Reflectievaardigheden en een cijfer

Reflecteren, kan je dat leren?

Reflectieopdrachten: een persoonlijke hel of wat gratis punten om je cijfergemiddelde wat op te krikken? De meeste mensen lijken in één van de twee kampen te vallen. In ieder geval worden door beide kanten reflectieopdrachten vaak gezien als tijdsverspilling. Ten onrechte, zou mijn eerste insteek zijn: het is belangrijk om kritisch te reflecteren. Niet alleen op je eigen positie, je gedrag en ideologieën, en de invloed daarvan op je onderzoek, maar ook op het leren en ontwikkelen; kritisch kijken naar leermomenten om daar gericht interventies op te doen. 

Ik denk dat we het allemaal eens zullen zijn met het belang van kritische zelfreflectie. Echter, dat is dan ook waar zo’n opdracht bij blijft. Want wéten studenten nou eigenlijk hoe je effectief reflecteert? Nooit in mijn leven heb ik ooit een leerlijn gekregen over reflectie. Mij werd alleen maar gevraagd óm te reflecteren. Vaagheid over wat je moet doen kan tot creativiteit leiden, maar het gebrek aan handvaten lijkt hier vooral te leiden tot oppervlakkige en slechts beschrijvende reflectie. 

Daar wordt dan natuurlijk wél een cijfer aan gebonden. En daar blijf ik problemen mee hebben. Een pass/fail beoordeling snap ik nog wel: iemand kan immers vrij makkelijk een reflectieverslag bekijken en zeggen dat deze diepgaand is, of juist beschrijvend. Maar met een numeriek cijfer, van 1 tot en met 10, kwantificeer je een reflectie ergens tussen absoluut waardeloos en absoluut perfect. Hoe ziet een ‘voldoende, maar niet goede’-reflectie (ca. een 6) eruit? Een ‘net-wel’- (5,5) of een ‘net-niet’-reflectie (5,4)? Wat is hier het verschil tussen een 3 en een 4? Tussen een 7 en een 8? Zonder de inhoudelijke criteria om een cijfer op te stellen zoals in reguliere opdrachten wordt een cijfer een arbitrair oordeel van de waargenomen kwaliteit.

Maar dan de belangrijkste vraag: hoe léér je reflecteren? Helaas leer je effectief reflecteren vooral door te doen, en maar beperkt door er in onderwezen te kunnen worden. Je kan handvaten aanbieden zoals de Starr-methode (wat staat voor Situatie, Taak, Actie, Resultaat en Reflectie), maar dan reduceer je het tot een recept in een kookboek: makkelijke, kleine reflecties die allemaal ongeveer hetzelfde zeggen. De diepgang is dan nog steeds moeilijk te vinden. 

Het is tijd om kritisch te reflecteren op wat we nou in het curriculum willen met reflectievaardigheden, en hoe we dit aanpakken. Ik zou voorstellen om reflectie niet langer met een cijfer te beoordelen: hier is het te persoonlijk voor. Als het echt nodig is om er een oordeel aan te hangen dan met een pass/fail. En ik zou ook voorstellen om eens niet te starten met een reflectieverslag. Als reflectie geleerd moet worden door te doen, kunnen we dat dan niet beter groepsgewijs aanpakken? Kleine groepjes, geleid door een docent, om samen te reflecteren en daar meteen feedback op te krijgen, van de docent en van anderen. Dán kunnen studenten de reflectievaardigheden ontwikkelen waar ze om gevraagd worden, in plaats van in het donker te tasten.

Advertentie