Portugees is een keer populairder dan Duits

Hetty Brederoo, studieadviseur bij Godgeleerdheid, vorig jaar had uw studie 34 vooraanmeldingen, nu nog maar 15.

“Ik heb geen idee. Maar we krijgen veel telefoontjes van mensen die informatie wensen over deze studie, dus ik verwacht wel dat het aantal inschrijvingen zal bijtrekken. Bovendien is de helft van de studenten bij Godgeleerdheid deeltijder; die schrijven zich doorgaans later in.”

Is God nog wel hot?

“Dat denk ik wel. Vroeger hadden we hier vooral studenten die de opleiding deden om predikant te kunnen worden. Tegenwoordig heeft een groot deel van de studenten geen religieuze achtergrond; die bestuderen de functie van religie in de moderne maatschappij. Een meer godsdienstwetenschappelijke benadering dus.”

Ewout van der Knaap, docent Duitse letterkunde, ook de vooraanmeldingen voor uw studie zijn weinig rooskleurig.

“Wij hebben de indruk dat we niet op deze cijfers moeten varen. Duits is nog altijd populair; pas in september zullen we echt zien hoeveel mensen we mogen verwelkomen. Pas dan gaan we het aantal eerstejaars analyseren.”

De cijfers zeggen dus weinig?

“Ja, ik kan er geen chocolade van maken. Ze zeggen niets over hoeveel roeiboten er bij de eerstejaarsexcursie aan het begin van het academisch jaar moeten worden gehuurd.”

Portugees is in de vooraanmelding gestegen van 3 naar 10. Is dat het Christiano Ronaldo-effect, hoogleraar Portugese taal en cultuur Paul de Medeiros?

“Dat lijkt me wat overdreven. Daarnaast, ik ben meer een fan van Figo. Nee, op het moment zijn Portugal en Brazilië simpelweg populaire landen. Zo heeft Braziliaanse film en muziek de interesse van een jong publiek. En kijk naar de Portugese dichter Pessoa. Die stond afgelopen maart in theater Kikker; de zaal zat helemaal vol.”

U heeft een kleine voorsprong op Duits. Gaat Portugal eindelijk eens winnen van Duitsland?

“Ik denk dat de voorsprong kleiner zal worden, maar natuurlijk hoop ik dat we winnen. Ha, ha. Ach, als het voor beide studies maar veel studenten mag opleveren.”

Ten giant inflatable statues will embellish the Botanical Gardens between 4 July and 13 September. This Air Pressure exhibition shows American artist Paul McCarthy’s view of society in a controversial way. One of the statues is called ‘Santa Claus with Plug’, or Buttplug Gnome, which was bought by the Municipality of Rotterdam in the beginning of the year 2000. After protests among the population, it was banished to the inner court of the Boijmans Van Beuningen Museum for four years. Air Pressure is a late present of the Municipality of Utrecht to Utrecht University on the occasion of its 370th anniversary in 2006. More information can be found on www.airpressure.nl.

Essay competition: Evidence-based medicine.

Some 20 years ago, the term ‘evidence-based medicine’ (EBM) was introduced. Doctors must base their choice of treatment on scientifically proven insights.

The second ‘Descartes’ Night’ – which will be held in the Geertekerk in Utrecht on 24 September – will be dedicated to evidence-based medicine. The Descartes Centre, Studium Generale and Ublad have organised a competition on this occasion. Students and employees of Utrecht University and University Medical Center Utrecht are especially invited to send their contributions by email to a.heijnen@ublad.uu.nl. We welcome essays written in English. Essays may not be longer than 800 words and must be submitted before Tuesday, 1 September. They should include the name, address and telephone number of the author. The winning essay will be published in the Ublad which will come out prior to the Descartes’ Night. Moreover, the author will receive 250 euros in book vouchers.

In de notitie wordt weergegeven welk percentage van de bachelorstudenten van wie minimaal één van de ouders is geboren in een niet-westers land binnen vier jaar klaar is. Een vergelijking van studenten die begonnen in de jaren 2002, 2003 en 2004 laat zien dat dat aandeel daalde met 10 procent. Bij autochtone studenten nam het percentage in de onderzochte periode met slechts 2 procent af. Het onderlinge verschil in studiesucces tussen de twee groepen was gemiddeld 13 procent.

