Nieuws

Net als The Stones en Bowie

Mooij zegt dat de band wel vaker verlaten terreinen opzoekt om muziek te maken of om inspiratie op te doen. “Oude fabrieksterreinen bijvoorbeeld. We hebben ’s nachts ook wel eens op het dak van Casa Confetti gestaan toen het gebouw nog in aanbouw was. Fantastisch uitzicht!”

De gemeente ziet de lol van de Vredenburgactie niet in en wil juridische stappen ondernemen tegen de band die het sloopterrein niet had mogen betreden. Het optreden in Vredenburg is te zien op: nextbestband.nl

Reorganisatie bestuursdienst onder het motto ‘Keep it simple’

Toen directeur Erwin Vermeulen eind vorig jaar een reorganisatie van de Bestuursdienst aankondigde, werd er verbaasd gereageerd. In 2004 was dat toch al gebeurd?‘ Moest ‘het Bestuursgebouw’ nu weer op de schop? Ja, zegt Vermeulen. “De organisatie is nog steeds te ingewikkeld.”

Toen de Bestuursdienst vijf jaar geleden werd gereorganiseerd, ging er een zucht van verlichting door de faculteiten. In plaats van een ondoorzichtige wirwar van afdelingen waarop zij nauwelijks greep hadden, en van waaruit de ene na de andere oekaze op hen af kwam, zou er een transparante organisatie komen die nadrukkelijk dienstverlenend moest gaan werken. Eindelijk werd het bureaucratisch monster in het Bestuursgebouw getemd.

“In een aantal opzichten heeft de nieuwe organisatie aan de verwachtingen beantwoord”, zegt Vermeulen, “maar gaandeweg trad toch weer een aantal knelpunten aan het licht. Een groot manco is bijvoorbeeld de onduidelijkheid over waar nu precies de verantwoordelijkheid ligt voor bepaalde taken. Moet je voor problemen met Osiris als faculteit nu bij de directie Onderwijs en Onderzoek, bij het Studenten Service Centrum of bij ICT zijn? En wie gaat er over de voorlichting aan aanstaande studenten? Zijn dat de beleidsmedewerkers communicatie of is dat het uitvoerende Communicatie Service Centrum?”

Paradoxaal genoeg is een bijkomende ontwikkeling dat het wederzijdse vertrouwen tussen ‘het Bestuursgebouw’ en de faculteiten de laatste jaren sterk is gegroeid. Vermeulen: “Eén van de redenen om de uitvoerende taken onder te brengen in aparte, los van het beleid staande, dienstencentra (studenten, personeel, communicatie) was vijf jaar geleden om zo het wantrouwen van de faculteiten weg te nemen. Wij wilden duidelijk maken dat die centra er voor hen waren. Maar dat wantrouwen is inmiddels grotendeels verdampt.”

Dat komt volgens de UB&D-directeur doordat de faculteiten tegenwoordig heel nauw bij het bestuur van de universiteit worden betrokken. Juist uit hun kringen klonk dan ook steeds vaker de klacht dat die speciaal voor hen gecreëerde structuur van directoraten en dienstencentra alles alleen maar nodeloos ingewikkeld maakte. “Wat is dat voor onzin om de ICT te organiseren in een beleidsafdeling en een service centrum, kregen we te horen. Maak er toch één directie van, dan weten we tenminste waar we aan toe zijn.”

Dat is dan ook precies waar de reorganisatie op mikt. “Ons uitgangspunt is Keep it simple. Daarom is gekozen voor een model met zes directies, waarvan de directeuren de integrale verantwoordelijkheid krijgen over zowel beleid als uitvoering op hun terrein. Transparanter kan het niet. Om de goede verhoudingen met de faculteiten te onderstrepen en de eenheid van beleid binnen de universiteit te versterken, is bovendien afgesproken dat op elk van de zes terreinen een regelmatig overleg wordt ingesteld van de universitaire directeur met zijn of haar facultaire collega’s. Die laatsten krijgen zo een duidelijke stem in het kapittel en worden medeverantwoordelijk voor het universitaire beleid.“ Om de eenheid te accentueren wordt van de faculteiten verwacht dat zij hun ondersteuning op een zelfde manier als de Bestuursdienst gaan organiseren, aldus Vermeulen. “Dat wil uiteraard niet zeggen dat we alle faculteiten volledig in hetzelfde keurslijf willen persen, maar op hoofdlijnen verwachten wij een uniforme aanpak.”

