Nieuws

Geotruck verwelkomt 10.000ste deelnemer

De Geotruck is een mobiel interactief klaslokaal waarin leerlingen het spel EarthQuest spelen. Het spel is een landelijke competitie waarvan de winnende klas een ‘real life’-expeditie naar Peru mag maken.

Op deze manier informeert de Geotruck, die sinds 18 april van dit jaar rijdt, de Nederlandse en Vlaamse scholieren over thema’s als milieu, energievoorziening, klimaatveranderingen, bevolkingsgroei, verstedelijking, natuurrampen en watervoorziening. De aftrap voor dit scholen project is gegeven door minister Cramer van Vrom, voorheen hoogleraar aan de UU.

De Geotruck is een initiatief van de faculteit Geowetenschappen van de UU en TNO. Het project wordt voorts ondersteund door de Vrije Universiteit, Wageningen Universiteit, TU Delft, Hogeschool Utrecht, Aarde.nu, KNAG, Geoweek, Het Platform Bètatechniek, Darwin Centrum voor Biogeologie, ESRI Nederland, ExxonMobil, ISES, IPY, Ruimte voor Geo-Informatie, NWO, de NAM en het Kadaster.

AH

Kankeronderzoeker Clevers ontvangt grote prijs

Clevers ontdekte onder meer dat de normale vernieuwing van darmweefsel en het ontstaan van darmkanker erg veel op elkaar lijken. Hij beschreef de moleculaire signaalroutes die verstoord zijn bij kanker. Recent ontdekte hij een eiwit, Lgr5, dat specifiek is voor stamcellen in de darm. Het begrijpen van het ontstaan van kanker is cruciaal voor het ontwikkelen van nieuwe behandelmethoden.

Eind vorige maand kreeg Clevers al de Josephine Nefkens Prijs voor Kankeronderzoek — ter grootte van ook 50.000 euro. Het Hubrecht lab (een onderzoeksinstituut van de Koninklijke Akademie KNAW) werkt sinds begin dit jaar samen met het academisch ziekenhuis UMCU.

Clevers was hoogleraar immunologie aan de Universiteit Utrecht tussen 1991 en 2002. Sinds 2002 is hij hoogleraar moleculaire genetica en directeur van het Hubrecht Instituut. Hij is lid van KNAW en meermaals met prijzen en subsidies voor zijn werk beloond.

Zo ontving hij in 2001 de Spinozaprijs van NWO — ook wel de Nederlandse Nobelprijs genoemd. Dit jaar kreeg hij een NWO-subsidie van 1 miljoen euro voor de aanschaf van apparatuur in mei. Afgelopen oktober kreeg hij een 'advanced grant' van 2 miljoen van de EU.

AH

Geef gezelligheidsverenigingen minder universitair geld

De lift in het Van Unnikgebouw gaat slechts tot de twintigste verdieping. Om de bestuurskamers van studieverenigingen Helix en Storm van Geowetenschappen te bereiken, moet je vanaf die verdieping de trap nemen. Op een doordeweekse maandagmiddag blijken de twee benauwde ruimtes, die gescheiden worden door het gedeelde backoffice drukbevolkt. Twee bijna voltallige besturen zijn aanwezig, leden lopen in en uit. Achter computers wordt driftig getikt, op een tafel wordt een toren van jengablokjes gebouwd, verderop hangen een man of vier op een tweezitter. Verdwaalde pepernoten op de grond getuigen van een Sinterklaasgebeuren. “Gezellig hier toch?”, verwelkomt een van de aanwezigen het bezoek.

Wie hier een kijkje komt nemen, krijgt een bevestiging van een beeld dat vorige week naar voren kwam in de – door het college van bestuur - aangezwengelde discussie over een herverdeling van de bestuursbeurzen voor studieverenigingen: de faculteit Geowetenschappen kent actieve studieverenigingen. Niet verwonderlijk dat zij de sympathie hebben van velen, nu zij met de al even actieve bètaverenigingen het kind van de rekening dreigen te worden.

