Achtergrond

Dekoor maakt zich op voor toernee: 'De klank is ons visitekaartje'

Dekoor maakt zich op voor toernee: 'De klank is onsvisitekaartje'

De groep is voor deze gelegenheid gekleed volgens de coderood-zwart-netjes. Ze treft de laatste voorbereidingen aan stem enkleding. Dirigent Johan is er nog niet. De koorleden lopenenthousiast kakelend door elkaar. Studente Spaans Marijke geniet."Het is echt leuk om met 27 andere mensen die allemaal een anderemuzieksmaak hebben, een stuk te zingen. En het is gezellig."Student film- en theaterwetenschappen Maarten valt haar bij: "Hetgrappige is dat we echt een groep vormen, terwijl we allemaal zoverschillend zijn. We ondernemen ook van alles: Dekoor-stappen,Dekoor-sauna....."

Maarten denkt dat veel mensen een clichebeeld van een koorhebben. "Dan wordt gedacht aan kerkkoren in keurige pakjes en aansaaie muziek. Maar ons koor zingt gewoon van alles. Van ballads totpop. Het grootste deel a capella, dus zonder begeleiding. Bovendienmaken wij er een soort theater van."

Wat precies close harmony is, vinden de drie moeilijk uit teleggen. In de Dikke van Dale staat: meerstemmige zangstijl waarbijde verschillende stemmen elkaar dicht volgen. Marijke, zelf eenlage alt: "Veel stemmen bij elkaar en kleine intervallen." Liselot,mezzo-sopraan en studente algemene letteren: "Het klinkt een beetjeals jazz."

Regie

Dirigent Johan komt binnen. Zijn sandalen en spijkerbroek wordenverruild voor zwart pak en nette schoenen. Op de vraag wat dekracht van Dekoor is, antwoorden de drie zangers eenstemmig.Liselot: "Johan is de kracht. Hij kan ons aanspreken, zorgen dat jeoren open gaan. Als hij weg zou gaan zou het een heel ander koorzijn." Maarten: "Johan weet de goede mensen bij elkaar te zetten.De sfeer tijdens de repetities is ook heel goed. Johan kan eenranzige mop vertellen, maar hij kan ook flink uithalen op z'n tijden dat is goed."

Het bijzondere van Dekoor is dat er veel wordt gedaan aan depresentatie. De koorleden staan niet star in formatie. Normaalgesproken werkt de groep dan ook met een regisseur, maar de laatsteregiseusse is opgestapt. Maarten: "Het is lastig een koor teregisseren als je gewend bent om met een theatergroep te werken.Omdat we nu in n keer zonder regisseur zaten, heb ik samen met eenaantal andere leden de regie op me genomen. Ik ben nu dan ookvooral nerveus over de opstelling van het koor."

Liselot: "Juist doordat mensen uit het koor de regie doen, raakje er veel meer bij betrokken. Voorheen onderging ik het passief,nu denk ik mee." Maarten: "Maar het is altijd weer een gevecht. Danbedenk je iets leuks en dan wordt het zo weer van tafel geveegd,omdat het voor de klank niet goed is. De klank is uiteindelijk tochons visitekaartje." Liselot: "Het dromerige kinderliedjebijvoorbeeld dat we straks gaan zingen, doen we normaal gesprokenop onze knien, maar voor de klank kan dat hier niet in dekerk."

Theatershow

Dekoor die al heel wat prijzen op haar naam heeft staan, isbezig aan haar derde cd. Deze zomer gaan ze op tournee in Spanje enPortugal. Het hoogtepunt voor het koor is echter de jaarlijksterugkerende muziektheatershow in het Utrechtse Rasa die dit keervan 11 tot en met 13 juni is. Maarten: "We leren zo'n twintignieuwe nummers in een jaar. Die voegen we samen tot een show. Dieshow is ons einddoel."

Het optreden in de Domkerk begint. De artiesten moeten op enbrengen vier nummers ten gehore, geheel a capella. Het overwegendgrijze publiek lijkt even wakker te worden geschud door de helderestemmen. Tijdens het tweede nummer wordt een van de zangers delucht ingetild. Het publiek lacht en geeft het koor aan het eindeen daverend applaus. Dekoor kan tevreden zijn. Marijke: "Hetgalmde zo mooi in de kerk." Maarten: "Het ging goed. Ik vond het zomooi om al die mensen in de zaal te zien glimlachen , en dan dieman, die slaakte aan het einde een zucht van bewondering."

FS

Dekoor houdt aan het begin van elk studiejaareen auditie. Het koor moet voor 65 procent uit universitairestudenten bestaan. Voor meer info: http://www.dekoor.studver.uu.nl.

Studentschakers Jens en Mellegers op voor promotie: 'Na het kleinste foutje word je opgerold'

Studentschakers Jens en Mellegers op voor promotie: 'Na hetkleinste foutje word je opgerold'

Een schaakwedstrijd tussen twee verenigingen wordt uitgevochtenin tien afzonderlijke partijen. Teamvorming is bij het schakenvrijwel onmogelijk. Aanmoedigen mag niet en aanwijzingen geven ishelemaal uit den boze. Toch is de sfeer in het team van Utrechtgoed, vertelt Jelmer Jens tweedejaars economie. "Na afloop gaan wemeestal samen eten."

De 19-jarige Jelmer Jens is een belangrijke pion in het team.Hij speelt aan een hoog bord. Dat wil zeggen: hij ontmoet vaak eensterke schaker van de tegenstander. Jens scoorde desalniettemin erggoed, tot nu toe zes punten uit acht potjes. Zijn bijnaafgestudeerde studiegenoot Joost Mellegers scoorde een zeerrespectabele 5,5 punt, maar speelde aan lagere borden.

Volgend jaar zullen die scores wel lager uitvallen. In demeesterklasse spelen namelijk niet alleen de Nederlandsetopschakers zoals Timman, Van Wely en Piket, maar veel teamsbeschikken ook nog over buitenlandse grootmeesters. Bij Utrechtzijn nog geen concrete plannen om via sponsoring grootmeesters aante trekken dus Jens en Mellegers kunnen hun borst nat maken.

