Hij deed zijn uitspraken tijdens een debat over het bachelor-mastersysteem. In een nadere toelichting zegt hij vooral een toekomstbeeld te hebben geschetst. Hij is op dit moment “niet per se voor het afschaffen van de doorstroommaster”.

Bij de invoering van het bachelor-mastersysteem werd bedongen dat elke afgestudeerde bachelor gegarandeerd toegang zou hebben tot één verwante masteropleiding: de doorstroommaster. Maar volgens Smit betekent dit recht een rem op de mobiliteit van studenten: “Het ontneemt studenten het voorrecht van een nieuwe keuze.” Ze zouden een master moeten kiezen die “maximaal aansluit bij hun eigen ambities en niveau”.

Dit betekent ook dat alle opleidingen moeten selecteren. Niemand mag er zomaar in. “Selectie is gewenst, gericht op het vinden van een juiste match tussen de toelatingseisen van de opleiding en de kwaliteit, ambitie en mogelijkheden van bachelorstudenten.”

Kan het dan gebeuren dat een afgestudeerde VU-bachelor te zwak wordt bevonden om aan een VU-masteropleiding te beginnen? Daarop wil Smit geen ja of nee zeggen: “Onze afgestudeerden zijn absoluut niet zwak! Onze bachelors die naar een andere universiteit gaan komen veelal terecht bij goede instellingen in binnen- en buitenland.”

Hij vindt ook niet dat iedere afgestudeerde bachelor per definitie in staat moet zijn een masteropleiding te volgen. “We moeten ons vaker de vraag stellen wat studenten moeten kunnen om de master te halen, niet naar wat ze allemaal moeten weten alvorens ze aan de master kunnen beginnen.”

Bovendien is het universitaire bachelordiploma volgens hem niet alleen bedoeld als toegangsbewijs voor een vervolgopleiding: “We zien ook steeds meer studenten die na afronding van hun universitaire bachelor kiezen voor de arbeidsmarkt, om daarna weer terug te keren naar de universiteit voor hun master. In het kader van het Bologna proces wordt de bachelor ook nadrukkelijk gezien als startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.”

HOP

Verweel kreeg de onderscheiding voor zijn 'buitengewone verdiensten op het terrein van sport en wetenschappelijk sportonderzoek'. De 57-jarige Utrechter nam gisteravond afscheid als voorzitter van de Vereniging Sport Utrecht (VSU). Verweel heeft vooral onderzoek gedaan naar multiculturaliteit in de sport.

AD/UN

Zoals ieder jaar peilde vacatureblad Intermediair de verwachtingen en ambities van een kleine vijfduizend hoogopgeleiden met minder dan tien jaar werkervaring. Dit jaar zien ze het somber in. Slechts 12 procent noemt de huidige arbeidsmarkt gunstig of zeer gunstig, tegen 73 procent vorig jaar.

Tegelijk hebben hoogopgeleiden nog altijd hoge salarisverwachtingen. Een steeds groter deel (41 procent) vindt dat een hoger salaris beter bij hun huidige baan “past” – een lichte stijging ten opzichte van 2008 (38 procent) en 2007 (33 procent). Een nog grotere groep (62 procent) verwacht bij hun eerstvolgende baan meer te zullen verdienen. Ook dat is meer dan de afgelopen jaren.

Maar geld geeft niet de doorslag. Op de vraag wat ze over vijf jaar bereikt willen hebben, noemt 73 procent “een leuke, uitdagende baan”. Bijna evenveel hoogopgeleiden (71 procent) wil vooral “gelukkig blijven” en een kleine helft (48 procent) hoopt over vijf jaar “intellectueel gegroeid” te zijn.

De bevraagde hoogopgeleiden denken langer te moeten werken. De verwachte pensioengerechtigde leeftijd steeg de afgelopen jaren van 64 jaar (in 2005) tot 66 jaar (in 2009). Maar ook de gewenste pensioenleeftijd ging omhoog: van 59 in 2005 tot 61 dit jaar. De kloof tussen willen en kunnen blijft dus even groot.