Zoals de website van het Ublad eerder meldde, streeft Vermeulen ernaar om de reorganisatie op 1 juli te hebben afgerond. Op die dag treedt hij terug als directeur van de Universitaire Bestuursdienst om plaats te maken voor de huidige directeur Onderwijs en Onderzoek Joop Kessels. In het genoemde bericht wordt gemeld dat de reorganisatie met ontslagen gepaard zal gaan, maar die mededeling wil Vermeulen graag nuanceren.

“Deze reorganisatie wordt niet ingezet met het doel om besparingen te realiseren, al verwachten we wel efficiencywinst, bijvoorbeeld doordat het wederzijds factureren in de nieuwe organisatie sterk zal afnemen. Een bijkomend probleem is echter dat wij, net als de faculteiten, in 2010 en 2011 voor forse financiële problemen staan. Daar zullen we bij de inrichting van de nieuwe organisatie vanzelfsprekend rekening mee moeten houden. Er zullen dan ook functies gaan verdwijnen. Dat betekent inderdaad dat gedwongen ontslagen niet op voorhand kunnen worden uitgesloten. Maar we zullen er alles aan doen om de problemen zo veel als mogelijk via natuurlijk verloop op te vangen.”

De zes nieuwe directies:

•Onderwijs en Onderzoek (inclusief studentenvoorzieningen en internationalisering)

• Financiën en Control (inclusief het Administratief Service Centrum)

• Communicatie (inclusief het alumnibureau)

• Personeel en Organisatie (inclusief Arbo-aangelegenheden)

• ICT

• Vastgoed en Complexbeheer (inclusief veiligheid en milieu)

Delftse en Utrechtse pet gaan zonder probleem op hetzelfde hoofd

Opstelten zal zich in Delft inzetten om het wetenschappelijk onderzoek van de TU Delft nadrukkelijk op de kaart te zetten en een optimale wisselwerking te realiseren tussen de universiteit en de maatschappij, zo stelt het Delftse persbericht. Opstelten zal zich daarbij vooral richten op het verduurzamen van de energievoorziening. Als burgemeester was hij één van de grondleggers van het Rotterdam Climate Initiative, een initiatief om de CO2-uitstoot in Rotterdam te verminderen.

Maar ook de Universiteit Utrecht doet het een en ander aan onderzoek naar duurzame energie en milieuverbetering. En daarvoor heeft Opstelten als lid van de Raad van Toezicht van de UU toch ook een zekere verantwoordelijkheid, zou je denken.

Volgens de Utrechtse collegevoorzitter Yvonne van Rooy zal de soep echter niet zo heet gegeten worden. Activiteiten bij een andere universiteit hoeven niet op gespannen voet te staan met het lidmaatschap van de Raad van Toezicht, stelt zij. Ter illustratie verwijst ze naar het Utrechtse RvT-lid Caren van Egten, Zij is als bijzonder hoogleraar verbonden aan de Vrije Universiteit.

Over de benoeming van Opstelten in Delft zegt Van Rooy: “De heer Opstelten heeft overleg gevoerd met voorzitter Meijerink van onze Raad van Toezicht. Daarbij is afgesproken dat hij zich terughoudend zal opstellen als belangen van de UU aan de orde zijn. Naar verwachting zal dit zich niet of nauwelijks voordoen gelet op de verschillen tussen de technische universiteit, TU Delft, en de algemene universiteit, Universiteit Utrecht.”

Hoe kan dat nou?

Geen bereik in penthouses Casa Confetti

Armand van Wijck, student meteorologie, jij woont op de 15de verdieping. Heb je belproblemen?

“Ik woon hier pas enige dagen, maar ik heb inderdaad al eens gehad dat ik wegviel: sta ik midden in mijn kamer te bellen, wordt het gesprek afgebroken, omdat ik geen bereik meer heb.”

Ardjan, HBO-student, jij woont op de 14de. Kun jij bellen?