Bang zijn ze daar niet voor. Jens is veel te nuchter om achtereen schaakbord ook maar ergens bang voor te zijn. Hoewel zijnvoornaamste kwaliteit naar eigen zeggen is dat hij vaak vanzwakkere tegenstanders weet te winnen, versloeg hij ooit al eenseen buitenlandse grootmeester.Voor Mellegers voegt spelen tegengrootmeesters wel iets toe. "Na het kleinste foutje word jeopgerold." Mellegers heeft een remise tegen Timman op zijn naamstaan. "Ik was niet eens tevreden. Die partij had ik eigenlijkmoeten winnen."

Mellegers en Jens zijn op meer fronten actief. Mellegers speeltook nog in de Duitse en de Belgische competitie. In Duitsland werdhij kampioen met een ploeg waar drie grootmeesters in spelen. Hijscoorde goed aan een laag bord. Spelen in Duitsland is leuk vindthij. "Je wordt in de watten gelegd. Je krijgt het gevoel dat jeheel bijzonder bent terwijl ik de minste speler ben van het team."Ook Jens is van plan om volgend jaar op zondag in de Duitsecompetitie te spelen.

Verder komen beide economiestudenten uit op toernooien.Mellegers wil zich na zijn afstuderen deze zomer, een tijd langhelemaal op het schaken richten. Hij heeft niet de illusie dat hijooit een schaakprof zal worden. Maar hij wil weten hoe ver hij kankomen. Ook Jens is zeker niet van plan om van schaken zijn werk temaken. Hij stopt veel tijd in het schaken, maar het moet een hobbyblijven, zegt hij. Desondanks vroeg de Nederlandse schaakbond hemvoor Jong Oranje. Voordeel is dat hij dan mag meedoen aantrainingskampen. Zo is hij in februari met zijn zes teamgenoten enJong Duitsland gezamenlijk op trainingskamp geweest. Zeven uur perdag bestuderen de schakers allerlei stellingen. "Daar leer je heelveel van."

Jens heeft als doel internationaal meester te worden. Daartoemoet hij drie keer een meesterresultaat scoren op een sterktoernooi. Een zo'n resultaat scoorde hij al tweeenhalf jaargeleden. En het valt hem eigenlijk een beetje tegen, dat hij in detussentijd niet meer heeft gescoord.

Een meesterresultaat haalt een schaker door een bepaald aantalpunten te scoren in een sterk bezet toernooi. De sterkte van eentoernooi wordt afgelezen aan de kracht van de deelnemers. Alleschakers ter wereld die lid zijn van een bond, spelen een soortreusachtige laddercompetitie. Iedere wedstrijd levert punten op endoor alle resultaten bij elkaar op te tellen, krijgt iedere schakereen rating, een sport op die ladder.

Jens krijgt als lid van Jong Oranje de gelegenheid om aan sterketoernooien in het buitenland mee te doen. Hij heeft een contractmet de schaakbond en als de bond het met zijn toernooikeuze eensis, krijgt hij een deel van zijn kosten vergoed. "Ik mag helaasniet denken: ik kies een gemakkelijk toernooitje en ga eens lekkertwee weken op vakantie naar de Caraben." Op toernooien voelt hijzich thuis. "Dan zit je anderhalve week ergens en dan kan ik megoed op het schaken concentreren."

Concentratie daar gaat het om. Bij concentratieverlies makenJens en Mellegers in feite precies dezelfde fouten als degemiddelde thuisschaker. Ze schatten soms hun eigen stelling veelte goed in. "Ik dacht dat ik goed stond, maar opeens deed mijntegenstander een zet en kon ik meteen opgeven." Jens: "Of je doeteen voor de handliggende zet te snel. Als je nog vijf minuten hadnagedacht, zie je een betere zet.." Mellegers gebruikt vaak teveeltijd. "Ik had eens nog veertig seconden, mijn tegenstander dertigen ik stond een toren voor. Toen deed ik de enige zet om hem pat tezetten. Er stonden veertig mensen bij en die barstten allemaal inlachen uit."

Jurgen Swart

Faculteitsblad diergeneeskunde ten einde: 'Ze kunnen bij Diergeneeskunde niet lezen en schrijven'

Faculteitsblad diergeneeskunde ten einde: 'Ze kunnen bijDiergeneeskunde niet lezen en schrijven'

'Voor het geld hoefde hij hier niet te werken, maar deacademische wereld zou hij niet graag missen. Die sfeer vanopenheid en discussie-van-niveau. De soms felle maar goedmoedigepolemiek. Die betrokkenheid. Het kwam allemaal zo duidelijk naarvoren in zon simpel blaadje. Hij zou niet zonder kunnen.'

Zo besloot hoofdredacteur Rene van Weeren onlangs zijn laatstecommentaar in Faculteitsnieuws. Wie niet beter wist, dachtwaarschijnlijk dat het blad al die jaren bol had gestaan van deinspirerende polemieken en de snedige discussies. Maar wie eenbeetje vertrouwd was met de in ironie gedrenkte pen van Van Weeren,wist wel beter.

"Een voorname reden om er mee te stoppen is voor mij juist dathet vrijwel onmogelijk is gebleken om veterinairen in de pen telaten klimmen", aldus de hoofdredacteur. "Ik heb het drie jaarzonder succes geprobeerd. Ik zeg wel eens gekscherend: ze kunnenhier niet lezen en niet schrijven. Daar komt bij dat men ook totaalgeen gevoel heeft voor ironie. Of ze de dubbele bodem in mijnlaatste commentaar begrepen hebben? Ik vraag het me af. Maar ja,laten we eerlijk zijn, diergeneeskunde is een beroepsopleiding diein de jaren twintig alleen uit bezuinigingsoverwegingen bij deuniversiteit is gevoegd. Dus wat wil je ook? Abstract denken isvoor de meeste veterinairen een groot probleem."

In de rubriek Ceterum censeo probeerde Van Weeren onvermoeibaarom facultaire en universitaire misstanden op een vriendelijkemanier aan de kaak te stellen, maar reacties leverde dat vrijwelniet op. "Ik had graag een goede opinierubriek en een scherpecolumn gehad", zegt hij berustend. "maar dat zit er hier gewoonniet in. Ze hebben in het bestuur de mond vol over het belang vancommunicatie, maar als puntje bij paaltje komt, gebeurt er niets.Op een gegeven moment hebben mijn mede-redacteur Tulay Arsav en ikmaar geconcludeerd dat het geen zin meer had om door te gaan."

Siamees

Uniek van Faculteitsnieuws was dat het al die tijd als een soortSiamese tweeling met studentenblad Brr-Tup kop-aan-staart in eengezamenlijke uitgave verscheen. Grinnikend vertelt Van Weeren, zelfoud-redacteur van Brr-Tup, dat die curieuze vorm het gevolg was vaneen in de jaren zeventig afgedrukte persiflage op het OnzeVader.