Overvallen

Wat is er aan de hand? Het universiteitsbestuur is ongelukkig met de huidige verdeling van bestuursbeurzen voor studieverenigingen tussen faculteiten. Volgens het college pakt de huidige “historisch gegroeide” situatie onrechtvaardig uit voor enkele faculteiten zoals Geesteswetenschappen. Het universiteitsbestuur ziet nu in het aantal studenten van een faculteit de meest eenduidig en transparante parameter voor een nieuw verdelingsmechanisme. Om al te grote verschuivingen te voorkomen, krijgt elke faculteit minimaal honderd maanden bestuursbeurs. Daarnaast krijgen ze er nog beursen bij naar rato van het aantal studenten. Desondanks gaan faculteiten als Geowetenschappen en Bètawetenschappen er flink op achteruit: respectievelijk van 211 naar 115 bestuursmaanden en van 181 naar 125. Geesteswetenschappen daarentegen krijgt er 71 beursmaanden bij en ook Sociale Wetenschappen en Diergeneeskunde zijn winnaars.

Het nieuwe plan leverde vorige week al verontwaardigde reacties op en ook hoog in het Van Unnik voelt men zich overvallen. Secretaris Ingeborg Gaillard van Helix, de studievereniging voor Natuurwetenschap en Innovatiemanagement, hoorde drie weken terug voor het eerst over de plannen. “Ik had opeens een gestrest bestuurslid van studievereniging VUGS aan de lijn: dat ik een nieuwbrief van de U-raad moest lezen.” Ook voorzitter Milan Kooijman van de milieuwetenschappers van Storm zegt verrast te zijn. “Ons is niets gevraagd en het lijkt er nu op dat alles al vaststaat.”

Wat beide verenigingen het meest verbaast, is dat in de nieuwe opzet niet gekeken is naar de verdiensten van de verenigingen. Kooijman: “Eerder werd je altijd beoordeeld op het aantal activiteiten dat je organiseerde en de kwaliteit daarvan. Daar is niets meer van over.” Gaillard: “Je draait nu succesvolle goed functionerende verenigingen de nek om.”

Tegelijkertijd willen de twee verenigingen de grote winnaars in het herverdelingsspel niet hun recht op beurzen ontzeggen. Toch klinkt er iets van een voorbehoud. Gaillard: “Mensen worden niet plots actief door beurzen. Bij sommige grote opleidingen zijn studenten gewoon minder betrokken. Dan heb je dus veel studenten, maar weinig activiteiten van verenigingen. En dan zou je daar toch beurzen heen laten gaan? Waarom vraag je niet van verenigingen zich eerst te bewijzen.” En dat de faculteit Diergeneeskunde met maar één studievereniging nu zo veel stijgt, wil er bij de Geoverenigingen ook niet in. Een veelgehoorde kanttekening bij het collegeplan.

Eer en glorie

In de binnenstad is Marlieke Schipper van het Studieverenigingen Overleg (SVO) Geesteswetenschappen er in elk geval van overtuigd dat de bestuursbeurzen binnen haar faculteit op een goede plek terechtkomen. Het SVO begon vorig jaar al een werkgroep om te onderzoeken hoe de studieverenigingen meer middelen voor beurzen zouden kunnen verwerven. De werkzaamheden van die werkgroep lijken op dit moment overbodig door de positieve ontwikkelingen. “Er zijn nu een stuk of drie verenigingen die beurzen krijgen, de overige twintig krijgen niets. Ik geef toe: een aantal verenigingen is minder actief en die verdienen daarom ook geen beurzen, maar er zijn ook besturen die er echt iets bloeiends van proberen te maken. Die kunnen geholpen worden met beurzen. Je ziet ook dat de kwaliteit van een bestuur soms van jaar tot jaar kan verschillen. Bestuursbeurzen zouden voor meer continuïteit kunnen zorgen. Ik begrijp de Geowetenschappers en de Bèta´s wel, maar het was gewoon niet eerlijk.”

“Wij doen het voor de eer en glorie”, zegt Tineke Scheenaard voorzitter van de filosofenvereniging FUF. “We hebben geen bestuursbeurzen en studeren er gewoon naast. Je weet van te voren dat je studievertraging op gaat lopen en dat het je geld gaat kosten wanneer je in een bestuur gaat. Ik heb het wel eens uitgerekend. Een ruime schatting is dat ik 60 euro per week kwijt ben aan kleding, reizen, borrelen, cadeautjes, uit eten en ga zomaar door. Wij organiseren twee activiteiten per week en we zeggen andere dingen af om daar bij te zijn. Dat moet je wel echt willen. Dat ga je niet plots leuk vinden, omdat je een beurs krijgt. Maar het is natuurlijk niet te verdedigen dat de verenigingen bij Geesteswetenschappen daar minder gemakkelijk aanspraak op kunnen maken.”