“Wel als ik dicht bij het raam sta. Ik heb al eens meegemaakt dat ik drie voicemailberichten bleek te hebben, terwijl ik al die tijd mijn telefoon naast me op mijn bureau had liggen. Aan de ene kant van mijn kamer heb ik dus wel bereik, aan de andere kant niet. Volgens mij hebben hier wel meer T-Mobileabonnees dat probleem.”

Bart Cuppen, derdejaars geneeskunde, woonachtig op de zevende, jij kunt wel gebeld worden?

“Ja hoor, ik heb geen problemen op mijn kamer. Maar in het halletje hiernaast bij de lift en in de gang van de zevende verdieping heb ik ook geen bereik.”

Je belt dus niet op de gang?

“Nee, maar toch kan het vreemde situaties opleveren. Zo kreeg ik laatst vrienden op bezoek. Die stapten gewoon het pand binnen omdat de voordeur openstond en namen de lift naar de zevende. Dan komen ze in het halletje waar ze bij de deur moeten aanbellen. Maar die bel hoor ik niet altijd. En telefoneren gaat daar dus niet. Moesten ze de lift weer naar beneden nemen om mij op de begane grond op te bellen dat ze zojuist voor de deur stonden.”

T-Mobile, waarom is het bereik in Casa Confetti slecht?

“We gaan het uitzoeken, ik kom hier op terug.”

Weet u al iets?

“We zijn het aan het uitzoeken. Dat doet het expertiseteam. Zodra ik iets weet, hang ik bij u aan de bel.”

De deadline van het Ublad is vanmiddag…

“Het zij zo.”

Sorry Ardjan, T-Mobile is nog bezig.

“Ach, in maart loopt mijn abonnement af. Ik denk dat ik dan eens op zoek ga naar een nieuwe provider, KPN bijvoorbeeld. Die doet het hier wel.”

het torentje

Van Dis in de prijzen

Schrijver Adriaan van Dis sleepte maar liefst twee prijzen in één week in de wacht. Voor zijn verhalenbundel Leeftocht. Veertig jaar onderweg kreeg hij de E. du Perronprijs 2008. Daarnaast ontving hij de Gouden Ganzenveer 2009 voor zijn gehele oeuvre. Literatuurwetenschapper Wilbert Smulders over de prijzenregen voor de bekende auteur.

"Van Dis, oorspronkelijk journalist bij NRC Handelsblad, is beroemd geworden door zijn boekenprogramma bij de VPRO van 1983 tot 1992. De huidige generatie studenten zal dit niet hebben meegekregen, maar het tv-programma Hier is... Adriaan van Dis was legendarisch. Van Dis ontving schrijvers en sprak over hun boeken in het Nederlands, Engels, Frans of Duits. Dat zorgde elke week voor spannende televisiemomenten. Zoals het interview met W.F. Hermans, waarin de schrijver het Van Dis verschrikkelijk moeilijk maakte. 'Dit is geen vraaggesprek, dit is een vertelgesprek van mijn kant', zei Hermans tegen hem. Hij was kort tevoren in Zuid-Afrika geweest, waar toen nog het apartheidsregime heerste. Van Dis, zeer betrokken bij dit land, had daar veel moeite mee, omdat Hermans hiermee de boycot doorbrak die er tegen Zuid-Afrika bestond. Dat leverde een boeiend gevecht op."

Opvallend dat Van Dis, met zijn bekakte taalgebruik en voorkomen, zo populair werd.

"Het is moeilijk gesprekken over literatuur ook voor mensen die het boek niet hebben gelezen interessant te maken. Daarvóór was het nooit iemand gelukt dit op tv zo boeiend te doen en ook sindsdien is het vaak geprobeerd maar nooit meer geëvenaard. Van Dis is natuurlijk een dandy-figuur, een soort anti-burger, maar dat verwachten mensen ook van een kunstenaar. Hij gaf zijn programma iets theatraals. 'Wit, rood of water?' vroeg hij zijn gasten altijd aan het begin van het gesprek, waarna hij hen een glas naar keuze inschonk. Dat hij van elk vrijwel interview iets bijzonders wist te maken, was wat scoorde."

Nu krijgt deze interviewer van schrijvers zelf de Gouden Ganzenveer, een literaire oeuvreprijs. Terecht?

