“Ik hoop er 1 oktober te beginnen”, zegt Charlie. “Dat wordt nog wel even stressen: ik moet mijn bacheloronderzoek voor augustus afgerond hebben.”

Dat hij naar Groot-Brittannië zou afreizen, stond voor de twintigjarige student al enige tijd vast: “Ik wilde er sowieso een tijdje heen. Ik houd van Engelse mensen, ze zijn bijzonder grappig. Britse humor als in Little Brittain en Monty Python vind ik geweldig en ik ben fan van Engels voetbal.” Dankzij de beurs kan Spork het overgrote deel van zijn droomstudie in het buitenland betalen.

In Cambridge gaat Charlie de opleiding Mathematical tripos volgen. “Dat is een masterplan, een oude opleiding aan Cambridge. Ik zal er onderwezen worden in theoretische natuurkunde en toegepaste wiskunde.” Volgens Charlie is de studie internationaal gericht: de helft van de studenten in dit programma komt uit het buitenland. “Dat is ergens wel jammer: ik wil Engelse vrienden maken. Maar ik zal een jaar daar op de campus wonen, dus dat komt waarschijnlijk wel goed.”

Voor meer info en het digitaal ondertekenen van het manifest: www.comiterouw.nl

De winst is net aan haar neus voorbij gegaan. Merel Koene, UU-studente Spaans, had graag de verkiezing van Student of the year 2009 gewonnen, maar moest genoegen nemen met een derde plek. “Ach, degene met de meeste stemmen, ofwel met de meeste vrienden, wint.”

De organisatie, studenten.net, hoopt elk jaar weer een student en studente te vinden die intellect en uiterlijke schoonheid optimaal weten te combineren. Dit jaar gingen Stephan Wierenga uit Groningen en Elaine Steenstra uit Amsterdam met de overwinning aan de haal. Zij winnen allebei onder andere een vakantie voor twee naar Kreta.

Merel had niet verwacht van Elaine te verliezen: “Tot een dag voor de finale op 3 juni stond zij derde. Ineens kreeg ze er allemaal stemmen bij en won ze.” Maar Merel wenst er verder niet over te klagen: “Net als zij heb ik een modellencontract aan deze verkiezing overgehouden.” Jammer dat ze niet naar Kreta mag? “Nee, ik heb zojuist een reis naar Spanje geboekt. Wat moet een studente Spaans op Kreta?”

Ze vertelde haar dramatische verhaal in Mijn Geheim en de Yes, maar ook in de lokale krant. Student Bestuurs- & Organisatiewetenschap Michelle Engelen is nierpatiënte sinds haar geboorte. Toen haar vader zijn nier aan haar afstond ‘ging alles fout wat er maar fout kan gaan’.

In augustus doet Michelle (19) mee aan de World Transplant Games in Australië, een sportevenement voor mensen die een transplantatie hebben ondergaan. Ze gebruikt die deelname om aandacht te vragen voor het belang van orgaandonatie. “Als iedereen bij overlijden organen ter beschikking stelt, hoeft er veel minder in gezonde lichamen gesneden te worden.”

Uit eigen rauwe ervaring weet Michelle wat er kan gebeuren als familieleden of vrienden noodgedwongen te hulp schieten. Precies vijf jaar geleden ging het zo slecht met haar dat haar vader besloot zijn nier af te staan. In de operatie die volgde, raakte hij in acuut levensgevaar. “Ze hadden een slagader over het hoofd gezien. Hij lag een maand in coma. Nu is hij zelf nierpatiënt. De kans bestaat dat hij straks ook een donornier nodig heeft.”

In het eerste jaar na de transplantatie ging Michelle nog zo’n twintig keer onder het mes. Nu gaat het goed met haar, maar ze ergert zich nog steeds aan de laconieke toon waarmee sommige artsen praten over de risico’s van het overbrengen van een orgaan van een levende donor. “Sommige patiënten die een orgaan nodig hebben, krijgen botweg te horen dat ze ‘maar eens in hun omgeving moeten rondkijken’.”

Het liefst zou Michelle zien dat een systeem van actieve donorregistratie in Nederland wordt ingevoerd. Tot haar frustratie blokkeerde minister Donner de invoering van dat systeem waarbij elke Nederlander na overlijden donor is, tenzij iemand bezwaar aantekent. “Donner denkt dat zwakkeren in de samenleving niet voor zichzelf kunnen beslissen. Dat is het standpunt van een christelijke partij”, sneert ze. “Alsof mensen die op een orgaan wachten niet kwetsbaar zijn.”

De komende tijd staat voor Michelle in het teken van hard trainen. Tijdens de vorige editie van de World Transplant Games in Bangkok won ze badmintongoud bij de junioren. Nu speelt ze in het seniorentoernooi. Daarnaast komt ze in actie bij het zwemmen en het hardlopen.

