Achtergrond

Dansgevecht in je eigen wereld

Met karatekampioene Doenja Hertog valt niet te spotten

Wie denkt dat Doenja Hertog (18) derde is geworden op het laatste Nederlands Kampioenschap karate door haar tegenstandsters met uitgekiende trapbewegingen naar de vloer te werken, heeft het mis. De eerstejaars geneeskunde haalt haar prijzen in het onderdeel 'kata', een soort dans waarbij de karateka geheel opgaat in zichzelf om vervolgens plots explosief een denkbeeldige tegenstander knock-out te slaan.

Hertog heeft zich toegelegd op katawedstrijden. De bedoeling bij kata is karatetechnieken in een vast voorgeschreven volgorde te demonstreren. "De technieken en volgorde staan vast, en vaak het ritme ook. Een stap naar voren, een trap links, een stoot rechts, een sprong, zoiets bijvoorbeeld. De technieken moet ik zo explosief mogelijk uitvoeren. Het is een soort dans waarbij ik een individueel gevecht uitbeeld. Dat moet heel krachtig en explosief gebeuren, maar niemand mag emotie bij mij zien. Als ik stoot zie je niet dat iemand in elkaar kruipt, maar je moet wel het gevoel hebben dat als daar iemand had gestaan, dat die knock-out was gegaan."

Beleving

Voor een goede kata is het noodzakelijk je terug te trekken in je eigen wereld, legt Hertog uit. "Een kata moet mijn beleving zijn en dat kan ik alleen tonen als ik mij afsluit van de buitenwereld. Bij de uitvoering probeer ik dan de omstanders mee te nemen in die eigen beleving. De jury kijkt dus niet hoe leuk ik er uit zie, maar of ik ook echt beleef en uitstraal wat ik ervaar."

Bij de demonstratie moet een bepaalde spanning worden opgebouwd. "Op sommige momenten ben ik geconcentreerd en sta ik stil. Op die momenten verzamel ik alle energie, en dan opeens knal ik alles eruit en ben ik onwijs explosief. Ik moet uitstralen dat er een dreiging is van een tegenstander, zonder dat ik mijn zelfverzekerdheid verlies. Iedereen moet daardoor het gevoel krijgen dat ze naar mij willen kijken."

Een kata duurt anderhalve minuut. Hertog: "Je moet in die tijd alles geven. Na afloop moet je zo kapot zijn dat je niet meer kunt staan. Bij elke techniek gooi je het maximale eruit. Dat is het gevecht; continu knokken, ook al doe je dat niet met een ander. Ik moet trappen alsof ik door een muur heen moet en slaan alsof ik een steen moet breken."

Geinen

Met veel passie praat Hertog nu over karate. Maar vijf jaar geleden vond ze de sport nog verschrikkelijk. "Toen ik dertien was en op judo zat, had ik een hekel aan karate. Een stel gasten die elkaar zomaar in elkaar slaan. Ik vond het helemaal niks. Maar nadat ik met een groep vrienden een karateles had gevolgd bij mijn techniekleraar op school begon ik het erg leuk te vinden. Ik ging meedoen aan wedstrijden. Dat ik meteen veel won was een grote stimulans om door te gaan."

Inmiddels traint Hertog gemiddeld tien uur per week, behoort ze tot de Nederlandse top, en heeft ze er veel voor over om op de lange termijn Europees door te breken. "Ik ben professioneel bezig met mijn sport en dat eist ook ander gedrag. Ik kan niet gaan geinen. En ik moet echt op tijd naar bed en op mijn voeding letten. Als ik die dingen niet doe merk ik dat ik de volgende dag in de training veel suffer ben. Ik kan ook niet het studeren voor een tentamen op de laatste week laten aankomen. Ik moet effectief met mijn tijd omgaan en alles goed plannen."

Bang

Hertog ondervindt dat veel van de ervaringen die zij in haar sport opdoet ook in het dagelijkse leven van pas komen. "Wat in mijn geneeskundeboeken staat over het lichaam, weet ik vaak al. Ik ben dagelijks met mijn eigen lichaam bezig."

Maar het karate heeft bovendien haar persoonlijkheid veranderd. "Ik ben sneller volwassen geworden door die serieuzere houding. Ik ben rustiger, zelfverzekerder en heb een betere concentratie. Ik ben daardoor ook veel alerter. Laatst viel ik van mijn fiets maar ik landde in een push-up houding en had dus niets bezeerd."

En door het karate is Hertog niet snel meer bang te krijgen. "Ik train met jongens van 90 kilo. Dan kan je geen klein bang meisje spelen. Ik moet terugbijten. En dat straal ik ook buiten de sportschool uit. Als ik nu in het donker over straat loop ben ik niet bang, al ben ik maar een meisje van 1 meter 57. Wat interesseert mij dat nou? Probeer mij maar wat te maken."

Rins van Kouwen

12,7 Miljoen om brandstoffen schoon te verstoken

Doorgaan met het stoken van olie, kolen en gas, maar tegelijk de uitstoot van broeikasgassen terugdringen. Het lijkt met elkaar in tegenspraak. Volgens het Utrechts Centrum voor Energieonderzoek (UCE) is dat echter wel degelijk mogelijk. Vorige week trok de ministerraad bijna dertien miljoen euro uit voor subsidie aan onderzoek op dit terrein.

CATO (CO2, Afvang, Transport en Opslag) is de naam van het grootschalige onderzoeksprogramma, waarvoor de Nederlandse overheid vorige week 12.7 miljoen euro beschikbaar stelde. De totale omvang is 29 miljoen euro en het prgramma loopt van 2004-2008. Onder regie van het UCE wordt dat geld verdeeld onder vier universiteiten, vijf bedrijven (waaronder Shell), de onderzoeksinstituten ECN en TNO en drie milieu-organisaties. Zij gaan zich bezighouden met een groot aantal onderzoeksprojecten die allemaal hetzelfde doel hebben: onderzoeken hoe voorkomen kan worden dat CO2 in de atmosfeer terecht komt, op een economisch en sociaal aceptabele manier.

Het grootste deel van de twee miljoen euro die in Utrecht terecht komt, gaat naar het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling en Innovatie. Onderzoekers van dat instituut gaan de weg die CO2 in industriële processen doorloopt, aan een nauwkeurige analyse onderwerpen om vast te stellen waar in dat traject de grootste milieuwinst kan worden geboekt. Een van die momenten is de uitstoot van CO2 uit schoorstenen van fabrieken en elektriciteitscentrales. Om die emissie tegen te gaan wordt onder andere gekeken of er innovatieve membranen ontwikkeld kunnen worden die de CO2-moleculen uit de rook moeten vasthouden.

Een andere vraag is wat er met het ‘afgevangen’ kooldioxide moet gebeuren. Als oplossing voor dat probleem wordt gedacht aan opslag in lege olie- en gasvelden, zoutwaterreservoirs en diep gelegen kolenbekkens. In de vraag hoe dat technisch op de meest efficiënte manier kan gebeuren, gaan Utrechtse geologen zich de komende jaren verdiepen.