Overigens is de trend niet bij alle opleidingen aan te wijzen en zijn de aantallen niet-westerse studenten soms zeer beperkt. Allochtone studenten blijken bovendien niet eerder te stoppen met hun studie, ze doen er langer over.

Deze analyse kan de universiteit nu voor het eerst maken dankzij een koppeling van bestanden van de IB-Groep en de Gemeentelijke Basisadministratie. Hierdoor beschikt de instelling sinds enkele jaren over geanonimiseerde gegevens van allochtone studenten.

Het is nog te vroeg om een relatie te leggen tussen het afnemende studiesucces en de invoering van het bama-stelsel, zo stelt de notitie. Hoe de rendementscijfers zich verhouden tot andere universiteiten is ook nog niet bekend. Uit een recent rapport van de onderwijsinspectie blijkt dat de Utrechtse rechtenfaculteit een voorbeeldfunctie wordt toebedeeld. Daar is het rendementsverschil tussen autochtone en allochtone studenten met vijf procent relatief klein.

Het college van bestuur stelt nu voor om een vergelijkend onderzoek naar succesfactoren uit te voeren. Ook zou er een beperkt aantal pilots gericht op studiesucces moeten komen.

Daarnaast wordt gepleit voor een voortzetting van programma’s die allochtoon onderzoekstalent moeten stimuleren. Zo kent de UU sinds dit academisch jaar aparte studentassistentschappen voor deze groep.

Het college van bestuur heeft voor de uitvoering van de projecten 40.000 euro vrijgemaakt. Gehoopt wordt daarnaast op een bijdrage uit de subsidiepot van het sociaal fonds voor de kennissector Sofokles, Bovendien zal OC&W in 2011 projecten financieren gericht op verbetering van studiesucces van allochtonen.

De universiteit stopt met de voorlichtingsdag waarop ouders van allochtone studenten in de eigen taal werden geïnformeerd. De universitaire inspanningen om nieuwe allochtone studenten te werven, blijken vooralsnog weinig vruchten af te werpen. De instroom komt niet boven de acht procent uit, de Turkse en Marokkaanse studenten zijn daarbinnen sterk ondervertegenwoordigd.

De UU moet beter zicht krijgen op regionale middelbare scholen met vwo-opleidingen met een groot percentage allochtone scholieren, is de constatering. De voorlichting kan dan vooral op die scholen gericht worden.

Raoof steunt Mousavi: “Hij kan de huidige situatie verbeteren, zeker op het gebied van internationale relaties.” De Iraanse promovendus hoopt dan ook dat er snel duidelijkheid komt over de verkiezingsuitslag: “De politici spoorden de Iraanse burgers aan om te gaan stemmen. De Iraniërs gaven gehoor aan deze oproep, waardoor de opkomst ontzettend hoog was, zo’n 82 procent. Maar nu willen de Iraanse burgers de aandacht van de politici, ze willen opheldering over de verkiezingsuitslag. Die opheldering is er vooralsnog niet gekomen. Blijft deze uit, dan zullen de stemmers zich genegeerd voelen en in het vervolg minder snel de gang naar de stembus maken. Ik hoop zo dat de stemmers geen spijt krijgen van het uitbrengen van hun stem. Dat zou de democratie in Iran geen goed doen.”

De moord op de Iraanse studente Neda in Teheran deed Raoof veel verdriet: “En ik vind het angstaanjagend: het kan daar nu iedereen overkomen. Dat maakt mensen bang om nog de straat te gaan.”

De hoogleraren, van wie sommigen met emeritaat zijn, stellen in de brief dat het “wetenschappelijke, culturele en maatschappelijke belang van Nederland en alle Nederlanders gediend is met het voortbestaan van het Nederlands als voertaal van de wetenschap”.

Ze willen het Engels niet in de ban doen, maar denken dat wetenschappers meertalig zouden moeten zijn: “Het gebruik van verschillende talen als voertuig van de gedachte kan een extra bijdrage leveren aan ieders intellectuele ontwikkeling.”

