Nieuws

Forse subsidie voor klimaatonderzoeker Oliver Heiri

Oliver Heiri (1972) gaat in zijn onderzoeksproject de veranderingen in de methaanuitstoot van meren reconstrueren. Meren produceren veel methaan, een broeikasgas dat kan leiden tot een versterkt broeikaseffect. Met behulp van fossiele resten in meersedimenten gaat Heiri een methode ontwikkelen om te kijken hoe milieuveranderingen vroeger de methaancyclus in meren beïnvloedden. Zo kunnen betere voorspellingen gedaan worden over de toekomstige uitstoot van methaan uit meren en het effect daarvan op het klimaat. Met de subsidie wil Heiri twee promovendi, een postdoc en een deeltijd-technicus aanstellen.

Met de ERC-grant heeft de Europese Unie een groot budget vrijgemaakt voor grensverleggend onderzoek dat door excellente onderzoekers zelf is geïnitieerd. De ERC-grant kan daarmee gezien worden als een Europese variant van de Nederlandse Vernieuwingsimpuls van NWO. De ERC Starting Independent Researcher Grant is een subsidie tot twee miljoen euro voor vijf jaar voor jonge onderzoekers die twee tot negen jaar geleden gepromoveerd zijn en hun potentieel hebben getoond om leiders te worden in hun vakgebied.

(Bron: Perscommunicatie UU)

Zie ook de Website van Heiri op
www3.bio.uu.nl/palaeo/people/Olivier/index.html

Brand in studentenhuis

Volgens een brandweerwoordvoerder ging het om een uitslaande brand, die even voor zessen uitbrak. Op dat moment was niemand in het pand aanwezig.

Over de oorzaak van de brand is vooralsnog niets bekend. Brandweerlieden hadden het vuur na een uur onder controle.

(Bron: AD/UN)

Duitse studenten wél massaal de straat op

De demonstraties vormden het hoogtepunt van een protestweek die is opgezet uit onvrede over het beleid van CDU-minister Annette Schavan van Onderwijs. De betogers eisten onder meer afschaffing van het recent ingevoerde collegegeld. Daarnaast ageerden zij tegen de invoering van het bachelor-mastersysteem, het schoolser worden van de studie, de toegenomen prestatiedruk en de ingekorte duur van het gymnasium. Er werd actie gevoerd in tientallen steden. In Berlijn alleen al gingen volgens de organisatie 27 duizend mensen de straat op.

Vandaag, donderdag 18 juni, hebben de actievoerders uitgeroepen tot ‘dag van burgerlijke ongehoorzaamheid’. Onder het motto ‘geld voor onderwijs in plaats van voor de banken’ worden symbolisch banken overvallen. Op het programma staan verder betogingen, protestlezingen en collegezaalbezettingen.

HOP

‘Delft had in Utrecht moeten staan’

Aldus Yvonne van Rooy woensdag in het Haagse café Dudok tijdens het laatste VSNU-café van dit voorjaar. Met haar opmerking over Delft kreeg zij de de lachers op haar hand, maar het antwoord van de Utrechtse collegevoorzitter op een vraag van werkgeversvoorzitter Bernhard Wientjes was er niet minder serieus om.

Is het allemaal wel zo efficiënt wat de Nederlandse universiteiten doen, vroeg Wientjes zich hardop af. Maar die vraag getuigde volgens Van Rooy van een vergaand gebrek aan kennis. “De heer Wientjes is bij ons op bezoek geweest. Hij heeft dus heel goed kunnen zien dat bijvoorbeeld onze bètafaculteit heel erg verschilt van de bètafaculteiten aan andere universiteiten. Ook ons UMC kent heel andere specialisaties dan andere UMC’s.”

Thema van het ‘café’ was de invloed van de economische crisis op de kenniseconomie. VSNU-voorzitter Sijbold Noorda rekende de zaal voor met welke forse bedragen verschillende Europese landen hun kenniseconomie stimuleren. Wat kunnen we in dit opzicht van Nederland verwachten, was zijn vraag aan minister Plasterk. De vanwege het Kamerdebat over het Nationaal Historisch Museum pas halverwege aangeschoven bewindsman herhaalde zijn twee weken geleden in Utrecht geventileerde opvatting: het Nederlands wetenschappelijk onderzoek staat er – gezien onder meer de Sjanghai-ranking – bepaald niet slecht voor.

Desondanks zal hij op de derde dinsdag van september een lange termijn visie lanceren met voorstellen voor gerichte diepte-investeringen in de nationale kennisinfrastructuur. Hij hield de zaal echter wel voor dat, gegeven de huidige financiële problemen, pijnlijke keuzes onvermijdelijk zijn. In navolging van Wientjes riep hij de universiteiten op om ook keuzes te maken.

“Ik denk toch dat we nog eens goed moeten kijken of er binnen de universiteiten niet meer specialisatie mogelijk is. Op hoeveel plaatsen in Nederland moet je Keltisch kunnen studeren?” Die vraag had hij beter niet kunnen stellen. "Dat kan maar op één plaats”, was de snelle reactie van Van Rooy. Terwijl in de zaal opnieuw gelach klonk, zuchtte Plasterk: “O ja, dat is Utrecht.”