Maar de publicitaire waarde van het evenement is groter dan de sportieve, weet ze. “Mensen willen vaak niet nadenken over hun dood. Ik laat ze zien dat ze anderen redden als ze dat wel doen. Niet alleen zieke mensen, maar ook gezonde.”

Bezoek de site van de Stichting Sport en Transplantatie:

www.sportentransplantatie.nl

Lees het log van Michelle:

http://www.michelle-wtg.blogspot.com/

Canadian student Steph Migchelsen about her team mates:

'I learn more from them about lacrosse than they do from me'

Regis Correa (30) from Rio de Janeiro is a post-doc at the Hubrecht Institute where he conducts research into gene expression. He has been in the Netherlands since June 2008 and six months ago he picked up the sport which reflects his Brazilian identity: capoeira.

“At my university in Rio de Janeiro I saw people practising capoeira everywhere. I often watched the acrobatic jumps made by the capoeirista in amazement. I would have loved to jump into the human circle which surrounded the dancing fighters and show my abilities. However, I knew I was not quite up to scratch. It had been 10 years since I had last been in training.”

Regis first came to the Netherlands because of his doctoral research. A year later he was back again to work as a post-doc. He wanted to take up sports and went to have a look at the capoeira club Casca Dura. “I was deeply impressed, because contrary to my expectations the standards were very high.”

Since picking up capoeira once again he has been feeling really good, Regis says. “I have a close relationship with my teacher, but I also have a good relationship with the other students. They often ask me what the capoeira songs are about and some of them even want to learn the language and visit Brazil. I had no idea that there was any interest in capoeira outside Brazil.”

“Capoeira makes me feel proud to be Brazilian, and it also helps me feel more at home in the Netherlands. Capoeira is a way to express my Brazilian identity.

In Canada lacrosse is THE national summer sport. In the Netherlands it is virtually unknown. Canadian student Steph Migchelsen (25) found a place in Utrecht which enables her to continue practising her favorite sport: with the Domstad Devils at the Olympos sports fields.

Two nights a week Steph can be found at the Olympos hockey field, with a ball, stick in hand and a small goal on both sides of the field. It may look like hockey but it is, in fact, lacrosse.

The Canadian medical biology student shows her stick. “This is a crosse.” From the end hangs a small net in which she keeps a small, hard ball made of rubber. “We do not hit the ball on the ground like they do with hockey, but rather in the air, with our nets,” Steph explains.

In the Netherlands she often has to explain what lacrosse is. The rules of the game are very similar to those of hockey, but lacrosse is tougher and physically more demanding. “Hockey is more of an elitist sport,” according to Steph. With great enthusiasm she goes on to talk about the pace of the game: “You must think, run and keep an eye on the field, all at the same time. It is both mentally and physically challenging.”

In September 2008 Steph started a Master’s in Biomedical Sciences in Utrecht. “I started attending the training sessions from day one.” In the meantime she considers the team, which mainly consist of Dutch female students, as her family. “And I learn more from them about lacrosse than they do from me.”

Frank Brugman and Mitra Nazar.

Van Rooy deed haar uitspraak tijdens een druk bezochte lustrumbijeenkomst van de Utrechtse Biologen Vereniging. Thema was het onderwijsbeleid van de regering en de toekomst van de Nederlandse kenniseconomie, maar de discussie stond vooral in het teken van de financiële problemen waarmee de Nederlandse universiteiten worden geconfronteerd. Om te protesteren tegen de kaalslag organiseert ROUW maandag 15 juni een demonstratie in Den Haag.

Gehoopt was dat ook het Utrechtse college van bestuur die actie zou steunen, maar Van Rooy maakte de actievoerders duidelijk dat de opzet van de demonstratie daar op dit moment te kleinschalig voor is. “Er zijn 300.000 studenten in Nederland, dan moet je daar maandag niet met een handjevol staan.”

Zij vervolgde: “ Ik heb lang genoeg in de politiek gezeten om te weten dat je een effectieve strategie moet volgen en niet alleen je spierballen moet laten zien, hoe sympathiek ik jullie actie ook vind.” Van Rooy nam wel de handschoen op die woordvoerder Ineke Roeling van ROUW haar toewierp. “Als jullie in september tot een echt gezamenlijke aanpak komen, dan zul je de VSNU en dus ook alle universiteiten aan je zijde vinden.”

EH

Het manifest van ROUW kan worden ondertekend op: www.comiteROUW.nl

(Zie voor een uitgebreider verslag van de avond het Ublad van deze week)

Uit het online onderzoek dat eind vorig jaar werd verricht, blijkt dat vooral het oordeel over de zogenoemde Resultaat- & Ontwikkelingsgesprekken met de leidinggevende sterk is verbeterd. Klachten zijn er nog over de ict-ondersteuning, de bedrijfsrestaurants en de universitaire gebouwen.

