De lift in het Van Unnikgebouw gaat slechts tot de twintigste verdieping. Om de bestuurskamers van studieverenigingen Helix en Storm van Geowetenschappen te bereiken, moet je vanaf die verdieping de trap nemen. Op een doordeweekse maandagmiddag blijken de twee benauwde ruimtes, die gescheiden worden door het gedeelde backoffice drukbevolkt. Twee bijna voltallige besturen zijn aanwezig, leden lopen in en uit. Achter computers wordt driftig getikt, op een tafel wordt een toren van jengablokjes gebouwd, verderop hangen een man of vier op een tweezitter. Verdwaalde pepernoten op de grond getuigen van een Sinterklaasgebeuren. “Gezellig hier toch?”, verwelkomt een van de aanwezigen het bezoek.
Wie hier een kijkje komt nemen, krijgt een bevestiging van een beeld dat vorige week naar voren kwam in de – door het college van bestuur - aangezwengelde discussie over een herverdeling van de bestuursbeurzen voor studieverenigingen: de faculteit Geowetenschappen kent actieve studieverenigingen. Niet verwonderlijk dat zij de sympathie hebben van velen, nu zij met de al even actieve bètaverenigingen het kind van de rekening dreigen te worden.
Overvallen
Wat is er aan de hand? Het universiteitsbestuur is ongelukkig met de huidige verdeling van bestuursbeurzen voor studieverenigingen tussen faculteiten. Volgens het college pakt de huidige “historisch gegroeide” situatie onrechtvaardig uit voor enkele faculteiten zoals Geesteswetenschappen. Het universiteitsbestuur ziet nu in het aantal studenten van een faculteit de meest eenduidig en transparante parameter voor een nieuw verdelingsmechanisme. Om al te grote verschuivingen te voorkomen, krijgt elke faculteit minimaal honderd maanden bestuursbeurs. Daarnaast krijgen ze er nog beursen bij naar rato van het aantal studenten. Desondanks gaan faculteiten als Geowetenschappen en Bètawetenschappen er flink op achteruit: respectievelijk van 211 naar 115 bestuursmaanden en van 181 naar 125. Geesteswetenschappen daarentegen krijgt er 71 beursmaanden bij en ook Sociale Wetenschappen en Diergeneeskunde zijn winnaars.
Het nieuwe plan leverde vorige week al verontwaardigde reacties op en ook hoog in het Van Unnik voelt men zich overvallen. Secretaris Ingeborg Gaillard van Helix, de studievereniging voor Natuurwetenschap en Innovatiemanagement, hoorde drie weken terug voor het eerst over de plannen. “Ik had opeens een gestrest bestuurslid van studievereniging VUGS aan de lijn: dat ik een nieuwbrief van de U-raad moest lezen.” Ook voorzitter Milan Kooijman van de milieuwetenschappers van Storm zegt verrast te zijn. “Ons is niets gevraagd en het lijkt er nu op dat alles al vaststaat.”
Wat beide verenigingen het meest verbaast, is dat in de nieuwe opzet niet gekeken is naar de verdiensten van de verenigingen. Kooijman: “Eerder werd je altijd beoordeeld op het aantal activiteiten dat je organiseerde en de kwaliteit daarvan. Daar is niets meer van over.” Gaillard: “Je draait nu succesvolle goed functionerende verenigingen de nek om.”
Tegelijkertijd willen de twee verenigingen de grote winnaars in het herverdelingsspel niet hun recht op beurzen ontzeggen. Toch klinkt er iets van een voorbehoud. Gaillard: “Mensen worden niet plots actief door beurzen. Bij sommige grote opleidingen zijn studenten gewoon minder betrokken. Dan heb je dus veel studenten, maar weinig activiteiten van verenigingen. En dan zou je daar toch beurzen heen laten gaan? Waarom vraag je niet van verenigingen zich eerst te bewijzen.” En dat de faculteit Diergeneeskunde met maar één studievereniging nu zo veel stijgt, wil er bij de Geoverenigingen ook niet in. Een veelgehoorde kanttekening bij het collegeplan.
