Nieuws

Compromis over bestuursbeurzen

Vooral bij de studieverenigingen van die twee faculteiten was onrust ontstaan over een plan van het universiteitsbestuur voor een nieuwe mechanisme om de beurzen voor studieverenigingen te verdelen.

Het universiteitsbestuur stelde voor om daarbij studentenaantallen een grotere rol te laten spelen. De huidige “historisch gegroeide” situatie is volgens het college van bestuur niet fair ten opzichte van enkele grote faculteiten. Vooral de faculteit Geesteswetenschappen krijgt relatief weinig beurzen.

Ondanks een vaste voet voor alle faculteiten, dreigden vooral Geowetenschappen en Bètawetenschappen hierdoor veel bestuursbeurzen te verliezen. