De zorgen van de raad betroffen toen met name de continuïteit van de huidige biologieopleiding en het onderwijs op zoölogisch gebied. Ook wilde de raad betere argumenten voor het opheffen van Functionele Neurobiologie en Endocrinologie en Metabolisme, en vroeg hij om een aanpassing van de tekst over die laatste groep. Ten aanzien van de Didactiek vroeg de raad om de consequenties van de bezuinigingen op deze groep opnieuw te inventariseren.
In zijn reactie stelde de decaan de raad vooral op het gebied van het onderwijs gerust. Hij zei de zorg over de continuïteit van het onderwijs te delen, maar er vertrouwen in te hebben dat de ingestelde commissies goede, nieuwe onderwijsprogramma's zullen ontwikkelen. Omdat het UMC Utrecht en Farmacie voldoende capaciteit en expertise hebben, loopt het zoölogie onderwijs volgens hem geen gevaar.
Argumenten voor de opheffing van de twee genoemde onderzoeksgroepen krijgt de raad niet, maar wel zijn de teksten over de beweegredenen voor dit besluit op zijn verzoek aangepast. Ook blijven decaan en raad van mening verschillen over de toekomst van de groep Didactiek van de Biologie. Volgens de raad kan de onderzoekstaak op het terrein van de wetenschapscommunicatie en de vakdidactiek alleen goed worden uitgevoerd als er een hoogleraar wordt aangesteld, maar zover wil Bliek niet gaan.
Hoewel het bestuur dus niet aan alle wensen van de raad tegemoet is gekomen, krijgt het nu toch groen licht. De faculteitsraad acht het reorganisatieplan niet zonder risico, schrijft raadsvoorzitter Hans de Cock in het advies. Maar op basis van de initiatieven die de decaan wil nemen om deze risico’s te minimaliseren, heeft de raad er vertrouwen in dat hij de operatie tot een goed einde kan brengen.
EH