In 'Onze Professor' werd de autoritaire hoogleraar Wagenaar zostevig op de hak genomen dat het bestuur besloot tot een uniekesanctie. De twee bladen loskoppelen zou te duur worden, maar omduidelijk te maken dat de faculteit niets meer met Brr-Tup te makenwilde hebben, mocht het studentenblad voortaan alleen nog op zijnkop achter het facultaire gedeelte worden afgedrukt.Zowel hetstudentenblad als Faculteitsnieuws had nu opeens een eigenvoorkant, wat beide bladen zo goed beviel dat de 'strafmaatregel'nooit ongedaan is gemaakt

Aan die twee-eenheid is nu dus een einde gekomen. Brr-Tup gaatzelfstandig verder, terwijl het facultaire nieuws voortaan op dewebsite wordt geplaatst en er bovendien vier maal per jaar eennieuw kwartaalblad voor medewerkers zal verschijnen. Van Weerenzelf denkt nog na over zijn toekomst als publicist. Ooit schreefhij in Brr-Tup onder de titel 'De avonturen van Paultje Piggelmee'een satire op het reilen en zeilen binnen de faculteit. En in zijnkast ligt een in eigen beheer uitgegeven roman. "Voorlopig heb ikhet hier druk genoeg met onderzoek, maar het is zeker nietuitgesloten dat ik in de toekomst ook weer ga schrijven. Of dat ooknog voor de faculteit zal zijn? Dat betwijfel ik."

Erik Hardeman

Utrechts docent Bob de Graaff, NIOD-onderzoeker Srebrenica: 'Ze hadden willen horen dat Dutchbat fout zat'

Utrechts docent Bob de Graaff, NIOD-onderzoeker Srebrenica: 'Zehadden willen horen dat Dutchbat fout zat'

Meer dan eens heeft docent-onderzoeker Bob de Graaff vanInternationale Betrekkingen zich zitten verbijten voor de televisieals het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) vantraagheid werd beschuldigd. "Dan zit je net dagenlang van zeven uur's ochtend tot tien uur 's avonds te schrijven, en krijg je tehoren dat 'ze bij het NIOD zitten te luiwammesen'."

Het NIOD kreeg in 1996 de opdracht voor eenhistorisch-wetenschappelijk onderzoek naar de gebeurtenissen vr,tijdens en na de val van de moslimenclave Srebrenica en de rol vande Nederlandse militairen daarin. Bij de val van Srebrenica werdenduizenden moslimmannen gedood door Bosnisch-Servishe eenheden.

Nu het duimendikke rapport er ligt, kijkt hij er 'met gepastetrots' naar. "In de pers kwam er een heleboel langs, maar daarzaten nooit feiten bij die niet in ons rapport aan bod kwamen. Datwas een geruststellend gevoel. We zijn erg volledig geweest. Ik hader niet aan moeten denken dat er meteen al gaten in ons onderzoekgeschoten zouden zijn."

Prestigekwestie

Toen De Graaff begin 1999 door het NIOD werd benaderd om mee tewerken aan het Srebrenica-onderzoek, was de Balkan voor dehistoricus onontgonnen gebied. Gek genoeg kwam zijn achtergrond vanJapankunde hem van pas: "Niet dat de landen vergelijkbaar zijn,maar ik wist al wel hoe je als wetenschapper een vreemde regiomoest aanpakken." Hem werd al gauw duidelijk dat het rapport nietkon zonder een overzicht van de recente Joegoslavischegeschiedenis. Vandaar dat De Graaff ook het inleidende deel van hetboekwerk maakte, waarin hij in vogelvlucht de historie van het landbeschrijft.

Het eigenlijke onderwerp waarmee hij zich bezighield, was debesluitvorming over de uitzending van Nederlandse militairen naarSrebrenica. Met andere woorden: wat gebeurde er voordat de eersteNederlandse soldaten in maart 1994 aankwamen in deze 'safe area'.Het NIOD oordeelt meedogenloos over de manier waarop de beslissingom Dutchbat uit te zenden tot stand is gekomen. Te lichtvaardig, teweinig genformeerd en te veel genspireerd door secundaire belangenzoals de reputatie van Nederland in het buitenland.

De Graaff: "Als historicus was ik altijd sceptisch over de rolvan het individu in de geschiedenis. Maar juist in dit onderzoekviel me op hoezeer een paar individuen de loop van die geschiedenishebben bepaald." Met name doelt hij op oud-premier Lubbers,minister van Buitenlandse Zaken Van den Broek en zijn opvolgerKooijmans. "Er was een grote drang om in te grijpen om humanitaireredenen, dat wel. Maar het was ook een prestigekwestie geworden."Nederland riep steeds dat de internationale gemeenschap moestingrijpen. Het leek er op dat ze die grote mond nu maar eensmoesten waarmaken door zelf over de brug te komen met eenvredesmissie. Het gevolg was dat de luchtmobiele brigade in 1994naar het bergachtige gebied rond Srebrenica ging.

Schuld

De onderzoeksopdracht van het NIOD beperkt zich tot hetregistreren van feiten. Het waagt zich niet aan veroordelingen enbeschuldigingen. En als de onderzoekers de betrokkenheid vanbepaalde actoren in de strijd niet keihard konden vaststellen, danstellen zij dat ook onomwonden. Zo wisten ze geen bewijs teverzamelen over een handelende rol van oud-president Milosevic inhet drama Srebrenica. Dit tot grote teleurstelling van de vrouwenvan Srebrenica, zegt de wetenschapper: "Zei vrezen dat Milosevicmet ons rapport in de hand zichzelf zal proberen vrij te pleitenbij het Joegoslavie-tribunaal. Maar dat we geen bewijs hebbengevonden voor directe schuld, pleit hem absoluut niet vrij."

De luidste kritiek op het NIOD-rapport kwam toch al van devrouwen van Srebrenica, die tijdens de presentatie demonstratief dezaal verlieten. De Graaff kan zich hun teleurstelling voorstellen:"Zij hadden graag gezien dat we schuldigen aanwezen, maar dat isniet onze taak. Ze hadden willen horen dat Dutchbat fout was; derol van de Nederlandse regering in deze kwestie interesseert hennauwelijks. Wij hebben de context beschreven waarin Dutchbat isuitgezonden, hoe slecht alles was voorbereid. Het is ontzettendmoeilijk om dat uit te leggen aan de vrouwen van Srebrenica. Wantde essentie blijft dat ze met dit onderzoek niet hun mannen enzonen terug krijgen."