Directeur Lysen van het UCE toont zich niet alleen tevreden met de honorering van het onderzoeksvoorstel, maar ook met het feit dat zowel Natuur & Milieu als Greenpeace na enige aarzeling hun medewerking hebben toegezegd. Aanvankelijk stonden de twee milieuorganisaties huiverig tegenover CATO, omdat zij vreesden dat dat project de aandacht zou afleiden van de in hun ogen veel belangrijker speurtocht naar de alternatieve energiebronnen zon, wind en biomassa. Maar Lysen, die beklemtoont dat ook die speurtocht onverkort door moet gaan, wist de milieuorganisaties te overtuigen van het nut van de CATO-aanpak. Natuur & Milieu en Greenpeace zullen met name een bijdrage gaan leveren aan de discussie met het Nederlandse publiek over deze optie.

EH

EU koerst op méér vrouwen én méér 'gender'

'Gender mainstreaming' is het nieuwe toverwoord in Europa. In Maastricht werd afgelopen week een symposium gehouden over het Europese emancipatiebeleid voor de wetenschap.

Maastrichtse gendercentrum de nieuwe Europese aanpak samen. Zij zat in een internationale commissie die in 1999 de oorzaken onderzocht van de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de wetenschap. Dat onderzoek leidde tot een richtlijn van de Europese Commissie: niet alleen moeten de aantallen vrouwen in de wetenschap omhoog, maar ook de inhoud van de wetenschap moet veranderen.

Daar is zelfs een formule voor bedacht: GE = GD + WP, oftewel het streven naar 'Gender Equality' betekent de integratie van een 'Gender Dimension' in het onderzoek en het streven naar evenwichtiger 'Women's Participation'.

Maakt Europa dat ook waar? Bosch vindt van wel: "De vertegenwoordiging van vrouwen in commissies is echt omhoog geschoten! Tegelijk moeten alle onderzoeksgroepen in hun aanvraag in het Zesde Kaderprogramma duidelijk maken wat ze aan die 'gender'-invalshoek doen. Dat gaat een stapje verder dan het Aspasia-programma van onderzoeksfinancier NWO", vindt ze. "Dat is een typische positieve actie-maatregel."

De net in Brussel uitgebrachte She Figures 2003 bevestigen nog eens de noodzaak van emancipatiebeleid. Nederland heeft nog steeds van alle EU-lidstaten het kleinste percentage vrouwelijke gepromoveerden, met Oostenrijk het kleinste percentage vrouwelijke hoogleraren, en Nederland is met België het enige land waar zelfs helemaal geen cijfers bestaan over vrouwelijke onderzoekers in de overheids- of de private sector.

HOP

‘Ik lig nu mooi wel elke dag met de voorzitter in het water’

Universitaire topzwemmers hebben eigen commerciële zwemteam

Wat begon als een spontaan idee is inmiddels uitgegroeid tot het vierde commerciële zwemteam van Nederland. “Een eigen zwemteam vergt veel tijd, energie en rijk word je er ook niet van. Maar het is wel ontzettend leuk en je leert hoe het er in het 'echte leven’ aan toe gaat", zegt student en topzwemmer Werner van den Berg.

“We werden niet serieus genomen in onze ambitie”, vertelt zesdejaars biologiestudent Werner van den Berg over zijn oude club AZ & PC in Amersfoort. “De trainer besteedde alleen maar aandacht aan een select groepje en liet ons links liggen.” Daarom besloot hij om samen met zijn vriendin Melanie ten Brink een eigen zwemteam te beginnen. Om meer uit zichzelf te kunnen halen.

De eerste sponsor, een sportmarketingbureau, ging een jaar geleden failliet. Het duurde een half jaar voor ze een nieuwe geldschieter vonden en zich de naam Xlence Swimteam konden aanmeten. Van den Berg, die naast zwemmer ook voorzitter van het Swimteam is: “Het was heel lastig, omdat je je zakelijk netwerk moet inzetten. Maar ja, het netwerk van een 25-jarige student is nou eenmaal niet zo groot. En als mensen ook niet bekend zijn met jou of met je sport, dan kom je er niet met een bedelbriefje.”

De aanstichters bij de zwemteams van de concurrenten PSV en TZA beschikken wel over een groot netwerk. “De realiteit is dat ik biologie studeer”, zegt Van den Berg. “Bij PSV zit de vader van Pieter van de Hoogeband. Hij is teamarts bij de voetbalclub PSV en chirurg in het Eindhovens Antoniusziekenhuis. Die man heeft zo’n enorm netwerk. Daar kan ik als zwemstudent nooit aan tippen. Ik kan moeilijk aan mijn vakgroep biologie vragen of ze mij willen sponsoren.”

Toch zag Xlence, een bedrijf in dienstverlening, de uitdaging wel zitten. Het zwemteam vervolgens op poten zetten bleek een zware dobber. Van den Berg: “Als sporter was ik zo verwend geraakt, dat als ik iets geregeld wilde hebben, het er de volgende dag was. Nu moest ik overal zelf achteraan. Het blijkt opeens dat het in het ‘normale leven’ anders gaat en dat frustreert nog al. Aan de andere kant ben ik nu heel anders met mijn sport bezig. Ik ben nu zelf meer verantwoordelijk en dat motiveert enorm.”

Het Xlence Swimteam kreeg vorm en kon zich in september uitbreiden met nog een universitair zwemmer. Guido Jansen (21) vond ook dat hij bij AZ & PC stil stond en Van den Berg haalde de tweedejaars psychologiestudent over de streep om lid te worden van het nieuwe commerciële zwemteam. “Ik bleef steken op hetzelfde niveau en stilstaan is achteruitgang,” vertelt de viervoudig Nederlands kampioen op de 50 meter schoolslag.

“Het Swimteam is professioneel. Alles is gericht op topsport. En het is ook leuk om persoonlijk contact te hebben met sponsoren. Bij mijn vorige club kon ik wel wat aankaarten bij het bestuur of een commissie maar dan gebeurde daar weinig mee. En nu kan ik alles zeggen, want ik lig wel mooi elke dag met de voorzitter in het water,” lacht Jansen. Toch erkent Jansen ook wel nadelen. “Als iemand niet kan dan train je al snel alleen. In een sportschool gaat dat nog wel, maar zwemmen in je eentje is zeer geestdodend.”

De meerwaarde van het Swimteam is volgens Van den Berg de optimale begeleiding. “Wij hebben nu één trainer voor drie zwemmers. Bij onze vorige club was dat ondenkbaar. We werken nu met persoonlijk gerichte trainingsschema’s en trainen niet volgens de maatstaf van het gemiddelde van de groep, wat bij onze vorige vereniging wel het geval was. We kunnen ons specialiseren en daar halen we de winst uit. Ik ben zelf sneller gaan zwemmen. Enkele van mijn persoonlijk records die al acht jaar stonden, zijn verbeterd. Dat onderstreept het gelijk van onze keuze.”

