Achtergrond

Elke keer als een ooi lammert wordt er een hekje bij gezet

Ondanks de dreigende mond- en klauwzeerepidemieworden er gewoon, zoals elk jaar, lammetjes geboren. Studentendiergeneeskunde helpen een handje mee.

Ho, even wat schoonmaken, hoor! Ik loop hier met denavelstrengen om mijn laars! De studenten Ingrid den Uijl enSuzanne Weijers zijn bezig om een schaap met haar net geborenlammetjes te verplaatsen. Vanaf vanochtend half zes zijn ze al inde weer op de boerderij van schapenhouder Van der Tol. Er mag daneen mond- en klauwzeerepidemie heersen, dat weerhoudt de schapen erniet van om lammetjes te krijgen.

Schapenhouder Van der Tol: Dit zijn de drukste weken van hetjaar voor een schapenhouder. Ik heb 370 ooien en die bevallenallemaal in een periode van ongeveer twee weken. De meeste krijgentwee of drie lammetjes. Sommigen maar een, maar je kunt jevoorstellen dat er hier nu s nachts niet veel geslapen wordt.Vannacht was ik om half n nog bezig met een ooi die het moeilijkhad. Daarna ben ik even gaan slapen, maar om half drie ben ik tochweer een ronde gaan maken. Tja, de schapen wachten niet metbevallen he?

Traditioneel wordt deze tijd door de faculteit Diergeneeskundegebruikt om stageplekken te creren. Door het uitbreken van mond- enklauwzeer zijn een twintigtal stageplekken in Engeland nietdoorgegaan. Ook heeft de faculteit Diergeneeskunde verscherptemaatregelen genomen ten aanzien van bezoeken aan schapenboeren:nadat studenten een boerderij met evenhoevige dieren hebben bezochtmogen zij 72 uur niet in contact komen met andere boerderijen ofklinieken waar zich evenhoevige dieren bevinden.

Die 72 uur, daar kan schapenhouder Van der Tol zich niet aanhouden. Hij wordt elke dag wel een paar keer van de boerderijweggeroepen, omdat er een boer in de omgeving hulp nodig heeft bijeen moeilijke verlossing van een ooi. Van der Tol stapt even in debak citroenzuur, zodat zijn laarzen geen besmettingsbron vormen enhij wast zijn handen met desinfecterende zeep en gaat helpen bij deburen. Van der Tol: Tja, als ik niet meer de buren zou kunnen gaan,dan zou ook de postbode zijn werk hier niet kunnen doen.

Overbevolking

Twee weken geleden stonden er alleen nog maar een paar hekken inde stal. Langzamerhand werden die grote ruimtes opgedeeld in eensoort van kraamkamertjes voor elke moeder met haar lammetjes. Ennog steeds: elke keer als een ooi lammert wordt er een hekjebijgezet, zodat de ooi met haar lammetjes apart van de rest van degroep ooien komt te staan. De ooi blijft de eerste tijd bij haarlammeren, zodat er een goede binding tussen moeder en kindontstaat. Inmiddels bestaat de grote stal al uit een heel mozaekvan kleine hokjes.

Vanwege het geldende vervoersverbod kampen veel schapenhoudersmomenteel met overbevolking van hun stallen. Van der Tol heeft daargeen last van: zijn stallen zijn groot genoeg en hij is nietafhankelijk van snelle import of export van schapen. Pas als hetvervoersverbod langer zou aanhouden zou Van der Tol problemenkrijgen, omdat lamsvlees tachtig procent van zijn inkomsten vormt.En dat moet uiteindelijk natuurlijk wel vervoerd kunnen worden.

Een volgende ooi wordt onrustig en een deel van de blaas hangtal uit het geboortekanaal; teken voor de stagiaires om de ooi teonderzoeken. Geroutineerd verdwijnt de onderarm van Suzanne in hetgeboortekanaal om te voelen hoe het lammetje indaalt. Ze probeertte voelen hoeveel lammetjes de ooi draagt. Ze woelt daarvoor methaar arm in het binnenste van de schaap. Beide stagiaires zijn welwat gewend van thuis uit. Suzanne komt uit een gezin waar ze eenmanege hadden: Daar heb ik ook geregeld het een en ander gezien inde omgang met dieren. Daar groei je mee op. Ingrid: Ik heb watdieren betreft juist aan de andere kant gestaan: wij hebben thuisaltijd een slagerij gehad. Mijn opa had zelfs een slachterij.Daardoor kan ik nu toch anders naar die dieren kijken.

De studenten zien ondanks ziektes als BSE en mond- en klauwzeerdie hun vakgebied treffen hun eigen toekomst niet negatief. Suzannevindt de ervaring die je opdoet bij deze stage veel waard: Dezestage is zo belangrijk, die zouden meer mensen moeten doen. Hijhoort bij de richting Landbouwdieren, maar ook als je je ingezelschapsdieren gaat specialiseren, dan nog zijn dit waardevolleweken: je kunt verloskundig aan de slag en deze dieren zijn nietmeteen zoals koeien zeshonderdvijftig kilo zwaar. Zon schaap vanzestig kilo is wat dat betreft beter hanteerbaar.

Ingrid reageert: Toch kunnen deze schapen ook nog aardig sterkzijn als je ze moet verplaatsen van de ene naar de andere stal. Wijlaten vaak n van de pasgeboren lammetjes vr het moederschaap uitlopen, dan weet je vrij zeker dat het schaap volgzaam wordt. Zeschiet in de lach: Dan wordt het schaap zo mak als een lammetje!Ingrid heeft altijd met schapen en geiten willen werken en is hierdan ook prima in haar element: Landbouwdieren vind ik veel leukerdan gezelschapsdieren. Als je de richting Gezelschapsdieren kiest,dan krijg je allemaal van die mensen die met hun tekkel bij jekomen. Die zijn hartstikke emotioneel betrokken bij zon beestje. Jemoet dan vaak meer met die mensen aan het werk dan dat je met hetdier aan de slag moet. Hier staat het dier centraal. Dat vind ikmooi.

Beide studenten vinden het prima in de stal en hebben niet veelzorgen. Ingrid: Een paar dagen voordat ik aan deze stage begon hadik zes tentamens waarop ik moest zwoegen: moeilijke rekensommen,turen door een microscoop Dat was pas zwaar. Moet je nu eenskijken: ik sta heerlijk met een hooivork in mijn handen en wehelpen hier om de lammeren op de wereld te zetten. Prima toch, nazon zware tentamenperiode?

Guido van de Wiel

Het eeuwenoude Go kent weinig regels maar is zeer complex: 'Je moet je tegenstander wat gunnen'

Het eeuwenoude Go kent weinig regels maar is zeer complex: 'Jemoet je tegenstander wat gunnen'

Als er ooit 'aliens' landen, en die zouden een spel doen, dan isdat Go, stelt Mathijs Romans, vijfdejaars student natuurkunde ensecretaris van de club. Het is zo elementair, geen wonder dat hethet oudste spel op aarde is.

Hoe oud preceis weet niemand maar er zijn beschrijvingen van hetspel die dateren uit de vijfde eeuw voor Christus.

Het spel met de witte en zwarte stenen wordt gespeeld op eenbord van negentien bij negentien lijnen. In tegenstelling tot bijdammen, liggen de stenen niet in de hokjes, maar op de snijpuntenvan de lijnen. Doel van het spel is om met de stenen, die een vooreen op het bord worden gelegd, meer gebied te veroveren dan jetegenstander. Gebied van de tegenstander kan worden afgepakt doorhet geheel te omsingelen. Veel meer regels zijn er niet. Dat isjuist zo mooi aan Go. Het is simpel uit te leggen, maar het spelzelf is heel complex. Je kunt er steeds weer nieuwe dimensies inontdekken, aldus Romans.

Een huisgenoot van Romans, Daan Wierstra, is inmiddels begonnenmet de beginnerscursus. De student informatica is in voor allespelletjes die te maken hebben met territoriumdrift. Zijn cursus-en studiegenoot Erwin Jansen kwam in eerste instantie uitnieuwsgierigheid mee. Maar, bekent hij, de afgelopen vier dagenheeft hij eigenlijk bijna alleen maar Go gespeeld, op de computer.Het is zo eenvoudig, maar je snapt het niet echt. Je ziet destructuren niet als je net begint, legt hij zijn fascinatie uit.Het lijkt eigenlijk wel op het leven.

Die toevoeging zal goed vallen in de landen die gelden als debakermat van Go, China, Japan en Korea. Ook daar wordt het spel ineen bredere context bekeken, aldus Romans. Bedrijfsleiders vangrote bedrijven werden geacht goed Go te kunnen spelen. Het zegtiets over je strategisch inzicht.

Ranking

Een flexibele geest is een groot goed voor een Go-speler, en welop meerdere fronten. Je moet er niet op uit zijn om je tegenstanderhelemaal de pan in te hakken, om hem of haar geen enkel gebied tegunnen, legt Romans uit. Dan raken je eigen stenen veel teversnipperd, en zijn ze niet te verdedigen. Je moet je tegenstanderwat gunnen.

De sfeer die op maandagavond in denksportcentrum de Remisehangt, is inderdaad eerder ontspannen dan bloedfanatiek. Er wordtboven de borden wat gekeuveld, en spelers staan zo nu en dan op omeen drankje te halen. En dat terwijl er toch om klasseringen wordtgestreden.

De ranking van Go-spelers wordt bijgehouden in zogenoemde Kyusen Dans. Een beginneling is dertigste Kyu, en kan stijgen op deranglijst door van een beter geklasseerde speler te winnen. Dansworden gebruikt voor het meesterniveau. Om dit te bereiken moet eenspeler het goed doen bij zijn of haar club, maar ook goederesultaten halen op de toernooien, die zo eens in de twee wekenworden gehouden. Volgens Mark Willems, met derde Dan de hoogstgeklasseerde speler van de club, zit het verschil in klasse vooralin de benadering van het spel: Hoe verder je komt, hoe meer je gaatdenken in invloeden: in stenen die als piketpaaltjes kunnen dienenvoor gebieden waar je in genteresseerd bent.

De beginners Wiersma en Jansen zijn nog niet zo ver, zo blijkt.Als Milan van Hoek, natuurkundestudent en geoefend Go-speler zijnoog op hun stelling laat vallen, ziet hij onmiddellijk eenlevensgroot gevaar in de positie van Wiersma. De beide spelers wasnog niets opgevallen. Als je langer speelt ga je vanzelf zien waarde gevaren dreigen, spreekt Van Hoek de beginners moed in. Hoewelrekenen ook een onderdeel is van het spel, ontkent clubvoorzitterMerijn de Jong dat Go een typische bta-aangelegenheid is. Ik hebzelf rechten gestudeerd, en had een echt alfapakket met tekenen entalen en zo. Je moet een beetje houden van spelletjes enpuzzeltjes. Hij hoopt dat studenten zich, net als in de jarenzeventig, weer voor Go gaan interesseren. Misschien dat zo ook ietste doen is aan de ondervertegenwoordiging van vrouwen op de vijftigleden tellende club. Dat zegt overigens niets over hun potentie:Guo Juan, genaturaliseerd Nederlandse werd laatst voor de zesdeachtereenvolgende keer nationaal kampioen.