"Zo'n prijs is van groot belang, omdat hij hiermee ook literair wordt erkend. Aangemoedigd door het succes begon hij zelf als auteur en schreef romans over onder meer Zuid-Afrika en over zijn jeugd in een gezin dat van Nederlands-Indië naar Nederland kwam. Van Dis was een nakomertje, geboren na de oorlog in Nederland terwijl de rest van de familie een Indisch verleden met zich meetorste. In zijn boeken zet hij een kwetsbaar, beschadigd persoon neer, de thematiek van een jongetje met een moeilijk leven. Zijn boeken behoren tot de literatuur en deze prijs voor zijn hele oeuvre bekroont zijn eigen schrijverschap.”

De andere onderscheiding, de E. du Perronprijs, is voor Van Dis' 'culturele bijdrage aan wederzijds begrip tussen verschillende bevolkingsgroepen'. Wie was Du Perron eigenlijk?

"E. du Perron was een beroemde schrijver in het interbellum die samen met Menno ter Braak een groot stempel heeft gezet op de moderne Nederlandse literatuur. In de jaren dertig, de tijd van de grote -ismen, was het niet makkelijk je eigen persoonlijkheid in stand te houden. Veel bewegingen, of het nou socialisme was, fascisme of katholicisme, gaven weinig ruimte aan het individu. Du Perron en Ter Braak gingen daar recht tegenin, zij bezongen juist de kracht van de persoonlijkheid. Als schrijver braken zij een lans voor de mémoire, benadrukten zij de relatie tussen de persoon van de auteur en het werk.

Du Perrons beroemdste werk Land van herkomst ging over zijn jeugd in Indië en zijn volwassenheid is Europa. Van Dis gaf op zijn beurt de problematiek van de tweede generatie Indische repatrianten literair gestalte. Die link met Indië hebben de twee auteurs gemeen.”

Femke van Zeijl

Apenkooien met Akt

Rick Grobbee met overmacht promotor van 2008

Ook verder wordt de top van de lijst zoals gebruikelijk gedomineerd door onderzoekers uit de faculteit Geneeskunde. Op de tweede plaats staat de dit jaar met emeritaat vertrokken hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Herman van Engeland met acht promoties. Om de hoge vlucht van het epidemiologisch onderzoek in Utrecht te onderstrepen, eindigde hoogleraar Yolanda van der Graaff van het Julius Centrum op de derde plaats.

Vergeleken met de voorafgaande twee jaren nam het totaal aantal promoties in 2008 licht af. Na jaren met 443 en 438 promoties is het aantal met 415 nu weer terug op het niveau van 2005. Opvallend succesvol was vorig jaar het departement Godgeleerdheid met liefst elf promoties. Tegenvallend waren de aantallen bij Rechtsgeleerdheid, dat vorig jaar maar zeven nieuwe doctoren mocht verwelkomen. Het aandeel vrouwelijke promovendi bleef met 44 procent stabiel.

Op de ranglijst van het totale aantal promoties staat microbioloog Jan Verhoef met 103 promoties bovenaan. Op die lijst maakte Grobbee een sprong naar de negende plaats met nu 76 Utrechtse promoties. Omdat de promotor van het jaar ook in Rotterdam al een fors aantal promovendi begeleidde heeft zijn carrièretotaal inmiddels de honderd overschreden. In januari 2008 werd die mijlpaal in het Academiegebouw feestelijk gevierd.

EH

(Zie voor meer informatie het Ublad van 15 januari en (vanaf 16 januari) het dossier op www.ublad.uu.nl/dossiers/promoties/)



DE TOP VAN 2008


TWAALF PROMOTIES
D. Grobbee (Geneeskunde)

ACHT PROMOTIES
H. van Engeland (Geneeskunde)

ZEVEN PROMOTIES
Y. van der Graaff (Geneeskunde)

ZES PROMOTIES
M. Viergever (Geneeskunde)

VIJF PROMOTIES
B. Brunekreef (Diergeneeskunde)
H. Clevers (Geneeskunde)
M. Taverne (Diergeneeskunde)

VIER PROMOTIES
J. Beijnen (Farmacie)
P. Doevendans (Geneeskunde)
C. van den Ent (Geneeskunde)
A. Heck (Scheikunde)
J. Jongeneel (Theologie)
R. Kahn (Geneeskunde)
A. Kappers (Natuurkunde)
G. Pasterkamp (Geneeskunde)
J. Rothuizen (Diergeneeskunde)
P. Verweel (USBO)
G. Visser (Geneeskunde)


USConcert maakt kans op Kei

Tot 9 januari kon er via de site van de Kei van Utrecht op allerlei amateurkunstenaars worden gestemd . Van de in totaal 22.227 stemmen gingen er 2364 naar het USConcert. De finale vindt op 20 april plaats in het Fulco Theater in IJsselstein. Daar worden onder andere documentaires getoond van de zes finalisten, waarna een vakkundige jury een cheque ter waarde van 3000 euro zal overhandigen aan de winnaar.