Het Xlence Swimteam heeft inmiddels een hoofdsponsor, een kledingsponsor en twintig enthousiaste mensen en bedrijven gevonden. “We blijven druk met zoeken naar nieuwe sponsoren. We kunnen nu hartstikke goed sporten maar je wilt altijd meer. In sporten is geen grens wanneer je geld genoeg hebt. Je kan altijd weer in nieuwe dingen investeren; nog betere faciliteiten, trainingsstages of meer zwemmers,” zegt Van den Berg.

De zwemmers hebben geen doel om van het zwemteam rijk te worden. “Geld is geen doel op zich. Het is beter willen zwemmen,” vertelt de voorzitter verder. Jansen beaamt dat. “Dat is ook niet de insteek van topsport. Ik hoef er niet aan te verdienen maar het zou wel fijn als ik daarnaast niet hoef te werken om in mijn levensonderhoud te voorzien.”

Voorlopig kost het zwemteam nog geld. Van den Berg: “Onze grootste kosten zijn het betalen van de trainer, het huren van zwemwater en ruimte voor krachttraining. En dan hebben we het nog niet gehad over de kosten voor wedstrijden en kleding. We kunnen optimaal trainen, maar ik merk dat de kosten wel snel kunnen oplopen. Eén keer blazen en het geld lijkt verdwenen.”

Rins van Kouwen

'Een huis is zinloos als je geen bezoek kunt ontvangen'

Cultureel antropoloog bestudeert cultuur Palestijnse vluchtelingen

Al een halve eeuw vluchteling en nog geen oplossing in zicht. Hoe houd je dan je eigen cultuur levend? Cultureel antropoloog Mauro Van Aken onderzocht hoe de armste Palestijnse vluchtelingen op de oostelijke Jordaanoever het hoofd boven water houden.

Dat een interview vijf, zes uur kost, vindt hij sindsdien normaal: "De gewoonte is letterlijk tegenovergesteld aan de Nederlandse. Hier kom je meteen ter zake, maar als je daar ergens binnenkomt, vraag je eerst naar familie en vrienden. Dan theedrinken, dat duurt minstens een uur. En ben je rond etenstijd, dan wordt er eerst gegeten. Pas daarna kun je het gaan hebben over waarvoor je eigenlijk bent gekomen."

Mauro Van Aken woonde twee jaar in Jordanië, op de oostelijke oever van de Jordaan, het gebied waar sinds 1948 honderdduizenden Palestijnse vluchtelingen wonen. Hij promoveerde deze week bij de vakgroep culturele antropologie op een proefschrift over de culturele identiteit van de armsten onder hen.

In de discussie over de Midden-Oostenproblematiek wordt veel te generaliserend over deze vluchtelingen gepraat, vindt de wetenschapper: "Ik wilde met mijn onderzoek buiten die stereotypen treden. Helemaal sinds 11 september is de nuance zoek, nu ineens besloten lijkt wie terrorist is en wie niet. Ik wil de meest gemarginaliseerden een gezicht geven."

Sinds de stichting van de staat Israël in 1948 zijn miljoenen Palestijnen hun geboorteland ontvlucht. Het aantal bij de Verenigde Naties geregistreerde vluchtelingen is 3,6 miljoen, in totaal komen sommige schattingen zelfs op 6 miljoen ontheemden. Zij wonen sindsdien in vluchtelingenkampen in onder andere Syrië, Libanon en Jordanië. Vaak in tentenkampen die ooit bedoeld waren voor hooguit vier jaar, wachten zij soms al meer dan een halve eeuw tevergeefs op een oplossing, op vrede. Hun oude dorpen zijn veelal met de grond gelijkgemaakt en familie hebben ze zelden meer in Israël. Maar in het huidige land zijn ze nog steeds officieel vluchtelingen, zegt Van Aken: "Het zijn mensen die hun hele leven in een situatie verkeren die tijdelijk is. Maar ze kennen niets anders."

Het Palestijnse vluchtelingenprobleen is een heikel punt in de vredesonderhandelingen. Hebben ze recht op terugkeer, compensatie voor het leed en het verlies van bezittingen, de onderhandelaars in het Midden-Oosten struikelen steeds over deze vragen. Er wordt veel over ze gepraat, maar ze worden zelden gehoord, aldus de antropoloog.

Argwaan

Van Aken heeft een Nederlandse vader, maar groeide op en studeerde in Italië. "In het zuiden van dit land is de invloed van de Arabieren in kunst en cultuur duidelijk zichtbaar. Die Arabische cultuur fascineerde mij. Toen kreeg ik ook nog eens Palestijnse vrienden en was mijn interesse helemaal gewekt." Tijdens zijn studie antropologie leerde hij Arabisch. Niet dat hij aan zijn klassieke Arabisch veel had in Jordanië, grinnikt hij: "Dat begrijpt niemand. Ik heb uiteindelijk het dialect van de Palestijnse landbouwers moeten leren, een soort Arabisch plat." In 1998 vertrok hij voor twee jaar naar de Jordaanvallei. En daar had hij het in het begin niet makkelijk, herinnert hij zich: "Ik werd als spion gezien, als Israëli of Amerikaan. Mensen daar denken al snel in Israëlische complotten."

Ook de Jordaanse autoriteiten bezagen hem met argwaan. Jordanië is het land in het Midden-Oosten waar relatief de meeste Palestijnse vluchtelingen wonen. Schattingen gaan ervan uit dat de helft van de Jordaniërs Palestijns is, maar de machthebbers doen daar nogal geheimzinnig over: "Jordanië bestaat nog maar zestig jaar en heeft nog niet zo'n sterke eigen identiteit. Ze zijn bang dat de Palestijnen steeds invloedrijker worden. Daarom zijn statistieken over het aantal Palestijnen geheim. Ook politieke partijen die zich op Palestijnen richten, zijn verboden."

Daarnaast was de Oost-oever in de jaren zeventig een broeinest van verzet tegen de Israëlische bezetting. Jordanië heeft er als bondgenoot van de VS alles aan gedaan om dit verzet de kop in te drukken. Van Aken: "Als ze maar een beetje het idee hebben dat de Palestijnse identiteit wordt bevorderd, gaan ze er tegenin."

De Palestijnse cultuur komt alleen nog maar tot uiting bij bepaalde sociale gebeurtenissen, vooral bruiloften: "Daar mag je zingen over de intifada en Palestina. Omdat het gezongen is, grijpen de autoriteiten niet in. En ook met de traditionele Palestijnse dansen, gecombineerd met breakdance en passen van Michael Jackson, wordt het Palestijns-zijn gevierd. Dansen was voorheen nooit zo belangrijk, maar nu wel. Het is de enige manier is om te zeggen: 'Ik ben Palestijn'."

