Achtergrond

Gelegitimeerd de boel verbouwen

Eva Houtsma
Oplossing voor de woningnood onder jongeren: verbouw leegstaande kantoren. De Utrechtse Stichting Tijdelijk Wonen probeert het met een heel groot pand aan de Kanaalweg. Per december zullen hier 140 jongeren wonen, maar eerst moeten ze helpen de boel te verbouwen. “

Begin jaren negentig is Stichting Tijdelijk Wonen (STW) opgericht door voorzitter Hans Kompier. Hij studeerde destijds psychologie aan de Universiteit Utrecht en ergerde zich aan de woningnood én de leegstand van kantoorpanden in de stad. “Ik wilde het gebrek aan jongerenhuisvesting vooral ter discussie stellen”, zegt hij nu.

Het bestuur van Stichting Tijdelijk Wonen bestaat uit pragmatische idealisten. Ze willen laten zien dat er op een meer praktische en functionele manier omgegaan kan worden met woningnood en leegstand. “Gedurende de jaren hebben we met kleine projecten in Utrecht ook bewézen dat kantoorpanden bewoonbaar en rendabel te maken zijn”, zegt hij. “Nu zijn we voor het eerst in zee gegaan met een commerciële partij. Het is ook voor het eerst dat we het zo groot aanpakken.”

De commerciële partij is projectontwikkelaar Kanalenstaete. Deze bezit het KPN-pand en wil het gebouw over drie jaar slopen om er luxe appartementen voor in de plaats te bouwen. Tot die tijd verhuurt de projectontwikkelaar het pand aan de stichting van Kompier. In samenwerking met provincie, gemeente en met een lening van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten wordt van het kantoorpand een jongerencomplex gemaakt. “We bieden vanaf december 140 en voor een periode van drie jaar kamers voor studenten en werkende jongeren. We hopen dat nu er één commercieel schaap over de dam is, er meer zullen volgen.”

In het pand klinkt overal gezaag en geboor. In de gang staat een winkelwagentje vol gereedschap, op de vloer ligt zaagsel. Maar in sommige lege kamers liggen al matrassen op de vloer en hangen briefjes op de deur. En in de inloop-koelcel van de nog aanwezige bedrijfskeuken staan pakken melk. De eigendommen zijn van toekomstige bewoners die al in het pand werken en soms ook al slapen. Alle huurders moeten 64 uur zelfwerkzaamheid inzetten om zo hun huurcontract te verdienen. Economiestudent Gert-Jan Bes (18) komt met een kruiwagen puin de lift uit en staat even uit te puffen. “Ik ben ongeveer op de helft van mijn uren”, vertelt hij. “Meestal ga ik meteen een hele dag klussen.” Hij heeft onder meer de luchtschachten van de airco eruit gesloopt en tussenwandjes gebouwd. “Ik heb het er graag voor over”, vertelt hij. “Ik moet nu vanuit Brabant elke dag drie uur reizen van en naar de universiteit. In Utrecht wonen is veel makkelijker.”

Ook Jeroen Hensing (27) die net is afgestudeerd aan de kunstacademie, heeft er geen problemen mee om zijn handen uit de mouwen te steken. Hij woont al een tijdje in het pand en slaapt op een luchtbed. “Niet echt comfortabel, maar ik zie het nog een beetje als logeren. Mijn toekomstige kamer kijkt uit over het kanaal. Als ik daar eenmaal in kan, ga ik me uitgebreider installeren.” De toekomstige bewoners vinden het geen probleem om te komen klussen.

Trompet

Voordat STW met de verbouwing kon beginnen, was er een lange weg te gaan. Zo moest het pand een tijdelijke herbestemming krijgen voordat het bewoond mocht worden en moest het gebouw worden aangepast om het brandveilig te maken. Maar ook zaken als extra toiletten, het maken van doucheruimtes en keukens moesten gepland en gerealiseerd worden. Kompier: “Op elke verdieping komt een gezamenlijke ruimte met keukens. De bedrijfskeuken met kantine laten we intact: de enorme soeppannen en warmhoudplaten komen vast nog wel van pas. We willen de mogelijkheden van het pand zoveel mogelijk benutten.”

De kamers in het pand variëren in grootte en huurprijs. Ze werden verloot via Stichting Jongeren Huisvesting Utrecht. De kamers waren zó weg. Evelien van Ginneken (18) las de advertentie op Internet maar zag meteen dat de kamers bijna allemaal al weg waren. De studente Cultureel Maatschappelijke Vorming liet zich hierdoor niet ontmoedigen: “Ik heb me meteen voor alles ingeschreven en kon toen gelukkig alsnog een kamer krijgen.” Ze krijgt een kamer van elf vierkante meter - “die zijn lekker goedkoop” - en is er tevreden mee. “De huurprijs is redelijk en de kamer is leuk. Het kantoor-TL-licht is natuurlijk wel verschrikkelijk, maar dat hoef je niet altijd aan te doen. En de plafonds zijn typische kantoorplafonds. Maar ik ga het er niet uit slopen: ik verf wel.”

STW en SJHU besloten om vooral jongeren met urgente problemen een kamer te geven. “Jongeren die erg ver van hun studie wonen bijvoorbeeld”, vertelt Kompier. “Of studenten die trompet studeren aan het Conservatorium en daardoor nergens een kamer kunnen vinden.”

De kamers kosten 72 procent van de maximaal redelijke huurprijs. “We willen het betaalbaar houden”, legt Kompier uit. “Omdat de jongeren meewerken, hoeven ze minder huur te betalen.”

Een paar grote ruimtes zijn intact gelaten en bestemd voor stelletjes. Andere kantoortuinen worden verdeeld in kleinere kamers. Dat betekent dat er tussenwanden gebouwd moeten worden en deuren uitgezaagd in de bakstenen muren. Studenten Cognitieve Kunstmatige Intelligentie Jeroen Heijmans (21) veegt het gruis op en laat zich niet uit het veld slaan. “Dit is een fantastisch project. Je leert nog eens wat over klussen. En straks woon ik ook nog eens vlakbij de stad.”