Hanneke Slotboom

Meer informatie over de Utrechtse Go Club:Mathijs Romans, tel: 030-6952429, e-mail: m.w.j.romans@phys.uu.nl

Beta's in opstand tegen bachelor-masterplannen: 'Ik ga mijn docenten voor zo'n krakkemikkig plan niet over de kling jagen'

Beta's in opstand tegen bachelor-masterplannen: 'Ik ga mijndocenten voor zo'n krakkemikkig plan niet over de kling jagen'

"Het is telkens hetzelfde liedje. Het college van bestuur zegtenthousiast ja tegen vernieuwingen, maar als het gaat om deconsequenties, geeft men niet thuis. Zonder extra docenten envoldoende ruimte voor kleinschalig onderwijs zijn de huidigebachelor-masterplannen wat ons betreft onuitvoerbaar. Het is alsofhet college tegen ons zegt: spring maar vast uit het vliegtuig, deparachute komt later wel. Maar zo werkt het niet."

Directeur Jrgen van den Berg van de opleiding Informatiekundelaat zijn irritatie de vrije loop. Maar hij is zeker niet de enigeUtrechtse onderwijsspecialist die de voorbereidingen voor deinvoering van het bachelor-masterstelsel in Utrecht met bezorgdheidvolgt. "Bij natuurkunde zitten we in de relatief gunstige positiedat er al extra personeel is aangetrokken om bachelor-master in tevoeren", zegt onderwijsdirecteur Werner van der Weg, "Maar of we dezaak financieel rond krijgen, is een andere zaak. We krijgen onzeonderwijsbegroting nu al niet sluitend, dus ik vraag me af hoe datzal gaan als we straks drie programmas naast elkaar moetendraaien."

"Vanwege alle veranderingen in het curriculum lopen bij ons opdit moment vier verschillende cohorten studenten rond", zuchtdirecteur Chris Spiers van de opleiding Aardwetenschappen. "Als wedoen wat het college wil, wordt daar straks nog een vijfde cohortaan toegevoegd. Dat kan onze huidige onderwijs-organisatie echtniet meer trekken."

"Veertig procent van mijn docenten is afkomstig uit de faculteitGeneeskunde", vult onderwijsdirecteur Peter Capel van BiomedischeWetenschappen aan. "Die mensen zijn al overbelast door de invoeringvan het nieuwe medische curriculum. Als ze bij ons nu ook weer ineen reorganisatie terecht komen, haken ze af, dan ben ik ze kwijt.Bovendien hebben wij net als Aardwetenschappen een splinternieuwcurriculum dat al helemaal is toegesneden op de komst vanbachelor-master, terwijl Farmacie daar de laatste hand aan legt.Het zou toch pure kapitaalvernietiging zijn als we dat nu allemaalweg zouden moeten gooien?"

Keuzevrijheid

Naast scepsis over de haalbaarheid van de operatie, hebben dedirecteuren ook meer principiele bezwaren. "Wij hebben alsgezamenlijke bta-directeuren gekozen voor een disciplinegerichteopzet van de bachelorfase", zegt Capel. "Dat houdt in dat jestudenten een duidelijk samenhangend programma aanbiedt en dat jedus niet kiest voor de vraaggestuurde aanpak. Dat hebben we decommissie meermalen duidelijk gemaakt, maar met onze mening isniets gedaan." Van den Berg: "Men houdt vast aan het UniversityCollege-concept met een grote keuzevrijheid voor studenten. Maarmen vergeet dat die aanpak alleen werkt bij zeer gemotiveerdestudenten. Dat heeft het experiment met Algemene Letteren afdoendeduidelijk gemaakt."

Een voorname steen des aanstoots voor de directeuren vormt devoorgestelde semesterindeling. In plaats van het huidige rooster(vijf blokken van acht weken) streeft het college over de helelinie naar een rooster van vier maal tien weken. Onwerkbaar, vindende btas. Directeur Martin Hendriks van Fysische Geografie: "Onsvijf-blokken model voldoet prima, vooral omdat ons veldwerk goedkan worden ingeroosterd in het laatste blok. Bij een vier maal tienmodel start de laatste periode al half april, veel te vroeg voorveldwerk." Capel: "In het huidige model met vijf blokken kunnen wijstudenten een gentegreerd vakkenpakket aanbieden dat helemaal istoegesneden op de waaier aan masteropleidingen in de life sciences.Met vier blokken per jaar wordt de flexibiliteit minder groot,precies het omgekeerde van wat het college wil. Bovendien valtKerstmis straks midden in het tweede blok. De Kerstperiode vormtgevoelsmatig zon natuurlijke scheiding dat je rustig kunt zeggendat dat tweede blok op deze manier verkracht wordt."

Ten aanzien van de roostering heeft Capel een oplossingvoorhanden. "Als we het huidige systeem van blokken van acht puntenhandhaven, maar we hakken een van die blokken in tweeen, dan krijgje een systeem zoals dat ook aan de VU is ingevoerd met vierblokken van acht weken en twee blokken van vier weken. Als je in delange blokken de disciplinaire onderdelen roostert, dan kunnen alleopleidingen in de twee resterende periodes van vier weken in hetkader van de vrije ruimte een prachtig scala aan keuzevakkenaanbieden. In totaal hebben studenten dan 24 weken geheel vrijestudieruimte per drie jaar tegenover de nu voorgestelde dertig,maar dat is niet erg, want naast die 24 weken kunnen ze ook nogwaaieren binnen de achtweekse blokken zodat de student in grotemate zijn studiepad zelf kan bepalen.

Hendriks: "Met een vrije keuzeruimte van dertig weken in deeerste drie jaar blijft er te weinig tijd over voor dedisciplinegerichte onderdelen. Het wordt dan zeer, zeer moeilijk omin de masterfase nog een eindniveau te bereiken dat gelijk staataan het niveau van het huidige doctoraal."

Tempo

De btas hopen dat hun brief effect sorteert en dat het collegezich nog eens bezint op de inhoud van de plannen en het tempo vaninvoering. "Het bachelor-masterproject op zich wordt door ons breedgedragen", zegt Capel, "laat daar geen misverstand over bestaan.Maar we verwachten van het college wel een pragmatische aanpak inplaats van de dogmatische die tot nu toe overheerst."

Van den Berg: "Als het college rekening houdt met onze bezwaren,zullen wij loyaal meewerken aan de invoering van bachelor-master.Zo niet, dan weet ik niet wat er zal gebeuren, maar een ding weetik zeker: ik verdom het om mijn toch al hard werkende docenten voorzon krakkemikkig plan over de kling te jagen."


Een reactie van Erwin Vermeulen

"Ik ben een beetje verbaasd over de reactie van de btas, omdatwij al een heel eind aan hun bezwaren tegemoet waren gekomen.Speciaal op hun verzoek hebben we de invoering van het nieuwerooster bijvoorbeeld uitgesteld tot 2004. Als men dat nog te snelvindt? Dan zullen wij daar echt geen halszaak van maken. Ik hebliever dat de zaak goed en met volle medewerking in 2006 wordtingevoerd dan met forse tegenzin in 2002.

"Over de beschuldiging dat wij het University College conceptwillen invoeren, ben ik hoogst verbaasd. In dat model kunnenstudenten cursussen uit het hele aanbod kiezen, terwijl in onzebama-opzet de major, ofwel driekwart van het vakkenpakket, binnen nvakgebied moet liggen. En ook de profileringsruimte mag inhetzelfde vak worden gekozen. Dat dit een University College-modelzou zijn, is dus een kwestie van foutieve beeldvorming. Wat welklopt, is dat wij in Utrecht kiezen voor een vraaggestuurde aanpak.Wij denken dat studenten mans genoeg zijn om verstandig met diekeuzevrijheid om te gaan.

"Ten aanzien van de roostering vinden wij dat je het in eenmoderne universiteit niet meer kunt maken dat elke faculteit zijneigen rooster hanteert en zo de keuzemogelijkheden voor studentenen de samenwerking tussen faculteiten frustreert. Waarom we danniet over de hele linie voor vijf maal acht hebben gekozen? Omdatdat in de alfa-gammafaculteiten onbespreekbaar was. Vier maal tienheeft niemand, dus wat dat betreft zitten we mooi in hetmidden.

"Ik begrijp best dat de opleidingen grote zorgen hebben. Maardat zijn zorgen over de berg die we over moeten om in het beloofdeland terecht te komen. Ik weet zeker dat de nu gekozen aanpakstraks zoveel fricties uit de organisatie zal weghalen dat ookdegenen die nu klagen, er heel gelukkig van zullen worden. Waar hetnu om gaat is te bezien waar nu concreet de problemen liggen en hoedie binnen de vastgelegde uitgangspunten opgelost kunnenworden."

Erik Hardeman

Scheidend rector Voorma pleit voor verdere internationalisering: 'Ik denk dat je niet jong genoeg de grens over kunt gaan'

Scheidend rector Voorma pleit voor verdereinternationalisering: 'Ik denk dat je niet jong genoeg de grensover kunt gaan'

"Laatst kwam hier een hoge ambtenaar van het Franse ministerievan Wetenschappen op bezoek. Hij had gehoord dat wij in Utrecht inde plantenhoek zo aardig bezig waren op het gebied van 'genomics'.Of wij samen niet iets konden opzetten, een beetje voorsorterenzodat we straks sterker staan als er geld verdeeld moet worden. Datsprak me zeer aan, want dat is nou een schoolvoorbeeld vanpro-actief bezig zijn met nieuwe ontwikkelingen oponderzoekgebied."

Volgende week neemt Harry Voorma afscheid als rector-magnificusen als n zaak de scheidende rector de afgelopen vier jaar heeftbezig gehouden, dan was het wel het streven om Utrechts onderzoekin te bedden in grote, liefst internationaal georinteerdeprogrammas. "Ik heb als moleculair bioloog aan den lijve ervarenhoe essentieel internationale samenwerking is. Op ons vakgebied ishet EMBO Lab in Heidelberg het Europese onderzoek-mekka, net zoalsCERN dat voor fysici is. Als ik daar op bezoek was, liep ik nietalleen veel Europese toppers tegen het lijf, maar ook halfPrinceton. Maar het belang van zulke instituten ligt niet alleen inhet feit dat ze een stimulerende omgeving voor onderzoekers vormen.Ze zorgen er ook voor dat Europa in wetenschappelijk opzichtmeetelt en daardoor een veel krachtiger lobby bij overheden en bijhet bedrijfsleven kan opzetten."