De Jordaanse achterdocht tegen al te duidelijke Palestijnse cultuuruitingen maakte dat ook Van Akens onderzoek politiek buitengewoon gevoelig lag: "Het was al een probleem als ik vroeg 'Bent u Palestijn?' Van de gastvrijheid van de geheime dienst heb ik dan ook meer dan eens mogen genieten."

Hamas

Niet dat hij zoveel politieke discussies heeft gevoerd met Palestijnen. "Daar praten ze nauwelijks over. Deze vluchtelingen hebben vaak geen woorden meer. Ze leven in een militair gecontroleerd gebied, zien de Israëlische vliegtuigen overvliegen voor bombardementen op Libanon. Je kunt vanaf de oever van de rivier letterlijk je geboorteland zien, de Westbank. Daar zien ze de afgelopen tien jaar alleen maar steeds meer joodse nederzettingen gebouwd worden. Terwijl ze weten, achter de volgende berg was ooit mijn dorp waaruit ik ben verdreven. Het onrecht dat ze voelen is alleen maar groter geworden, te groot om nog onder woorden te brengen."

Hun politieke besef uit zich wel in de mate waarin ze zich Palestijn voelen, gaat de wetenschapper verder. Voor het begin van de tweede intifada in 2000, gaven de meesten aan zich behalve Palestijn ook Jordaniër te voelen. Na die tijd is dat volkomen veranderd, aldus de antropoloog die er ieder jaar twee maanden doorbrengt: "Zelfs de jongeren die geboren zijn in Jordanië en nog nooit in Israël zijn geweest, noemen zich nu Palestijn. De tegenstand tegen de bezetting maakt dat de Palestijnse identiteit vijftig jaar later zelfs door de vierde generatie sterker gevoeld wordt." Ook de terreurdaden van Hamas kunnen op steeds meer sympathie rekenen, iets dat voordien absoluut niet het geval was.

Maar de dagelijkse realiteit van de 450 duizend mensen op de Oost-oever, een gebied van honderd kilometer lang en vier tot zes kilometer breed, maakt dat ze weinig tijd hebben voor politieke strijd. De armoede onder de vluchtelingen is groot, voortgezet onderwijs en fatsoenlijke gezondheidszorg zijn slechts behouden voor een rijke bovenlaag. En de meeste rijken zijn al lang vertrokken. Alleen zij die het zich niet konden veroorloven te vertrekken, wonen nog in de Jordaanvallei: "In de zomer is het er maandenlang vijftig graden. Een plaats waar alleen muggen overleven, noemen ze het zelf."

Van de vele hulporganisaties verwachten ze weinig heil: "Die bedenken wat het beste voor hen is en vragen hen nooit wat ze zelf willen. Een nogal koloniale opstelling." Vandaar dat het sociale netwerk voor de armste Palestijnen van levensbelang is. En daar komt de gastvrijheid om de hoek kijken. "Een huis is zinloos als je geen bezoek kunt ontvangen, dat nemen ze heel letterlijk. Want degene die jij vandaag onderdak biedt en te eten geeft, kan jou morgen bijstaan. Dat is een kwestie van overleven."

Femke van Zeijl

Studenten gepiepeld door Groningen

Niels Verhoeckx voelt zich gepiepeld. Verhoeckx wil niets liever dan geneeskunde studeren. Vorig jaar werd hij echter tot zijn teleurstelling uitgeloot. Hij besloot een 'parkeerstudie' te gaan volgen. Want, zo werd hem gezegd, als een student een jaar volmaakt van een universitaire studie vergroot hij zijn lotingskansen voor de volgende keer. Deze week kreeg Verhoeckx van zijn studieadviseurs bij biomedische wetenschappen te horen dat die vlieger niet opgaat.

Toen met de bama bij veel universiteiten, waaronder de Utrechtse, de propedeuse verdween, rees de vraag wat er met deze lotingsregeling ging gebeuren. De Informatie Beheer Groep, verantwoordelijk voor de uitvoering van de loting, stelde zich aanvankelijk op het standpunt dat het vergaren van 6o ects punten in het eerste bachelorjaar studenten hetzelfde voorrecht zou blijven geven. Pas begin november bleek dat de IB-Groep een uitglijder had gemaakt. Het ministerie van Onderwijs had de uitvoerende instantie laten weten dat er formeel werkelijk sprake moet zijn van een propedeusediploma.

De studenten van volgend jaar worden weer goed voorgelicht. Maar studenten die nu 'voorlopig' biologie, farmacie, biomedische wetenschappen of een andere propedeuseloze studie volgen en straks weer willen meeloten voor geneeskunde, kunnen in een verkeerde veronderstelling leven. Sterker nog: sommige studenten hebben hun studiekeuze laten afhangen van de informatie van de IB-Groep en dus wellicht een verkeerde keuze gemaakt omdat ze nu een studie volgen zonder propedeuse.

Voor de studieadviseurs bij biomedische wetenschappen was de zaak aanleiding om een mailbericht rond te sturen. Niels Verhoeckx denkt nu over een overstap naar hbo-v. Het Utrechtse Studenten Service Centrum raadt studenten die zich benadeeld voelen aan een beroep te doen op de IB-Groep om hen toch in te delen in lotinggroep C, nu er verwachtingen zijn gewekt. Een woordvoerster uit Groningen kondigde woensdag een verduidelijking van de lotingskwestie aan.

xb

Vrouwtjesapen zijn mannen te slim af

Vrouwelijke Java-apen die met meerdere mannetjes paren, doen dat niet gedwongen maar uit vrije wil. Volgens promovenda Eleni Nikitopoulos hopen zij op die manier de overlevingskans van hun jong te vergroten.

Lange tijd is gedacht dat vrouwelijke apen in deze machtsstrijd geen rol van betekenis speelden. Het feit dat zij met meerdere mannetjes paarden, werd vooral verklaard uit de seksuele drang van de mannelijke dieren. Eleni Nikitopoulos was echter niet tevreden met deze verklaring en besloot tot een experiment bij de Utrechtse kolonie Java-apen, waarbij zes vrouwtjes en vier mannetjes van elkaar werden gescheiden. Via een ingenieus toegangssysteem konden de dames vervolgens kiezen naar welk mannetje ze toe wilden. De heren moesten geduldig afwachten.

In haar proefschrift met de aansprekende titel 'What a girl wants what a girl needs', meldt Nikitopoulos dat de vrouwtjes geen duidelijke voorkeur toonden. Alleen de laagste man in de rangorde werd door hen genegeerd, maar verder paarden zij afwisselend met elk van de andere drie mannen. Volgens de Amerikaanse onderzoekster, die volgende week in Utrecht promoveert, bevestigt dit resultaat de hypothese dat ook vrouwelijke Java-apen er seksuele strategieën op na houden. Door voor meer partners te kiezen hopen zij de potentiële moordenaars van hun jong in ‘vaderschapsverwarring’ te brengen. Alle mannen met wie een vrouwtje gepaard heeft, zullen in de veronderstelling verkeren dat het jong van hen is. Zij zullen het daarom niet doden, maar het juist willen beschermen.