EH

MidZomerGracht festival staat weer bol van de activiteiten

Het dertiende MidZomerGracht festival biedt vanalles: exposities, theater, films, een historische stadswandeling of een verhalenwandeling, boetseren, sportevenementen zoals squashen, fietsen, stijldansen en kanoën, zingen, een seniorencafé en café women only, een kerkdienst of een gezondheidsspreekuur. En natuurlijk een scala aan feesten, waaronder het Mega Pann-feest.

Het MidZomerGracht festival heeft twee belangrijke doelen. Het wil eens per jaar een podium zijn waarop alle Utrechtse homo-organisaties zich gemeenschappelijk kunnen presenteren. Tegelijkertijd wil het festival de maatschappelijke tolerantie jegens homoseksualiteit vergroten door de culturele aspecten ervan toegankelijk te maken voor een groot publiek.


Het MidZomerGracht festival dat sedert 1997 bestaat, wordt georganiseerd door de vrijwilligersorganisatie Stichting De Overkant.
Die ontving in 2002 daarvoor de Tolerantieprijs van de stad Utrecht. Vanaf het begin heeft het festival een veel groter bereik dan alleen de stad: uit het hele land komen duizenden mensen naar de werven aan de Oudegracht, waar het spektakel zich afspeelt.

AH

Voor het programma, zie:
www.midzomergracht.nl

Vervolgde wetenschappers naar Nederland

Op Wageningen en Maastricht na hebben alle universiteiten hun medewerking toegezegd, al zijn de afspraken met de universiteiten van Delft, Utrecht en Rotterdam nog niet helemaal rond. De deelnemende instellingen maken ieder één tot twee werkplekken vrij per jaar. De tijdelijke aanstellingen van gemiddeld één jaar worden deels gesponsord door fondsen als het Europees Vluchtelingen Fonds, deels door de universiteiten zelf. De stichting voor vluchteling-studenten UAF mikt op gemiddeld tien onderzoekers voor ieder jaar van de drie-jarige pilot.

De onderzoekers worden geselecteerd door de Amerikaanse organisatie Scholars at Risk, die in de Verenigde Staten al tien jaar vervolgde wetenschappers ondersteunt. “Hun ervaring leert dat de helft van de uitgenodigde onderzoekers na de afgesproken periode kan terugkeren. Als de situatie in het land van herkomst niet verbetert, zoeken we mee naar een andere oplossing”, aldus een woordvoerder.

UAF-voorzitter Ruud Lubbers noemde het eerder een ‘ereplicht’ om vervolgde academici te ondersteunen. “Hoogopgeleiden worden vaker vervolgd dan anderen. Ze nemen minder snel een blad voor de mond en zijn daardoor bedreigend voor dictaturen.”

HOP

Nederland scoort goed op onderwijs

In 2007 had bijna een derde (31 procent) van de Nederlandse bevolking tussen 25 en 64 jaar een diploma van een hogeschool of universiteit. Dat is veel vergeleken met het EU-gemiddelde (25 procent) en landen als Frankrijk (27 procent) en Duitsland (24 procent). In Finland is het onderwijsniveau het hoogst (36 procent hoogopgeleiden), maar ook nieuwkomers Estland (33 procent) en Litouwen (29 procent) doen het opvallend goed.

De Nederlandse overheidsuitgaven voor alle onderwijssectoren samen stegen tussen 2000 en 2005 met een half procentpunt tot 5,5 procent van het bruto binnenlands product. Dat is net iets meer dan gemiddeld (5,1 procent), maar veel minder dan de traditionele uitblinkers Denemarken (8,3 procent) en Zweden (7,0 procent).

HOP

Minder maar ernstiger geweld tegen gezagsdragers

De media staan bol van berichten over geweld tegen politiemensen, ambulancepersoneel en andere overheidsdienaars. Dit leidt in de samenleving niet alleen tot een roep om snellere en hardere straffen, ook zijn de verwachtingen ten aanzien van de bestrijding van geweld hoog gespannen. Dit is logisch, de impact van dergelijke geweldsincidenten is immers groot, omdat overheidsdienaren hun werk ten dienste van de samenleving verrichten. In geval van politieagenten en politieke bestuurders is de impact extra groot, omdat geweld tegen hen niet alleen de slachtoffers raakt, maar ook het gezag van de overheid aantast. Daardoor komen instituties die voor orde en veiligheid zorgen, onder druk te staan.

Het rapport van de Utrechtse onderzoekers richt zich met name op de regio Utrecht. De conclusies zijn echter gemakkelijk te vertalen naar de landelijke aanpak en preventie van geweld. Die algemene aanpak is in een aantal opzichten té krachtig geworden, stellen de onderzoekers. De aanpak van incidenten die, mede door media-aandacht, in reeksen van incidenten worden geplaatst, is een ‘bestuurlijk project’ geworden. Met een veelheid aan maatregelen en projecten wordt op de problematiek gereageerd. Het gevolg is onder meer dat te hoge verwachtingen worden gewekt en dat het recht wordt overvraagd. Vooral rond de inzet van strafrechtelijke instrumenten (‘sneller en harder straffen’) bestaan overspannen bestuurlijke ambities. De aanpak zou selectiever kunnen, stellen de onderzoekers. Vooral onverwachte en excessieve incidenten zijn problematisch.