Net als ieder jaar stelde Intermediair ook een top-tien van populairste werkgevers samen. Opvallend is dat de twee grote Nederlandse banken hun plek daarin behouden. ING levert slechts één plaats in (van vijf naar zes) en de Rabobank springt van drie naar nummer één. Overigens staan precies dezelfde werkgevers in de top-tien als een jaar terug. Philips en Shell vervolledigen, net als in 2008, de top drie.

HOP

In het manifest schrijven de studenten dat de rijksbijdrage al jaren achter blijft bij de groei van het aantal studenten. Ook zou Nederland in vergelijking met andere landen minder geld uitgeven aan het hoger onderwijs. Verder wijzen zij op de negatieve effecten van de zogenoemde Plasterkkorting. De overheveling van 100 miljoen van de universitaire basisfinanciering naar onderzoeksfinancier NWO leidt volgens de studenten indirect tot kwaliteitsverlies van opleidingen.

De minister moet daarom substantieel gaan investeren in het onderwijs, zo schrijft ROUW. Een structurele investering van 100 miljoen in de eerstegeldstroom om de gevolgen van de Plasterkkorting weg te nemen, is een van de voorstellen.

De demonstranten verzamelen zich om half drie op Den Haag Centraal Station, vandaar gaat de optocht naar Het Plein.

XB

Voor meer info en het digitaal ondertekenen van het manifest: www.comiterouw.nl

Lees een kort interview met de initiatiefnemers dat het Ublad in april publiceerde:
http://www.ublad.uu.nl/WebObjects/UOL.woa/4/wa/Ublad/archief?id=1035926

Het plan gaat uit van vijf beleidsspeerpunten die aansluiten bij de universitaire ambities zoals verwoord in het Strategisch Plan. In die speerpunten gaat het met name om het vertalen van reeds bestaande trends, meer dan om het initiëren van vernieuwingen. Illustratief voor de terughoudendheid van het beleidsplan is het feit dat de appendix erbij — het invoeringsplan — zich beperkt tot de periode 2009-2010. De financiële kaders zijn zo mager, dat de invoering van de ICT-vernieuwingen alleen gefaseerd kan gebeuren.

Zo wordt er de komende jaren werk gemaakt van een draadloos communicatieplatform, dat werken op ‘any place’, ‘any time’ en met ‘any device’ (apparatuur) mogelijk moet maken. Dat netwerk moet samenwerking via internet faciliteren, maar ook de stap naar een elektronische leeromgeving (Elo) stimuleren. Weliswaar moet in 2010 het wireless net een feit zijn, maar het vervangen of verbeteren van de vaste netwerken volgt de ontwikkelingen bij huisvesting: alleen bij nieuw- en verbouw van universitaire panden worden netwerkaanpassingen doorgevoerd.

Een ander speerpunt is het realiseren van digitale academische communities via voorzieningen zoals chat, webcams. ‘lichtpaden’ die razendsnelle uitwisseling van grote hoeveelheden data mogelijk moeten maken of videoconferencing. Behalve bij onderwijs en onderzoek kunnen deze voorzieningen ook een rol spelen in bijvoorbeeld de werving van nieuwe studenten of de interne communicatie. Voorwaarde voor een welslagen van deze doelstelling is bijvoorbeeld het feit dat in 2010 het project ‘Webpresence’ voltooid moet zijn.

Hierbij sluit nog een ander speerpunt aan: ICT-gebruikers moeten de regie meer zelf in handen krijgen. Waar het in het dagelijks leven al heel normaal is om boodschappen, reistickets of bankzaken via het web te regelen, daar zou dit binnen de UU ook mogelijk moeten zijn met bijvoorbeeld roosters, tentamencijfers, managementinformatie, document- of projectmanagement en dergelijike. Programma’s zoals Solis-net, Webpresence of Paola (voor Personeelsinformatie) moeten dit mogelijk gaan maken.

Om beter het hoofd te kunnen bieden aan de bezuinigingen waarmee het ICT-service centrum te kampen krijgt, gaat het centrum meer gebruik maken van de mogelijkheden van insourcing, outsourcing maar ook co-sourcing (samenwerking in bijvoorbeeld SURF-verband). Voor 2010 beperkt de invoering van vernieuwingen zich tot het realiseren van ICT-basisvoorzieningen, het realiseren van een draadloos netwerk en het verder doorvoeren van reeds lopende projecten, zoals Webpresence, Elo, Crm (voor relatiebeheer) of Paola.