Kompier wil de studenten niet alleen woonruimte bieden maar ze ook in staat stellen om hun pand zelf te beheren. Hoewel er ook een beheerder in het pand zal gaan wonen, vindt hij het belangrijk dat de studenten zelf een bewonerscommissie opzetten. Evelien Verhagen is daarom bezig met het uitwerken van een beheerstructuur. Evelien van Ginneken zit in de planninggroep en houdt zich bezig met het bereiken en inplannen van mensen. Het is de bedoeling dat elke gang straks zijn eigen vertegenwoordiging heeft in de bewonerscommissie.

Delegeren

De verbouwing is in november begonnen. Volgens planning moeten de kamers op één december bewoonbaar zijn. “En we lopen tot nu toe voor op de planning”, lacht Kompier. De studenten doen het grove werk, voor andere klussen worden professionals ingehuurd. Elektriciteit en waterleiding worden op die manier gegarandeerd.

Hoewel klussers en STW zich nu nog voornamelijk richten op het bewoonbaar maken van het pand zijn er voor de toekomst grotere plannen. Kompier: “In het oude magazijn kunnen we misschien ateliers maken voor de bewoners. En de kelderboxen zijn goed geïsoleerd, dus ideaal als muziekoefenruimte.” Ook zijn er plannen voor feesten; de gezamenlijke ruimtes zijn groot en op een industrieterrein valt nauwelijks iemand overlast te bezorgen.

“De sfeer is goed”, zegt Evelien van Ginneken over de onderlinge stemming in het pand. “En je leert je huisgenoten alvast kennen.” Gert-Jan stond vorige week ineens naast zijn toekomstige buurman te klussen. En Dayenne Zweers , 20 en studente huidtherapie, is al op haar eigen kamer aan het werk geweest. Nu is Dayenne op de eerste verdieping samen met haar hulpje en studiegenoot Suze van Beusekom bezig om de kapstokken van de muren te schroeven. “Ik vind het geweldig dat er op deze manier meer studentenwoningen beschikbaar komen” vind Dayenne. Suze heeft al een woning in Utrecht maar helpt graag een handje. “Hoe sneller Dayenne kan verhuizen, hoe sneller ik gezelschap krijg in Utrecht” zegt ze.

De kapstokken die boven van de muur worden geschroefd, moeten in de kantine weer bevestigd worden. Charles en Yvonne Hogenhuis komen op deze verdiepeing wat klusuren van hun dochter Carolien (18) die geneeskunde studeert, vullen. “Goede studenten delegeren”, lacht vader Charles. Carolien zit in hun huis te studeren voor een tentamen.

'Het is een non-issue!'

Scholieren vinden bindend studieadvies vanzelfsprekend

Psychologiestudenten die vanaf volgend jaar in hun eerste jaar minder dan de helft van de vereiste studiepunten halen, moeten stoppen met de opleiding. vwo-scholieren zitten daar niet mee, bleek zaterdag op de universitaire voorlichtingsdag.

Van Beek staat op deze mooie novemberzaterdag bij de stand van psychologie in het zonovergoten Educatorium. Om haar heen snuffelen schuchtere vwo-scholieren én hun ouders door folders, terwijl roodgetruide universiteitsmedewerkers de aanstaande studenten uitleggen waarom Utrecht zo’n mooie universiteitsstad is.

Wat vinden vwo-scholieren en overstappers van het bindend studieadvies? “Ik weet niet of het per se noodzakelijk is, maar het zal mij er niet van weerhouden in Utrecht te gaan studeren.” Celine van Lent stopte met haar studie rechten in Rotterdam en twijfelt nu tussen de studies psychologie en algemene sociale wetenschappen en de steden Rotterdam en Utrecht. Ze vindt een bindend advies wel logisch: "Ik denk dat als ik de vakken niet aankan, dat ik het dan ook niet leuk zou vinden.”

Engels en biologie

Celine’s mening over het bindend studieadvies komt bij bijna alle ondervraagden terug. Als je je vakken niet haalt, dan moet je stoppen. Dat is logisch. “Straks krijg je mensen die er acht jaar over doen!” Annemarie van der Esch vindt de invoering van het bindend studieadvies “een redelijke maatregel”. Zij wil psychologie studeren, maar twijfelt nog tussen het probleemgestuurde onderwijs van Rotterdam en de iets klassiekere benadering van Utrecht. “Alle boeken zijn hier in het Engels!”, klaagt haar moeder monter. Annemarie is niet onder de indruk. Haar vader ziet wel wat in het probleemgestuurde onderwijs in Rotterdam. “Je hoeft geen boeken te kopen en voor tweehonderd euro ben je klaar – inclusief kopiëren en zo.”

Veel vragen die coördinator Van Beek krijgt, gaan over de moeilijkheidsgraad van de studie en niet over het bindende advies. Het eerste jaar van psychologie bevat een stevige portie statistiek, methodologie én biologie. De stand profileert zich nadrukkelijk met biologische onderwerpen. Bijvoorbeeld met hersenziekten zoals depressie en de genetische basis van agressief gedrag. Psychologie ‘verbiologiseert’ voor een deel, verklaart Van Beek. Vele aankomende studenten zonder biologie in het pakket baart dat zorgen. Maar deze moeilijke vakken zijn expres vroeg in het curriculum te vinden om studenten op te selecteren, zegt Van Beek

Erg leuk

Met je studie stoppen als je niet de helft van de punten haalt? De met een onmiskenbaar Limburgs accent uitgeruste Randi Wolters en Anka Bohnen zetten grote ogen op. “Dat wisten we niet!” Maar de dames hervinden zich snel. “Iemand moet wel de kans krijgen om een keer iets niet te halen”, vindt Randi. “Maar als een student echt niets doet, dan moet hij stoppen”, vult Anka aan.