Schipper denkt wel dat een beurs studenten die twijfelen of ze bestuurslid willen worden over de streep kunnen trekken om een bestuur in te gaan: “Ik heb zelf een jaar bestuur gedaan zonder beurs. Dan blijf je toch met het gevoel zitten dat je dat wat je graag wilde met de vereniging niet hebt kunnen bereiken. Studeren, werken, een sociaal leven, dat gaat niet gemakkelijk samen.”

Bewijzen

Alles bij elkaar heeft de discussie een groot kip-en-ei gehalte. Moeten de besturen van Geesteswetenschappen niet eerst bewijzen de beurzen waard te zijn en net zo actief te kunnen zijn als die van Geowetenschappen? Maar dat kunnen ze waarschijnlijk alleen als ze beurzen krijgen. Tegelijkertijd wil niemand die leuke actieve verenigingen bij Geowetenschappen en Bètawetenschappen smoren.

In medezeggenschapskringen wordt daarom flink geworsteld met het vraagstuk. Niemand kan op goede gronden tegen een rechtvaardigere op rationelere criteria gebaseerde verdeling zijn, maar de negatieve effecten voor specifieke verenigingen worden als ongewenst beschouwd,

Hoewel er vooral bij studentraadsleden twijfels blijven of het aantal studenten per faculteit nu werkelijk het beste criterium is om beurzen te verdelen, blijkt het lastig een ander criterium te verzinnen dat net zo gemakkelijk hanteerbaar is. Verdelen op basis van ‘actieve leden’, zoals sommigen voorstellen, zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot een “creatieve” ledenadministratie bij verenigingen en een plotse wildgroei aan commissies. Toch wordt deze week nog druk overleg gevoerd over mogelijkheden om de verschuivingen minder extreem te maken. In de raadsvergadering van aanstaande maandag zal moeten blijken wat de uitkomst daarvan is.

Gezelligheidsverenigingen

Bestuursleden van studieverenigingen uit alle hoeken van de universiteit zien de impasse. Wat de een erbij krijgt, gaat er bij de ander vanaf. Hoe graag zouden ze niet willen dat de universiteit meer mogelijkheden schept voor studieverenigingen en studenten die willen besturen.

Vorig jaar vroeg een werkgroep van de universiteitsraad het universiteitsbestuur nog om meer geld voor bestuursbeurzen. De UU liep in een landelijke vergelijking, die door de werkgroep werd aangehaald, bepaald niet voorop. De oproep werd destijds van de hand gewezen en lijkt gezien het huidige financiële gesternte in het geheel niet meer reëel. Collegevoorzitter Van Rooy vroeg de studentengemeenschap vorige week juist om meer waardering voor het feit dat de universitaire ondersteuning voor studentenactiviteiten de enige begrotingspost is waar niet op wordt bezuinigd.

Ook door een andere hoopvolle verwachting van de studentbestuurders lijkt deze week een streep te zijn gezet. Minister Plasterk zei in de kamer “grote aarzelingen” te hebben bij een voorstel om studentbestuurders het collegegeld kwijt te schelden. Vooral D66 en GroenLinks probeerden daar een lans voor te breken. Gaillard schetst een in haar ogen absurde situatie: “Je volgt geen onderwijs, omdat je je helemaal op het bestuur stort, maar je moet wel ingeschreven staan en 1500 euro betalen. In sommige gevallen verdient een universiteit daar op.”

Als je studieverenigingen vraagt waar dan wel het geld te halen zou zijn om hun activiteiten beter te ondersteunen, hoort opvallend vaak: bij de gezelligheidsverenigingen. Zij krijgen relatief veel beurzen: 599 maanden in totaal per jaar tegen 918 voor alle studieverenigingen. Een beeld van het corps dat met monstertrucks door de stad rijdt, doet bestuurders van studieverenigingen wel eens fronsen. FUF-voorzitter Tineke Scheenaard meent bijvoorbeeld dat studieverenigingen meer recht hebben op universitaire ondersteuning dan gezelligheidsverenigingen. “Ik heb niets tegen die verenigingen, maar studieverenigingen combineren gezelligheid met aandacht voor de opleiding. Studenten studeren daardoor prettiger. En daar zou het een universiteit toch in eerste instantie om te doen moeten zijn. Als ik bovendien iets geleerd heb in mijn bestuursjaren dan is het wel dat feesten winstgevend zijn. Die gezelligheidsverenigingen zouden best wat meer hun eigen broek mogen ophouden.”