AH

Dit jaar vroegen 286 kandidaten de beurs aan, die in de tienduizenden euro’s kan lopen. Om in aanmerking te komen voor deze beurs moet een student bovengemiddeld presteren en behoren tot de vijf of tien procent beste studenten van de opleiding. Volgens internationaliseringsorganisatie Nuffic, die het Huygensprogramma namens minister Plasterk beheert, was het niveau van de aanvragen opnieuw hoger dan het jaar ervoor. Vorig jaar sleepten 24 UU-studenten een beurs in de wacht van de totaal 100 studenten die er één kregen.

Dit jaar houdt het aantal mannelijke en vrouwelijke bursalen elkaar in evenwicht. Vijftien komen er van kunstacademies en muziekopleidingen in het hbo. Van de academici volgde het merendeel een opleiding in de mens- en maatschappijwetenschappen. Verreweg de meeste laureaten kiezen voor een Europese bestemming. Veertig procent van hen gaat naar het Verenigd Koninkrijk, maar ook de Verenigde Staten zijn populair. De UU’ers kiezen ook in meerderheid (10) voor Engeland en Amerika (7). De vier anderen gaan naar België, Zweden, Frankrijk en Canada. Ze blijven minimaal 6 tot maximaal 24 maanden weg.

Voor het Huygensprogramma is jaarlijks drie miljoen euro beschikbaar. Voormalig minister Winnie Sorgdrager was voorzitter van de beoordelingscommissie.

HOP

Al eerder was duidelijk geworden dat de Plasterk-overheveling (honderd miljoen van de universiteiten naar NWO) en het achterwege blijven van een compensatie voor de nieuwe, dure CAO voor Farmacie moeilijk te behappen zou zijn. Desondanks werd nog lange tijd gehoopt dat het departement de financiële problemen via de weg der geleidelijkheid zou kunnen oplossen. Een tekort van vier ton in het eerste kwartaal van 2009 sloeg die hoop echter de bodem in.

Volgens departementshoofd Ton de Boer is het verkleinen van de vaste staf via een reorganisatie de beste manier om op langere termijn een gezonde financiële toekomst voor het departement te waarborgen. “We hadden er ook voor kunnen kiezen om uit ons universitaire budget geen aio’s meer aan te stellen, maar die keuze hebben we bewust niet gemaakt om het onderzoek zoveel mogelijk te ontzien. Via een reorganisatie hopen we niet alleen ons tekort weg te werken, maar ook ruimte te creëren voor vernieuwing.”

De Boer hoopt op korte termijn een reorganisatiecommissie te kunnen samenstellen, die wat hem betreft nog in juli een concept-reorganisatieplan moet presenteren. “Dat kan zo snel omdat we al langer nadenken over de toekomst.” Hij verwacht dat de nieuwe organisatie begin 2010 van start kan gaan. Een brief met informatie voor de medewerkers is onderweg.

Uit de cijfers over het eerste kwartaal van de Bètafaculteit blijkt overigens dat ook de financiële positie van het departement Informatica zorgelijk is. Op vragen uit de raad antwoordde decaan Bliek ervan uit te gaan dat de problemen van de informatici “ijs en weder dienende" zonder reorganisatie kunnen worden opgelost. "Daarmee bedoel ik: als onze overheid nu eindelijk eens ophoudt met nog verder te bezuinigen,”

EH

De Spinoza-premies zijn de hoogste wetenschappelijke onderscheiding van Nederland. De winnaars krijgen tweeënhalf miljoen euro. Voorheen was dat anderhalf miljoen euro, maar NWO heeft de prijs dit jaar verhoogd.

Natuurkundige Albert van den Berg (Universiteit Twente) bestudeert vloeistoffen in kanaaltjes op micro- en nanoschaal. Zijn kennis wordt onder meer toegepast in apparatuur voor de gezondheidszorg.