Randi en Anka zitten nu op de Pabo in Sittard. “Dat is zo’n klein plaatsje!”, zegt Randi terwijl ze haar duim en wijsvinger stijf op elkaar drukt. “Het is er ontzettend saai, er is helemaal niks te doen.” “Laatst zijn we een keer uitgeweest in Utrecht”, vertelt Anka enthousiast. “Dat was heel erg leuk!”

De twee willen volgend jaar pedagogiek of psychologie gaan studeren. Hun waardering voor het Utrechtse uitgaansleven spreekt boekdelen. De keuze voor een universiteit of zelfs een studie wordt lang niet alleen op inhoudelijke gronden gemaakt.

Rinze Benedictus

'Sommige bladzijden zijn aangevreten door de muizen'

Ruitervereniging brengt verleden naar stadsarchief

Decennia-oude jaarverslagen, correspondentie van jaren terug. De Utrechtse Studenten Ruitervereniging Hippeia bestaat sinds 1936 en tal van historische documenten zijn bewaard gebleven. Best bijzonder, dacht een bestuur, dat vervolgens aan het uitzoeken sloeg. Binnenkort worden de gesorteerde papieren aangeboden aan het Utrechts Archief.

Voor Keizer zou dat wel heel sneu zijn. Zij begon in haar bestuursjaar 2001-2002 met het uitzoeken van alle losse papieren en het opzetten van een archief. Inmiddels is ze archivaris binnen de vereniging en met het archiveren aangekomen bij de jaren negentig van de vorige eeuw. Na de proef moet het archief binnen een maand worden ingeleverd bij het Utrechts Archief. Hippeia overweegt om in januari, tijdens de Dies van de vereniging, het archief symbolisch over te dragen. Te paard, welteverstaan.

Muizen

“De historische documenten van Hippeia lagen opgeslagen bij iemand op zolder”, vertelt Els Keizer. “Maar de dozen vol papieren hebben ook nog een tijdje in de kelder van het Pnyx-gebouw gestaan. Daar zijn sommige bladzijden aangevreten door muizen. De kleine knaagtandjes zijn nog te herkennen aan de randen."

Hippeia wil de documenten van de verenging dolgraag aan het Utrechts Archief overleveren. De verantwoordelijkheid voor de documenten ligt bij het depot als het archief eenmaal is ingeleverd. Bovendien is het ruiterarchief dan openbaar.

Het Utrechts Archief stelt zich tot doel documenten van personen en instellingen die van belang zijn geweest voor de stad te archiveren. In dat verband zijn natuurlijk ook studentenverenigingen belangrijk. En Hippeia heeft een geschiedenis. De vereniging is in 1936 opgericht als ondervereniging van Veritas. Sinds 1978 is het een onafhankelijke vereniging. In 1999 besloot het toenmalig bestuur te beginnen met het archiveren van alle documenten. Alle papieren werden op jaar gesorteerd en de nietjes werden verwijderd. “De lustrumjaarboeken heb ik allemaal doorgesnuffeld”, vertelt Els Keizer.

Heren

Tijdens archiefmiddagen en – weekenden kwamen de leden achter bijzondere en vergeten feiten. “In het lustrumboekje van 1986 staat een ingezonden brief van de oprichter van Hippeia, meneer Otjens”, herinnert Keizer zich. Otjens kocht op een veiling een doos rijbroeken, laarzen en zweepjes en nodigde op het verenigingsbord van Veritas mensen uit om lid te worden. Dat was het begin van de vereniging."

Op de ledenlijsten van de eerste jaren is duidelijk te zien dat er voornamelijk mannen lid waren van Hippeia. Die schreven elkaar aan als ‘weledelgeboren heer’. Pas vanaf de jaren zeventig vormen de vrouwelijke leden de meerderheid.

Ook treurige verhalen komen naar boven als de oude documenten bekeken worden. In 1973 overleed de fiscus van Hippeia. “Binnen de vereniging weet niemand daar meer iets vanaf. Maar uit zo’n archief blijkt hoe dramatisch het was. Eigenlijk is het niet de bedoeling dat persoonlijke, individuele gebeurtenissen worden opgenomen in het archief. Geboortekaartjes heb ik er dan ook uitgegooid. Maar dit was zoiets bijzonders. Ik heb de rouwadvertenties en rouwbrief van de vereniging in het archief gelaten.”

Door het doorspitten van hun eigen archief kon Hippeia een bijzonder cadeau aanbieden aan het overkoepelend orgaan voor studentenruiterverenigingen SNS. Het archief van die vereniging was in Enschede opgeslagen en ging door de vuurwerkramp verloren. Hippeia verzamelde alle papieren die betrekking hadden op de SNS en bood de drie mappen aan als nieuw begin.

Historisch

Het Utrechts Archief is geïnteresseerd in historische documenten die ouder zijn dan twintig jaar. Het archief dat Hippeia gaat inleveren loopt dan ook tot begin jaren tachtig. Keizer wil de papieren nog tot het jaar 2000 archiveren; daarna moet iemand anders het werk overnemen. “Ik ben net afgestudeerd aan de PABO en de lerarenopleiding Wiskunde en ik ben nu aan het werk. Ik houd steeds minder tijd over om aan het archief te besteden.”

Want op de juiste manier archiveren vergt aandacht. “Pas toen we begonnen met archiveren werd duidelijk wat een precies werk het was”, vertelt Keizer. “We kregen speciale zuurvrije dozen en mappen van het Utrechts Archief en moesten op zoek naar precies de juiste tabbladen.”

Voordat de drie archiefdozen van Els’ kamer verplaatst kunnen worden naar het depot van het archief is het wachten op de uitslag van de schimmelproef. Volgens archiefambtenaar Van den Broek komt het regelmatig voor dat archieven die worden ingediend bij het Utrechts Archief besmet zijn met schimmels. “Dan zie je lichtrode, lichtblauwe of lichtgroene kringen op de bladzijden.” Els maakt zich een beetje bezorgd over de bruingele vlekken op de oudste documenten.

Maar gelukkig is er wel wat te doen aan een beschimmeld archief. De papieren kunnen bestraald worden met gammastralen. Maar dat kan maar één keer: als een archief opnieuw besmet en bestraald wordt, vallen de bladzijden uit elkaar.