Internationale samenwerking wordt des te wezenlijker nu destimuleringsprogrammas van de Europese Unie in omvang toenemen,stelt Voorma. Onlangs maakte Europees commissaris Busquin vanwetenschapsbeleid bekend dat de Europese Unie de komende jaren maarliefst twaalf miljard euro zal steken in onderzoek. Die subsidiesgaan, ter versterking van de Europese samenwerking, uitsluitendnaar internationale conglomeraten. Wil Nederland (en Utrecht) duseen graantje van deze rijke buit meepikken, dan is intensiveringvan de internationale samenwerking alleen al om deze redenonmisbaar, aldus de rector.

"Vandaar ook dat ik heel gelukkig ben met wat er op dit momentin de scheikundehoek gebeurt. Binnenkort wordt de nieuweNMR-faciliteit geopend. Dat centrum, dat met name een grote rol zalgaan spelen bij de opheldering van de structuur van eiwitten, wordtniet alleen ons nationale centrum voor structuuronderzoek, maarkrijgt dankzij een convenant met Frankfurt en Florence ook eencruciale rol in de Europese samenwerking. Er zijn al afsprakengemaakt voor een promotienetwerk, waarbij promovendi een deel vanhun aio-periode aan een van de andere instituten zullendoorbrengen. Internationale contacten zijn het zout in de pap vande wetenschapsbeoefening en ik denk dat je niet jong genoeg degrens over kunt gaan."

Competitie

Op de vraag naar zijn beleid in de afgelopen vier jaar heeft descheidende rector niet meteen een antwoord paraat. Maar dat is ookniet verwonderlijk, want in zijn bestuursvisie hoort een collegevan bestuur, zeker waar het onderzoek betreft, niet nadrukkelijk opde voorgrond te treden. Lachend zegt hij: "Gisteren werd door defaculteit Biologie een afscheidssymposium voor mij gehouden, waaronderzoekers hun werk presenteerden. Toen ik hoorde wat er deafgelopen jaren vanuit het vak zelf aan nieuw onderzoek wasopgekomen, dacht ik: ik ben blij dat ik mij daar als rector nooittegenaan heb bemoeid."

De voornaamste functie van een rector op het terrein vanonderzoek bestaat uit het mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen,is zijn overtuiging. En wie zijn oor bij Utrechtse onderzoekers teluister legt, moet constateren dat Harry Voorma in dat opzicht eenruimte voldoende scoort. In de faculteit Farmacie wordtbijvoorbeeld nog steeds zeer lovend gesproken over de daadkrachtdie de rector aan de dag legde, toen de faculteit de kans had om deAustralische eiwit-onderzoeker Ian Humphery-Smith naar Utrecht tehalen. Midden in de zomervakantie zegde hij de faculteit hetbenodigde geld toe, waardoor Farmacie een topper in huis kon halendie inmiddels internationale bekendheid heeft verworven als een vande initiatiefnemers van het wereldwijde HUPO-project.

Voorma: "Dat is inderdaad een goed voorbeeld van wat je alsrector kunt doen. Een ander goed voorbeeld is wat mij betreft desamenwerking die op dit moment groeit tussen psychiatrie enpsychonomie. Op een gegeven moment kwamen Ren Kahn en Edward deHaan hier binnen met het idee om een gezamenlijk programma op tezetten op het gebied van de neurocognitie. Dat was een gebiedwaarvan ik weinig wist. Dus toen ben ik eens naar een paar lezingentoegegaan. Goh, dacht ik, dat is interessant. Ik heb ze toengevraagd om hun ideen op papier te zetten en ben daarmee naar NWOgegaan. Daar werd dat idee enthousiast ontvangen en inmiddels is erook geld voor beschikbaar. Als je me dus vraagt naar mijn beleid,dan denk ik dat het met name in dit soort dingen heeftgelegen."

Vrouwen

Een terrein waar de besturingsfilosofie van Harry Voorma (nietzelf initiatief nemen maar ontwikkelingen uit het veld stimuleren)nog weinig zoden aan de dijk zet, is de emancipatie. Curieus genoegkan hij met grote instemming het voorbeeld aanhalen van de CanadeseMcGill universiteit. Daar is een aantal jaar geleden bepaald datfaculteiten met een vacature voor hoogleraren en uhds moetenwachten tot er een tweede vacature bij is gekomen. Minstens een vande twee nieuw aan te stellen onderzoekers moet een vrouw zijn. "Datwerkt perfect", zegt Voorma opgewekt, "het percentage vrouwen inwetenschappelijke functies is daar spectaculair gestegen en op hunkwaliteit is niets aan te merken." Maar als hem de vraag wordtgesteld waarom Utrecht dit simpele model dan niet heeft ingevoerd,betrekt zijn gezicht. "Ik had dat best gewild, maar ik zag hetgedonder al voor me. Dat had ik hier nooit gered."

Ook het eindeloze getouwtrek rond de Incubator voor startendeondernemers vormde de afgelopen jaren een smetje op het blazoen vande rector, maar hij is blij dat die zaak nog voor zijn afscheid isrecht getrokken. Binnen afzienbare tijd zullen in De Uithof tweegebouwen voor startende ondernemers verrijzen die het gemis aan eenUtrechts Science Park enigszins moeten compenseren. "Gebouwenzonder toeters en bellen", kan hij niet nalaten te zeggen. Wekt datde suggestie dat hij achteraf niet helemaal gelukkig is met de gangvan zaken rond recente gebouwen mt toeters en bellen?

Zo vlak voor zijn afscheid heeft de rector duidelijk geenbehoefte aan controversile uitspraken. Maar hij wil wel toegevendat hij niet blij is met alle geweeklaag over het Educatorium. Ende nieuwe bibliotheek? De rector zucht en geeft dan op zijn heeleigen manier antwoord. "Ik ben pas op werkbezoek in Windhoek inNamibi geweest, waar onlangs ook een nieuwe bibliotheek is gebouwd.Ook met een glazen wand, maar verder niks geen uitstraling enzwevende depots, gewoon rechttoe rechtaan, rijen boeken achterelkaar, heel praktisch." Er verschijnt een nauw verholen glimlachom zijn lippen en een twinkeling in zijn ogen. "Ik denk niet datdat gebouw ooit in een handboek voor moderne architectuur terechtzal komen. Maar het is uiterst functioneel en ik weet zeker dat hetde universiteit van Windhoek aanzienlijk minder geld heeft gekostdan wij voor onze bibliotheek moeten gaan betalen."

Erik Hardeman

De ere-doctoren voorgesteld


Bart Stapert

De hartstochtelijke strijd tegen de doodstraf

Twaalf jaar lang zette Bart Stapert zich met ziel enzaligheid in voor Amerikaanse ter dood veroordeelden en kansarmen.In september keert hij definitief terug naar Nederland. "Ik bengeen martelaar."

"Over vijf jaar ben ik terug. Dan is de doodstraf afgeschaft."Met die woorden vertrok Bart Stapert na zijn studie JuridischeWetenschappen in Groningen naar de Verenigde Staten. Nu, twaalfjaar later, bereidt hij zijn terugkeer naar Nederland voor. "Ik wasop het punt aangekomen dat iedereen die lange tijd in hetbuitenland is bereikt: blijf ik of ga ik terug naar Nederland? Zitik hier niet tegen mijn grenzen aan? Ik kies ervoor dichter bijmijn ouders te zijn, die nu nog in goede gezondheid verkeren.

Over het optimisme waarmee hij in 1989 vertrok: "Veel Amerikanenweten nu veel meer over de doodstraf dan tien jaar geleden, dat erveel zwakbegaafden worden terechtgesteld bijvoorbeeld. Maar debasishouding van de bevolking ten opzichte van zware criminaliteitis helaas niet zomaar te veranderen. De doodstraf helpt bij het'cleanen' van het systeem, zo wordt gedacht. De strijd tegen dedoodstraf is er een van lange adem."

Stapert was in Nederland als Amnesty-lid betrokken bij actiestegen de doodstraf. Tijdens een van die bijeenkomsten nodigde dedirectrice van een organisatie in Virginia die rechtsbijstandverleende aan ter dood veroordeelden hem uit voor haar te werken.Het was het begin van een hartstochtelijke strijd tegen dedoodstraf. Dankzij een optreden in de televisieshow 'Karel' vondStapert een sponsor, een rijke projectontwikkelaar. Deze stelt hemin staat in dienst te treden bij het 'Southern Center for HumanRights' in Atlanta. Onder de hoede van de gerenommeerdedoodstrafadvocaat Clive Stafford Smith groeide Stapert uit tot eenfulltime onderzoeker. Toen Smith in New Orleans een eigen praktijkbegon, verhuisde Stapert mee naar zijn huidige woonplaats. Al diejaren maakte hij werkweken van tachtig uur waarin hij stad en landafreisde om informatie voor doodstrafzaken te verzamelen.Ondertussen voltooide hij een Amerikaanse rechtenstudie waardoorhij als volwaardig advocaat aan de slag kon. Een bezoekendNederlands journalist merkt ooit op: Ik heb nog nooit iemand zohard en zo toegewijd zien werken met zoveel goeds alsresultaat.

Onrecht

Hoe moeilijk is het om al dat werk achter te laten? "Ik wil nietde martelaar zijn die zich van zichzelf moeten wijden aan de goedezaak en aan niets anders. Dan overschat je jezelf. Ik heb genoegmensen die zich inzetten voor de afschaffing van de doodstraf ofvoor 'social justice' zien afbranden. Dat wilde ik voorkomen. Enook in Nederland zal ik me natuurlijk bezig gaan houden met socialerechtvaardigheid. Ook daar is nog genoeg te doen. Ik zal daar nietgaan werken voor een groot commercieel advocatenkantoor. Wat datbetreft zijn naar mijn gevoel alle 'struggles', waar ook terwereld, verbonden. Ze maken allemaal deel uit van eenzelfde soortenergie tegen onrecht."

Een aantal jaar geleden verkeerde Stapert op een vergelijkbaarbreekpunt in zijn leven. "Ik had het gevoel met de doodstrafzakenaltijd achter het net te vissen. Er hadden zich zoveel tragischegebeurtenissen voorgedaan in het leven van de verdachte. En daarkon ik op zo'n moment niets meer aan veranderen. Het enige wat ikkon doen was een levenslange straf bewerkstelligen in plaats van dedoodstraf.

In St. Thomas, een van de armste zwarte wijken van New Orleansrichtte Stapert het 'Community Law Center' op, een soortrechtswinkel waar buurtbewoners gratis juridische hulp kunnenkrijgen. St. Thomas was ook de plek waar de katholieke non HelenPrejean, de schrijfster van het later verfilmde boek 'Dead ManWalking', werkte voor ter dood veroordeelden en minder bedeelden.De laatste jaren ageerde Stapert en zijn medewerkers, waaronder ooksteeds enkele Nederlandse rechtenstudenten, vooral tegen eenwijkrenovatie waarbij veel sociale woningbouw zou verdwijnen. "Voormij hebben dat soort dingen een directe link met doodstrafzaken.Daarin spelen armoede en verwaarlozing vaak een belangrijkerol."