RvV

Utrechtse student wint scriptieprijs over Duitsland

Lippus deed onderzoek naar de omgang met het stedenbouwkundig erfgoed in Oost-Berlijn. Hij verbleef daarvoor geruime tijd in de Duitse stad en nam met name Alexanderplatz, de Karl Marx Allee en het Schlossplatz onder de loep. Zijn studie 'Man hätte das doch weiterbauen können' was volgens de jury “bijzonder interessant”, omdat “de vraag of een gebouw al dan niet moet blijven staan allerlei stedenbouwkundige, architectonische en esthetische aspecten heeft. Maar tegelijkertijd is het ook altijd inzet van politieke strijd, bijvoorbeeld van Wessies tegenover Ossies. Dat raakt aan de plaats van de DDR in de Duitse geschiedenis.”

Opvallend dit jaar was dat studenten van steeds meer disciplines voor een Duits onderwerp hebben gekozen. Zo kwamen er scripties binnen van juristen, bestuurskundigen, geografen, communicatiewetenschappers, studenten film- en televisiewetenschappen, social sciences en Ruslandkunde. Vrijwel alle universiteiten in Nederland waren vertegenwoordigd.

De prijs wordt elke twee jaar uitgereikt aan een scriptie over een onderwerp dat direct is gerelateerd aan Duitsland, danwel aan het Europese integratieproces en de rol van Duitsland daarin. Behalve een geldbedrag krijgt de winnaar het aanbod om een week mee te lopen met een correspondent van De Volkskrant in Brussel, Berlijn of New York/Washinghton. De Volkskrant publiceert een artikel dat Lippus zelf, op basis van zijn scriptie, schrijft.

De jury dit jaar bestond behalve uit Nelleke Noordervliet uit Andre Roelofs en Paul Brill van de Volkskrant en Ton Nijhuis, wetenschappelijk directeur van het Duitsland Instituut.

AH

Harvard en Yale staan niet te dringen

Nu steeds meer bekostigde hogescholen en universiteiten zich op de commerciële onderwijsmarkt begeven, is het onderscheid met niet-bekostigde instellingen vager geworden. Een opener bestel lijkt volgens de commissie onontkoombaar. Zijn er meer onderwijsinstellingen die publiek gefinancierd moeten worden en zo ja, onder welke voorwaarden dan?

De commissie heeft vijf scenario’s ontwikkeld, waarvan dat voor een levenlang leren een nipte voorkeur krijgt. Als de minister het budget van publieke instellingen voor onderwijs aan werknemers en werkzoekenden schrapt, kan met het vrijgekomen geld de publiek-private samenwerking bij dit soort onderwijs worden bevorderd. Dat leidt tot een beter aanbod.

In het ‘next best’ scenario van de commissie vervalt de bekostiging van masteropleidingen, waardoor de collegegelden omhoog gaan. In ruil krijgen studenten een rugzakje met geld dat ze ook kunnen besteden bij een private onderwijsaanbieder. Dat levert weliswaar een opener bestel voor de masteropleiding op, maar tot een toestroom van topuniversiteiten zal het niet leiden.

Op de zogenoemde transnationale markt voor hoger onderwijs worden vooral bacheloropleidingen aangeboden waarin het bedrijfsleven geïnteresseerd is, zoals business administration en ict. Topuniversiteiten als Harvard, Yale, Oxford en Cambridge zullen hun masters niet snel op de Nederlandse markt aanbieden. Daarvoor zijn de afzetmogelijkheden hier te klein, de accreditatiekosten te hoog en het overheidsbeleid te onzeker.

De commissie adviseert de tot 2015 lopende experimenten met het open bestel voort te zetten en nader onderzoek te doen naar de effecten.

HOP