Naschrift: Deze week kreeg de vereniging te horen dat het archief niet/helemaal in orde is. ...............................................................

Eva Houtsma

Euthanasie maakt verdriet om dood kankerpatiënt draaglijker

Voor nabestaanden van een kankerpatiënt op wie euthanasie is gepleegd, is het verdriet om diens dood draaglijker dan voor nabestaanden van een op natuurlijke wijze overleden patiënt. Dat blijkt uit een studie waarop de Utrechtse onderzoeker Nikkie Swarte volgende week promoveert.

Swarte heeft verschillende verklaringen voor dit resulaat. Allereerst heeft de zorgvuldige procedure die aan het plegen van euthanasie vooraf gaat, tot gevolg dat er openlijker over de naderende dood wordt gepraat. Daardoor zijn de nabestaanden er meer op voorbereid en kunnen zij ook beter afscheid nemen. Daar komt bij dat patiënten die om euthanasie verzoeken, hun lot meestal geaccepteerd hebben en daardoor minder bang zijn voor de naderende dood. Ook dat draagt ertoe bij dat het verdriet voor nabestaanden draaglijker wordt. Dat die dit ook zelf zo ervaren blijkt uit het feit dat liefst negentig procent van hen achter het euthanasieverzoek stond en er ook na de dood van hun naaste positief over oordeelde.

Swarte waarschuwt overigens dat deze bevindingen niet moeten worden opgevat als een pleidooi voor het plegen van euthanasie op kankerpatiënten. Wel hoopt zij dat haar onderzoek door artsen, familieleden en vrienden zal worden opgevat als een stimulans om ook terminale kankerpatiënten die niet om euthanasie vragen, op een open manier tegemoet te treden. Wellicht kan dat bijdragen aan het wegnemen van de angst en de depressieve gevoelens waaraan, blijkens het proefschrift, ongeveer vier van de tien kankerpatiënten enkele weken voor hun dood lijden.

EH

'Ze hieven het glas, deden een plas en alles bleef zoals het was'

"Het gaat niet om kennis, maar om kunde en kassa." Philips-baas Gerard Kleisterlee houdt het selecte gezelschap wetenschappers en bestuurders bij de les. De crème de la crème van de vaderlandse kenniseconomie buigt zich tijdens een diner in de chique Ridderzaal over, jawel, de kenniseconomie.

Aan 32 tafels, elk voorzien van een tafelvoorzitter, discussiëren de genodigden over stellingen als 'Nederland is op het gebied van innovatie in het slop geraakt'. Tussen de mini-sorbet en de Hollandse stamppot door lachen smileys de uitverkoren gasten vanaf de placemat toe. Daarop staat de 'Kennis Scorecard' afgebeeld, die de stand van het land in één oogopslag duidelijk moet maken. Slechts één van de zestien smileys kijkt treurig, bij het aandeel van twintigers met een bètaopleiding. Dat betekent dat Nederland wat dat betreft slecht scoort in de EU (plaats elf tot vijftien).

De meeste smileys staren de genodigde neutraal aan. Vooral in de categorieën 'investeringen' en 'mensen' behoort de Nederlandse kenniseconomie in vergelijking met de andere EU-landen tot de middenmoot (plaats zes tot tien). Toch zijn er ook echte lachebekjes: qua 'prestaties' scoort ons land goed. Zoals de arbeidsproductiviteit, dankzij succesvolle kennisintensieve dienstverlening. Maar hier dreigt het bètatekort roet in het eten te gaan gooien.

Een jonge wetenschapster maakt gebruik van een nieuwe sollicitatietruc. Tijdens het afsluitende plenaire debat houdt ze Kleisterlee voor dat ze ondanks uitmuntende studieresultaten vergeefs aanklopte bij Philips, vanwege een vacaturestop. Hoezo bètatekort? Waarop een in verlegenheid gebrachte Philipsbaas zijn onderschikte bureaucratische rechtlijnigheid verwijt en om haar visitekaartje vraagt.

Er is ook jong onderzoekstalent dat in het Innovatieplatform wil. Maar minister Van der Hoeven reageert daar in haar toespraak afwijzend op. "Sinds wanneer hebben jeugdige ideeën met leeftijd te maken?" Victor Spoormaker, voorzitter van het Promovendi Netwerk Nederland (PNN, voormalig Laioo), baalt daarvan. "Als dit soort selectief luisteren het Innovatieplatform kenmerkt, houd ik mijn hart vast. Dan wordt het gewoon gebruikt als legitimatie van het bestaande regeerakkoord. En dat voor een half miljard euro. Geld dat in de wetenschap toch beter te besteden is."

Toch wil Spoormaker niet ondankbaar overkomen. "Begrijp me niet verkeerd, het was een leuke avond, lekker eten, goed gedronken en zeker interessante mensen gesproken. Maar dat ene gezegde bleef toch een beetje in mijn achterhoofd hangen: 'Ze hieven het glas, ze deden een plas, en alles bleef zoals het was.'"

HOP, Onno van Buuren

Minder strikte eisen aan stamcelonderzoek

Het Europees parlement wil minder strikte eisen stellen aan stamcelonderzoek dan de Europese Commissie. De commissie had het gebruik willen beperken tot embryo's van vóór juni 2002, maar de europarlementariërs willen dat vrijlaten.

Onderzoek met volwassen stamcellen zou bij de financiering voorrang moeten krijgen, vindt de Europese Commissie. Het gaat om onderzoeksgeld in het zogeheten zesde kaderprogramma. Maar stamcellen mogen óók worden verkregen uit embryo's bij bepaalde abortussen, mits de ouders hiervoor toestemming geven en zij hier geen financieel gewin bij hebben.

De Europese Commissie voor milieu heeft zich nu minder dan voorheen gericht op ethische bezwaren, en meer op kwaliteit en veiligheid. Lidstaten moeten de anonimiteit waarborgen van zowel de celdonor als de ontvanger. De EU-ministerraad neemt later dit jaar een definitieve beslissing over het gebruik van stamcellen en ander menselijk weefsel.