"Deze buurt te verlaten zal voor mij ook een van de moeilijkstedingen zijn. Ik ben hier deel van een familie en voel mij daarombezwaard nu ik wegga. Ik weet ook zeker dat ik het leven in eenzwarte gemeenschap enorm zal missen. De openheid, de hartelijkheid,maar vooral de spiritualiteit. In Nederland zijn we altijd bang tepraten over spiritualiteit , of over God. Terwijl ik die dingenheel belangrijk vind."

Stapert was hoogstverbaasd toen hij vernam de titel van Utrechtseredoctor in ontvangst te mogen nemen. "Ik ben pas 36. En ik hebnooit zuiver wetenschappelijk werk verricht. Maar wat mijn promotorprofessor Brants zegt is waar: je kunt nog zoveel onderzoek doen enartikelen schrijven, mensenrechten betekenen niets als ze niet inde praktijk worden gebracht. Het eredoctoraat zie ik nu vooral alseen erkenning voor de mensen die mij vanuit Nederland hebbengeholpen. "Het is hier niet altijd even gemakkelijk geweest. Deaard van het werk, de vele uren die je erin moet stoppen en de somsmoeilijke financile situatie vragen fysiek en mentaal veel. Dan ishet goed bijvoorbeeld na executies van clinten terug te kunnenvallen op een basis. Temeer daar ik me hier in Amerika altijd hebmoeten verdedigen voor het werk dat ik doe."

Xander Bronkhorst

Bart Stapert treedt vrijdag of maandag op inBarend en Witteman, 19.30 uur op Nederland 2


Bill Berggren

Een absolute tijdsindeling voor de afgelopen 65 miljoenjaar

Stel je bent geoloog en je wilt weten hoe oud eenstuk gesteente of een monster uit de zeebodem is. Tien tegen n datje dan een tijdschaal van Bill Berggren ter hand neemt.

"Een man met een enorm gevoel voor humor die er niet voorterugdeinsde om serieuze artikelen in vooraanstaandewetenschappelijke tijdschriften spraakmakende ondertitels mee tegeven als 'commotion in the ocean'. Maar ook een toegewijdeonderzoeker die ondanks zijn zeventig jaren op dit moment al weermet zijn vrouw in Egypte zit om lacunes in de door hem ontwikkeldetijdschaal op te vullen." De Utrechtse hoogleraren Cor Langereis enJohan Meulenkamp zijn vol lof over hun Amerikaanse collega, diezich in 1958 als jong promovendus voor het eerst in Utrecht melddeen die zich sindsdien een wereldwijde reputatie verwierf als'hogepriester van de geologische tijd'.

Een cruciale vraag in veel aardwetenschappelijk onderzoek is devraag naar de ouderdom van aardlagen. Tot voor een eeuw viel dievraag niet met goed fatsoen te beantwoorden, maar dat veranderdemet de ontdekking van de radioactiviteit in 1896. Radioactievestraling neemt namelijk met een vaste snelheid af. Door te metenhoeveel radioactiviteit een gevonden monster nog uitstraalt, kunnengeologen betrekkelijk nauwkeurig bepalen hoe lang die straling alaan de gang is en dus hoe oud het monster is.

Helaas voor de geologen (en gelukkig voor de mensheid) bevattende meeste monsters of helemaal geen radioactief materiaal ofbestanddelen die hun radioactiviteit hebben verloren. Om ook dievondsten te kunnen dateren moest dus een andere oplossing wordenbedacht. Daartoe werd teruggegrepen op een indeling die al in denegentiende eeuw was ontstaan en die zich baseerde op de relatieveouderdom van in het monster aanwezige fossielen.

"Stel dat je een monster uit de zeebodem of uit een aardlaagneemt", legt Meulenkamp uit. "Zo'n monster zit vol resten vanprehistorisch leven met onderin uiteraard de oudste soorten. Aan dehand daarvan kun je niet vaststellen wanneer bepaalde soortenleefden maar wel de volgorde waarin ze voorkwamen.

"Inmiddels was ook een andere meetmethode opgekomen", vultLangereis aan. "In de loop van de geschiedenis is het magneetveldvan de aarde namelijk regelmatig van richting veranderd. Dieomslagen zijn in de gesteentelagen van de aardkorst terug tevinden. Ook van die afwisseling was aanvankelijk geen dateringbekend en ook die leverde ons dus een relatieve tijdschaal op."

Aan het eind van de jaren zestig beschikten aardwetenschappersdus over twee relatieve tijdsschalen en over n absolutemeetmethode. Berggren is er uiteindelijk in geslaagd om die schalente integreren en een absolute tijdschaal te ontwikkelen die ookgebruikt kon worden in monsters van bijvoorbeeld de zeebodem waarinnoch sprake was van radioactiviteit noch van magnetisme.

Meulenkamp: "Berggren bleek in staat om zulke onvoorstelbarehoeveelheden informatie uit soms totaal verschillendesubdisciplines in n model te integreren dat zijn tijdsindeling voorde afgelopen 65 miljoen jaar inmiddels wereldwijd wordt aanvaardals d standaard op dit gebied, die voor de laatste vijftien miljoenjaar inmiddels zo is verfijnd dat we monsters uit die periode nutot op vijfduizend jaar nauwkeurig kunnen dateren. Dat is nietalleen van belang voor klimatologen die op basis van geologischegegevens de geschiedenis van het klimaat willen reconstrueren. Hetheeft ons ook een veel beter inzicht gegeven in allerleigeologische verschijnselen, zoals de bewegingen van de aardkorst endaaraan gerelateerde processen van gebergtevorming. Alle reden dusom Bill Berggren met een Utrechts doctoraat te eren."

Erik Hardeman


Marcel Reich-Ranicki

Verliefd op de muziek, getrouwd met de literatuur

Wie wel eens een uitzending van het Duitseboekenprogramma Das Literarische Quartett heeft gezien, weet datUtrecht er met Marcel Reich-Ranicki niet alleen een zeerenthousiaste, maar ook een uiterst kritische eredoctor bij krijgt.Niet voor niets gaf het weekblad Der Spiegel de toonaangevendecriticus in 1993 de eretitel Der Zerreisser.

Ook in een kort telefonisch interview maakt de Duitseliteratuurpaus zijn reputatie waar. "Of ik niet liever schrijverhad willen worden? 'Aber mein Lieber', wat is dat nu voor vraag? Uvraagt toch ook niet aan een violist in een symfonieorkest of hijliever pianist was geworden? "

Voor velen was de keuze van de faculteit Wijsbegeerte om eenletterkundige voor te dragen voor een eredoctoraat een verrassing.Maar volgens erepromotor en hoogleraar sociale filosofie Wim vanReijen geven zij daarmee blijk van een te beperkte visie op deliteratuur. "Uiteindelijk houdt ook veel literatuur zich bezig metde grote, al door de Duitse filosoof Kant geformuleerde, kernvragenvan de filosofie. Schrijvers en filosofen denken ieder op hun eigenmanier na over de inrichting van de maatschappij en over de roldaarin van normen en waarden. Ik zie dus niet in waarom eenfilosofische faculteit geen literatuurcriticus zou kunnenvoordragen."

Getto

Met Reich-Ranicki bekroont de Universiteit Utrecht een man meteen dramatische levensloop. Geboren in 1920 in Polen als kind vaneen Poolse vader en een Duitse moeder verhuist Marcel Reich metzijn familie in 1929 om economische redenen naar Berlijn. Hoewel dejoodse familie Reich daar aanvankelijk weinig problemen ondervindt,worden eerst zijn ouders en later ook Marcel zelf in 1938 op detrein naar Polen gezet. Hij is dan al boekengek en neemt behalvevijf Mark alleen een boek van Balzac mee dat hij aan het lezenis.

In Warschau belandt hij in het getto, de enige periode in zijnleven waarin de muziek belangrijker voor hem is dan de literatuur,zo zal hij later verklaren. Het vierde deel van het strijkkwartetopus 59, nr.3 van Beethoven, de vaste herkenningsmelodie van 'Dasliterarische Quartett' is door hem uitgekozen als herinnering aandie tijd. En ook nu nog antwoordt hij op de vraag naar de rol vande muziek in zijn leven: "Ik ben getrouwd met de literatuur, maarik ben altijd verliefd op de muziek gebleven."

Marcel Reich overleeft de oorlog om na de bevrijding alsdiplomaat in Poolse dienst te treden. Aangezien zijn naam te veelassociaties oproept met Hitler verandert hij die in Ranicki. Paslater zet hij daar weer 'Reich' voor.

Vanaf de jaren zestig rijst zijn ster in de wereld van de Duitseliteratuur snel.

Heeft de Herr der Bucher nooit de ambitie gehad omliteratuurwetenschapper te worden? In zijn antwoord op deze vraagklinkt de tragiek van zijn verleden door. "In feite zitten in elkegoede kritiek ook elementen van literatuurwetenschap. Ik heb altijdgeprobeerd om die kloof te overbruggen. Waarom ik zelf geengermanistiek heb gestudeerd? 'Ach, wissen Sie', als jood heb iknooit de kans gehad om te gaan studeren. Weet u wanneer ik voor heteerst een collegezaal van binnen heb gezien? Dat was op mijn 41ste,als docent."

Erik Hardeman

Ronald Plasterks strijd tegen opgeblazen ego's: 'Als iemand pompeuze onzin schrijft, dan is het Mulisch wel'

Ronald Plasterks strijd tegen opgeblazen ego's: 'Als iemandpompeuze onzin schrijft, dan is het Mulisch wel'

DNA

"Als student in Leiden was ik al in de ban van DNA. Ik vond heteen reuze spannend idee om zo maar aan het fundament van het levente knutselen. Mijn doel was toen puur om te begrijpen hoe hetwerkte, en in feite is dat ook nu nog mijn voornaamste drijfveer.Ik hoop uiteraard dat de kennis die wij opdoen straks kan wordengebruikt om ziektes te genezen. Maar daarvoor zullen we eerstmoeten begrijpen hoe het gezonde lichaam werkt.

"Neem kanker. Daar is de grens van wat je kunt bereiken met hetinspuiten van groeiremmende stoffen nu wel bereikt. De nieuweuitdaging is om de tumorcel specifiek aan te pakken, maar dat kanpas als je weet wat een tumorcel onderscheidt van een gewone cel enwelke genen daarvoor verantwoordelijk zijn. Daar kom je alleenachter als je de ontwikkeling van gewone cellen in hun meest prillestadium bestudeert. Vandaar dat ik als geneticus steeds meergenteresseerd ben geraakt in ontwikkelingsbiologie."