Eer en glorie
In de binnenstad is Marlieke Schipper van het Studieverenigingen Overleg (SVO) Geesteswetenschappen er in elk geval van overtuigd dat de bestuursbeurzen binnen haar faculteit op een goede plek terechtkomen. Het SVO begon vorig jaar al een werkgroep om te onderzoeken hoe de studieverenigingen meer middelen voor beurzen zouden kunnen verwerven. De werkzaamheden van die werkgroep lijken op dit moment overbodig door de positieve ontwikkelingen. “Er zijn nu een stuk of drie verenigingen die beurzen krijgen, de overige twintig krijgen niets. Ik geef toe: een aantal verenigingen is minder actief en die verdienen daarom ook geen beurzen, maar er zijn ook besturen die er echt iets bloeiends van proberen te maken. Die kunnen geholpen worden met beurzen. Je ziet ook dat de kwaliteit van een bestuur soms van jaar tot jaar kan verschillen. Bestuursbeurzen zouden voor meer continuïteit kunnen zorgen. Ik begrijp de Geowetenschappers en de Bèta´s wel, maar het was gewoon niet eerlijk.”
“Wij doen het voor de eer en glorie”, zegt Tineke Scheenaard voorzitter van de filosofenvereniging FUF. “We hebben geen bestuursbeurzen en studeren er gewoon naast. Je weet van te voren dat je studievertraging op gaat lopen en dat het je geld gaat kosten wanneer je in een bestuur gaat. Ik heb het wel eens uitgerekend. Een ruime schatting is dat ik 60 euro per week kwijt ben aan kleding, reizen, borrelen, cadeautjes, uit eten en ga zomaar door. Wij organiseren twee activiteiten per week en we zeggen andere dingen af om daar bij te zijn. Dat moet je wel echt willen. Dat ga je niet plots leuk vinden, omdat je een beurs krijgt. Maar het is natuurlijk niet te verdedigen dat de verenigingen bij Geesteswetenschappen daar minder gemakkelijk aanspraak op kunnen maken.”
Schipper denkt wel dat een beurs studenten die twijfelen of ze bestuurslid willen worden over de streep kunnen trekken om een bestuur in te gaan: “Ik heb zelf een jaar bestuur gedaan zonder beurs. Dan blijf je toch met het gevoel zitten dat je dat wat je graag wilde met de vereniging niet hebt kunnen bereiken. Studeren, werken, een sociaal leven, dat gaat niet gemakkelijk samen.”
Bewijzen
Alles bij elkaar heeft de discussie een groot kip-en-ei gehalte. Moeten de besturen van Geesteswetenschappen niet eerst bewijzen de beurzen waard te zijn en net zo actief te kunnen zijn als die van Geowetenschappen? Maar dat kunnen ze waarschijnlijk alleen als ze beurzen krijgen. Tegelijkertijd wil niemand die leuke actieve verenigingen bij Geowetenschappen en Bètawetenschappen smoren.
In medezeggenschapskringen wordt daarom flink geworsteld met het vraagstuk. Niemand kan op goede gronden tegen een rechtvaardigere op rationelere criteria gebaseerde verdeling zijn, maar de negatieve effecten voor specifieke verenigingen worden als ongewenst beschouwd,
Hoewel er vooral bij studentraadsleden twijfels blijven of het aantal studenten per faculteit nu werkelijk het beste criterium is om beurzen te verdelen, blijkt het lastig een ander criterium te verzinnen dat net zo gemakkelijk hanteerbaar is. Verdelen op basis van ‘actieve leden’, zoals sommigen voorstellen, zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot een “creatieve” ledenadministratie bij verenigingen en een plotse wildgroei aan commissies. Toch wordt deze week nog druk overleg gevoerd over mogelijkheden om de verschuivingen minder extreem te maken. In de raadsvergadering van aanstaande maandag zal moeten blijken wat de uitkomst daarvan is.
Gezelligheidsverenigingen
Bestuursleden van studieverenigingen uit alle hoeken van de universiteit zien de impasse. Wat de een erbij krijgt, gaat er bij de ander vanaf. Hoe graag zouden ze niet willen dat de universiteit meer mogelijkheden schept voor studieverenigingen en studenten die willen besturen.