Een nadeel van deze strategie is dat vrouwelijke apen er nu niet zeker meer van zijn dat hun jong afkomstig is van de top-aap. Maar ook daar hebben zij wat op gevonden, ontdekte de promovenda. Tijdens het paren uiten zij namelijk een copulatiekreet die aantrekkelijker wordt naarmate de ovulatie dichterbij komt. Zo verleiden zij de top-man ertoe om op het juiste moment bij haar te komen. Vrouwtjes regelen hun voortplanting dus mede door het manipuleren van het seksuele gedrag van hun mannelijke groepsgenoten, constateert Nikitopoulos.

EH

'Trek je niks aan van je medestudenten'

Effectief studeren door mindmappen, snellezen en barokmuziek

Een pakje kleurpotloden, A3-papier en een paar cd’s van Vivaldi of Mozart. Het zijn de sleutels tot studiesucces. Dat zegt 'braintrainer' Jan-Willem van den Brandhof, die onlangs twee cursussen gaf over ons brein. "Aan het eind van deze workshop ben je een volleerd mindmapper en is je leestempo twee keer sneller met een beter begrip."

Jan-Willem van den Brandhof stelt dat we omkomen in informatie. Momenteel verdubbelt de totale hoeveelheid informatie in de wereld elke twee à drie jaar. Om studenten en werknemers niet te laten verzanden in die overkill heeft Van den Brandhof technieken verzameld over sneller leren en informatie verwerken en daar een cursus mee samengesteld.

Kleurtjes

Op de derde rij van de collegebanken zit tweedejaars rechten Jessica Oudhof. Zij denkt veel baat te hebben bij deze cursus. "Dit lijkt mij erg handig. Kijk maar even in mijn agenda." Jessica blijkt een zeer druk persoon te zijn. "Ik heb een vrij hectisch leven met studie, werk en sport. Ik hoop dat ik hier wat goede tips krijg voor meer rust en minder stress."

De deelnemers die denken dat ze gewoon aantekeningen gaan maken met een pen op lijntjespapier hebben het mis. (Het schrijfblok en de pen blijven in de tas.) De studenten krijgen een A3-vel en een doosje kleurpotloden en moeten gaan mindmappen. Een nieuwe manier van aantekeningen maken die je linker- en rechterhersenhelft, de analytische en creatieve kant, samen laat functioneren. "De effectiviteit van die samenwerking van de hersenhelften geldt dan niet als 1 plus 1, maar als 5 plus 10," aldus Van den Brandhof.

De bedoeling bij mindmappen is om op een willekeurige plek op het grote vel een tekening te maken die symbool staat voor het onderwerp waar het college of het studieboek over gaat. Vervolgens verbind je met veel lijnen en kleuren de belangrijkste zaken aan elkaar. Het resultaat is een kleurrijk schema van lijnen, tekeningen en symbolen dat genoeg is om de hele inhoud van een studieboek of college samen te vatten.

De studenten beginnen wat onwennig met hun eerste mindmap, maar aan het eind van de middag lijken de meeste studenten de smaak te pakken te hebben en verbinden ze enthousiast lijnen met zelf verzonnen symbolen. Volgens Van den Brandhof is mindmappen duidelijk, leuk en effectief. "Trek je niks aan van je medestudenten die je kinderachtig vinden met je kleurpotloden. Gewoon doen."

Barok

Van den Brandhof draait wat aan de knoppen van zijn radio. Even later komt Vivaldi uit de speakers. "Barokmuziek", roept hij. "Studeer altijd op barokmuziek." Volgens de braintrainer is door de Bulgaarse professor Lozanov aangetoond dat klassieke klanken van Vivaldi, Bach en Mozart je brein in de opperste staat voor informatie-opname brengen. "Barokmuziek heeft 60 tellen per minuut, net als onze hartslag en ontspant daardoor de hersenen; het geeft rust maar houdt je toch alert. Door die ontspannenheid kan je je hersens beter gebruiken. Met barokmuziek kan je dus beter geconcentreerd studeren." De trainer adviseert voor nog meer effectiviteit het luisteren van deze muziek te combineren met ontspanningsrituelen als meditatie en ademhalingsoefeningen.

Na enkele geheugenspellen komt het onderdeel waar veel studenten al nieuwsgierig naar hebben uitgekeken: het snellezen. Volgens Van den Brandhof verdoen we te veel tijd bij het studeren doordat we te traag lezen. Het is volgens de 61-jarige trainer mogelijk een studieboek twee keer zo snel te lezen en meer kennis op te nemen.

We lezen zo traag omdat we meepraten als we lezen, zegt Van den Brandhof. Het leestempo wordt dus bepaald door het spreektempo en daardoor kan het gemiddelde van 250 woorden per minuut niet worden overtroffen. Ons brein denkt in duizend woorden per minuut en dwaalt tijdens het lezen dus af, omdat het meer kan. De andere oorzaak is regressie: bij het lezen springen we weer terug in de regel en lezen de zin nogmaals. En de laatste reden is dat onze ogen één woord tegelijk lezen, in plaats van een blok woorden. Dit laatste heeft ook als gevolg dat één woord per fixatie opnemen te traag en vermoeiend is voor de ogen.

Met snellezen kan het gemiddelde van 250 worden verhoogd naar een gemiddelde van duizend, ons denkniveau. Het wereldrecord snellezen staat op 3850 woorden per minuut en is van de Amerikaan Sean Adams, waar Van den Brandhof de belangrijkste technieken van heeft geleerd. Adams leest een gemiddeld studieboek in 13 minuten en kan daarna alle vragen beantwoorden. De trucs zijn volgens Van den Brandhof niet al te moeilijk: niet meepraten, niet terugspringen en de fixatie van je ogen vergroten. Dat krijg je voor elkaar met een ontspannen, alerte uitgangshouding. Ook moet je in gelijkmatig tempo met een pen de lijnen afscannen en de belangrijkste woorden aanstrepen. De barokmuziek blijft aan.

De studenten die de twee methodes moeten uittesten, hebben baat bij de snelleestips. "Ik ging echt heel snel," roept een studente vooraan blij.

Scepsis

Monique Helderman en Jan Pieter Damen hebben achter in de collegebanken de workshop kritisch gevolgd en nemen niet alles voor zoete koek. "Als ik dit zo hoor, heb ik het gevoel dat ik mijn hele studie compleet verkeerd doe", zegt Jan Pieter. "Ik doe alles precies omgekeerd en toch gaat mijn studie wel redelijk." Monique is het met hem eens. Ze volgt deze workshop op aanraden van haar studieadviseur. "Ik vind dat de trainer wel erg veel informatie geeft en ik betwijfel of zijn tips wel zo toepasbaar zijn in mijn rechtenstudie. Maar het is wel handig om mijn bureau eens op te ruimen", zegt ze doelend op een van de vele tips. En nu snel naar de cd-winkel voor barokmuziek? "Dat denk ik niet," lacht Monique. "Ik heb ze allemaal al", zegt Jan Pieter met een knipoog.