Verknipt

Voor het onderzoek spraken de wetenschappers met negenhonderdmensen die op de een of andere manier met het drama te makenhadden, en togen daarvoor ook meermaals naar Bosnie. Deprimerendereizen waren dat: "Een regio vol getraumatiseerde en verkniptemensen, in de hoofdstraat van Bratunac (een stadje ten noorden vande voormalige enclave, FvZ) lopen mensen op krukken en rijden ze ingemproviseerde rolstoelen. Op de weg er naartoe is twintigkilometer lang geen huis meer intact."

De ontvangst van de NIOD-onderzoekers in voormalig Joegoslaviewas wisselend. Met name degenen die zich tijdens de oorlogmisdroegen en nu nog steeds behoren tot de meest verstoktenationalisten, waren niet al te happig op contact. Maar anderenhadden toch waardering voor het clubje Nederlanders: "Het feit datje als buitenlander in dat gebied rond durft te lopen zondergeweer, nam ze soms voor ons in."

Wat hem opviel was de eenzijdige geschiedschrijving in deverschillende landen in het voormalige Joegoslavie. Deze heeftaltijd in dienst gestaan van de een of andere ideologie. TijdensTito was dit het communisme, daarna het nationalisme. En nu zijn demuren tussen de Serven, Kroaten en Bosniers zo hoog, dat ze nietnaar elkaar toestappen om informatie met elkaar te delen. Dit leidtonherroepelijk weer tot een gemankeerde blik op de historie, vreestde wetenschapper.

Daarom weet hij al waarop hij zich gaat richten nu hetSrebrenica-onderzoek is afgerond: hij gaat de rol onderzoeken vangeschiedschrijving in postconflictmaatschappijen. "Hoe voorkom jedat na een oorlog elke partij haar eigen geschiedenis gaatherschrijven, met het risico dat dit eenzijdige beeld uiteindelijkweer de brandstof wordt voor een nieuw conflict", legt de Graaffuit

Bij dat vervolgonderzoek zal hij de luxe-positie die hij alsNIOD-onderzoeker had, missen: "Alle archieven stonden open en alswe iemand wilden interviewen die destijds in overheidsdienst was,dan mest zo iemand gewoon komen." Ook het budget was nauwelijks eenitem: "Wilden we naar Japan om UN-diplomaat Akashi te spreken, dankon dat. Daarom heb ik jongere collega's wel eens gewaarschuwd: wenniet aan deze luxe, want als je eenmaal weer aan een universiteitonderzoek doet, is dat allemaal een stuk minder. Wat dat betreftzijn we vreselijk verwend."

Femke van Zeijl

Persbekendheid

Hoe het is om als wetenschapper in het middelpunt van dejournalistieke belangstelling te staan, weet historicus Bob deGraaff wel. Toen in 1998 het boek over de InlichtingendienstBuitenland 'Villa Maarheeze' uitkwam dat hij samen met een collegahad geschreven, liep de pers de deur bij hem plat. Toch is dat nogniets vergeleken met de huidige persaandacht, zegt de seniordocent-onderzoeker bij de afdeling geschiedenis van InternationaleBetrekkingen. Gelukkig zegt hij is het rapport heel volledig. Defout in de zeer beknopte perssamenvatting van het rapport, dievermeldt dat de meeste vermoorde moslimmannen militairen waren, iseen smet waar de wetenschapper weinig aan kan doen: "Voorlichtingheeft een samenvatting van een samenvatting gemaakt, en daar isiets verkeerd gegaan. Het is spijtig dat deze fout mede heeftbijgedragen aan de irritatie bij met name de vrouwen vanSrebrenica. Zo'n fout is gelukkig wel snel recht te zetten: in hetrapport en in de uitgebreide samenvatting staat het wel juistvermeld."

Studente ASW voorzitter van Marokkaanse ondernemersvereniging: 'Ik ben erin gerold'

Studente ASW voorzitter van Marokkaanse ondernemersvereniging:'Ik ben erin gerold'

Amina Saydali zit in het keukentje van het nieuwe onderkomen vanmakelaarskantoor Vizier Vastgoed in Lombok. Uit het kantoor klinktgehamer en gezaag. Vizier Vastgoed is net verhuisd van de drukkeKanaalstraat naar de Groeneweg en de vloer moet vernieuwd worden."Eigenlijk hadden we al twee dagen open moeten zijn, maar die vloerzag er niet uit", legt Saydali uit.

Twee en de half jaar geleden begon Amina met haar man JamalBoukhsibi een eigen makelaarskantoor. "Jamal had acht jaar inloondienst gewerkt maar zijn droom was altijd een eigen bedrijf tehebben", vertelt Saydali. Zij zat in de eindfase van haar studieASW en had meer tijd om een eigen bedrijf te combineren met haarstudie. "Ik was 23, maar had nog nooit gewerkt en wilde hiermeewerkervaring op doen. Het leek mij een uitdaging een eigenonderneming op te richten." Aangezien de studente ASW geenmakelaarservaring had deed zij de binnendienst en deed haar man deverkoop. Het bleek hard werken en vooral in het begin bleef erweinig tijd over voor haar studie.

Ze moest alleen nog afstuderen maar was nog op zoek naar eenscriptie-onderwerp. Ter orientatie liep ze een onderzoeksstage bijde Rabobank Utrecht om te kijken hoe ze binnen die organisatieomgaan met niet-Nederlandse klanten. "In de literatuur over etnischondernemerschap viel mij op dat er vooral was geschreven overTurkse en Surinaamse ondernemers maar bijna niets over Marokkanen.Bovendien zijn Marokkaanse ondernemers weinig vertegenwoordigd inbranchorganisaties." Saydali, zelf van Marokkaanse komaf, beslootde Marokkaanse ondernemers en hun organisatiegraad als onderwerpvan haar scriptie te nemen.

Voor haar onderzoek bezocht de zevendejaars een seminar inLombok. Daar hoorde ze dat er een Marokkaanse ondernemersverenigingin oprichting was. Saydali: "Toevallig had ik diezelfde week eeninterviewafspraak met een ondernemer en hij was een van de personendie de vereniging wilde oprichten." Hij vroeg haar of ze hetbestuur wilde ondersteunen en voor ze het wist was ze de voorzittervan de eerste Marokkaanse ondernemeningsvereniging, genaamd Ammam(voorwaarts).