Neuroloog Michel Ferrari (Leids Universitair Medisch Centrum) verdiept zich in de genetische aanleg voor migraine en ontwikkelt nieuwe medicijnen om de aanvallen van hoofdpijn te behandelen.

Marten Scheffer is aquatisch ecoloog te Wageningen. Hij doet onderzoek naar kritische omslagen in complexe systemen. Hij verklaarde bijvoorbeeld waarom Veluwse meren opeens troebel werden.

Het is de vijftiende keer dat de premies zijn uitgereikt. Eerdere winnaars waren onder anderen minister Ronald Plasterk (bioloog), KNAW-voorzitter Robbert Dijkgraaf (natuurkundige) en Frits van Oostrom (neerlandicus). Tot nog toe zijn er 48 mannen bekroond en acht vrouwen.

HOP

“Het draait in de tentoonstelling om boeken die in Utrechtse kloosters tot het begin van de 16e eeuw werden geproduceerd. De bisschopsstad Utrecht — met een kapitaalkrachtige geestelijkheid — was één van de Europese centra van boekenproductie, met een groot aantal meesters die hun werk tot ver in de Lage Landen en daarbuiten exporteerden”, aldus UB-conservator handschriften dr. Bart Jaski, één van de organisatoren van de expositie.

De middeleeuwse manuscripten worden gekenmerkt door blinkend goud, schitterend kleurgebruik en prachtige miniaturen. "Letterlijk monnikenwerk", aldus Jaski. Het beroemde ‘Utrechtse draakje’ is één van de afbeeldingen die normaliter opgeborgen liggen in kluizen maar nu voor een groot publiek toegankelijk zijn.

De tentoonstelling ‘Beelschone Boeken’ is nog te zien tot 23 augustus. Het boekenbezit van UB en museum is aangevuld met belangrijke bruiklenen uit binnen- en buitenland, uit voornamelijk de 14e en 15e eeuw De expositie is opgebouwd rondom thema’s zoals ‘de opdrachtgevers’, ‘de kloosterlingen en ambachtslieden’, ‘het productieproces’ of ‘de schade’ die oude drukken en manuscripten in de loop der jaren konden oplopen — zoals waterschade, muizen, inktvraat of schimmel.

Bij de tentoonstelling 'Beeldschone Boeken. De Middeleeuwen in goud en inkt' is een gelijknamige, rijk geïllustreerde publicatie verschenen die zondermeer als een nieuw standaardwerk over middeleeuwse manuscripten kan worden aangemerkt (€ 29,95)

AH

Na lang touwtrekken met het ministerie van Financiën hebben bondskanselier Merkel en de deelstatenregeringen bekrachtigd wat de Duitse onderwijsminister al dit najaar had beloofd. Zo krijgt het overbevolkte Duitse hoger onderwijs er ruim vijf miljard euro bij om de komst van 275 duizend extra studenten op te vangen. Belangrijkste oorzaak van deze toevloed is de ingekorte duur van het gymnasium: daardoor doet in 2013 een dubbele lichting scholieren eindexamen. De stadstaten Berlijn, Hamburg en Bremen, die veel buitenlandse studenten trekken, krijgen relatief het meeste geld.

Nog eens 2,7 miljard euro zijn bedoeld voor de voortzetting en uitbreiding van de zogenoemde ‘excellentie-initiatieven’. Vanaf 2012 komen er twaalf elite-universiteiten in plaats van de huidige negen. Ook gaat er meer geld naar 39 graduate schools en naar 37 onderzoeksclusters van universiteiten. Dit moet het Duitse hoger onderwijs en onderzoek op een hoger internationaal plan brengen.

Onderzoeksinstellingen als de Max-Planck- en de Fraunhofer-Gesellschaft, maar ook de Deutsche Forschungsgemeinschaft – het Duitse NWO – mogen hun budget tot 2015 met jaarlijks vijf procent verhogen in plaats van de huidige drie procent.

De wetenschapsorganisaties in Duitsland zijn zeer verheugd over de investeringen, waarmee “tienduizenden arbeidsplaatsen” worden gecreëerd en de internationale concurrentie kan worden bijgebeend. De Duitse bondsdag en de zestien deelstaatparlementen moeten de plannen overigens nog goedkeuren.

HOP