HOP

Studenten moeten aan de huisarts

De animo om huisarts te worden is tanende, maar de animo om als student in Utrecht een huisarts te vinden is ook niet groot. Volgens de District Huisartsen Vereniging (DHV) hebben 3500 inwoners van de Domstad geen eigen dokter; een zeer groot deel van hen zijn studenten. De DHV adviseert de huisartslozen snel een dokter te nemen om bij plotselinge ziekte niet voor gesloten deuren te staan. Maar het is niet altijd gemakkelijk een eigen arts te vinden.

Minstens 3500 Utrechters staan net als Iris niet bij een huisarts ingeschreven. De District Huisartsen Vereniging (DHV) vindt dat deze dokterlozen zich bij een praktijk moeten aansluiten voor het geval de nood aan de man is. Een huisarts kent tenslotte de ziektegeschiedenis van elke patiënt. Die kennis is bij een huisartsenpost waar je voor een noodgeval soms langs kunt gaan, niet altijd aanwezig. Maar de DHV geeft toe dat er niet voor elke student een dokter is.

Toch zouden er in principe voldoende huisartsen moeten zijn in Utrecht. De Domstad heeft ruim 256.000 inwoners en er zijn ongeveer 120 huisartsen. Een huisarts heeft gemiddeld 2350 patiënten in zijn praktijk. Hiervan uitgaande zou iedereen een huisarts moeten kunnen vinden in Utrecht. Maar artsen moeten zich aan het plaatsingsbeleid houden. Dat houdt in dat je je alleen kan inschrijven bij een praktijk die in hetzelfde postcodegebied ligt als jouw woonadres. Een manier om het tekort te verminderen is volgens woordvoerster van de DHV Van Zijlst om dit plaatsingsbeleid te versoepelen. Deze maatregel zal in de toekomst genomen worden en moet er mede toe leiden dat iedere inwoner van Utrecht een huisarts krijgt.

Van Zijlst heeft goede hoop dat het tekort binnen nu en 1 januari 2004 is opgelost. Verschillende praktijken hebben bijvoorbeeld al assistent-artsen aangenomen, waardoor de capaciteit van deze praktijken vergroot is. Daarnaast is er in een aantal praktijken meer ondersteuning gekomen, zoals bijvoorbeeld een verpleegkundige, die routineklussen uitvoert en zo de huisarts ontlast. Collega G. Wieten van het DHV wil echter graag een slag om de arm houden als het gaat om de voorspelling dat het tekort voor het eind van het jaar is opgelost. “Er kan altijd een praktijk opgeheven worden en voordat dat probleem dan weer is opgelost, gaat er wel weer een jaar voorbij.”

Liever reizen

Studente Nederlands Tiana heeft ondanks dat ze nu twee jaar in Utrecht woont nog geen huisarts. De studente heeft migraine, waarvoor ze regelmatig medicijnen moet nemen. “Op zich is het niet zo’n probleem dat ik nog bij een huisarts in Ede zit, maar daarom moet ik wel mijn medicijnen bij de apotheek daar halen. Het zou voor kunnen komen dat op de dag dat ik medicijnen haal, ik migraine krijg. Maar dat is dan gewoon mijn eigen schuld.”

Ook derdejaars muziekwetenschappen Michiel vindt het tot nog toe geen probleem om twee en een half uur te reizen voor zijn oude arts. "Als ik een keer ziek zou worden en niet in staat zou zijn om naar mijn eigen arts te gaan, dan zou ik de dichtstbijzijnde huisartsenpost bellen en een van de artsen daar om advies vragen. Als het niet acuut is, geef ik er de voorkeur aan behandeld te worden door mijn eigen huisarts.

Een optie die Utrecht huisartsloze studenten in Utrecht biedt, is een gang naar een aan de Universiteit Utrecht verbonden huisartsenpraktijk. Bij deze praktijk kun je voor één consult terecht, hierna zul je je echter bij een huisarts moeten inschrijven. Het is dezelfde praktijk waar je naar toe moet als je door de universiteit verplicht wordt een medische verklaring af te geven, omdat je door ziekte bijvoorbeeld een tentamen hebt gemist.In de praktijk worden verder buitenlandse studenten die voor bepaalde tijd in Utrecht studeren, opgenomen. Studenten die auditorensteun, afstudeersteun voor onder andere chronisch zieke studenten, willen aanvragen moeten die ook via deze praktijk regelen.

Derdejaars studente Lara zal bijvoorbeeld deze steun kunnen aanvragen vanwege haar suikerziekte. “Voor de suikerziekte heb ik niet echt een huisarts nodig, omdat ik daarvoor naar een internist in het Universitair Medisch Centrum ga. Mijn vaste medicatie echter diende ik tot voor kort in Haarlem op te halen, omdat ik daar nog bij een huisarts stond ingeschreven. Het was in principe wel mogelijk de medicijnen in Utrecht te krijgen, mits ik contant betaalde, een recept van de internist en mijn verzekeringspapieren meenam en me bij die apotheek inschreef.”

De reden dat ze niet gelijk een huisarts in Utrecht had, was dat in de wijk waar ze woonde alle huisartsen vol zaten. Dit leverde een probleem op toen ze blaasontsteking kreeg. “Op de eerste hulp van ziekenhuis Overvecht weigerden ze me te behandelen en raadden me aan naar mijn eigen huisarts te gaan. Maar ja, deze zit op anderhalf uur reizen en dat had ik niet getrokken. Ik heb toen besloten om langs een huisarts te gaan die patiënten ook via het ambulant systeem behandelt.” Het ambulant systeem houdt in dat je langs een huisarts mag en dat deze je behandelt mits hij tijd heeft en jij contant kunt betalen. Deze huisarts heeft geen dossier van je en maakt die ook niet aan. Lara is onlangs verhuisd en heeft nu in haar nieuwe wijk wel een huisarts. “Ik moet zeggen dat dat wel een prettig en rustig gevoel geeft."