Over de mogelijke gevolgen van minder bestuursbeurzen is vooral Ingeborg Gaillard van Helix zeer uitgesproken. Zes bestuursleden verdelen bij haar vereniging veertig bestuursmaanden: “Wij werken langzaam naar een professioneel fulltime bestuur toe, zoals een aantal andere verenigingen dat hier ook hebben. Bij de voorbereiding van de themaweek met bedrijven en alumni merken we dat gesprekspartners dat ook waarderen. Die zien liever iemand in een net pak met een goed voorbereide powerpoint komen, dan iemand in een slobbertrui met een warrig verhaal. De verwachting was ook dat we in een volgende herverdeling van de beurzen er op vooruit zouden gaan, maar nu worden al onze ambities weggegooid. Het standaard sporttoernooi kun je altijd wel organiseren, maar wij proberen echt aan de lange termijn te werken. Dat soort zaken komt in gevaar en dat is niet goed voor de opleiding en dus slecht voor de universiteit.”

Het bestuur van Storm kiest er al enige jaren bewust voor om te blijven studeren en de taken in deeltijd te verrichten. De vijf bestuursleden krijgen daar vier en een halve maand beurs. Milan Kooijman voorziet dat bestuursleden hun focus minder op de vereniging en meer op de studievoortgang zullen richten: “Toen ik begon met mijn bestuur werd mij aangeraden om slechts één vak per semester te doen. Als deze plannen doorgaan dan kan ik dat mijn opvolgers werkelijk niet meer adviseren.”

De vraag of een fusie tussen twee of meerdere verenigingen geen soelaas kan bieden wordt door beide verenigingen weggewuifd. Gaillard: “Het gaat om heel uiteenlopende opleidingen. Er zijn echt verschillende culturen binnen onze faculteit. Als we samen zouden gaan met een grote vereniging als VUGS, dan zouden we onze eigen identiteit moeten opgeven. Wij zijn veel minder van de traditie. Zij staan op borrels verenigingsliederen te zingen en op de grond te stampen.”

Utrecht is een héél leuke studentenstad

In de Keuzegids worden jaarlijks niet alleen het hoger onderwijs, maar ook de studentensteden langs de meetlat gelegd. De ondervraagden geven een cijfer voor het verenigingsleven en voor het cultuur- en horeca-aanbod. 



Winnaar Amsterdam is de enige stad die op alle aspecten hoger scoort dan een 8 en met een 8,3 gemiddeld een tiende hoger uitkomt dan Groningen. Utrecht krijgt een ronde 8 als rapportcijfer, terwijl de studenten Maastricht en Rotterdam een 7,9 geven. 



De klassieke universiteitssteden krijgen de meeste lof. Den Haag is met een 7,5 de best beoordeelde studentenstad zonder universiteit. Eindhoven, dat er veel aan doet om zijn imago als studentenstad te verbeteren, eindigt gelijk met Leiden, Nijmegen, Enschede (7,6) en boven Tilburg (7,5).



Kinderen zijn gebaat bij boze vader

Dat concludeert promovenda Muriel van Doorn uit een grootschalig onderzoek onder 323 jongeren en hun ouders. Aan het begin van de studie, die vier jaar in beslag nam, waren de jongeren gemiddeld 13 jaar. Zowel zij als hun ouders vulden jaarlijks een lijst in met vragen over hun omgang met conflicten in de huiselijke sfeer.

