Veel kerken lopen leeg, maar een aantal christelijke studentenverenigingen doet het beter dan ooit. Zo’n 320 christelijke studenten uit het hele land kwamen vorige week bijeen in een Brabants klooster voor hun jaarlijkse bezinningsweekend dat dit keer was georganiseerd door de Utrechtse studentenvereniging Ichthus. Het U-blad nam op zaterdag een kijkje in Helvoirt. "Hier vinden we steun bij elkaar."
Floris’ zijn ogen zijn wat klein. Hij heeft vannacht weinig geslapen. Niet dat hij enorm is doorgezakt; hij heeft tot diep in de nacht goede gesprekken gevoerd. De vierdejaars student bedrijfskunde is lid van de snelgroeiende evangelische studentenvereniging Ichthus uit Utrecht en is meegegaan op het jaarlijkse retraiteweekend voor alle Ichthus studentenverenigingen in Nederland. “Niet alles wat hier wordt gezegd neem je mee, maar sommige dingen helpen je om dichter bij God te leven”, zegt Floris. Hij weet duidelijk wat hij aan zijn God heeft: “Hij geeft mij vreugde.”
In het lichte atrium van het voormalige klooster waar nu conferentieoord Emmaus is gevestigd, heerst een opgeruimde sfeer. Studenten in alle soorten en maten zitten hier deze zaterdagmiddag ontspannen aan de koffie en thee. Anderen bekijken het cd-standje of neuzen wat in de boeken die er zijn uitgestald. Het lijkt een doorsnee studentensymposium, alleen de opschriften op sommige t-shirts verraden het tegendeel. ‘Zijn idee, mijn I.D.’ staat op het ene shirt en op een ander staat geschreven ‘Sprekend God’. Ook de boeken en cd’s blijken bij nader inzien uit de evangelische hoek te komen.
Het woord ‘bezinningsweekend’ is wat misleidend. Organisator Ichthus Utrecht heeft een druk programma samengesteld. Drie dagen vol met workshops, zang, gebeden, film, spelletjes, cabaret, sport en christelijke diensten. Geen enkel programma-onderdeel is echter verplicht, zodat iedereen de rust kan zoeken die die nodig heeft. Alleen onder het corvee komt niemand uit.
Floris en Anne-Marie hebben net de workshop ‘Islam en Christendom’ gevolgd. Anne-Marie, vijfdejaars orthopedagogiek, vond vooral het deel dat ging over de overeenkomsten en verschillen tussen de twee religies erg interessant. “Ik merk in gesprekken met moslims dat ik eigenlijk maar weinig weet over hun religie.” Floris valt haar bij: “Als je niets weet van de ander zijn religie is dat eigenlijk een soort minachting.”
De beide religies blijken een aantal raakvlakken te hebben. “Zij hebben bijvoorbeeld net als wij moeite met het homohuwelijk en abortus.” Maar verschillen zijn er ook. Floris: “Voor ons is God in de eerste plaats liefde, voor een moslim is God kracht.” Anne-Marie is dankbaar dat zij niet bang hoeft te zijn voor haar God en dat zij een persoonlijke band met ‘haar vader’ ervaart. “In de Islam is dat niet zo.”
De twee workshopdeelnemers claimen dat hun religie niet superieur is aan andere religies. Toch gelooft Anne-Marie dat haar God de sterkste is. Ook Floris heeft moeite met het idee dat andere goden bestaan. “Moslims geloven niet in Jezus Christus de zoon van God. Ik geloof dat iedereen Gods liefde nodig heeft. De christelijke god wel te verstaan.”
Het ledental van Ichthus Utrecht is het afgelopen jaar ineens van 110 naar 140 leden geschoten en andere christelijke studentenverenigingen zoals Navigators groeien ook. Ichthus heeft dit jaar zelfs een ledenstop afgekondigd. Marjoleijn, net afgestudeerd ontwikkelingspsychologe, is een van de organisatoren van het weekend. Zij heeft geen kant en klare verklaring voor de recente ledenaanwas, behalve dat het zou kunnen dat 'het niet altijd gemakkelijk is christen te zijn, omdat veel mensen om je heen niet geloven'. "Het is dan prettig steun te vinden bij elkaar. Bij ons staat God wel centraal."
Elke dinsdagavond komen studenten in bijbelkringen bijeen bij Ichthusleden thuis. Elke woensdag wordt een gezamenlijke maaltijd gehouden in het Cunera-gebouw aan de Nieuwegracht waarna met elkaar wordt gebeden. “We hebben ook voor het welslagen van deze retraite gebeden.” Daarnaast organiseert Ichthus net als andere studentenverenigingen sociëteitsavonden. “Bij ons wordt alleen niet overmatig gedronken, maar we hebben echt geweldige feesten”, verzekert Marjoleijn. “Aan het eind is alleen niemand dronken.”