Marleen Schiereck

Studentenarts

Vroeger had de Universiteit Utrecht een aantal artsen in dienst waar alle studenten naar toe konden, de zogenaamde studentenartsen. Deze afgesturdeerde huisartsen waren verbonden aan de Universiteit Utrecht. In de jaren tachtig echter zijn deze afgeschaft, omdat huisartsen in de stad hun praktijken wilden uitbreiden met studenten als patiënt.

Aan de Universiteit van Amsterdam zijn nog wel studentenartsen verbonden en de studentenarts Vonk meent dat het vele voordelen biedt voor studenten. De artsen zien veel studenten en zijn zodoende gespitst op bij hen veelvuldig voorkomende problemen, zoals geslachtsziekten en huidaandoeningen. Er wordt wel een dossier van de studenten bijgehouden, maar als patiënt weet je nooit bij welke arts van de praktijk je terecht komt.

Studente NederlandsTiana zou het een prima oplossing vinden als Utrecht ook weer studentenartsen zou hebben. “Maar uiteindelijk zou ik wel op zoek gaan naar een eigen huisarts met wie ik een band kan opbouwen en die mijn dossier kent." Muziekwetenschapstudent Michiel zou zich niet zo snel melden bij een universiteitspraktijk. "Als het niet acuut is, geef ik er de voorkeur aan behandeld te worden door mijn eigen huisarts."

Volgens voorlichter van het college van bestuur J. Kessels ligt het niet in de lijn van de Universiteit Utrecht om de zorg voor de volksgezondheid op zich te nemen en de studentenartsen weer in dienst te nemen. Ondanks het tekort aan huisartsen in Utrecht.

Vuilnis ophalen en steen houwen riskant

Bouwvakkers die veel met steenachtige materialen werken, maar ook vuilnismannen lopen een verhoogd gezondheidsrisico. Dat blijkt uit twee proefschriften die in november in Utrecht worden verdedigd.

Dat die hoge concentraties ingeademd kwartsstof ook werkelijk gevaren voor de gezondheid opleveren, bleek uit het feit dat bij ongeveer tien procent van de onderzochte werknemers aanwijzingen werden gevonden voor de aanwezigheid van de ongeneeslijke longziekte silicose, ook wel bekend als stoflong. Naast silicose kunnen ook longemfyseem en longkanker een gevolg zijn. Volgens de onderzoekster zal het niet gemakkelijk zijn om de vrijkomende hoeveelheid kwartsstof in de bouw tot aanvaardbare proporties terug te dringen. Toch is dat hard nodig gezien de risico's die werknemers lopen. Zij dringt er bij alle betrokkenen op aan om het probleem grote prioriteit te geven.

Inge Wouters van het IRAS, die een week eerder dan Tjoe Nij (op 13 november) promoveert op de gezondheidsrisico's van het ophalen van vuilnis, trekt minder vergaande conclusies. Niet onlogisch, want haar onderzoek naar de blootstelling aan schimmels en bacterien was het eerste grootschalige onderzoek in de afvalverwerkende industrie. Toch maakt het onderzoek van Wouters duidelijk dat ook vuilnismannen gezondheidsrisico's lopen. Zij bleken met name aanzienlijk meer dan gemiddeld last te hebben van hoesten, kortademigheid en ontstoken neusholtes.

EH

Pakkenparade

Een uitgedachte roklengte, feestdassen, gele sjaaltjes met universiteitslogo en donkerblauwe sokken voor alle mannen. De medewerkers van het Facilitair Bedrijf Utrecht zijn allen in het nieuw gestoken. Modellen Sytze, Willem, Ina, Frank ,Ayse, Jaap en Ivo showen de kleding die hun baas voor hen betaalt.

Een half jaar geleden werd besloten nieuwe bedrijfskleding aan te schaffen, omdat de oude kleding van het cateringpersoneel vernieuwd moest worden. Er waren niet meer genoeg kledingstukken en ze waren verouderd en versleten. “De uniformen van de catering waren een jaar of zes oud, " zegt FBU-directeur Ineke van Oosten. "Toen hoorden ook broekrokken nog bij het standaardpakket: die hoeven we nu natuurlijk niet meer.” Geleidelijk werden er steeds meer afdelingen bij de vernieuwing betrokken.

Een pak lijkt een pak, maar er moest goed worden nagedacht over de details. Waar moest bijvoorbeeld het logo van de universiteit komen te staan? En hoe moest de kraag bij de dames van de catering er uit komen te zien? “De nieuwe kledingstukken komen van een leverancier die gespecialiseerd is in bedrijfskleding. Vanwege dat specialisme kon het bedrijf ons goede informatie en advies geven over de kleding. Het ontwerp van pakken en rokken is standaard. Daarmee is een jarenlange ervaring opgebouwd", zegt Van Oosten. Maar over die details moest langer worden over nagedacht. “De leverancier kwam met voorstellen, maar wij bepalen natuurlijk zelf wat we uiteindelijk willen."

Het gaat om veel personeel, dus om grote bedragen. Het is dus belangrijk dat er praktisch nagedacht wordt. De bedrijfskleding moet bovendien iedereen staan: of medewerkers nou kort, lang, mager of dik zijn. De kwaliteit is daarom heel belangrijk, vindt Van Oosten. Hoe draagt de kleding? Zit het prettig? Gekozen is voor een licht stretchende stof waarin katoen en viscose zijn verwerkt. Ook hebben de medewerkers in het ontwerpproces mogen meepraten. Welke kleur heeft de voorkeur van de cateringmensen? Wat voor broek dragen de security-medewerkers het liefst? Zo werden de details ingevuld. Later werd besloten een gele sjaal (voor de cateringdames) en stropdas (voor de heren) te laten ontwerpen, met daarop het logo van de Universiteit Utrecht. Vervolgens werd voor elke medewerker een passessie georganiseerd.