In Utrecht zijn veel zaken prima geregeld, zo blijkt uit het rapport. Openbaar bestuur, politie en OM hebben aandacht voor de problematiek. Zo is er een ‘geweldsprotocol’ in het leven geroepen, dat de aanpak van incidenten regelt en door alle betrokken partijen wordt nageleefd. Politiemensen worden binnen hun opleiding getraind in het omgaan met geweld. Ook is er voldoende aandacht voor de begeleiding van slachtoffers en wordt communicatie ingezet om (publieke) aandacht voor de problematiek te vragen.

De onderzoekers hebben evenwel een aantal kritische noten ten aanzien van de Utrechtse aanpak. Zo wordt er wel aandacht besteed aan de korte termijngevolgen van geweldsdelicten voor individuen, maar ontbreekt het aan een langetermijnbegeleiding van slachtoffers. Ook valt er beslist nog wat te verbeteren aan de samenwerking tussen betrokken partijen, in het bijzonder politie, OM en rechterlijke macht. Tevens wijzen de onderzoekers op de verantwoordelijkheid van maatschappelijke partijen, zoals verzekeraars.

Het onderzoek naar geweld tegen gezagsdragers is verricht door een multidisciplinair team van UU-onderzoekers onder aanvoering van Mirko Noordegraaf, hoogleraar Bestuurs- en Organisatiewetenschap. Hij werd daarbij bijgestaan door Francois Kristen, hoogleraar strafrecht en Ivo Giesen, hoogleraar aansprakelijkheidsrecht. Het onderzoek werd gefinancierd door het programma ‘Veilige Publieke Taak’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

(Bron: Perscommunicatie faculteit Rebo)

‘VSNU moet afspraken over tweede studie nakomen’

Op dit moment mag iedereen onder de dertig zoveel opleidingen volgen als hij wil, tegen het standaard collegegeld. Maar om het levenlang leren te bevorderen wil Plasterk iedereen, dus ook 30-plussers, het recht geven om één bekostigde bachelor- en één bekostigde masteropleiding te volgen. Wie meer wil, betaalt het – meestal hogere – instellingcollegegeld.

De maatregel moet ontmoedigen dat studenten opleidingen gaan stapelen. Zeker met het oog op problemen in andere sectoren van het onderwijs, vindt Plasterk niet dat de overheid voor de kosten daarvan moet opdraaien.

Uitzondering op de regel zijn studenten die twee studies tegelijk volgen. Zij hoeven het instellingscollegegeld pas te gaan betalen in het collegejaar nadat ze hun eerste studie hebben afgerond.

Maar de minister verwacht wel dat VSNU en HBO-raad hun bekostigingsafspraken met de studentenbonden nakomen. Daarin mogen studenten hun parallelstudie afmaken tegen het normale collegegeldtarief.

De bewindsman ziet niets in het voorstel van Jasper van Dijk (SP) om mensen tot hun dertigste het recht te geven meerdere studies te volgen. Het CDA – en na enig nadenken ook de PvdA – vinden dat evenmin een verstandig idee. Donderdag wordt het kameroverleg in tweede termijn vervolgd.

HOP

Koningin ontvangt aan UU geschreven jubileumboek

Aardgas is sinds de vondst van het aardgasveld bij Slochteren cruciaal voor de Nederlandse energievoorziening én voor de economie. Met het jubileumboek legt Joep Schenk in vier hoofdstukken de geschiedenis van Nederlands grootste bodemschat bloot. Zijn verhaal is aangevuld met intermezzi, waarin Petra Timmer op luchtige wijze bijzondere gebeurtenissen beschrijft of specifieke onderwerpen toelicht. Bij het rijk geïllustreerde boek verschijnt een dvd met beeldmateriaal, waaronder journaalfragmenten en complete (historische) films.


In 1959 stuitte de NAMj bij Slochteren op een enorme gasbel. In een ongekend hoog tempo schakelden huishoudens, industrie en glastuinbouw over op aardgas en al spoedig stroomde het ook richting buitenland. Het Groningen-gasveld werd het kloppend hart van de Nederlandse én de West-Europese gasvoorziening. De aardgasbaten stuwden de Nederlandse economie flink op. De verzorgingsstaat kon verder worden uitgebouwd en de Limburgse mijnen konden versneld worden gesloten.

In latere jaren bepaalden internationale ontwikkelingen steeds vaker de koers van het Nederlandse gasbeleid. De oliecrises, de ontwikkelingen rond kernenergie, de alsmaar toenemende vraag naar aardgas, de opkomst van andere aardgasexporterende landen en de liberalisering van de Europese gasmarkt, zijn factoren die mede bepalend zijn geweest – en ook thans nog zijn – voor de wijze waarop Nederland met het aardgas omgaat.

(Bron: Perscommunicatie Geesteswetenschappen)

Het boek, uitgegeven bij Boom, kost € 24,50