C. elegans

"Ik ben ruim tien jaar geleden begonnen met het bestuderen vanC. elegans, een minuscuul wormpje dat bestaat uit 959 cellen en19099 genen, die allemaal in kaart zijn gebracht. Door die genenstuk voor stuk uit te schakelen bestudeer ik de functie ervan. Hetlijkt misschien vreemd om dat bij een worm te doen als je iets wiltweten over de ontwikkeling van menselijke cellen. Maar zo vreemd isdat niet, want veel genen in onze worm komen ook in de mensvoor.

"Inmiddels ben ik in Utrecht soortgelijk onderzoek gaan doen aande zebravis. Die staat als gewerveld dier dichter bij de mens enheeft ook meer genen. Ook in dat dier schakelen we gericht genenuit om zo de functie te achterhalen. Zo starten we binnenkort eenprogramma om de ontwikkeling van het hart bij zebravissen tebestuderen."

De genetische revolutie

"Met de ontrafeling van het humane genoom is ook de discussieover zaken als gentherapie en het genenpaspoort weer in allehevigheid losgebarsten. Daarbij worden soms doemscenariosgeschilderd, waarover ik me zeer verbaas. Het lijkt mij een zegenals we dankzij onze genetische kennis straks ziektes kunnenvoorkomen die we nu nog niet kunnen genezen. Maar dat betekent tochniet dat we elke nieuwe ontwikkeling klakkeloos hoeven teaccepteren?

"De mensen die zo sceptisch zijn over de vooruitgang in dewetenschap doen alsof er nooit nee wordt gezegd. Als zij zich ietsmeer zouden verdiepen in de medische praktijk, dan zouden ze ziendat er heel vaak wordt gezegd: dit zouden we wel kunnen, maar wedoen het nu even niet. Kijk maar hoe terughoudend artsen zijn alshet gaat om het toepassen van vruchtbaarheidstechnieken bij vrouwendie op hoge leeftijd nog kinderen willen krijgen. Dat geeft me allevertrouwen dat we niet op een hellend vlak zitten en dat het hierstraks echt geen immorele bende wordt.

"Bovendien evolueert ons denken mee. Een mooi voorbeeld vind ikde prenatale diagnostiek. Twintig jaar geleden was het eenschrikbeeld voor veel mensen dat je al vroeg in de zwangerschap konzien of een kindje een ernstige handicap had en dat je kon kiezenof je dat wel of niet wilde. Kinderen op maat, werd er geroepen. Nuis prenatale diagnostiek een geaccepteerde praktijk, waartegen ookin kerkelijke kring niet veel bezwaar meer bestaat."

Columns

"Ik ben er indertijd puur toevallig ingerold, maar het schrijvenvan die stukjes bevalt me uitstekend. Het zit een beetje in mijnkarakter om al te pompeuze opvattingen door te willen prikken endaar krijg ik nu alle kans voor. Als Hare Majesteit in haarkerstboodschap beweert dat wij allemaal geschapen zijn en datniemand het leven kan verklaren, dan voel ik de onbedwingbarebehoefte om te roepen: ten eerste zijn wij helemaal niet geschapenmaar door toeval ontstaan; en ten tweede kun je het leven primaverklaren, namelijk via de evolutie.

"In de tijd voor Darwin was het misschien nog redelijk om tedenken dat we geschapen waren, want hoe kon zoiets functioneels alseen levend wezen anders ontstaan? Maar nu bestaat er geen enkelebehoefte meer aan die vreemde hypothese van een schepper en eenschepping. Als de koningin dan toch met zon volstrekt verouderdeboodschap komt, kan ik de neiging om terug te praten nietbedwingen."

Ethiek

"In mijn columns heb ik het regelmatig aan de stok met ethici.Ons verschil van inzicht gaat over de vraag of er zoiets bestaatals ethische expertise. Kun je op de universiteit zoveel over goeden kwaad leren dat jouw oordeel meer gewicht in de schaal legt dandat van de groenteboer op de hoek? Ik heb daar grote twijfelsover.

"Vroeger was dat anders. Toen stond de waarheid in de bijbel enomdat de ethicus de bijbel had bestudeerd, kon hij uitleggen hoehet zat. Maar nu de bijbel zijn status van geopenbaarde goddelijkewaarheid heeft verloren, vraag ik me af waar ethici hun gezagvandaan halen. Volgens mij vorm je je oordeel over zoiets alseuthanasie op basis van je levensbeschouwing, je karakter, jeomgeving en je prive-ervaringen. Maar die hebben groenteboeren tochnet zo goed als professoren in de ethiek?

"Sommige ethici erkennen dat ook en zijn daarom bescheidener.Zij beschouwen zichzelf als een soort vroedvrouwen die mensÄdjíRÅÄùnîÚ{ÿÿÿÿ÷¸;5;'÷K;'ï¿;'ï¿output: No space left on device grep: writing output: No space lefton device grep: writing output: No space left on device grep:writing output: No space left on device grep: writing output: Nospace left on device grep: writing output: No space left on devicegrep: writing output: No space left on device grep: writing output:No space left on device grep: writing output: No space left ondevice grep: writing output: No space left on device grep: writingoutput: No space left on device grep: writing output: No space lefton device grep: writing output: No space left on device grep:writing output: No space left on device grep: writing output: Nospace left on device grep: writing output: No space left on devicegrep: writing output: No space left on device grep: writing output:No space left on device grep: writing output: No space left ondevice grep: writing output: No space left on device grep: writingoutput: No space left on device grep: writing output: No space lefton device grep: writing output: No space left on device grep:writing output: No space left on device grep: writing output: Nospace left on device grep: writing output: No space left on devicegrep: writing output: No space left on device grep: writing output:No space left on device grep: writing output: No space left ondevice grep: writing output: No space left on device grep: writingoutput: No space left on device grep: writing output: No space lefton device grep: writing output: No space left on device grep:writing output: No space left on devie redenering begrijp ikhelemaal niets. Als God niet achter het stuur zat, waar hebben wehet dan over? Zat hij dan misschien achterin? Dan ben ik het eensmet Wittgenstein als hij zegt waarover men niet spreken kan,daarover kan men beter zwijgen.

"Maar o wee als je dit soort dingen over God en het geloofhardop zegt. Ik heb de afgelopen jaren gemerkt dat christenenbuitengewoon onaardig kunnen zijn en de meest hatelijke dingen overje kunnen schrijven."

Debat

"Aardig aan het columnistenbestaan is dat je leert om je niet alte snel gekrenkt te voelen. Een tijdje geleden schreef ik dat ikJaap de Hoop Scheffer niet zon geloofwaardige leider van deoppositie vond. Maar toen ik hem een week later tegenkwam, was hijtot mijn verbazing buitengewoon vriendelijk. Ik vond het heelleerzaam om te merken dat men in andere delen van de samenlevingpittig met elkaar kan discussiren en tegelijk vriendelijk metelkaar om kan gaan.

"Als je in de wetenschap iets onaardigs over iemand zegt, danbeschouwt hij je vanaf dat moment als zijn vijand. Dan hangt errond elke ontmoeting een vervelend soort spanning.

"Dat merkte ik ook weer aan de manier waarop er door collegaGrobbee werd gereageerd toen ik een kritisch stukje had geschrevenover het onderzoek naar de dood van hartpatinten als gevolg van depenalty van Seedorf. Die reactie was eigenlijk nog een grotereteleurstelling voor me dan dat artikeltje zelf. In plaats van dathij zei dat ik het allemaal zo zwaar niet moest nemen, werd mijverweten dat ik de statistiek niet snapte, terwijl dat aantoonbaaronjuist was. Op zon moment denk ik: ho, ho, dat zullen we nog weleens even zien. Ik heb er een leerboek bij gepakt en ik heb tweehoogleraren statistiek gebeld en ze de zaak voorgelegd, en diegaven mij gelijk. Ja hoor eens, als er zo wordt gereageerd, dankomt de straatvechter in mij boven."

IJdelheid

"Als een stukje van je in de Tweede Kamer wordt voorgelezen,zoals gebeurde met mijn column over de Bijlmer-enqute, sta je weleven vreemd te kijken. Een zekere ijdelheid is mij niet vreemd, endaarom probeer ik heel bewust met alle publiciteit om te gaan. Ikheb teveel mensen de fout in zien gaan. Neem Piet Vroon, die zijnpublieke rol op een bepaald moment zo ging overschatten dat hijzijn feiten niet meer checkte en steeds vaker praatte over dingenwaarvan hij aantoonbaar geen verstand had. Dat wil ik koste watkost voorkomen. Vandaar dat ik consequent bedank voor bijeenkomstenwaar ik niet als geneticus maar alleen als bekende Nederlander wordgevraagd.

Dat kost me trouwens weinig moeite. Vorige week kreeg ik eenbrief van Kandel, de geneticus die dit jaar de Nobelprijs voorgeneeskunde won, en die aan een gen werkt voor het Down-syndroom.Hij had een versie van dat gen gevonden in C. elegans en stelde nuvoor om met ons te gaan samenwerken. Moet je nagaan, een van demeest prominente mensen uit het vak wil op een niet onbelangrijkgebied met ons samenwerken. Dat is zoveel belangrijker dan je kopin de krant dat ik geen enkele moeite heb om prioriteit aan mijnwetenschappelijk werk te geven."

Wetenschap

"Iets nieuws ontdekken geeft mij nog steeds de grootst denkbarekick. Dat is hetzelfde gevoel als de eerste stap zetten inversgevallen sneeuw. Ik weet nog hoe mooi het vroeger was als ik inmijn broedstoof iets zag en dan enthousiast naar mijn collegasrende. Nu ik hier directeur ben geworden, doe ik zelf geenexperimenten meer en nu rennen ze dus enthousiast naar mij. Maardat maakt het plezier niet minder. Daarom blijf ik mijn promovendiook zelf begeleiden. Als ik iets wil vermijden, dan is het dieuniversitaire hulpsinterklaas-constructie van een uhd die een udbegeleidt die een promovendus begeleidt die een student begeleidtdie de proeven doet."

Utrecht

"Op bio-medisch gebied hoeft Utrecht voor geen enkel centrum inNederland onder te doen. Er zitten hier gewoon heel goedeonderzoekers. Utrecht mag dan voor sommigen de provincie zijn, maardaar gebeuren vaak wel de beste dingen. In Engeland gaat het met dewetenschap in Cambridge beter dan in Londen, in Duitsland gaat hetin Tbingen beter dan in Mnchen. Misschien is het voor eenwetenschapper wel goed om niet afgeleid te worden door het mondainestadsleven."

