Clarendon Press.2007), zoals de moed tot het innemen van afwijkende standpunten, bescheidenheid, zelfstandigheid en ruimhartigheid (de bereidheid om kennis met anderen te delen) vormen daarvan een substantieel onderdeel. Zulke wijsheid lijkt mij onontbeerlijk voor een humane, democratische samenleving die de meesten van ons gelukkig voorstaan.

Maar de vraag is natuurlijk wel waar die dan geleerd kan worden. In het primair en voortgezet onderwijs kennen we tegenwoordig het kerndoel ‘burgerschap’, waarin je een aantal van de genoemde zaken kwijt zou kunnen. Maar de rapportages van de Onderwijsraad op dit terrein stemmen niet al te optimistisch.

En wat doen wij er dan aan, op de universiteiten? Ik vrees niet echt veel, en dat is ook niet zo verwonderlijk als je maar vier (of soms vijf) jaar de tijd hebt om een student in een complexe discipline (zoals in mijn geval de pedagogiek) te scholen.

Zal de redding komen van het WRR-rapport Naar een Lerende Economie, waarin gesteld wordt dat ons onderwijs meer op responsiviteit, creativiteit en innovatief vermogen gericht zou moeten zijn? En, niet te vergeten: op het vermogen om in een globaliserende wereld te kunnen samenwerken met mensen met wie we meer en meer in een wederzijdse afhankelijkheidsrelatie terecht zullen komen?

Toegegeven: het zou een beginnetje kunnen zijn. Maar ik vind dat we erg uit moeten kijken om een economische heilsleer –hoe overtuigend die ook klinkt- tot richtsnoer van het onderwijs te verklaren. We weten immers dat dat slecht kan aflopen.

 U begrijpt het: ik vind dat er veel meer ruimte in bachelor- en masterprogramma’s moet zijn voor algemene intellectuele vorming. Een echte academische professional behoort wijsheid in pacht te hebben. Liefst vergezeld van moed, bescheidenheid  en ruimhartigheid.

Advertentie