Op naar een internationale, diverse, vegetarische universiteit
Rector Bert van der Zwaan ontmoette tijdens de Orientation Day de nieuwe buitenlandse studenten. In dit gezelschap besefte hij nog eens hoe wit en weinig divers de universiteit is.
De opening van het academische jaar is voor mij een hoogtepunt. Niet alleen vanwege de plechtigheid in de Dom, die ook dit jaar weer stijlvol en mooi was. Maar vooral vanwege de grote aantallen nieuwe studenten die de stad overspoelen, een geheel nieuwe bevolking die vol verwachting naar Utrecht is getrokken.
Mijn opening academische jaar begon al veel eerder dan de officiële dag op 5 september, namelijk in het weekend daarvoor bij Orientation Day. Dat is de opening van het jaar voor buitenlandse studenten. Het was een feest! Na hen toegesproken te hebben, heb ik met hen in de rij gestaan voor stroopwafels, gekeken naar fietsen en gesproken over de problemen met huisvesting. Vooral de Chinese studenten genoten van de mogelijkheid zich uitgedost als Oranjefan, op de fiets en met de Dom op de achtergrond, te laten fotograferen. Ondanks de drukte kon ik lang en uitgebreid met veel van deze studenten spreken over hun ambities en beweegredenen om naar Utrecht te komen.
Zonder uitzondering waren de studenten onder de indruk van de stad en de universiteit. Vonden ze de stroopwafels heerlijk, verwachtten ze veel van het fietsen, zagen ze uit naar hun nieuwe programma. Maar in dit gezelschap word je je onmiddellijk bewust van hoe wit en weinig divers onze universiteit is, hoe weinig vanzelfsprekend het is dat de bewegwijzering op de campus niet primair in het Engels is. Studenten vroegen zich af waarom de halte Botanische Tuinen niet halte University kon worden.
Een aantal studenten, al dan niet getriggerd door het eerdere debat over een duurzame universiteit, begon over het voedselaanbod in onze restaurants. Een paar hadden zelfs opgepikt dat ik uit duurzaamheidsoogpunt voorstander ben van een meer vegetarisch aanbod, vooral ook omdat de productie van vlees in mijn ogen een ongewenst groot ecologische effect heeft. Maar, haastte ik te melden, er zijn tal van andere zaken waar we in het kader van duurzaamheid ook aandacht aan moeten besteden, bijvoorbeeld minder reizen per vliegtuig en de CO2 uitstoot compenseren.
Deze nieuwe studenten helpen ons om de universiteit op de juiste waarde te schatten. Zij stellen de goede vragen, ze brengen een nieuw elan, zij zorgen ervoor dat we ons af moeten vragen in welke mate wij willen en kunnen veranderen. In welke mate de oude garde, waartoe ik zelf ook behoor, mee gaat op weg naar de toekomst. Die toekomst is hopelijk internationaler, diverser, duurzamer. Dat zijn immers allemaal voornemens uit ons Strategisch Plan.
Maar beter dan door welk plan dan ook, wordt de toekomst geborgd door steeds weer die nieuwe generatie studenten, die vragen stelt, meedenkt en mee-debatteert. Die generatie doet de universiteit iedere keer weer extra zinderen. Zoals Robbert Dijkgraaf zei bij de opening van het academische jaar in de Domkerk: “Het is een wonder en voorrecht dat deze universiteit ieder jaar het grote geschenk van geestdrift en bezieling van deze jonge mensen mag ontvangen”