Mulisch

"Een schrijver die met een zekere regelmaat in mijn columnsopduikt. Als iemand in Nederland pompeuze onzin schrijft, dan ishet Mulisch wel. Ik snap niet dat al die lezers van hem dat nietzien. Bij de beeldspraak van Mulisch heb ik altijd het gevoel datdie niet is bedoeld om dingen te verhelderen, maar om te laten zienhoe knap hij is. Neem deze passage:

Uit de laaiende hemel in het westen stromen tramrails alsgesmolten goud uit een hoogoven, tussen de zwarte bomen verschijnenautos uit de baaierd, verdwijnen er in, mensen lopen aan het hoofdvan meterslange schaduwen. Wat hij wil zeggen is, denk ik, dat hetavond is en dat de zon ondergaat. Maar ja, Mulisch zou Mulisch nietzijn als hij dat gewoon zou opschrijven."

Voskuil

"Nee, dan heb ik meer met schrijvers als Nescio, Gerard Reve ennatuurlijk Voskuil met zijn subtiele gevoel voor humor en zijnlichtvoetige taalgebruik. Hij schrijft prachtige zinnen diesuggereren in plaats van dingen expliciet te maken. En dan die helelange golfslag in zijn werk. We zitten tegenwoordig zo op een kortefrequentie te trillen dat het de meeste lezers ontgaat dat er weldegelijk beweging en lijn in het verhaal zit. Soms hoor je dat hetboek alleen maar over de sleur van het ambtenarenbestaan zou gaan.Kom nou, dat zou toch geen lezer zes keer zevenhonderd paginasvolhouden?"

Bach en Joni Mitchell

"Ik moest laatst voor een radioprogramma muziek meenemen. Datwas een mooie aanleiding om weer eens in mijn platenkast te graven.Wat ik heb uitgezocht? De Stones, Dylan, Joni Mitchell, een van deweinigen uit die tijd die ik nog regelmatig draai, en niet tevergeten Absolutely sweet Marie, het nummer van Dylan maar dan inde versie van Jason and the Scorchers. Prachtige plaat.

"Behalve een beetje plukken aan een gitaar heb ik zelf nooit eeninstrument bespeeld. Vijftien jaar geleden heb ik wat zanglessengenomen en sindsdien zing ik in het oratoriumkoor Excelsior.Heerlijk is dat. Op dit moment repeteren we de Matthus Passion vooronze jaarlijkse uitvoering in het Concertgebouw. Ik heb daar alverschillende keren gestaan, maar telkens als ik de trappen afkomen de uitverkochte zaal voor me zie, denk ik weer: jezus, dat ikhier in deze geweldige zaal mag zingen, begeleid door eenprofessioneel orkest en met beroepssolisten. Dat vind ik zonvoorrecht."

Erik Hardeman

ABC-hoogleraar

Prof.dr. Ronald Plasterk werd op 12 april 1957 geboren in DenHaag. Hij studeerde biologie in Leiden en promoveerde in 1984 cumlaude op onderzoek naar het recombinatieproces in de Mubacteriofaag. Na zijn promotie werkte hij als postdoc in deVerenigde Staten en Engeland.

In 1987 werd hij hoofd van de sectie moleculaire biologie vanhet Nederlands Kanker Instituut in Amsterdam, een functie die hijsinds 1993 combineerde met een aanstelling als hoogleraarmoleculaire genetica in Amsterdam. Tevens werd hij toen directeurvan de onderzoekschool Oncologie.

In 2000 werd Plasterk in Utrecht benoemd tot directeur van hetNederlands Instituut voor Ontwikkelingsbiologie, ofwel het HubrechtLaboratorium, een instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademievan Wetenschappen. Gelijktijdig kreeg hij aan de Utrechtseuniversiteit een aanstelling als hoogleraar in het AcademischBiomedisch Cluster (ABC).

Plasterk publiceerde eerder in Intermediair en schrijft op ditmoment een wekelijkse column in de Volkskrant. Ook is hij columnistvan het televisieprogramma Buitenhof. Vorig jaar verscheen eenselectie van zijn columns in boekvorm onder de titel Leven uit hetlab. Op 15 mei spreekt hij zijn oratie uit onder de titel Degoldrush naar het humane genoom.

Emancipatieproces kan Joop Schippers niet snel genoeg gaan: De structuren van de samenleving moeten op de schop

Emancipatieproces kan Joop Schippers niet snel genoeg gaan: Destructuren van de samenleving moeten op de schop

Het gaat goed met de Nederlandse economie. Het opleidingsniveauis hoog en er is veel werk. Toch is er een keerzijde aan dateconomische succes. De zorg voor kinderen en een drukke baan zijnbijna niet te combineren. Meestal komt het erop neer dat de moederminder gaat werken of zelfs helemaal stopt om voor de kinderen tekunnen zorgen. Een groot verlies van arbeidspotentieel, zegtprof.dr. Joop Schippers, hoogleraar arbeids- enemancipatie-economie. De Nederlandse economie moet het, bij gebrekaan ruimte en delfstoffen hebben van kennis en advisering. Kortom,van menselijk kapitaal. En daar gaan we nog steeds niet goed meeom, vindt Schippers, aangezien een grote groep Nederlanders nietmeedoet aan het arbeidsproces. Nu lukt het nog, maar wat gebeurt erals de vergrijzing echt toeslaat? Het kabinet erkent het probleemmaar speelt daar volgens de emancipatiedeskundige lang nietadequaat genoeg op in.

Joop Schippers houdt zich al vanaf zijn afstuderen bezig met devraag hoe je mensen optimaal kunt laten functioneren in onzesamenleving. Hij studeerde economie en ging daarna werken op eenmiddelbare school. Maar het onderzoek lonkte. Schippers promoveerdeop een studie naar maatschappelijke ongelijkheid op dearbeidsmarkt. Het proefschrift legde behoorlijke verschillen blootin beloning tussen mannen en vrouwen. Het zou makkelijk zijn als jedirect kon aantonen dat vrouwen voor precies dezelfde baan als hunmannelijke collegas minder zouden worden beloond. Het ligt echtergenuanceerder. Vaak gaat het om banen die gezien het diploma van desollicitanten vergelijkbaar zouden moeten zijn. Bijbaantjes tijdensde studie worden bij mannen hoger ingeschaald dan bij vrouwen.Mannen starten daarom bij afstuderen vaak al in een hogeresalarisschaal. Daar is in de meeste gevallen overigens geen bozeopzet bij. Mannen nemen de hoogte van het salaris vaak mee in deonderhandelingen terwijl vrouwen de sfeer op de werkplek weerbelangrijker vinden. Meer een kwestie van cultuur dus.

"Dat rolbevestigende gedrag begint al heel vroeg. Een jongetjeis een stevige knul en krijgt een hamer cadeau, terwijl een meisjezulke schattige krullen heeft en iets om te handwerken krijgt. Datis een patroon van traditionele normen en waarden. Je wordt als hetware geprogrammeerd door je omgeving. De overheid is feitelijk inveel opzichten een verlengstuk van die traditionele normen enwaarden.

"Het belastingstelsel hanteerde tot voor kort hetkostwinnersmodel. De verwervingskosten van de kostwinner warenaftrekbaar van de belasting terwijl de kosten voor kinderopvangonder de buitengewone lasten vielen. En als ets problemen geeft danis het wel het financile aspect van kinderopvang. Het komt er in depraktijk daarom vaak op neer dat de vrouw noodgedwongen kiest voorde zorg van het kind. En dat is zeer te betreuren voor deNederlandse economie."

Doorvoerland

Die cultuur speelt overigens niet alleen in ons land een groterol in het arbeidsproces. Ook in het buitenland is de economie eenafspiegeling van s lands normen en waarden. In de vroegereSovjet-Unie stelde het beroep arts bijvoorbeeld niet veel voor. Jeziet in die beroepsgroep dan ook heel veel vrouwen. In landen waardat beroep in hoger aanzien staat, zie je weer veel meer mannelijkeartsen. Ten opzichte van het buitenland zit Nederland quaemancipatie tamelijk in de achterhoede. Op papier is Nederland eenmodern land, maar in de praktijk blijkt dat tegen te vallen. Inleidinggevende functies zitten heel weinig vrouwen. In Turkije is22 procent van de hoogleraren vrouw, in Nederland is dat slechts4,9 procent.

Hoe dat komt weet Schippers ook niet precies. Er zijn veelfactoren die de emancipatie bepalen. Bijvoorbeeld het begin van deindustrile revolutie, dat was bij ons vrij laat. Of de gevolgen vande Eerste en Tweede Wereldoorlog. In andere landen zijn helegroepen mannen weggerukt, bij ons niet. Verder spelen natuurlijk deinvloeden van godsdienst een grote rol. Maar wat Nederland sterkparten speelt is het imago dat we onszelf zo graag geven. Wijkoesteren het beeld van Nederland als doorvoerland, hetgeenhelemaal niet logisch is, gezien de beperkte ruimte die we hebben.Wij laten ons graag portretteren als de binnenschippers,vrachtwagenchauffeurs en containervervoerders van Europa. Tochtraditioneel echte mannenberoepen. Is dat de economie die we willenhebben? Ik zie daar de toegevoegde waarde niet van, en ik geloofook niet dat we daar uiteindelijk gelukkiger van worden. Als je noumoet kiezen tussen het ontwerpen van een haven voor India en hetvervoeren van allerlei goederen dwars door Nederland, dan lijkt medie keuze niet moeilijk.

"Ons land heeft een gebrek aan delfstoffen en ruimte, maar eensurplus aan hoogopgeleide arbeidskrachten. Ik denk dat Nederlandhet daar in de toekomst moet zoeken. Advisering, ontwikkelen vankennis, bedenken van nieuwe productieprocessen, noem maar op.Emancipatie is in zon kenniseconomie van groot belang. Je moet hetmenselijk kapitaal dat je tot je beschikking hebt zo goed mogelijkgebruiken.

De regering ziet dat ook in en wil de discussie over de richtingvan onze economie en het emancipatiebeleid graag voeren. Onlangskwam het kabinet met het 'Meerjarenbeleidsplan Emancipatie' metdaarin de speerpunten van het emancipatiebeleid voor de komendevijf jaar. Schippers heeft weinig moeite met wat er in staat, maardes te meer met wat er niet in staat.

We staan nu op een kruispunt in de geschiedenis, om het maarhoogdravend te zeggen. f we blijven doormodderen, en dan ebt debroodnodige aandacht voor de emancipatie net zo snel weer weg, f wekomen tot de kern van de zaak. En dat is dat de structuren van desamenleving op de schop moeten. Er moet brede acceptatie komen vande wensen van de werknemers. Vooral met betrekking tot zorg voor dekinderen en andere vormen van verlof. Dat is een geldkwestie, maarook een mentale omschakeling. Ons gedrag wordt voor een groot deelbepaald door de reactie van onze omgeving. Zo lang we het normaalvinden dat de vrouw voor de kinderen zorgt en de man fulltimewerkt, blijft het probleem bestaan. We moeten zorgen datemancipatie een van de hoofdzaken wordt van het beleid en geenbijzaak blijft. In het emancipatiebeleid noemt men dat'mainstreaming'. Het kabinet moet zorgen dat 'mainstreaming' handenen voeten krijgt. De werkgevers zien op het ogenblik waar devoordelen liggen. Daar moet de overheid maximaal op inspelen.