Jessica die voorin zat is veel positiever gestemd. "Ik weet zeker dat ik de tips ga gebruiken. Met al die kleuren op mijn mindmap ben ik veel geconcentreerder." En heeft ze al barokmuziek in huis? "Ik zal is gaan zoeken, anders download ik wel wat."

Rins van Kouwen

Een paar snelleestips

• Zorg dat het lichaam ontspannen is en de geest alert. Zit op een goede stoel met rechte leuning en op een plek waar je niet gestoord wordt. Zit rechtop, met twee voeten op de grond en het hoofd rechtop. Zorg dat je op optimale leesafstand van 50 centimeter van je boek zit. Zorg dat het materiaal goed te zien is en het boek makkelijk open valt. Beweeg alleen de ogen, houd het hoofd stil. Zo krijgen de hersenen veel zuur- en voedingstof en zijn ze alert. Als het hoofd te scheef is, zendt ons evenwichtsorgaan een signaal naar de hersenen om het rustiger aan te doen omdat de slaaphouding is ingenomen.

• Stel een duidelijke doel: welke informatie wil ik hebben? De hersenen worden zo extra alert. Stel jezelf een tijd die je aan het leeswerk wilt spenderen en stel een doel tot waar je wilt komen. Leg op die plek een boekenlegger. Gebruik een aanwijzer. Daardoor stimuleer je een sterke oog-handcoördinatie. Laat de pointer over de zinnen lopen en onderbreek dat ritme niet. Hierdoor vermijd je het in de regel mee- en teruglezen. De fixatie op woorden is ook groter en de hersenen zorgen voor ontspanning. Streep tijdens het scannen tegelijk de sleutelwoorden aan. Markering is voor de hersenen een belangrijk signaal, dat evenveel impact kan hebben als de stof een keer herhalen.

Uit: 'Gebruik je hersens', van Jan-Willem van den Brandhof

Al aan het mindmappen?

Bij de Train your Brain cursus van september deden 125 rechtenstudenten mee. Wat doen ze nu nog met de toen verworven kennis.

Nienke van Stekelenburgh: "Mindmapping vind ik leuk. In het begin keken de mensen in college wel raar. En het snellezen is super als je snel een tekst door moet lezen. Alleen in die barokmuziek heb ik geen zin."

Clissord Richardson: "Ik gebruik nu altijd mijn pen bij het lezen en dat helpt. Aantekeningen maken doe ik nog op de ouderwetse manier, mindmappen neemt te veel tijd in beslag. Als ik voor mijn volgende tentamen moet leren, ga ik dat misschien op barokmuziek doen."

Willemijn Aerdts: "Het snellezen doe ik altijd en het mindmappen wanneer het mij uitkomt. Ik heb al een keer gestudeerd op barokmuziek maar die cd had net het verkeerde ritme. Het helpt wel, het zorgt voor ontspanning."

Karen Petjan:" Mijn leestempo is zeker vooruit gegaan. De snelleestechnieken zijn bij mij gewoonte geworden. Maar het maken van die tekeningen heb ik na een paar keer proberen maar opgegeven. Bij mijn studie werkte dat niet. Barokmuziek is mij te saai"

Explosief groeiende opleiding is chaos de baas

Biomedische wetenschappen heeft geen last van ongemotiveerde tweedekeuzers

Van het ene op het andere jaar een verdubbeling van het aantal studenten. Biomedische Wetenschappen kreeg het voor de kiezen. Daar kwam nog bij dat de helft van de nieuwelingen liever iets anders had gestudeerd. Maar wonder boven wonder is er geen wanklank te horen.

Opleidingsdirecteur Fried Keesen denkt dat de heksentoer die hij met zijn opleiding heeft moeten uithalen nu vrijwel voltooid is. "Opleidingscoördinator Anke Bootsma heeft een klein wonder verricht. Het piept en het kraakt nog iets, maar het loopt zeker niet meer in het honderd."

Of Keesen daar begin september ook al van overtuigd was, is de vraag. Hij weet zich nog maar al te goed te herinneren dat hij tijdens zijn welkomstwoord aan de nieuwe studenten nog steeds niet precies wist welke van de noodscenario's uit de kast gepakt moesten worden. Zijn medewerkers telden de aanwezigen, waarna Keesen zijn verhaal ter plekke aanpaste.

Anke Bootsma slaagde er in het voorjaar al in het bestaande programma uit te breiden, zodat 180 studenten konden worden geherbergd. Als extra maatregel werden in september twee groepen van veertien studenten in het eerste blok ondergebracht bij de faculteit Biologie, waar eerstejaars aan het begin van hun studie ongeveer dezelfde materie voorgeschoteld krijgen. Inmiddels zijn deze 'biologiestudenten' weer teruggekeerd in het normale biomedische onderwijs.

Om te kijken waar biomedische wetenschappen (BMW) de groei aan te danken heeft, hield de opleiding een enquête onder eerstejaars waaruit blijkt dat biomedische wetenschappen zoals verwacht de uitwijkhaven is voor uitgelote studenten van geneeskunde en in mindere mate diergeneeskunde. In totaal vulden 178 eerstejaars de vragenlijst in. Honderd van hen zijn BMW gaan doen nadat ze waren uitgeloot voor hun eerste keuze. 76 eerstejaars zeggen dat ze volgend jaar of dat jaar daarop nog gaan meeloten voor een plek bij de twee genoemde studies.

Marloes Kieviets bijvoorbeeld. De eerstejaars biomedische wetenschappen werd deze zomer uitgeloot voor geneeskunde, maar ze is vastbesloten nog twee keer mee te doen met de decentrale toelating in Rotterdam. Het gevolg is dat ze zich hier wat afzijdig houdt van het studentenleven. "Je investeert niet echt in een studentenleven wanneer je volgend jaar wegbent", zegt ze in de pauze van een eerstejaars college.

Voorzitster van de studievereniging van Biomedische Wetenschappen Mebiose Kristy van Lammeren was in september nog uitermate bezorgd over een grote toeloop van wellicht minder gemotiveerde tweedekeuzers. "We waren heel bang dat de knusse sfeer binnen de opleiding en de vereniging verpest zou worden door de grote aantallen nieuwe studenten." Maar twee maanden later heeft Van Lammeren een heel ander verhaal. "Eigenlijk is het niet veel anders dan andere jaren. De gezelligheid is gebleven. De opleiding heeft het allemaal goed aangepakt. En ook de uitgelote studenten doen gewoon mee aan onze activiteiten."