Meer dan 2900 medewerkers, ongeveer de helft van het totale aantal, vulden de enquête in. Op vrijwel alle deelaspecten oordeelden de medewerkers positiever dan voorheen. Bijna 40 procent van de respondenten waardeert de universiteit met een rapportcijfer hoger dan 8. Het gemiddelde cijfer 7.1 ligt tweetiende punt hoger dan de uitkomst van twee vorige onderzoeken.

Toch is er ook een vrij omvangrijke groep ontevreden medewerkers,. 8 Procent geeft de UU een onvoldoende als werkgever. 14 Procent is vastgelopen in zijn of haar werk. 5 Procent blijft zelfs liever thuis dan dat naar de universitaire werkplek wordt afgereisd.

De tevredenheid van de universitaire medewerkers over hun leidinggevende is gegroeid. Opzienbarend zijn de positieve geluiden over het R&O-gesprek. Bijna driekwart ervoer het onderhoud als zinvol. Drie jaar geleden vond slechts de helft van de medewerkers dat ze met het gesprek iets waren opgeschoten.

Hoewel het oordeel over de faciliteiten en dienstverlening positiever is dan drie jaar geleden, blijven medewerkers kritisch. Vooral de ict-ondersteuning moet het ontgelden. Een op de drie werknemers is daar ontevreden over.

Ongeveer een derde van de Utrechtse medewerkers noemt het inkomen niet passend bij de werkzaamheden en ook niet in overeenstemming met hun kennis en capaciteiten. De gedachten over de secundaire voorwaarden zijn positiever. De medewerkers geven gemiddeld een 7.2 voor het totale pakket aan arbeidsvoorwaarden.

XB

Een van de rotzooi-ergenissen is volgens Kester de troep die regelmatig aangetroffen wordt bij de koffieautomaten : “Het komt voor dat de automaat niet het gewenste drankje geeft. Studenten zetten het bekertje dan weg op de automaat of op een van de tafels. Dat blijft daar dan staan. Of het wordt, per ongeluk, door een ander omgestoten, waardoor er nog meer troep ontstaat.”

In Ublad 30 van 11 juni meer over de zooi in het Hijmans van den Berghgebouw.

RvV

De hersenen vormen een complex netwerk waarin de verschillende gebieden continu informatie met elkaar uitwisselen. De verschillende hersengebieden zijn op deze manier functioneel met elkaar verbonden. Van den Heuvel en collega’s laten zien dat de hersenen van mensen met een hoger IQ minder tussenstappen nodig hebben om informatie van het ene gebied naar het andere gebied door het brein te laten reizen.

Deze grotere efficiëncy komt vooral door een meer geraffineerde communicatie tussen de verschillende hersengebieden. De sterkste verbanden tussen IQ en efficiëntie zijn gevonden in gebieden voorin het brein, waarvan bekend is dat ze vooral betrokken zijn bij complexer gedrag.

Voor het onderzoek liet Van den Heuvel negentien gezonde proefpersonen in een MRI-scanner plaatsnemen. Van den Heuvel analyseerde de hersenactiviteit ‘in rust’, zonder dat de deelnemers taken hoefden uitvoeren. Het functionele brein-netwerk werd in kaart gebracht door te bekijken welke hersengebiedjes spontaan gelijktijdig actief zijn.

Dit onderzoek maakt deel uit van het proefschrift van Van den Heuvel, dat hij schrijft onder begeleiding van prof. dr. Hilleke Hulshoff Pol en prof. dr. René Kahn.

(Bron: Perscommunicatie UMCU)

In april kwam de geruchtenmolen op gang. Internetmagazine ScienceGuide berichtte dat het ministerie van onderwijs zo’n 200 miljoen euro moest gaan bezuinigingen. Het budget voor beurzen aan niet-Europese topstudenten zou met dertig miljoen worden gekort. Nu bedraagt dat budget nog ruim vijftig miljoen euro.

In antwoord op kamervragen ontkent minister Plasterk de geruchten niet. Hij belooft de kamer in de ontwerpbegroting 2010 meer informatie te geven over eventuele bezuinigingen.

De beurzen worden pas sinds dit jaar uitgekeerd. Tot 2008 ontvingen hogescholen en universiteiten een vast bedrag voor iedere niet-Europese student die zich bij hen inschreef. Maar de voorbije jaren liepen de kosten zo snel op dat het systeem werd vervangen door een beurzenstelsel. Het vaste bedrag dat de instellingen sinds dit jaar voor de beurzen krijgen is gebaseerd op het aantal niet-Europese studenten dat ze in 2008 hadden: stijging en daling blijven vanaf nu buiten beschouwing.

HOP