Netwerk

Behalve dat Amina Saydali zelf ondernemer is, ziet ze het ookeen beetje als haar verantwoordelijkheid als Marokkaan om actief tezijn. "Ik wil de positieve dingen benadrukken die Marokkanenondernemen. Laten zien dat er naast de traditionele Marokkaanseslager nu ook jonge Marokkaanse ondernemers zijn die hebbengestudeerd en een ander soort bedrijf hebben."

Saydali is de jongste in het bestuur, dat bestaat uit eerste entweede generatie ondernemers in verschillende branches. Vanschoonmaakbedrijf, reisbureau, pizzeria tot kapperszaak. De eerstebijeenkomst over de euro in december is al geweest en er volgt sneleen over het belastingstelsel. Saydali: "Het grote voordeel vanzo'n vereniging is dat je elkaar kunt steunen en vooral dat je eennetwerk opbouwt. Een netwerk is altijd wel ergens goed voor."

Voor haar scriptie heeft ze ook veel profijt van het netwerk; zekan nu genoeg Marokkaanse ondernemers vinden die willen meewerkenaan haar onderzoek. Saydali: "Het nadeel is echter wel dat ik nutwee petten op heb, sommigen zijn nu juist voorzichtiger met wat zezeggen omdat ze bang zijn dat er geroddeld wordt."

Ze wil dit jaar afgestudeerd zijn. Ze heeft een strakketijdsplanning opgesteld om dat te halen. Helaas kreeg ze net voorde verhuizing een 'mega tegenslag'. Er werd bij hun kantooringebroken en de server met alle data voor haar onderzoek isgestolen. "Ik wil er nu even niet aan denken. Ik moet dus allesopnieuw uitwerken", verzucht ze.

Liever richt ze haar blik op de toekomst. Ze zegt dat ze nog eenjaar wil werken voor het makelaarskantoor. Dan wil Saydali watanders, iets wat meer met haar studie te maken heeft. "Mijn oudersplaagden mij wel eens. Ga toch een vak leren, zeiden ze dan. Maarik vind dat je met ASW juist heel veel richtingen op kan." Welke isnog niet duidelijk. Zeker is wel dat ze weer iets met hetbuitenlandersvraagstuk wil doen.

Marieke Feringa

Milieudiscussie van Aardwetenschappen over Waddenzee

De Utrechtse Geologen Vereniging staat midden in demaatschappij. Onlangs hield het UGV een symposium over het politiekheikele onderwerp of boren in de Waddenzee moet worden toegestaan.Voorstander Shell en tegenstander Socialistische Partij tradentegen elkaar in het strijdperk om samen met studentenAardwetenschappen hierover te debatteren. De studenten liepen nietweg met de milieusentimenten van de SP, maar gingen evenmin platvoor de verkooppraatjes van Shell.

"Eerlijkheid, integriteit en respect voor mensen, daar draaithet allemaal om bij Shell." Tim van Kooten die de kleuren van ShellNederland verdedigt, weet het mooi te brengen. Strak in het pak enmet een hele vlotte babbel, legt hij uit hoe Shell tegenwoordigtegen de wereld aankijkt. Afgaande op de woorden van Van Kooten isShell een soort visionaire kruising tussen het Rode Kruis,Greenpeace en Amnesty International, in plaats van eenmultinational waar geld verdiend moet worden.

Van Kooten neemt het in het debat op tegen Harry Voss van deSocialistische Partij en het Milieu Alarm Team, dat pas een dag vantevoren was gevraagd in te vallen voor de Nederlandse AardolieMaatschappij en zich daardoor niet goed heeft kunnen voorbereiden.Actievoerder Voss, in een geruit jack met t-shirt en een grijsbaardje zet zich al een leven lang in voor het milieu. "DeWaddenzee is een uniek gebied, daar moet je niet boren, dat moet jeniet eens willen", zegt Voss. Veel meer argumenten heeft Vosseigenlijk niet.

De studenten vinden dat als Voss tegen boren is, hij ook tegenhet vervuilende toerisme in het Waddengebied moet zijn. Zebegrijpen ook niet dat hij voor schone energie is, maar wel tegenwindmolens op de Afsluitdijk. "Het is daar toch ideaal voorwindmolens, het waait er veel en het is toch maar een stuk asfalt",aldus een van de studenten. De SP-vertegenwoordiger krijgt hetverwijt vooral 'tegen' te zijn, maar hijzelf bestrijdt dat: "zemoeten alleen van die prachtige Waddenzee afblijven".

Shell is natuurlijk voor boren in de Waddenzee en gelooft datdat veilig kan. Daarbij voert Van Kooten aan dat als er niet wordtgeboord, Nederland gas uit Rusland moeten importeren. Dat is ookheel slecht voor het milieu, want het Russische gasnet lekt enorm;om honderd kubieke meter gas in Nederland te krijgen, moet inRusland tweehonder kub worden gewonnen, zegt hij. Er komt zodoendemeer van de broeikasgassen koolstofdioxide en methaan in deatmosfeer.

De aardwetenschappers lijken in meerderheid te geloven in dekracht en betrouwbaarheid van de techniek en daarom voor boren inde Waddenzee te zijn. Daarbij compenseert, volgens een student,natuurlijke neerslag van bodemdeeltjes voor een groot deel demogelijke bodemdaling als gevolg van de zoutboringen. Sterker nogals de bodem daalt, hoeft er minder te worden gebaggerd, betoogthij.

Dit betekent niet dat Van Kooten van Shell wordt gespaard. Hijkrijgt een aantal kritische vragen om de oren over de inspanningendie Shell nu echt levert in landen als Nigeria, als het gaat om hetmilieu en mensenrechten. Daar waar hij eerder een beeld schetstevan een onderneming die vooroploopt in duurzame ontwikkeling en diehaar verantwoordelijkheden niet uit de weg gaat, volgt een obligaatverhaal over de legitieme grenzen van de onderneming en Shellsrespect voor de nationale wetten van een land.

Even toont Van Kooten te denken als een echte multinational, alshij na alle uiteenzettingen over de betrokkenheid van Shell bij deduurzame ontwikkeling van het milieu, laat vallen dat ze directweer stoppen met groene energie als die niet winstgevend blijkt.Alle mooie verhalen over de grote veranderingen bij Shell tenspijt, draait het bij de oliemaatschappij zoals bij de meestebedrijven toch gewoon om geld verdienen.