Toekomst

Schippers stond de overheid in het verleden voor advies terzijde als lid van de Emancipatieraad (1993-1997) en TECENA, hetconsultancyteam van drie wijze vrouwen en een man (1998-2000), enzal dat ook in de toekomst blijven doen. Hij gaat de komende jarenonderzoeken hoe de combinatie arbeid en zorg het bestegeorganiseerd kan worden. De vraag is welke taak overheid enwerkgever in dat proces precies moeten hebben. Verder zal hij zichgaan bezighouden met organisatievernieuwing en ontwikkeling.Volgens Schippers een zeer interessant aspect van hetemancipatievraagstuk. In de toekomst zal flexibilisering een steedsgrotere rol gaan spelen. Dat was een aspect dat tot nu toe wasvoorbehouden aan uitzendbureaus, maar de werkgevers zullen er zelfook rekening mee moeten gaan houden. De vraag is hoe je mensenverschillende taken kunt geven binnen de organisatie, zodat zelanger optimaal kunnen blijven functioneren. De opleidingen wordensteeds langer en men stopt ook nog eerder met werken dan vroeger.De werkzame periode wordt dus steeds korter. Je kunt je afvragen ofiemand op zijn zestigste al op is. Waarom zou hij niet in deeltijddoor kunnen werken of een lichtere taak kunnen gaan vervullen?Daarnaast zie je de tendens dat werknemers er een jaar tussenuitwillen om wat anders te gaan doen. Mannen zullen gaan besluitenzich actiever met de opvoeding van kinderen bezig te houden. En dekomende tijd gaan we ook te maken krijgen met het probleem van devergrijzing en de positie van allochtonen. Nu zijn er weinig hoogopgeleide allochtonen, maar dadelijk hebben we ook in die groep eenbron van hoger opgeleiden. Het meedenken over hoe het arbeidsprocesin de toekomst ingericht moet worden is een belangrijke taak.Mensen zijn in onze huidige samenleving nog te vaak de sluitpost inhet productieproces en dat is geen goede zaak.

Bas Bruin

Utrechtse oud-studente Marjon de Hond als weervrouw in de schijnwerpers: 'Zelf vind ik dat ik streng overkom'

Utrechtse oud-studente Marjon de Hond als weervrouw in deschijnwerpers: 'Zelf vind ik dat ik streng overkom'

Zeeuwse Marjon de Hond (28), geboren en getogen in Tholen, heeftzolang ze zich kan herinneren een fascinatie voor het milieu en hetweer gehad. "Ook nu, of ik vrij heb of niet, is een van de eerstedingen die ik 's morgens doe, naar buiten kijken en zien wat voorweer het is."

Sinds november 1999 is Marjon werkzaam als weervrouw bij hetNOS-journaal. Aan het eind van haar studie Meteorologie en FysischeOceanografie (MFO) in Utrecht bezocht de hoofdredacteur van hetNOS-journaal de opleiding, omdat hij weerpresentatoren zocht. Jekon je opgeven voor een workshop bij de NOS en ik wasgenteresseerd. Diezelfde dag zag ik Erwin Kroll op een congres enben ik op hem afgestapt. Zo is het balletje gaan rollen. Ik moestnaar Hilversum voor een screening, werd voor de camera gezet om eenkort weerpraatje te doen op basis van een kaart. Twee weken laterbelde Erwin Krol, of ik wilde beginnen.

Sterrenflat

Haar appartement in Driebergen ruikt nog nieuw en de inrichtingis nog niet helemaal klaar. Kat Chelsie (vernoemd naar hetstrip-weervrouwtje Celsie van het Jeugdjournaal) heeftdesalniettemin al de eerste halen gemaakt in de enkele maanden oudevloerbedekking. Driebergen is haar vierde woonplaats, nadat ze ophaar 21ste Tholen verliet. Ze vertrok toen naar Dordrecht waar zeTechnische Natuurkunde studeerde, een studie die ze wel afmaakte,maar waar ze zich op verkeken had. Ik ben een doe-mens en kon nietuit de voeten met het hele technische van die opleiding, legt zeuit.

Daarom koos ze vervolgens voor de kopstudie Meteorologie enFysische Oceanografie in Utrecht, waar meer een beroep werd gedaanop haar praktische instelling. In Utrecht waren er boeiendeexcursies, bijvoorbeeld met het vak IJs en Klimaat naarZwitserland, en er waren leuke practica, zoals metingen op deWaddenzee. Dat sprak mij aan. Toch viel de studie me een beetjetegen, vooral omdat ik in het tweede jaar moest instromen in plaatsvan het derde, zoals ik gehoopt had. Dat betekende dat ik opnieuwpittige natuurkundevakken moest volgen. Verder bleek ze geen echtwetenschapstype en zocht ze haar heil meer in de weerkamer danachter de computer voor onderzoek. In augustus 99 studeerde ze af,op het onderwerp wolken en straling. Voor mijn afstudeerpraatje hadik een 8, terwijl ik voor het onderzoeksdeel net voldoende had. Ikhoud gewoon meer van babbelen!

Toen ze in Utrecht studeerde, woonde Marjon eerst nog inDordrecht. Pas na een jaar maakte ze de overstap naar een kamer aanhet Oude Houtensepad. Goede herinneringen heeft ze daar niet aan,want ze trof er een dubieuze huisbaas die rommelde met debelastingen en rondsnuffelde in de kamers die hij verhuurde.Uiteindelijk moest ik mijn kamer uit en ben ik naar Bilthovenverhuisd, waar ik drie jaar met plezier gewoond heb. En nu woont zedan in Driebergen. In een heuse sterrenflat, gniffelt ze. Weet jedat die van de Blue Diamonds die pas overleden is, hier woonde? Enook Piet Keijzer, een oud-Elfstedentochtwinnaar.

Graaf Floris

Inmiddels is Marjon de Hond zelf een min of meer bekendeNederlandse (haar recente verschijning op een internetsite overtv-babes illustreert dit) en daarmee ook een markante Utrechtsealumna.

Echt tijd om van het Utrechtse studentenleven te genieten had zeoverigens niet. Ze had nog maar beperkte studiefinanciering doorhaar opleiding in Dordrecht en moest dus snel studeren. Dat heeftme achteraf wel een beetje de kop gekost. Voor mijn afstuderenwerkte ik bij het KNMI en ik was continu bezig met mijn studie.Daarna was ik even helemaal op. Mijn huisbazin overleed indiezelfde tijd aan kanker, een proces dat ik van dichtbijmeegemaakt heb, en dat ging me ook niet in de koude klerenzitten.

Toch kijkt ze met plezier op haar Utrechtse studietijd terug. Ikwas geen verenigingsmens, maar volgde bijvoorbeeld wel eenzangcursus bij Parnassos. Voor mijn ademhalingstechniek heb ik daarveel aan gehad. En al heb ik maar kort in Utrecht gewoond, ik vindhet wel een leuke winkelstad. Bijzonder goede herinneringen heeftze aan Graaf Floris. Die appelbollen daar, zalig! Alleen al daaromwas dat mijn favoriete cafe.

Ze kan nog steeds redelijk anoniem door de stad lopen, omdat zeop televisie anders oogt dan in werkelijkheid. Vaak hoort ze dat zerobuuster overkomt dan ze is; verder is ze op tv vrij zwaaropgemaakt en draagt ze thuis sportievere kleren. Zelf vind ik datik streng overkom, terwijl ik juist dacht dat ik vriendelijk zouogen. Nou ja, presenteren is een vak en volgens Erwin Kroll kosthet zon twee jaar om het onder de knie te krijgen. Ik kijk mezelftrouwens wel altijd terug, om daarvan te leren.

Fulltime

Marjon is zelf verantwoordelijk voor haar weerpraatje. Zeverzamelt de benodigde informatie (via onder meer weerbureau HWS enhet KNMI), vergelijkt die met haar eigen bevindingen en schrijftzelf haar teksten, die ze uit het hoofd vertelt. Behalve hetweerbericht voor de NOS-journaals, verzorgt ze ook dat van deWereldomroep en het half zes-journaal op Radio 1. Bovendienverzorgt ze s zomers vaak uitzendingen op locatie voor hetJeugdjournaal. Ik ben fulltime in dienst bij de NOS. Dat vergetenmensen wel eens, dat je er echt een dagtaak aan hebt.

Marjon is zeer gelukkig met haar recente vaste aanstelling bijde NOS. Het is een unieke baan. Je bent op tv en de dingen eromheenhouden het leuk. Makkelijk vindt ze het niet altijd. Het zijn juistde wolken waar ze zo van houdt, die het haar vaak lastig maken. Jebent er zelden zeker van of bewolking oplost of niet, dat heeft metzoveel factoren te maken. Misschien herinner je je dat relletje vanvan de zomer? Toen stond er een wolkje op de weerkaart boven Texel.Vrij willekeurig eigenlijk. Was iedereen op Texel boos, want doorhet wolkje zou men inkomsten zijn misgelopen van toeristen. Tja,daar doe je weinig aan Nee, ik verwacht geen schadeclaims in detoekomst. Wij hebben slechts een waarschuwende functie, we brengenuiteindelijk niet meer dan verwachtingen.

Annemarie Heuts


Met haar regelmatige verschijning in het NOS-journaalis Marjon de Hond een publieke persoon geworden, die allerleireacties oproept. De impact daarvan overzie je echt niet als jeeraan begint, vindt ze. Mensen letten op mijn kleding, mijn accent,mijn taalgebruik, op alles. Een keur uit de reacties:

Je doet het heel goed en volgens mij ben je aan hetafvallen.

Ze verkracht de Nederlandse taal. Ze zegt dingen als: In Limburgdaar regent het, of De wind die gaat flink tekeer. Foei! (eentaalpurist)

Al een hele tijd kijk ik met genoegen naar je weerpraatje en ikzal echt niet de enige jongeman zijn die je aanbidt, maar inkerstkleding, onvoorstelbaar! Het weer hoorde ik niet eens, zoverblind was ik, door je prachtige outfit en figuur. Als ik jouzie, is het bij mij altijd zomer, zonnig en warm. (bijgevoegde fototoont een man van middelbare leeftijd)

Haar haar blinkt te veel, ze moet het eens wassen.

Ik ben hardhorend (hoorapparaat in beide oren). Als ik niet voorhet tv-toestel zit, heb ik veel moeite om de sprekers te verstaan,maar als ik ergens anders in de kamer zit, kan ik Marjon de Hondnog duidelijk verstaan!

