Zoek het in de sport eerstejaars!

Een ode aan de studentensportvereniging

TC de Uithof, tijdens de UIT 2018, foto DUB
TC De Uithof tijdens de verenigingsparade van de UIT 2018, foto DUB

‘Krak!’, hoor ik achter me. Ik sta op sportcentrum Olympos een moeizame dubbelpot te tennissen. Voor de zevende keer is ons setpoint naar de tegenstanders gegaan - zo gaan we deze wedstrijd verliezen. Als ik me omdraai, zie ik mijn tennismaatje Leon vol berouw naar zijn racket staren. Uit frustratie heeft hij zijn frame met één klap kapotgeslagen. Ik kijk hem aan zonder afkeuring, alleen met medelijden. Dat racket was nieuw. En vooral duur. Ridderlijk speelt hij door met gehavende uitrusting, helaas zonder succes.

Na deze emotioneel beladen pot proosten we in de sportbar met onze tegenstanders, net als wij lid van studententennisvereniging TC de Uithof. De hectiek valt weg en de sfeer wordt gemoedelijk. We voelen een tevreden kalmte: de opgekropte frustratie van hijgende deadlines, stroef lopende groepsprojecten en andere (studenten)misère hebben we weggerend, weggeslagen en weggevloekt. 

Als arme student moet je dit soort dure excessen natuurlijk voorkomen, maar deze ervaring toont wel wat sport uniek maakt: het is een uitlaatklep waar (bijna) alles kan. 

Waar ga ik heen met deze column? Ik wil de zoekende eerstejaarsstudent, die ikzelf ook ooit was, een advies meegeven: schrijf je in bij een studentensportvereniging (SSV). Naast de emotionele ontsnapping die Olympos (de mooiste plek van De Uithof) biedt, geef ik graag nog drie redenen.

Ten eerste doe ik een beroep op het begrip van de eeuw: diversiteit. Een student kiest een bepaalde SSV voor de sport, niet voor het etiket, het type mens of de kleding die er gedragen wordt. Dat maakt de gemeenschap gemengd (daarbij geef ik toe, hockey trekt andere mensen aan dan powerlifting).

Even belangrijk: dankzij de diverse mensen ontloop je de uniformiteitsgehaktmolen die bij traditionele gezelligheidsverenigingen op de loer ligt. Veranderen als student is mooi, maar het is zonde als je over twee jaar niet meer van je clubgenoten te onderscheiden bent. 

Mijn volgende punt gaat over een minder populair begrip: hiërarchie. Bij een SSV schreeuwt er geen ouderejaars in je nek die zijn superioriteit haalt uit het feit dat hij net iets langer geleden lid is geworden. In plaats daarvan heerst er een meritocratische, stilzwijgende hiërarchie, gebaseerd op gewonnen roeiwedstrijden, je tennisslag of je schaakrating. Je gaat competities aan die verder reiken dan zo snel mogelijk bier adten. En om niemand af te schrikken: deze hiërarchie is ook nog eens vrijwillig! Veel leden willen gewoon lekker bewegen, zonder prestatiedruk. 

Tot slot het belangrijkste voordeel van de SSV: sport schept vriendschap op een manier die alcohol, drugs en feest niet kunnen evenaren. Je werkt samen aan een doel dat meer is dan plezier alleen. 

Leon en ik zijn dan ook betere vrienden geworden door onze hoogoplopende dubbelpotjes. Je ziet de ander op z’n laagst, en vice versa. En dat kapotte racket? Op een Maltees vliegveld kreeg hij voor zijn verjaardag een cheque om wat nieuws te kopen, gefinancierd door het TC de Uithof-fonds (zijn lieve tennisvrienden). 

Login to comment

Comments

No comments available.

Advertentie