Ook aan het tijdelijke personeel is gedacht. Uitzendkrachten krijgen voortaan een blauwe polo. Van Oosten: “Die mensen moesten van het uitzendbureau een witte blouse aan. Maar dan kreeg je een verscheidenheid van verwassen witte t-shirts tot crèmekleurige blouses met ruches. Daar willen we vanaf zijn: tijdelijk personeel draagt de polo en wij zorgen ervoor dat die gewassen worden.”

Belasting

Op elk kledingstuk staat ‘Facilitair Bedrijf Utrecht’ . “Dat lijkt misschien overdreven, maar het is een verplichting van de belastingdienst”, legt FBU-directeur Van Oosten uit. “Elk kledingstuk moet herkenbaar zijn als bedrijfskleding. Dan kunnen de blouses en colberts niet privé gedragen worden. Het was best lastig om dat probleem op een nette manier te tackelen.”

Draaginstructies

“Het personeel krijgt draaginstructies en daar moet voortaan aan worden voldaan”, zegt Van Oosten. “Een schort mag bijvoorbeeld alleen gedragen worden in de keuken. De sjaal moet altijd gedragen worden. Over het verplicht stellen van een panty ben ik nog aan het nadenken. Het is nooit verplicht geweest, dus we zitten nu in een overgangsfase. Maar ik vind, dat het uiteindelijk wel standaard zou moeten worden.”

MODELLEN

Catering

•Sytze Talsma is sinds anderhalf jaar cateringmanager bij het FBU en draagt zijn nieuwe pak voor het eerst sinds de passessies. Hij is tevreden: “Het model van het pak is best goed. Het ziet er modern uit. Vroeger liet ik op kosten van de FBU pakken maken. Dit is natuurlijk veel gemakkelijker.”

•Ayse Sori is sinds twee jaar cateringmedewerkster. Zij noemt haar nieuwe bedrijfskleding chique. “De oude rokken waren wat korter en sportiever. Dat vond ik eigenlijk leuker. Maar dit staat wel heel netjes.” De kleding draagt licht en de stof van de sjaal is erg zacht, vind zij.

Chauffeur

•Willem Beiler is sinds twintig jaar herenchauffeur voor de universiteit. “Ik vind het nieuwe pak schitterend, het zit lekker. Bij mijn nette bedrijfspak draag ik altijd de gele feestdas. Dat geeft er een beetje fleur aan.”

Security

•De security-afdeling heeft naast de gele das voor bijzondere en officiële gelegenheden, ook een donkerblauwe stropdas voor normale werkdagen. Ook de vrouwelijke security-medewerkers hebben ervoor gekozen een broek te dragen. De bedrijfskleding is minder autoritair en politieachtig geworden dan voorheen: de sterren en strepen zijn verdwenen, de jas is sportief. Het geheel ziet er klantvriendelijk uit, maar blijft wel gezag uitstralen, hoopt divisiemanager Mareille Suylen. De medewerkers hebben ook allemaal een riem en schoenen gekregen. Op de afdeling is een schoenpoetsmachine geïnstalleerd die erg populair schijnt te zijn. De veiligheidsstropdassen zijn gebleven: die zitten niet met een strop om de nek, maar zijn met één forse ruk te verwijderen.

•Ook Ivo Schenk is tevreden met de nieuwe bedrijfskleding. Hij werkt sinds acht jaar bij de security-afdeling van de FBU. “Vooral de buitenjas is erg mooi en praktisch: de voering kan eruit. De oude pakken waren stijver. Ik heb er geen problemen mee om een uniform te dragen, ik doe het al acht jaar. En het is voor een beveiligingsmedewerker juist belangrijk om herkenbaar te zijn.”

Post

De kleding voor de afdeling post & vervoer is minder officieel dan de nette pakken en beschaafde roklengtes van de anderen. Frank Schuller (werknemer sinds zes jaar): “Wij dragen een blauwe polo en een spijkerbroek. We hebben ook nog een trui en een fleecevest voor in de auto. Als we post moeten bezorgen lopen we namelijk de hele tijd gebouw uit, auto in en dan is een jas onhandig. Ik vind de nieuwe kleur mooi: de oude groene polo’s waren minder leuk.”

'Business News Radio, en dan crossen maar'

Warandebusje rijdt al meer dan twintig jaar.

Wellicht rijdt er binnenkort op uitgaansavonden een busje tussen De Uithof en de binnenstad. De Warande in Zeist kent al meer dan twintig jaar het succesvolle 'Warandebusje'. Het U-blad ging een nachtje mee.

De hoek Janskerkhof-Minrebroederstraat is als halteplaats van de Volkswagen Transporter inmiddels een vertrouwd beeld is in het Utrechtse nachtleven. In 1982, een jaar na de opening van het studentencomplex Warande en ver voor het eerste optreden van de serieverkrachter rondom De Uithof of van handtastelijke allochtone jongetjes op de Warande, werd besloten dat busvervoer naar de Utrechtse binnenstad de veiligheid van de bewoners zou kunnen vergroten. Tegenwoordig wordt elke donderdag-, vrijdag- en zaterdagnacht een aantal maal op en neer gereden tussen Zeist en de Utrechtse binnenstad.

Al snel wordt duidelijk dat het busje voorziet in een behoefte. Eenmaal op weg naar Zeist zegt Kreuger, dat de aanwezigheid van de bus voor haar één van de doorslaggevende redenen is geweest om een kamer in Zeist te accepteren. "Meestal fiets ik naar Utrecht, maar 's avonds doe ik dat toch niet graag in mijn eentje." Ook de eerstejaars diergeneeskundestudenten Evelien Baas en Evelien ten Asbroek zijn blij dat ze onlangs het busje hebben ontdekt. Zij komen vanavond van een borrel van studievereniging DSK in Hofman. "Het eerste wat je hier in Utrecht hoort, is toch dat je vooral niet 's nachts in je eentje op pad moet gaan."