Liever hier

De leider van het debat over gasboringen en zoutwinning in dewaddenzee Philippe Van Cappellen is hoogleraar geochemie aan deUniversiteit Utrecht. Na het deabt wil hij zijn geheel eigen kijkop de voor- en nadelen van boren in de Waddenzee wel toelichten."Als wij in Nederland zoveel energie gebruiken, moeten we daarconsequenties uit trekken", is heel kort samengevat zijnmening.

Van Cappellen vindt het onjuist problemen als gevolg van onzebehoeftes door te schuiven naar landen ver weg van hier. "Door hetboren van gas in de Waddenzee tegen te houden, moedigen wijmaatschappijen als Shell aan om in Nigeria of Gabon olie te winnenen daar het milieu ernstig te vervuilen." Die landen worden op diemanier het slachtoffer van onze energiebehoefte, zegt hij.

Het voordeel van in Nederland boren is ook dat we hier door allecontroles en regelgeving de risicos kunnen minimaliseren. "In hetoerwoud van Gabon houdt niemand toezicht, daar zijn pas echterampen gebeurd", aldus Van Cappellen. Hij doelt hiermee op de pitsmet ruwe olie die grote delen van het oerwoud hebben vervuild. Doorin Nederland het milieu te willen beschermen, kunnen we het milieuelders in gevaar brengen.

"De perceptie van het probleem speelt een veel grotere rol danhet werkelijke probleem", zegt de hoogleraar. "Het nitraatprobleem(zout, red.) in het grondwater heeft een veel ingrijpenderverandering van de ondergrond tot gevolg dan het boren in deWaddenzee. Maar in de perceptie van de mensen is het boren in deWaddenzee veel erger, dit terwijl diezelfde mensen als toerist hetnatuurgebied juist ernstig schaden."

Als aardwetenschapper is Van Cappellen is niet zo snel onder deindruk van een beetje verandering in het klimaat of aan hetaardoppervlak. Geologen zijn zich vanuit hun vakgebied zeer bewustvan de voortdurende veranderingen van de aarde. 18.000 jaar geledenwas er nog een ijstijd. De term natuurbehoud impliceert dat je eensituatie kunt houden zoals die is, maar dat is per definitie nietmogelijk. "Het probleem zit erin dat de veranderingen die nu plaatsvinden typisch veel sneller plaats grijpen dan in het verleden. Demensheid en klimaatsystemen hebben minder tijd om zich aan dieveranderingen aan te passen." De taak van aardwetenschappersbestaat er, volgens hem, voor een belangrijk deel uit onderscheidte maken tussen de natuurlijke veranderingen en veranderingen alsgevolg van menselijk ingrijpen.

Tot de belangrijkste gevolgen van boren in de Waddenzee, rekentVan Cappellen het esthetische effect van de boorplatforms,daarnaast bestaat er het risico van olievervuiling als gevolg vaneen grote storm. Een beetje bodemdaling als gevolg van dezoutwinning relativeert de Belgische hoogleraar. "In Nederland ligtbodemdaling heel gevoelig, dat heeft te maken met de nabijheid vande zee en stormvloed in de jaren vijftig in Zeeland; die ispsychisch blijven hangen."

Zolang het energieverbruik van de Nederlander blijft groeien, ishet volgens Van Cappellen echter zinloos om het boren naar gas inde Waddenzee tegen te houden. Dan is het gewoon een excuus voorShell om het ergens anders te gaan halen. "Het enige echtealternatief is duurzame ontwikkeling: een andere omgang metenergie, meer renewables (wind- en zonne-energie) en meerrecycling. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bijde politiek", meent de hoogleraar geochemie: "de techniek en dewetenschap kunnen alleen de informatie aandragen, zij kunnen nieteen politieke beslissing nemen."

Joost van der Spek

Varsity 2002

Even wordt het spannend. Als het hoofdnummer, de Oude Vier, netvan start is gegaan, wordt omgeroepen dat favoriet Orca isgediskwalificeerd. Door een gebroken stuurkoord zijn de Utrechterstegen het Twentse Euros opgevaren. Woede bij stadgenoot Triton datgeweldig van start was gegaan. Na de herstart gaat Nereus er alseen pijl uit de boog vandoor en wint afgetekend. Traditiegetrouwduiken tientallen Amsterdamse supporters slechts gekleed instropdas het koude water in. 'Het was gewoon weer ouderwetsVarsity', verzucht een studente met een verzaligde glimlach.

Tekst: Femke Schellekens

Letterenstudent opteert voor eerste Feyenoord: 'Ik ben fanatiek en kan niet tegen mijn verlies'

Letterenstudent opteert voor eerste Feyenoord: 'Ik ben fanatieken kan niet tegen mijn verlies'

Feyenoord is 'hot' deze dagen. Donderdag verdedigt de ploegthuis een 1-0 voorsprong tegen Inter Milaan en heeft zij grote kansals eerste Nederlandse ploeg in deze eeuw zich te plaatsen voor eenEuropese finale. Rory de Groot maakt alle thuiswedstrijden vanFeyenoord vanaf de tribune mee. Maar de 18-jarige De Groot is ookbijna toe aan een plek in het veld. Hij is de rechtsback van de A1van Feyenoord en zag dit jaar al drie leeftijdsgenoten debuteren inhet eerste van de Rotterdamse club.

Vooral Robin van Persie is op dit moment een sensatie in deeredivisie, terwijl hij een jaar geleden nog bij De Groot in hetteam speelde. De Groot: "Van Persie was altijd al goed. Die scoordebij ons ook al veel." Voor De Groot lijkt Feyenoord 1 nog ietsverder weg. Hij is naar eigen zeggen zelfs nog niet helemaalvolgroeid. Bovendien staat op zijn plaats de schier onverwoestbareAustralier Emerton. Maar die is ook weer veel te goed voorFeyenoord en zal wel snel vertrekken. Rory kijkt vol bewonderingnaar de onvermoeibare Emerton. "Ik speel soberder. Ik maak ook weleens een rush langs de zijlijn, maar daarna heb ik het wel zwaar omweer een duel aan te gaan."