Van Lammeren weet dat sommige van de ouderejaars nog steeds bang zijn voor de gevolgen van een exponentiële groei van de studie, maar zelf heeft de recente geschiedenis haar vertrouwen gegeven. Marloes Kieviet is in elk geval van plan haar eerstejaar te halen. "Dat vind ik toch wel cool."

Opleidingsdirecteur Keesen erkent dat een opleiding zich wellicht een betere uitgangspositie zou kunnen wensen. Toch denkt hij dat de uitval beperkt zal zijn. "Mijn ervaring leert dat uitgelote studenten zeker niet de slechtste studenten zijn. Daarnaast zie je dat ze, eenmaal enthousiast gemaakt voor een studie, vaak zeer fanatiek aan de slag gaan."

Studente Tessa Gaarenstroom bewijst het verhaal van Keesen. Zij besloot in oktober biomedische wetenschappen te blijven studeren, hoewel ze werd nageplaatst voor geneeskunde in Amsterdam. "Ik vond de studie leuk, onderzoek doen trekt me nu meer dan met patiënten werken. Bovendien zijn geneeskundestudenten vaak behoorlijk ballerig."

Om de nieuwe instroom binnenboord te houden, heeft de opleiding biomedische wetenschappen zich bovendien verbreed. Naast de oude onderzoeksgerichte aanpak zijn er nu ook management-, marketing- en educatief gerichte afstudeerrichtingen. "Vooral met die brede aanpak willen we studenten kunnen bedienen", aldus Keesen. "In de voorlichting benadrukken we dat studenten bij ons geen dokter kunnen worden."

De nieuwe vierjarige artsenopleiding SUMMA dwingt de opleidingsdirecteur daarbij echter in een kleine spagaat. Uit de enquête blijkt dat 47 eerstejaars die opleiding na hun bachelor te willen gaan volgen. "Biomedische wetenschappen is inderdaad een hele goede sluipweg naar SUMMA, maar studenten moeten niet vergeten dat er een strenge selectieprocedure is en dat toelating allerminste verzekerd is."

Om de groeiende populariteit van de biomedische wetenschappen ook in de toekomst logistiek te kunnen ondervangen, heeft Keesen al maatregelen genomen. "Vanaf 2005 komt iedereen in het universitaire roostersysteem terecht. We hebben afspraken gemaakt met biologie, farmacie en scheikunde over uitwisselbaarheid van cursussen die voor alle ABC-bachelors toegankelijk zijn."

XB

BMW

Bij biomedische wetenschappen draait het om de vraag hoe ziekten ontstaan en hoe we ze kunnen bestrijden. In het bijzonder gaat het over storingen in het normale functioneren van organen en organismen. Om te kunnen bepalen of en in welke mate iets een storing is, moet je eerst weten wat normaal is. Hoe zit een gezond mens in elkaar? Wat is de functie van bouwelementen als cellen en organen?

Als biomedisch wetenschapper moet je ook weten hoe ziekten kunnen worden veroorzaakt. Daarvoor is kennis nodig van onder meer bacteriën, virussen, lichaamsvreemde stoffen en erfelijke eigenschappen. De opleiding richt zich vooral op onderzoek. Je staat niet rechtstreeks in contact met patiënten.

(Van de website van biomedische wetenschappen)

The Shenanigans: 'Ee spelen geen lol-ska'

Eva Houtsma
Het Uur U is een competitie tussen Utrechtse bandjes. De komende vijf maanden strijden twintig bandjes voor een finaleplaats die hen toegang geeft tot Het Geheim van Utrecht of zelfs de Grote Prijs van Nederland. Het U-blad volgt muzikale studenten door de twee voorrondes, de halve finale en de finale. Vandaag aflevering 1: zevenmansformatie The Shenanigans repeteert voor de eerste wedstrijdronde. 'Eigenlijk zijn we gewoon speelhoeren.'

In de oefenruimte hangen gitaren aan de muur en staat een piano in de hoek. Op een verhoging staat de band. De blazers –trompet, trombone en saxofoon- bewegen ritmisch mee op de skamuziek. Vóór het podium staat zanger Niels tegenover een grote spiegel. “Ik zie die spiegel niet eens” lacht hij later. “Zo ijdel ben ik niet. Ineens hing ‘ie aan de muur.” Starsoundstudios verhuurt oefenruimte en apparatuur aan bands uit de stad. Voor 32 euro kun je drie uur spelen. The Shenanigans oefenen hier één keer in de week.

Tijdens de repetitie voor Het Uur U spelen de bandleden geconcentreerd en snel. De zes nummers die ze tijdens de voorronde zullen spelen, kennen ze door en door. Tijdens het spelen worden blikken en handgebaren gewisseld en na een nummer wordt in enkele seconden laconiek besproken hoe het ging: “Minder slecht dan het vorige nummer.” Hup, volgende lied. “We kennen onze eigen fouten” legt trompettist Robert uit. “Daar hoeven we niet uitgebreid op terug te komen.”

Anderhalf jaar geleden is skaband The Shenanigans - Engels voor doldwaas of kwajongensstreek - opgericht. Afkomstig uit verschillende bands besloten de zeven leden een doorstart te maken met hun up-tempo skamuziek. Inmiddels hebben ze een aardig repertoire opgebouwd. De reden om aan Het Uur U mee te doen? “We willen spelen” zegt Niels. “Eigenlijk zijn we gewoon speelhoeren. Het doel is natuurlijk om tijdens de finale in maart in Tivoli te staan.” Trombonespeler Rutger: “Als je daar je bier mee kunt verdienen dan is dat toch prima?”

The Shenanigans doen af en toe mee aan wedstrijden. Begin dit jaar wonnen ze Kabaal Regionaal en mochten vervolgens op het bevrijdingsfestival in Wageningen voor een 3000-koppig publiek spelen. Ook in Utrecht treden ze zo nu en dan op, buiten de voorronde van Het Uur U, staan ze 22 december in EKKO.

Volgens de bandleden spelen The Shenanigans geen doorsnee-ska. Saxofonist Rogier: “Onze teksten zijn niet zo vrolijk. We hebben een eigen sound, serieuze teksten. We spelen geen lol-ska.” Vooral leadgitarist Theodoor is een doorgewinterde skafan. De andere bandleden luisteren ook graag naar muziek van Slayer, Queens of the Stone Age, dEUS en Queen.

Over de mogelijkheden die Het Uur U biedt, zijn de bandleden positief. Drummer Vincent: “Als je wint, zit je meteen in de halve finale van het Geheim van Utrecht. Bij andere competities moet je eerst 27 voorrondes door voordat je ergens terecht kunt.” Maar The Shenanigans zijn niet overtuigd van hun kansen om te winnen. Robert: “Het zijn altijd die tweestemmige gitaarbandjes die winnen. Dat is blijkbaar hip. Ik weet niet of we ver zullen komen. Maar het meedoen geeft ons natuurlijk wel een kans. En optreden voor publiek is altijd leuk.”