Dienstdoende chauffeur Daniele Tauriello is de voorzitter van de Warandebuscommissie. De masterstudent biomolecular sciences vertelt dat de meeste bewoners van de Warande een gratis buspas aanvragen. Jaarlijks worden er zo'n vijftig nieuwe kaarten verstrekt. De pas is verplicht sinds de Utrechtse taxibranche begin jaren tachtig flink stampij maakte over de nieuwe gratis busverbinding. Ook een gelimiteerd aantal introducés is welkom. "Dat is belangrijk want de meeste bezoekers van Warandebewoners zijn juist oude vrienden uit andere plaatsen die geen fiets in Utrecht hebben staan. Vrienden uit Utrecht zie je niet in Zeist. Die verwachten gewoon dat je naar de stad komt." Vorig jaar werd zo'n tweeduizend maal gebruik gemaakt van de busdienst. Gemiddeld betekent dat zo'n dertien passagiers per nacht.

Psychologiestudente Yo-Yi Pat stapt in Utrecht voorin. Zij is voormalig chauffeuse van de Warandebus. Terwijl achter in de bus de aanwezigheid van een U-bladjournalist wordt aangegrepen om eens flink te foeteren op het bachelor-masterstelsel, herinnert zij zich hoe ze ooit rijles kreeg van Tauriello. Lachend: "Hij zat vooral aan mijn stuur te trekken, omdat ik te veel rechts reed, heel voorzichtig, bijna in de bosjes." Nu ze lid is van het SGS-bestuur ontbreekt de tijd om 's nachts te rijden. Jammer vindt ze dat wel. "Ik vond het stoer om te doen. Lekker Business News Radio op en dan maar het donker in."

Tauriello is verantwoordelijk voor het werven en inrijden van de nieuwe chauffeurs. "Op dit moment zijn dat er zo'n dertig. Die rijden allemaal eens in de zeven of acht weken een nachtdienst. Niet iedereen kan dit overigens aan. je moet er in elk geval tegenkunnen om een nachtje door te halen." Zelf wordt hij de volgende ochtend om tien uur verwacht om als student-assistent bij een practicum op te treden.

Achter het stuur van de bus erkent Tauriello met lichte gêne "best trots" te zijn op het initiatief. "Het is echt een beetje mijn busje geworden." Buiten wat dronkemansgedrag van passagiers kan hij zich ook geen grote problemen herinneren. "De meeste mensen hebben wel goede zin na het uitgaan."

De Warandebus is bovendien in twintig jaar Warandecultuur geworden. Zo bestaan er getrouwde stellen die elkaar via de Warandebus ontmoetten. Zelf woont Tauriello in het 'bushuis' bij uitstek, nummer 115. "Bijna alle bewoners bij ons zijn chauffeur en hebben in de buscommissie gezeten. Toen ik kwam hospiteren was de eerste vraag of ik mijn rijbewijs had. Lekker gemakkelijk vergaderen ook."

Wanneer hij de Volkswagen Transporter de Korte Jansstraat inrijdt, moet Tauriello plots even slikken. "O jee, plundering." Voor Bijleveld hebben zich zo'n vijftien studenten verzameld. Warandebewoners konden naast een SWAK-feest in City Hall en een DSK-borrel in Hofman, klaarblijkelijk ook nog naar een VUGS-diesfeest in de Arena. In totaal reizen deze donderdagnacht 36 studenten van Utrecht naar Zeist, dik boven het gemiddelde. De meesten willen nu om half vier uur met de laatste bus terug.

Donkere dampende gestalten verdringen zich voor de schuifdeur wanneer Tauriello, het busje parkeert. Hij mag maximaal acht passagiers meenemen. Biologiestudente Marita Dijkshoorn reageert teleurgesteld wanneer de bus zonder haar weer koers zet richting Zeist. Ze zal een half uur moeten wachten op de extra ingelast rit. "Het is echt supertof dat het busje er is. Zonder busje was ik echt al drie keer naar Utrecht verkast. Maar hier baal ik echt van. Dan moet je al uit de kroeg vertrekken op het moment dat het echt gezellig wordt en dan sta je hier weer te blauwbekken. Kan de SSH niet een tweede busje financieren?"

Dijkshoorn weet dat ze over een uurtje thuis is. Studente journalistiek Daniëlla van Bergen trof het laatst minder, zo vertelt ze. Ze dacht dat de laatste rit om vier uur was. Dat werd dus lopen. "We kregen een fietslift tot De Bilt. Dan ben je al een heel eind. Toen spraken we nog een vent op een scooter aan, maar die reed snel verder." Biologiestudent Bob Brederveld, die op de Warande gaat logeren, hoort het verhaal aan en kan een schaterlach niet onderdrukken. Honend: "Ja, je moet vooral met scooterrijders meegaan als je veilig thuis wilt komen." Tenslotte reed de serieverkrachter op zo'n soort brommer.

Xander Bronkhorst

Cambridgebus

Ook de bewoners van de Cambridgelaan denken over een eigen bus. Binnenkort wordt gepeild of er voldoende belangstelling is om chauffeursdiensten te draaien. Een enquête onder bewoners wees vorig jaar uit dat er grote behoefte bestaat onder bewoners aan nachtelijk vervoer van en naar de stad. Voorzitter van het woonbestuur Vincent Ludden laat weten dat in eerste instantie gedacht wordt aan een pilot waarbij eenmaal per week een busje wordt gehuurd. Ook de universiteit zal benaderd worden voor medewerking. Ludden: "Naarmate er hier in De Uithof meer mensen komen wonen, krijgt de universiteit naar mijn idee een grotere verantwoordelijkheid. De bereikbaarheid van De Uithof is belangrijk." De universiteit staat volgens complexbeheerder Ruut van Rossen als vanouds huiverig tegenover de rol van vervoerder. "Maar elk nieuw initiatief zullen we bekijken."

'Het eerste wat je hier in Utrecht hoort, is toch dat je vooral niet 's nachts in je eentje op pad moet gaan'
'Ik vond het stoer om te doen. Lekker Business News Radio op en dan maar het donker in'
'Toen ik kwam hospiteren was de eerste vraag of ik mijn rijbewijs had'
'Het is echt supertof dat het busje er is. Zonder busje was ik echt al drie keer naar Utrecht verkast'