De vooruitzichten lijken goed voor De Groot die al aan zijnnegende seizoen bij Feyenoord bezig is. Hij groeide op vlakbij DeKuip en begon zijn voetbalcarriere bij amateurclub 'De Musschen'.Hij ging vijf jaar oud met zijn vader mee om zijn twee jaar ouderebroer op te geven. Maar hij zat zo te jengelen om ook op voetbal temogen dat ze hem maar mee lieten voetballen. Vier jaar later mochthij al naar Feyenoord. Zijn ouders besloten even te wachten en tweejaar later bleek hij nog steeds welkom. Zijn broer was ook eengoede voetballer, die het eerste van de Musschen haalde. "Voor mijnbroer is voetbal een spelletje. Ik ben bezeten, fanatiek en ik kanniet tegen mijn verlies. Maakt niet uit bij welk spel." En hijheeft zelfvertrouwen. "Ik ben ervan overtuigd dat ik de Europesetop kan halen."

De A-junioren van alle Nederlandse topclubs staan op eenbelangrijk punt in hun carriere. Ze moeten de stap naar de topmaken of ze vallen af. De Groot is niet jaloers op de jongens diede stap al hebben gemaakt. "Ik ben wel jaloers op de kans die zehebben gekregen. Ik wil ook wel voetballen voor veertigduizendmensen." Er zijn meer wegen die naar Rome leiden. Jeugdspelerskunnen opschuiven naar het tweede van Feyenoord. Weer anderen gaannaar satellietclub Excelsior in de eerste divisie. Sommige spelersmoeten weg, maar die worden naar alle waarschijnlijkheid snelopgepikt door een andere club. Want de opleiding van Feyenoord isop dit moment de beste van Nederland. De Groot lijkt op het goedespoor te zitten. Hij speelde immers alle wedstrijden voor de A1 ditjaar. "Het is afwachten waar Feyenoord mee komt." Hij heeft wel eeneigen manager, maar de zaakwaarnemers komen nog niet echt op hemaf. "Die zijn vooral genteresseerd in jongens die veel scoren."

De meeste teamgenoten voetballen alleen maar. Die jongens komendiep in de middag uit hun bed. De Groot is een van de weinigen diestudeert. "Ik vind voetballen leuk, maar daarnaast heb ik anderedingen nodig." De studie is voor hem wel heel duidelijk eenbijzaak. Theater-, Film- en Televisiewetenschappen heeft hijgekozen omdat die studie goed te combineren viel met een werkweekals voetballer. "Ze hebben een topsportplan. Ik kan doorgeven alsik een keer een college moet missen."

Andre

Hij wilde naar de kleinkunstacademie, maar dat ging niet samenmet voetballen. "Eigenlijk wil ik cabaretier worden en deze studieleek me daar het meest bij passen." De Groot heeft zijn leven alvolledig gepland. "De eerste 35 jaar richt ik me volledig opvoetbal en daarna wil ik me richten op optredens."

Het is niet zomaar een los idee. Op zijn middelbare school heefthij al verschillende keren op het podium gestaan. En ook op depersoneelsavond van Feyenoord verraste hij trainers enterreinknechten met parodieen op voetbalhumor en een imitatie vanJan Mulder. Die optredens waren een groot succes. Het heeft hem totnu toe alleen de bijnaam Andre opgeleverd. Zelf houdt hij meer vande onverenigbare grootheden Toon Hermans en Hans Teeuwen.

Rory is niet bang dat hij straks te oud is om een tweedecarriere te beginnen. "Je kunt alles leren." Het heet wel metelkaar te maken denkt hij. "Ik vind het sinds ik een kind was leukom mensen te vermaken en in de belangstelling te staan."

Zijn status als student geeft hem wel een uitzonderingspositiebij Feyenoord. "Als ik in een discussie met bepaalde woorden gasmijten dan ben ik als snel 'het brein' of de professor'. Op deuniversiteit val ik ook op omdat ik met een Feyenoordtas rondloop.En op zondagmiddag kom ik op televisie. Sommige studenten hebbendat dan gezien. Of je gaat naar Abu Dhabi om een toernooi tespelen. Als ik die verhalen op de universiteit vertel staan ze metopen mond te luisteren."

Jurgen Swart

Reacties op strikt rookverbod UU: 'I smoke to relax, not to get frozen....'

Reacties op strikt rookverbod UU: 'I smoke to relax, not to getfrozen....'

De receptionist van het Educatorium heeft net een sjekkiegedraaid en staat op het punt deze aan te steken maar wachtbeleefd, want in het bijzijn van een klant wordt niet gerookt. Nahet horen dat het rookverbod ook gaat gelden voor de "eigen kamer"is hij niet van slag. Daar heeft hij geen probleem mee. Op mijnvraag waar de rookgedoogzones zijn, antwoordt hij dat die er zekernet zijn.

Hij heeft gelijk, want zelfs in de bekende gedoogruimte op deeerste verdieping van het Van het Unnikgebouw is geen roker tebekennen, al beweert een aantal dames dat er na de lunch flinkgerookt wordt. Het lijkt erop dat de posters van Gebouwbeheereffect hebben. Op die posters staat de mededeling dat deKeuringsdienst van Waren deze rookgedoogzone heeft afgekeurd.Gebouwbeheer benadrukt dat het hoopt dat de studenten zich aan hetverbod houden om zo te voorkomen dat de faculteit hoge boetes moetbetalen.

De koffiedrinkende Sara Sprakel vindt het niet moeilijk zich tehouden aan het rookverbod, omdat ze na een sigaret niet meer lekkerstudeert. Onbegrijpelijk vindt zij wel dat er geen specialerookruimte komt. "Omdat dat geld kost? Als je nou een leeg lokaalneemt waarvan je de ramen openzet. Dan ben je toch klaar?"

Zo eenvoudig is het niet. Coby Noordhof , hoofd Gebouwbeheerspreekt uit ervaring. De Keuringsdienst van Waren heeft afgelopennajaar de eisen voor rookruimtes aangescherpt. Zo gebeurde het datde aparte rookruimte in het restaurant van het Langeveldgebouw isafgekeurd; het moest een volledig afgezette ruimte zijn met eeneigen ventilatiesysteem. De aanpassing werd te duur bevonden.

Ad Fijan van de afdeling engineering en lid van de U-raad heeftalle begrip voor de maatregel maar hij vindt wel dat het collegemoet nadenken hoe je met rokers omgaat. "Voordat je het weet staandie gasten allemaal voor de deur te roken en worden ze de paria'svan de universiteit."