Vorig jaar vroeg een werkgroep van de universiteitsraad het universiteitsbestuur nog om meer geld voor bestuursbeurzen. De UU liep in een landelijke vergelijking, die door de werkgroep werd aangehaald, bepaald niet voorop. De oproep werd destijds van de hand gewezen en lijkt gezien het huidige financiële gesternte in het geheel niet meer reëel. Collegevoorzitter Van Rooy vroeg de studentengemeenschap vorige week juist om meer waardering voor het feit dat de universitaire ondersteuning voor studentenactiviteiten de enige begrotingspost is waar niet op wordt bezuinigd.
Ook door een andere hoopvolle verwachting van de studentbestuurders lijkt deze week een streep te zijn gezet. Minister Plasterk zei in de kamer “grote aarzelingen” te hebben bij een voorstel om studentbestuurders het collegegeld kwijt te schelden. Vooral D66 en GroenLinks probeerden daar een lans voor te breken. Gaillard schetst een in haar ogen absurde situatie: “Je volgt geen onderwijs, omdat je je helemaal op het bestuur stort, maar je moet wel ingeschreven staan en 1500 euro betalen. In sommige gevallen verdient een universiteit daar op.”
Als je studieverenigingen vraagt waar dan wel het geld te halen zou zijn om hun activiteiten beter te ondersteunen, hoort opvallend vaak: bij de gezelligheidsverenigingen. Zij krijgen relatief veel beurzen: 599 maanden in totaal per jaar tegen 918 voor alle studieverenigingen. Een beeld van het corps dat met monstertrucks door de stad rijdt, doet bestuurders van studieverenigingen wel eens fronsen. FUF-voorzitter Tineke Scheenaard meent bijvoorbeeld dat studieverenigingen meer recht hebben op universitaire ondersteuning dan gezelligheidsverenigingen. “Ik heb niets tegen die verenigingen, maar studieverenigingen combineren gezelligheid met aandacht voor de opleiding. Studenten studeren daardoor prettiger. En daar zou het een universiteit toch in eerste instantie om te doen moeten zijn. Als ik bovendien iets geleerd heb in mijn bestuursjaren dan is het wel dat feesten winstgevend zijn. Die gezelligheidsverenigingen zouden best wat meer hun eigen broek mogen ophouden.”
Over de mogelijke gevolgen van minder bestuursbeurzen is vooral Ingeborg Gaillard van Helix zeer uitgesproken. Zes bestuursleden verdelen bij haar vereniging veertig bestuursmaanden: “Wij werken langzaam naar een professioneel fulltime bestuur toe, zoals een aantal andere verenigingen dat hier ook hebben. Bij de voorbereiding van de themaweek met bedrijven en alumni merken we dat gesprekspartners dat ook waarderen. Die zien liever iemand in een net pak met een goed voorbereide powerpoint komen, dan iemand in een slobbertrui met een warrig verhaal. De verwachting was ook dat we in een volgende herverdeling van de beurzen er op vooruit zouden gaan, maar nu worden al onze ambities weggegooid. Het standaard sporttoernooi kun je altijd wel organiseren, maar wij proberen echt aan de lange termijn te werken. Dat soort zaken komt in gevaar en dat is niet goed voor de opleiding en dus slecht voor de universiteit.”
Het bestuur van Storm kiest er al enige jaren bewust voor om te blijven studeren en de taken in deeltijd te verrichten. De vijf bestuursleden krijgen daar vier en een halve maand beurs. Milan Kooijman voorziet dat bestuursleden hun focus minder op de vereniging en meer op de studievoortgang zullen richten: “Toen ik begon met mijn bestuur werd mij aangeraden om slechts één vak per semester te doen. Als deze plannen doorgaan dan kan ik dat mijn opvolgers werkelijk niet meer adviseren.”
De vraag of een fusie tussen twee of meerdere verenigingen geen soelaas kan bieden wordt door beide verenigingen weggewuifd. Gaillard: “Het gaat om heel uiteenlopende opleidingen. Er zijn echt verschillende culturen binnen onze faculteit. Als we samen zouden gaan met een grote vereniging als VUGS, dan zouden we onze eigen identiteit moeten opgeven. Wij zijn veel minder van de traditie. Zij staan op borrels verenigingsliederen te zingen en op de grond te stampen.”