Omdat Het Uur U een lokale competitie is, kennen de bands die meedoen elkaar soms. Ze weten wat ze van elkaar kunnen verwachten. Robert: “Tot nu toe komen de bands die meedoen ons nog niet bekend voor. We hebben bij een competitie weleens gespeeld tegen een band waar een bekende in zat. Maar voor de sfeer maakte dat niks uit.”

Ondertussen repeteert de band voort. Een kleine discobal werpt lichtjes op de zwartgeverfde muren. De voeten van de gitaristen bewegen mee in het ritme van de muziek. Rutger mikt een bierblikje in de container, mist en haast zich terug naar zijn trombone om weer een stukje mee te spelen. Hij leerde trombone spelen tijdens zijn jeugd in Limburg: “Harmonie en fanfare hè. Van de blokfluit ging ik heel snel over op de trombone. Een machtig mooi instrument.” Terwijl het ene bandlid al van jongs af aan hetzelfde instrument bespeelt is de ander nog relatief kort bezig met muziek. Niels heeft bijvoorbeeld pas op zijn achttiende gitaar leren spelen.

De jongens oefenen in spijkerbroeken en oude T-shirts. Ook tijdens hun optreden zullen ze geen speciale kleding dragen. Hoewel Rutger wel iets ziet in hoeden, zonnebrillen en pakken (“dat geeft toch een ander gevoel”) hebben de anderen geen zin in zo’n verkleedpartij. “We komen om te spelen” vind Robert. “Muziek maken is onze hobby.”

Niels doet tijdens de repetitie maar één keer een entertainend dansje. Onbewust, blijkt. “Ik heb geen podiumact, ik doe maar wat. Maar als we optreden ben ik beweeglijker”, legt hij uit. Het zijn in een skaband natuurlijk ook vooral de blazers die met hun glimmende instrumenten de aandacht trekken.

Het repertoire van The Shenanigans bestaat uit zo’n achttien zelfgeschreven nummers. Daar kunnen ze ongeveer anderhalf uur mee vullen. Maar bij Het Uur U heeft iedere band twintig minuten de tijd. Basgitarist Hans: “Het is moeilijk om te beslissen welke songs wel of niet gespeeld worden. Iedereen heeft zijn eigen voorkeuren. We proppen zes nummers in die twintig minuten en spelen gewoon heel snel.”

Met de volgorde van de nummers wordt wel rekening gehouden tijdens een optreden. The Shenanigans beginnen zaterdag stevig met 'Chloroform' en zullen eindigen met het aanstekelijke dansbare nummer 'The Haunted House'. Hans: “Het gaat om de afwisseling.”

De bandleden drinken nog maar eens een biertje en dan worden er snoeren opgerold en instrumenten in koffers gestopt. De repetitie is voorbij. De bandleden manen elkaar om zaterdag bij de voorronde op tijd te komen. Op een karretje worden de instrumenten weggereden. De volgende band staat al voor de deur.

De voorronde verliep, ondanks wat geluidsproblemen, naar tevredenheid. Op 14 december horen de bandleden of ze door mogen naar de halve finale. Lees het in U16, het laatste U-blad voor de Kerstvakantie!

Uur U

Het Uur U is één van de lokale voorrondes voor de provinciale bandwedstrijd 'Het Geheim van Utrecht'. De winnaar van deze strijd wordt afgevaardigd naar de halve finale van de 'Grote Prijs van Nederland' en de kans op een platencontract.

Jacco van Lanen (29) is de grote roerganger achter de bandcompetitie Uur U. Als student aan de pedagogische academie richtte hij Mana Music op waarin hij zelf de rol op zich nam van manager, organisator en promotor van bands binnen de popmuziek. “Maar ik vond het belangrijk voor de Utrechtse popmuziek dat er ook een professionele bandcompetitie was.” Het Uur U was geboren. De deelnemers krijgen hierdoor de kans op te treden in goede zalen in Utrecht en zich te laten beoordelen door een jury uit het werkveld. Zaalprogrammeurs, platenbazen en muziekjournalisten bijvoorbeeld.

Jacco krijgt voor het Uur U assistentie van Nicole Hoevenaars. Ze is 27 en studeert film-, theater- en televisiewetenschappen (“ik ben al met mijn scriptie bezig”). Ze werkt op vrijwillige basis als stagemanager en is verantwoordelijk voor het programma en alles wat er op het toneel gebeurt. “Het is gezellig om samen te werken met al die verschillende bandjes. Ik ben zelf niet echt muzikaal, dus het is leuk om naar anderen te luisteren en te kijken.”

Deze zomer was de inschrijving voor de vierde editie van het Uur U. Van de 51 bandjes die wel naar de Grote Prijs van Nederland willen, zijn er twintig geselecteerd aan de hand van hun biografie en demo. Na vier voorrondes gaan tien groepen naar de halve finale waarna er vijf doorstromen naar de finale.

De uiteindelijke winnaar komt niet alleen direct terecht in de halve finale van Het Geheim van Utrecht, maar krijgt ook twee dagen studiotijd, 250 euro cash, professionele gehoorbescherming, een waardebon van 100 euro van een muziekzaak, een aantal optredens in Nederland, de U-bokaal, en – volgens Jacco - “eeuwige fame and fortune”. “Oké” relativeert hij. “In de eerste plaats fame. De fortune moeten ze daarna zelf binnenslepen.”

Voorrondes:13 december in dB’s, 14 december in ACU. Halve finale: 13 en 14 februari in Tivoli/De Helling. Finale: 26 maart in Tivoli. Voor meer info zie: www.uuru.nl

De band

Leadgitaar: Theodoor Bongers (20), student informatica

Trombone: Rutger van Driel (28), onderwijzer basisschool

Tenor saxofoon Rogier van Ee (25), postbode

Zang en gitaar: Niels de Leeuw (27), onderwijzer basisschool

Trompet: Robert Arends (26), informatieanalist

Basgitaar: Hans van der Velde (32), systeembeheerder

Drums: Vincent Verdouw (22), tekenaar/constructeur

recente demo: Sharpening the horns

Chloroform

In the blue light flickering

Of a television screen

Dancing to the monotone buzzing

Of the refrigerator

Making love on the kitchen table

Between the coffee and alcohol

A ragdoll-lapdance

Your breath still smells like chloroform

Letís scratch the freckles of each others back

Make a scarification on the back side of your neck

Blindfolded in the spotlight

Handcuffs at the central heating

Nostrils spread open in fright

Silence is the only one thing

The sound of boiling water

The sharpening of the knives

The one combined with the other

Taking one of your nine lives

Letís scratch the freckles of each others back

Make a scarification on the back side of your neck

Iíll be the last thing on your mind

Itís impossible to forget

Someone like me you never find

I love you till death

Letís scratch the freckles of each others back

Make a scarification on the back side of your neck

Tekst: Rutger van Driel.