In december vorig jaar sneed ook PVV-kamerlid Martin Bosma de kwestie aan. “Het Nederlands dreigt een soort boerendialect te worden dat blijkbaar niet meer goed genoeg is om academisch onderwijs in te geven”, zei hij.

Plasterk sprak toen van “mooie kwestie”. “Ik ben het met hem eens dat het soms een vorm van stoer doen lijkt, zo van: kijk ons eens internationaal zijn. Moet het allemaal zo nodig in het Engels? Daar kun je je vraagtekens bij zetten.”

Maar de minister gaf toen ook een afschrikwekkend voorbeeld van een Franse wetenschapper die zijn talen niet sprak: “Luc Montagnier, de ontdekker van het aidsvirus, had bijna de Nobelprijs gemist omdat hij zijn vondst niet in fatsoenlijk Engels kon uitleggen op een internationaal wetenschappelijk congres.”

De discussie over het Engels aan de universiteiten speelt al jaren. Voorstanders vinden dat studenten vanwege de internationalisering het Engels zo goed mogelijk moeten leren beheersen. Tegenstanders menen dat studenten zich eerst goed moeten kunnen uitdrukken in het Nederlands.

De professoren die de brief hebben ondertekend pleiten voor een ‘nee, tenzij’-principe. Dat komt overeen met artikel 7.2 van de wet op het hoger onderwijs: “Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands.” Daar mag van worden afgeweken “indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode.”

“Maar universiteiten houden zich er niet aan”, zegt professor Anneke Neijt van de Radboud Universiteit. “Nu bestaat de rare situatie dat een Nederlandse docent soms verplicht is in het Engels les te geven aan een werkgroep van Nederlandse studenten en buitenlanders die Nederlands willen leren. Het zou fijn zijn als de minister achter de academici zou staan die in het Nederlands les willen geven.”

HOP

De hoogleraren in alfabetische volgorde:

Sjef Barbiers, Universiteit Utrecht / Meertens Instituut (KNAW)
Hans Bennis, Universiteit van Amsterdam / Meertens Instituut (KNAW)
Cor van Bree (em.), Universiteit Leiden
Norbert Corver, Universiteit Utrecht
Paula Fikkert, Radboud Universiteit Nijmegen
Petra Hendriks, Universiteit Groningen
Jack Hoeksema, Universiteit Groningen
Theo Janssen (em.), Vrije Universiteit Amsterdam
Wim Klooster (em.), Universiteit van Amsterdam
Fons Moerdijk, Universiteit van Amsterdam
Anneke Neijt, Radboud Universiteit Nijmegen
Arie Verhagen, Universiteit Leiden
Henk Verkuyl (em.), Universiteit Utrecht
Fred Weerman, Universiteit van Amsterdam

Het betreft een nieuw initiatief van de ‘Sport op School’-commissie van de studentroeiers en woningbouwvereniging Mitros. Orca toont al enkele jaren een grote betrokkenheid bij Utrechtse leerlingen in achterstandswijken. Eerder werd samen met leerlingen in Hoograven een speeltoestel ontwikkeld.

Leerlingen van De Cirkel komen donderdag 25 juni naar de Orca-loods aan het Merwedekanaal om kennis te maken met de roeisport. Tijdens die gelegenheid zullen ook de winnende ontwerpen bekend worden gemaakt.

XB

De laatste bijeenkomst in maart werd door 15 Turkse en 20 Marokkaanse ouders bezocht. Dat waren er minder dan het jaar ervoor. Hoewel de bezoekers, sprekers en studenten positief waren over het initiatief, vindt de universiteit na drie jaar dat de kosten niet opwegen tegen de opbrengst.

Uit recente cijfers blijkt dat het percentage allochtone studenten aan de universiteit niet noemenswaardig toeneemt. Het blijkt al jaren erg lastig om meer allochtone studenten in het wetenschappelijk onderwijs te krijgen.

