Studenten, een tandje minder kan soms ook wel
“Wat gaat het college er aan doen om het studentenwelzijn te verbeteren?,” zo ongeveer luidde een van de meest indringende vragen die door de Universiteitsraad de afgelopen maand aan het College van Bestuur werd gesteld.
Dat studentenwelzijn een belangrijk vraagstuk is, weten we al langer, en vanuit de universiteit is er inmiddels al veel in gang gezet. Zo zijn er nieuwe vormen van studiebegeleiding op de rails gezet en is er meer aandacht voor psychologische hulp. De kwaliteitsafspraken die onlangs in de faculteiten zijn gemaakt gaan hier ook helpen. Verder is er vorig jaar in samenspraak met de Universiteitsraad een Taskforce Studentenwelzijn, met daarin ook veel studenten, aan de slag gegaan. Hun in januari verschenen rapport, waarin veel behartigenswaardige adviezen staan, zal op korte termijn tot verdere acties leiden. Zo komt er bijvoorbeeld een jaarlijkse Welzijnsweek.
Landelijke probleem
De UU is dus al langer bezig met studentenwelzijn, en in nauw contact met de Universiteitsraad zullen er verdere stappen worden gezet. Waarom was de vraag aan het begin dan voor mij dan zo indringend? Omdat daar de suggestie aan ten grondslag leek te liggen dat het college de problemen zou kunnen oplossen. Was dat maar waar.
Er zijn tal van zaken die buiten de macht van de universiteit liggen. Zo stelde Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) eind januari 2019 op basis van onderzoek dat introductie van het leenstelsel een belangrijke factor is bij de prestatiedruk en psychische klachten die studenten ervaren. Eisen, of vermeende eisen van potentiële werkgevers werken ook niet mee. Wie wil deelnemen aan een Rijkstraineeprogramma hoeft formeel alleen maar afgestudeerd te zijn. Tegelijkertijd meldt de website van het programma dat ook naar de maatschappelijke betrokkenheid van kandidaten wordt gekeken, onder andere blijkend uit werkervaring, stages, vrijwilligerswerk en bestuurswerk. Met als gevolg, lijkt het wel, dat studenten zich gedwongen voelen om zich te storten op al deze nevenwerkzaamheden.
Actieplan studentenwelzijn
In een indrukwekkend rapport heeft de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving in 2018 het vraagstuk van de jongvolwassenen in kaart gebracht. Veel van de knelpunten hebben een maatschappelijke verklaring, zoals eisen vanuit arbeidsmarkt en druk via sociale media. En de oplossing is niet slechts gelegen in het wegnemen van druk: “Het gaat er vooral om meer ruimte te bieden voor uiteenlopende levensinvullingen, passend bij pluriforme persoonlijke situaties, kwaliteiten en onvolkomenheden.
Veel zaken kunnen alleen op landelijk niveau worden opgepakt. Met name op initiatief van het ISO is vorig jaar een Actieplan Studentenwelzijn opgesteld. Kort daarop presenteerden in oktober onder meer het ISO, de LSVb, de Vereniging Hogescholen, de Vereniging van Samenwerkende Universiteiten en het ministerie van OC&W een gezamenlijk ambitieplan over studentenwelzijn. Daarin is veel aandacht voor inclusiviteit, laagdrempelige informatievoorziening, financiële ondersteuning en betere studiebegeleiding. Het is een belangrijke eerste stap.
Excessieve verplichtingen
Natuurlijk valt er ook dichterbij huis het nodige te doen. Allereerst moeten docenten, zoals altijd, waken tegen het opleggen van excessieve verplichtingen. Ik heb echter het vertrouwen dat we er inmiddels voldoende aan gewend zijn om uitwassen op cursus- en opleidingsniveau bespreekbaar te maken. Urgenter lijken mij de vragen die studenten zich te stellen hebben. In december vorig jaar hadden de leden van het CvB een etentje met de voorzitters van 75 van onze grootste studentenorganisaties.
We raakten onder de indruk van alle plannen van deze nieuwe bestuurders, maar gaandeweg sloeg ook de twijfel toe; fantastisch die ambitie om het nog veel beter te doen dan de vorige besturen, maar als dat gepaard gaat met nog meer activiteiten en nog meer verplichtingen voor studenten, in een toch al zo rijk gevuld studentenleven, is dat dan nog wel verantwoord? Wanneer is het punt bereikt dat studentbesturen en individuele studenten zelf concluderen dat het een tandje minder kan en moet?
Combinatie van factoren
Om met de Oosterse wijsgeer H. Finkers te spreken: “Het kan niet alleen maar een combinatie van factoren zijn. Er moet meer achter zitten.” Natuurlijk kunnen we ons niet achter een ‘combinatie van factoren’ verschuilen, want dan lopen we weg van de eigen verantwoordelijkheden. Maar alleen als we die verantwoordelijkheid op alle niveaus nemen, kunnen we echt effectief het studentenwelzijn bevorderen en de stress aanpakken.