Een belangrijk doel van de studie was om te onderzoeken of de manier waarop jongeren met conflicten omgaan iets zegt over het risico dat zij op het criminele pad raken. Volgens Van Doorn is die kans vooral groot bij jongeren die snel boos worden, ongeacht of het jongens of meisjes betreft. Als de vader het conflict uit de weg gaat, terwijl de moeder op haar beurt ook boos wordt, verhoogt dat het risico nog extra. Dat conflictvermijding door de vader zo averechts werkt, verklaart Van Doorn uit het feit dat dit door zoon of dochter wordt geïnterpreteerd als een gebrek aan belangstelling en betrokkenheid. Ten aanzien van de moeder geldt juist dat door haar boosheid het conflict escaleert. De jongere kan nu ook niet bij moeder terecht.

Een andere, meer voor de hand liggende bevinding uit het proefschrift is dat jongeren conflicten op dezelfde manier oplossen als zij hun ouders dat hebben zien doen. Als ouders vaak kwaad op elkaar zijn, worden hun kinderen ook sneller boos, als ouders samen naar een oplossing zoeken, kiezen ook hun kinderen daar vaker voor. “Dat mag misschien voor de hand liggen”, zegt Van Doorn, die deze week op haar onderzoek promoveerde, “het was nog nooit op deze eenduidige manier aangetoond”.

Faculteitsraad mag niet oordelen over reorganisatieplan Biologie

Onderwerp van de discussie was het reorganisatieplan Biologie. Vanwege tekorten moeten de biologen fors in hun organisatie snijden met als gevolg de opheffing van drie volledige groepen en krimp op veel andere plaatsen. Minimaal veertig fulltime arbeidsplaatsen worden geschrapt. Het door vier hoogleraren opgestelde plan werd eind november met enkele amendementen overgenomen door het faculteitsbestuur en deze week voor advies aan de faculteitsraad voorgelegd, een advies dat naar verwachting later deze week zal worden uitgebracht.

Tijdens de ruim twee uur durende - overigens door opvallend weinig biologen bijgewoonde - vergadering toonden de raadsleden zich met name bezorgd over het bacheloronderwijs. Volgens het reorganisatieplan zal ook in het nieuwe curriculum sprake zijn van een breed onderwijsaanbod, maar de raad vroeg zich af hoe het bestuur deze intentie denkt te verwezenlijken. Bliek erkende dat hij op dit punt geen garanties kon geven, maar beklemtoonde dat het bestuur de breedte van de Utrechtse opleiding in zijn volle omvang wil handhaven, onder meer door het inhuren van deskundigen van buiten het departement. Omdat zowel docenten als studenten tijdens een hearing hun twijfel over de realiteitswaarde van deze oplossing hadden uitgesproken, drong de raad aan op meer zekerheid. Maar die kon de decaan niet geven. “De benodigde expertise is in de universiteit aanwezig, maar of ze ook voor ons beschikbaar is, is nog onduidelijk.”

Ook over de argumenten in het plan voor het opheffen of samenvoegen van groepen had de raad de nodige kritische vragen. “Wij hebben van verschillende groepen informatie gekregen die haaks staat op de argumenten die in het plan worden genoemd”, zei raadsvoorzitter Hans de Cock. “Een probleem is alleen dat cijfers om die argumenten te onderbouwen in het plan ontbreken. Kunt u ons die geven, zodat wij ze kunnen beoordelen?”

Bliek reageerde verbaasd. “U wilt toch niet op de stoel van de reorganisatiecommissie gaan zitten? Die heeft gekozen welke groepen goed genoeg zijn en vitaal voor de nieuwe organisatie. U moet als raad dat werk niet nog een keer over willen doen.”

Nu was het de beurt aan de raadsleden om verbaasd te reageren. “U zegt in het plan dat sommige groepen zwak staan, terwijl die groepen zelf met cijfers komen die iets heel anders zeggen. Hoe kunnen wij dan zonder deugdelijke informatie een goede afweging maken?”

“Dat hoeft u ook helemaal niet”, reageerde Bliek afgemeten. “Om die afweging te maken hebben we specialisten in de reorganisatiecommissie gezet. Daarin moet de faculteitsraad niet willen treden.” Verbluft keken de raadsleden elkaar aan. “Maar wat is dan nog wel onze taak?” Op die vraag had de decaan een pasklaar antwoord. “Jullie mogen mij vragen stellen over de gevolgen van de reorganisatie.”