Evolutie
Een academische studie volgen en tegelijkertijd vierkant achter een religie staan, is niet altijd gemakkelijk. Stamt de mens af van de aap of heeft God de wereld geschapen zoals in Genesis wordt beschreven? Vooral natuurwetenschappelijke studies zetten bijbelvaste studenten nog al eens voor het blok. “Wat op de universiteit wordt onderwezen, druist in tegen mijn geloof.”
In het souterrain van het klooster steekt geoloog Tom Zoutewelle, docent aan de Evangelische Hogeschool, in het kader van de workshop ‘Geloof en wetenschap’ hen een hart onder de riem. Zijn boodschap is dat wetenschap en geloof elkaar niet bijten. Sterker nog: de wetenschap kan volgens Zoutewelle goed gebruikt worden om aan te tonen dat de bijbel het bij het rechte eind heeft. Zo zouden duidelijke aanwijzingen bestaan dat de schepping pas zo’n 10.000 tot 20.000 jaar oud is, wat zou kloppen met het scheppingsverhaal. De geoloog vindt de bewijzen voor zijn theorieën onder meer in de aardlagen en sedimenten. Daar ligt ook het bewijs dat de zondvloed echt heeft plaatsgevonden. Een deelnemer steekt zijn vinger op en vraagt oprecht verbaasd: “Maar hoe kan het dan dat er nog mensen zijn die alles baseren op de evolutietheorie?” Er wordt instemmend geknikt.
Zoutewelle is van mening dat de meeste academici de evolutietheorie te klakkeloos aannemen. “Wetenschappers stappen in een rijdende trein en vragen zich nooit meer af in welke trein ze zitten. Evolutionisten zijn niet gewend met kritiek om te gaan.” De geoloog heeft het gevoel dat het academisch klimaat nu wel meer openstaat voor creationisme (de christelijke tegenhanger van het evolutionisme, red.) dan dertig jaar geleden. “De wetenschap heeft de afgelopen dertig jaar dus meer bewezen dat God bestaat, dan niet", vraagt iemand in de zaal. "Ja, in mijn ogen wel", antwoordt Zoutewelle. “Leuk hè!”
Vespers
Het avondeten verloopt heel geordend. In een uur tijd hebben de 320 aanwezigen, zittend aan lange tafels hun kip met rijst en een toetje verorberd - natuurlijk pas na een gezamenlijk gebed. De verenigingen uit de verschillende steden hebben tussen het eten door zelfs nog tijd en masse op te staan om tegen elkaar in hun liederen te zingen. De Utrechtse delegatie is met 95 mensen veruit het grootste en ‘Utrecht mijn stadje’ overstemt met gemak het gezang van de andere steden.
Na het eten zijn in de kapel de vespers: een avonddienst met zang en gebed. De workshop ‘meerstemmig zingen’ van die middag heeft zin gehad want het vijfstemmige ‘Oh lord hear my prayer, when I call answer me’ knalt uit de tot de laatste stoel bezette kapel. Daarna gaat iedereen met gebogen hoofd diep op in gebed. De mensen die daartoe de behoefte voelen mogen hardop iets bidden, zolang ze het kort houden. De één na de ander geeft gevolg aan deze oproep en met duidelijke stem wordt vanuit alle hoeken van de kerk gebeden. Onder het luid zingen van Laudate omnes gentes, laudate dominum, een soort gregoriaans mantra, verlaat iedereen na drie kwartier rustig de kapel.
"Dit is niet zoals het meestal gaat. Gewoonlijk is het meer een dienst met een band enzo, dit hebben ze speciaal geoefend voor vanavond. Een beetje katholiek eigenlijk.’’ Mariecke is tweedejaars theologie in Utrecht en de enige theologiestudent bij Ichthus Utrecht. “Theologiestudenten gaan meestal bij een theologisch dispuut, maar daar had ik geen trek in.” Ze heeft het naar haar zin op het weekend alhoewel ze tegelijkertijd voor haar tentamen moet studeren en tussendoor oefent met de band waar ze dit weekend in drumt. “Ik vind dat christenen zich niet moeten terugtrekken, maar zo’n weekendje bij elkaar steun vinden in je geloof, dat is wel lekker. Dat moet kunnen.”
Doordat ze in een behoorlijk christelijk wereldje leeft, maakt Mariecke het niet vaak mee dat ze haar geloof moet verdedigen. “Mensen bij andere studies hebben dat meer. Niet dat ze worden aangevallen, maar ze moet elke keer weer uitleggen waarom ze geloven.”
De geneugten van het studentenleven ervaart ze niet als een echte bedreiging van haar geloof. Terwijl ze een trekje neemt van haar sigaret: “Ik houd ook wel van een biertje, daar gaat het niet om. Maar voor mijn geloof en mijn persoonlijke relatie met God is de wetenschap een grotere bedreiging.” Ze maakt haar peuk uit en gaat richting de grote zaal waar zodadelijk het christelijke cabaret begint. Morgen zijn de studenten nog even onder elkaar en als alles goed is gegaan, keren ze dan gesterkt in hun geloof weer terug naar huis.