De universiteit heeft nu besloten om zich bij de voorlichting aan allochtone studenten en hun ouders specifieker te richten op middelbare scholen in de regio met een relatief groot aantal studenten.

XB

De eerstvolgende beurs vindt daarom pas plaats in 2010. Dan neemt VNU Exhibitions Europe het stokje over van uitgeverij Malmberg, die de afgelopen jaren de beurs voor studiekiezers op touw zette. De nieuwe organisator zegt de toekomst van de beurs ‘vol vertrouwen’ tegemoet te zien.

“We zien zeker toekomst in de beurs”, zegt John van der Valk van VNU. “Maar we gaan het concept wel veranderen. Er moet meer te halen zijn dan e-mailadressen en data van open dagen. Scholieren moeten er ook een stukje beleving meekrijgen. Die fysieke functie heeft een open dag natuurlijk ook, maar een studiebeurs biedt veel meer breedte.”

Omdat die breedte in oktober niet gegarandeerd was, slaat de beurs een jaar over. Hoeveel instellingen afhaakten, wil woordvoerder Gert-Jan Roos van Malmberg niet kwijt: “Zodra een aantal universiteiten of hogescholen er niet is, mis je het totale aanbod en geef je dus geen reëel beeld meer.” Dat veel instellingen dit jaar geen stand reserveerden, wijt Roos aan de economische crisis. Met een vierkantemeterprijs van 156 euro en een gemiddelde oppervlakte van 40 à 50 vierkante meter kostte een stand vaak duizenden euro’s.

Ook de Universiteit van Amsterdam haakte af, maar met de crisis had dat niets te maken. “Vorig jaar deden we ook al niet mee”, zegt woordvoerder Godfried Janssen. “De toegevoegde waarde is gewoon te klein. Zo’n beurs is ook een beetje een circus: de contacten zijn vluchtig en we konden studenten er niet goed voorlichten. Eén op één contact wordt juist steeds belangrijker, het gaat echt om diepgang tegenwoordig.”

Ook de UU was vorig jaar al afwezig. Volgens de universiteit waren de kosten te hoog gezien het feit dat de belangrijkste doelstelling niet werd gehaald. Bezoekers lieten zich maar mondjesmaat doorverwijzen naar de eigen voorlichtingsdagen van de UU.

HOP/XB

Een “overijverige medewerker” had een e-mail verstuurd naar de auteurs van een boek over klinische psychologie, meldt de nieuwswebsite Insidehighered.com. Of ze even een positieve recensie wilden schrijven op boekenwebsites van Amazon en Barnes & Noble. Ze zouden een bedankje van vijfentwintig dollar krijgen.

Een van de wetenschappers was er niet van gediend. Natuurlijk zijn de recensies op zulke websites niet te vertrouwen – iedere dwaas kan er eentje schrijven – maar hij vond het te ver gaan om wetenschappers te vragen aan propaganda mee te werken. Hij trad met het mailtje naar buiten.

Volgens Elsevier is het niet de gebruikelijke gang van zaken om zoiets aan auteurs te vragen.

HOP

De nieuwe onderzoeksprojecten maken deel uit van het Joint Solar Programme (JSP) dat als doel heeft de kosten van zonnestroom sterk te verlagen.

In totaal werd er 3.680.000 euro toegekend aan dertien voorstellen. Aan de gehonoreerde projecten van de UU werken mee: de hoogleraren dr. Daniël Vanmaekelbergh, dr. Andries Meijerink en dr. Ruud Schropp en de wetenschappers dr. Celso de Mello Donegá, dr. Jatin Rath en dr. Wilfried van Sark.

Utrechts onderzoek heeft een belangrijke stempel gedrukt op de ontwikkeling van flexibele zonnecellen. Op woensdag 24 juni opent Nuon in Arnhem een proeffabriek voor zonnecelfolie. Ruud Schropp, hoogleraar experimentele natuurkunde aan de Universiteit Utrecht, is een van de bedenkers van het concept en de productiemethode voor deze zonnecellen. De proeffabriek is de eerste Nederlandse fabriek voor de productie van flexibele zonnecellen.

(Bron: Perscommunicatie UU)