Spijkers met Koppen: een ideaal zaterdagmiddag-uitje

Spijkers met Koppen biedt een mix van cabaret,politiek, actualiteiten, satire en muziek. Elke zaterdagmiddagzendt de VARA dit radioprogramma live uit vanuit cafe Florin &Firkin. Het - gratis - bijwonen van de uitzending is razendpopulair, vooral bij studenten.

Bij elk live-programma gaat weleens wat fout. Dat blijkt maarweer tijdens de uitzending op deze zaterdag. Katja Schuurman hadbeloofd naar Utrecht af te reizen om te komen praten over haar rolin de film 'Costa'. Een tegenvaller voor de redactie: hetsiliconenwondertje presteert het om tien minuten voor aanvang vanhet programma af te zeggen. Bij een auto-inbraak is haar outfitgestolen en nu moet ze in allerijl iets anders kopen voor hetpremirefeest van die avond. Een redacteur kan Katja nog weloverhalen in de uitzending aan de telefoon te komen. "Ik wil ervanavond toch een beetje mooi uitzien", verontschuldigt ze zich.Presentator Jack Spijkerman reageert ad rem. "Ja, want dat heb jijnodig." Luid gelach in het publiek. "Wat heb jij trouwens metauto's, Kat?" De diva weet even helemaal niets meer uit tebrengen.

Typisch 'Spijkers met Koppen', waarin de studentikoze humoroverheerst. Die is behalve in het cabaret van onder meer Mike Boddeen in de gesproken column van Rotterdamse Carrie ook terug tevinden in de politiek getinte interviews. De kwinkslagen volgenelkaar snel op, soms misschien te snel. Toch is het knap hoeSpijkerman en zijn collega Felix Meurders dankzij hun flitsendeaanpak zelfs van de saaiste en taaiste onderwerpen nog iets mooisweten te maken. Het blijft niet onopgemerkt, want 'Spijkers metKoppen' is met een kleine 500.000 luisteraars per week het bestbeluisterde programma van Radio 2 en het paradepaardje van deVARA.

Lachen

Ook nu hebben zich weer een dikke honderd bezoekers verzameld incafe Florin & Firkin aan de Nobelstraat. Zeker de helft van hetpubliek in het voormalige Zeezicht bestaat uit studenten, die nieteens allemaal in Utrecht of directe omgeving wonen. Ook daarbuitengeniet het programma bekendheid.

Neem Paul Vermaas, die samen met een paar dispuutgenotenhelemaal uit Eindhoven is gekomen om Spijkerman op de foto tezetten. "Dat geldt als voorwaarde om lid te worden van ons dispuut.Na afloop van de uitzending heeft Jack wel tijd, zei hij. Kunnen wedaarvr mooi de opnamen bijwonen." Vermaas kent het programma van deradio; hij luistert er af en toe naar. "Lachen. Toch is het veelleuker om het ook te zien, want dan beleef je het veelintensiever."

Al om tien uur gaan de cafedeuren open en druppelen de eerstebezoekers binnen. Na half twaalf is zitten er voor de meesten nietmeer bij; daarvoor nemen de apparatuur, de crew en de genterviewdente veel ruimte in beslag. Ter verzachting van de pijn geeft hetpersoneel van de Ierse pub het publiek toestemming plaats te nemenop de bar.

Angelique Hendriks, studente rechten, heeft een prima uitzicht."Je moet gewoon vroeg komen. Ben je er niet voor elven, dan krijgje weinig tot niets mee van de sfeer van de uitzending. En dan ishet een stuk minder leuk." Samen met een vriendin bezoekt ze'Spijkers met Koppen' regelmatig: zeker een keer per maand. "Het iseen ideaal zaterdagmiddag-uitje. Eigenlijk valt het nooit tegen; ergebeurt altijd wel iets. Ik kom puur voor het entertainment. Hetcabaret en de muzikale optredens vind ik het grappigst, maar ooksommige interviews zijn de moeite waard."

Voor Florin & Firkin vormt 'Spijkers met Koppen' de bekendeslagroom op de taart. "Zaterdag is een absolute topdag", meldtDavid Reeberg. "Het uitzendtijdstip werkt in ons voordeel. Beterkan niet: een programma dat rond lunchtijd wordt uitgezonden." Enzo nippen er om half twaalf al studenten aan hun biertje. Ookzetten sommigen hun tanden in een tosti, vermoedelijk bij wijze vanontbijt.

De opofferingsgezindheid van het publiek tekent de populariteitvan het informatieve en cabareteske VARA-programma. Interviews,discussie en confrontatie, gecombineerd met cabaret en muziek: diecocktail staat kennelijk voor succes bij studenten. SamenstellerWim van Klaveren noemt de afwisseling de grote kracht van hetprogramma. "We brengen variatie aan in genre, maar ook in onderwerpen toon. Dat spreekt aan."

Graadmeter

Er zijn twee redenen waarom voor Utrecht als locatie is gekozen:de ligging en het hoge studentengehalte. "Onze gasten komen uit hethele land. We zochten een centraal gelegen, goed bereikbare stekwaarin een relaxte stemming hangt. Toen kwamen we vanzelf opUtrecht uit. Een echte studentenstad, veel meer dan Hilversum."

Net als voorloper 'In de Rode Haan', het politieke programma datstamde uit de jaren zeventig, heeft 'Spijkers' de opzet om eenongedwongen sfeer creeren. "Negen van de tien keer zegt eenpoliticus in een cafe interessantere dingen dan in de studio. Deaanwezigheid van publiek is daarbij essentieel; dat zorgt voor debroodnodige sfeer", vertelt Van Klaveren. Daarbij vormen dereacties van de toeschouwers een graadmeter voor het succes voorhet programma. Als een onderwerp of gast minder in de smaak valt,trekt de redactie haar conclusies. "Dan hebben we een verkeerdekeus gemaakt en doen we het de volgende keer anders."

Over het algemeen komen gasten graag in de uitzending, ondanksde no-nonsense aanpak. "Mensen weten wat ze kunnen verwachten alsze achter de microfoon nestelen. Ze worden hard aangepakt, maarkrijgen nooit een stoot onder de gordel. Het mooiste is als ze zelfook een beetje op het publiek spelen." Nee, luidruchtig vindt VanKlaveren het (studenten)volk niet. "We hebben vrij net publiek.Soms lawaaierig, maar meestal rustig. Iedereen houdt zich stil alsdat nodig is."

Hoe anders was het vroeger, toen het programma letterlijk in eenhoekje van het cafe werd opgenomen. "Zat de rest in een andergedeelte rustig koffie te drinken. Dat kun je je nu niet meerindenken; nu lijkt het meer op een voorstelling waar je naar toegaat."

Wie de moeite neemt, ziet in Florin & Firkin hoe hetonzichtbare medium tot leven wordt gewekt. Dan pas valt op hoe knapen professioneel 'Spijkers met Koppen' in elkaar steekt. Een uniekekans om een keer mee te maken: de spanning bij de presentatoren, degeluidstest en 'last but not least' het Spijkerlied aan het slotvan de uitzending ("Kijk uit voor Spijkers met Koppen, we staan opde loer, of je nu rood of katholiek bent, directeur of keuterboer,je komt in Spijkers met Koppen")

Ergerlijk is alleen hoe presentator Felix Meurders vlak voor hetbegin van de uitzending op Louis van Gaal-achtige wijze het publiekopzweept. Zijn wilde armgebaren helpen wel, want even na twaalvengaat het programma live de lucht in en ten teken daarvan barst eenoorverdovend gejoel los. Dat is precies de bedoeling. Spijkermankondigt alvast de onderwerpen aan, maar door het aanhoudendegejuich valt daar letterlijk geen woord van te verstaan. Geenprobleem voor de echte fans. Uitzendingen zijn sinds kort ook viaInternet te volgen, http://www.vara.nl.

Quirijn Metz

Spijkers met Koppen is op toernee doorNederland!

10 maart: Hogeschool Windesheim in Zwolle (metoptredens van Skik)

17 maart: Schouwburg in Middelburg (met ManuelaKemp)

24 maart: Oranjerie in Roermond (met Slagerijvan Kampen)

31 maart: De Muzeval in Emmen (metAbel)

7 april: Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee (metEllen Pieters/Lucretia van der Vloot)

Sociaal netwerk textiel-elite in vrouwenhanden

Dankzij een bloeiende handel in textiel ontstond in de loop vande negentiende eeuw in Enschede een rijke toplaag van handelaren.In haar proefschrift 'Familiezoet - Vrouwen in eenondernemerselite, Enschede 1800-1940' beschrijft TinaHammer-Stroeve hoe de echtgenotes van de handelaren een eigenwereldje creerden. "Deze elite was door de inzet van de vrouwenhelemaal gericht op zichzelf, ze waren 'self-supporting'. Zebedachten allerlei structuren om hun wereld in stand te houden, zeverhieven bewust mores tot tradities", legt de promovenda uit.

Via drie pijlers deden vrouwen hun bindende kracht gelden. Teneerste zorgden ze voor sociale profilering van het gezin tenopzichte van de andere elitegezinnen. "Dat loopt van het koken vanboerenkool tot het op de juiste manier kleden van de kinderen."

De tweede pijler was de sociale samentrekking van de elite. Devrouwen hielden een uitgebreide sociale kalender bij vanverjaardagen, feesten en andere bijzonderheden. Ze zagen er strengop toe dat iedereen overal aanwezig was. Hammer-Stroeve: "Devrouwen trokken aan de sociale touwtjes. Een voorbeeld is hetclub/kransen-systeem. Moeders organiseerden kransmiddagen enspeelgroepen zodat alle kinderen vanaf een jaar of tien alleenspeelden met kinderen van andere fabrikanten."

De derde vrouwelijke pilaar was een zakelijke. "Ze belegdenactief hun geld in de textielfabriek van de familie. Meestal warenze op huwelijkse voorwaarden getrouwd. Zo zorgden ze ervoor dat hungeld in het bedrijf bleef."

En ding verbaast Hammer-Stroeve. "Vrouwen maakten een sociaalnetwerk, en de mannen gingen daarin mee, ze namen er simpelweggenoegen mee." Verbazing en nieuwsgierigheid zijn ook de drijfveerachter haar proefschrift. Na een lange onderwijscarrire beslootHammer-Stroeve geschiedenis te gaan studeren, zo komt het dat ze nuop 69-jarige leeftijd nog promoveert. Haar niet alledaagseproefschrift verschijnt in een handelseditie. "Ik hoop dat hetbrede publiek het ook leest, het is bedoeld voor iedereen die zichafvraagt wat zich destijds in Enschede achter hoge heggen en dichtstruikgewas heeft afgespeeld."

Rinze Benedictus