Even bleef het stil. Toen nam raadslid Jan Builtjes het woord. “De faculteitsraad heeft moeite om de argumentatie in dit plan te volgen, en dan helpt het niet erg als u zegt dat dat geen probleem is”, sprak hij even afgemeten als de decaan eerder. “Op dit moment is de tekst van het plan voor ons nog niet voldoende duidelijk om het te kunnen beoordelen.”

Mooie aarde

Hoe kan dat nou?

Utrecht scoort slecht in Keuzegids

Dat is niet zo’n best resultaat, collegevoorzitter Van Rooy?

“Dat klopt, maar we moeten wel bedenken dat de verschillen tussen de algemene universiteiten minimaal zijn. We moeten dus uitkijken een wezenlijk verschil in kwaliteit te suggereren. Verschillen met Elsevier, maar ook bijvoorbeeld met de Duitse ranking van het Centrum für Hochschulentwicklung (CHE) waarin we wel goed scoren, ontstaan door verschillen in methodologie. Wat ze dus vooral aantonen is dat je nooit mag varen op het resultaat van één onderzoek.”

Aan welke zaken moet met voorrang aandacht worden besteed?

“Eigenlijk zie je twee punten die we moeten verbeteren: de informatie over de arbeidsmarkt is niet goed genoeg ontsloten en de link met de praktijk in het onderwijs is niet voldoende zichtbaar voor studenten. Ook wordt de beroepspraktijk nog te weinig binnengehaald, bijvoorbeeld door gastsprekers. Een paar opleidingen komen trouwens wel goed uit de bus zoals Scheikunde en Bestuurs- en Organisatiewetenschap. We moeten zorgen dat zij hun good practice met andere opleidingen gaan delen.”

Hoe komt het dat B&O niet in de top 20 van de Keuzegids staat, opleidingsdirecteur Paul Verweel?

“Het is opvallend dat we net als in Elsevier voor het zevende achtereenvolgende jaar op nummer 1 staan in de categorie B&O. Bij Elsevier is die ranking goed voor een landelijke top 3 notering, bij de Keuzegids niet. Opvallend in de Keuzegids is dat voor USBO in verschillende categorieën geen score is opgenomen waar je dat wel mag verwachten zoals het kleinschalig onderwijs.”

U had vorig jaar veel kritiek op de Keuzegids, hoofd studentenzaken Nikkie Meijers van Rechten. Geldt die kritiek nog steeds?

“Ja. Allereerst was vorig jaar onduidelijk welke juridische opleiding en specialisaties je waar kon volgen. Dat is nu opgelost door die informatie maar helemaal weg te laten! Voor studiekiezers is het nu dus niet duidelijk dat je in Utrecht gewoon een volledige opleiding notarieel recht, internationaal en Europees recht en fiscaal recht kunt doen.

“Verder is de tekst over rechten nauwelijks serieuze professionele voorlichting aan studenten te noemen. Er staat bijvoorbeeld: ‘Als het beroep je lokt en je discipline hebt, kom je er wel doorheen - want zwaar is de studie niet’. Onzin, want uit de tabellen blijkt dat studenten weinig uren studeren. Dat wijst niet op een makkelijke studie, het wijst op een te makkelijk opgevatte studie. Jammer ook dat er bij dat zure toontje over rechten geen melding gemaakt wordt van mogelijkheden zoals het Utrecht Law College voor studenten die graag hard willen werken.”

30 maanden cel voor klap met fietsslot

De 19-jarige Doetinchemer die als student aan de Hogeschool Utrecht zou beginnen, sloeg in de nacht van 13 op 14 augustus tijdens de UIT-dagen Utrechter Jonas Melsert met een fietsslot op het hoofd.

Het slachtoffer, dat in Amsterdam aan een universitaire studie zou beginnen, heeft inmiddels twee hersenoperaties ondergaan. Tijdens de zitting werd duidelijk dat Melsert niet langer verlammingsverschijnselen heeft, maar dat de behandelend artsen nog geen uitspraak kunnen doen over de medische toekomst van de Utrechter. Wel is zeker dat het uitoefenen van zijn geliefde sporten, voetballen en snowboarden, tot het verleden behoort. Of hij ooit nog zal kunnen studeren, is onduidelijk, zo stelt de rechter tijdens de zitting: “De artsen melden dat met de handicaps die het slachtoffer nu heeft, essentiële vaardigheden om te gaan studeren lijken te ontbreken.”

Nóg een Spar in De Uithof