Fijan is verder benieuwd wat het buiten roken de universitairegemeenschap gaat kosten, want roken kost arbeidstijd. Fijan'srokende kamergenoot Richard Kraak rekent het desgevraagd uit. Ervanuitgaand dat hij wel wat minder gaat roken, zal hij toch ongeveeracht keer per dag naar buiten gaan. Reken een kleine tien minutenper sigaret, dan kost hem dat bijna anderhalf uur.

Naast de kosten is het buiten roken niet zonder risico. Dat isgebleken op de trappen van het Langeveldgebouw. Coby Noordhof weette vertellen dat er inmiddels al drie mensen de trap afgerold zijnomdat de trap aan weerszijden bevolkt was met zittende rokers.Daarom heeft ze dure bordjes laten maken met daarop de tekst:'Verboden op trap of bordes te roken.'

Na de lunch komt de rooklucht je tegemoet zodra je de eersteverdieping van het Van Unnikgebouw betreedt. De dames, eerder dieochtend, hebben gelijk. Peuken liggen op de grond, achter eenprullenbak ligt een verdwaald en leeg pakje Marlboro. Enigszinsbetrapt kijken een paar dames op. "We smoke here, because we seeDutch students do it and because the weather in Holland is bad. Ismoke to relax, not to get frozen", aldus Erasmusstudent JanethMartims. Ze maakt zich wel zorgen over de 'fine' die je ervoor kuntkrijgen. Dus helemaal relaxed zijn de rokende Portugese en Spaansedames niet. De mededeling moet hen geruststellend in de orenklinken dat de boete voor de faculteit zal zijn en niet voor hen.Ze inhaleren nog eens diep.

Carina Nijssen

Open Podium van Ruimtelijke Wetenschappen is groot succes: 'Over alle vrouwen die hoognodig naar de wc moeten'

Open Podium van Ruimtelijke Wetenschappen is groot succes:'Over alle vrouwen die hoognodig naar de wc moeten'

Een half uur voor aanvang staan de geografiestudenten FemkeSchultz en Marjan Portinga een beetje zenuwachtig in de nog legezaal. Zij hebben de avond georganiseerd, samen met docent Leo Paul,de studentenverenigingen Drift 66, Helix, Storm en defaculteitsvereniging V.U.G.S. "Het was erg leuk om te doen," zegtMarjan. "Maar wel veel meer werk dan ik had gedacht. Vooral nu ernogal wat uitvallers zijn. Het was flink schuiven om het programmaweer passend te krijgen."

De theateravond begint schijnbaar rustig met een akoestischeversie van 'Maar vanavond heb ik hoofdpijn'. Lijzig en doodserieuszingen de sociale geografiestudenten Tom en Freek hun enigszinsverbouwde versie van het lijflied van zangeres Hanny. De zaalreageert niet helemaal zoals gehoopt, maar volgens Tom is datlogisch wanneer je de eerste act bent. "Het publiek moet nog eenbeetje opwarmen. Ik had ook niet verwacht dat ze krom zouden liggenvan het lachen."

De congrescommissie van de V.U.G.S heeft beter begrepen hoe zede lachers op haar hand krijgt. De imitatie van de commissieledenop het televisiespelletje 'De Zwakste Schakel' waar allerleibekende televisiemensen kandidaat zijn, blijkt een schot in deroos. "Ik vond het een superleuke sketch", zegt Lieke Verheijen,tweedejaars studente psychologie. Ze moest vooral lachen om destudent die in de huid van kandidaat Paul Jambers was gekropen."Zijn stem en mimiek waren heel treffend. Het leek net of Jamberszelf op het podium stond."

Ook Nicole Lucas en Marie-Louise Mensen, beiden vierdejaarsstudente internationale economie, vonden 'De Zwakste Schakel' erggrappig. "De presentatrice Chazia Sjepsjasi was geweldig", zegtNicole. "Daar kan de echte presentatrice qua botheid nog eenvoorbeeld aan nemen." Marie-Louise vond de imitatie van docent HenkKunst erg geslaagd. "Maar zulke grappen zijn alleen maar leuk alsje de docent in kwestie persoonlijk kent. Als buitenstaander mis jede hele clou."

Gelukkig valt er voor mensen die de geografiedocenten nietkennen, ook genoeg te genieten. Als docent Marcel van der Perkoriginele Australische cajunmuziek ten gehore brengt, wordt hetdoodstil in de zaal. "Twee jaar geleden tijdens het eerste OpenPodium waren mijn liedjes zo'n enorm succes, dat ik ze dit jaar nogmaar een keer speel", zegt hij. De combinatie van trekharmonica engitaar valt goed in de smaak bij het publiek. "Hele rare, maar welhele mooie muziek", zo omschrijft Lieke zijn optreden naafloop.

Na het serieuze muzikale optreden is het tijd voor wat flauwehumor. De studenten Edo en Paul worden aangekondigd als eenmuzikaal intermezzo. Ze komen op met een plastic teiltje en tweetandenborstels. Uit het publiek klinkt al een zacht gegiechel. Destudenten stoppen de tandenborstels in hun mond en beginnenritmisch te poetsen. Na enkele ogenblikken wordt duidelijk dat zijal tandenpoetsend 'Vader Jacob' ten gehore brengen. "Een beetjeflauw was het wel," vindt Nicole. "Maar voor de variatie in deoptredens was het wel aardig."

Voor de nodige varieteit zorgden ook de Famous Beach Girls methet lied 'Hoge Nood'. "Dit lied gaat over alle vrouwen die nodignaar de wc moeten", roept Femke. Getooid met badmutsen op hunhoofd, korte rokjes en zomerse shirtjes zingen zij hun aanklachttegen de altijd overvolle damestoiletten. "Ik snapte echt niks vandat lied", zegt Lieke. "Nu kon ik ook de helft van de tekst niet ofnauwelijks verstaan. Misschien ligt het daar aan."

Als echte topper van de avond wordt unaniem de nabootsing vanBarend en Van Dorp genoemd. "De docenten hebben hun best gedaan",zegt Marjan Reijerse, derdejaars studente sociale geografie. Ze issamen met haar moeder naar het Open Podium gekomen. "Ik hou sowiesovan cabaret", zegt Marjan, "maar dit was echt goed." Ook haarmoeder vond de imitatie van BvD het leukst. "Die docent die PimFortuyn moest voorstellen vond ik erg grappig. Hij praatte opdezelfde manier en zei precies de dingen die Fortuyn altijd zegt.At your service!"

Fleur Baxmeier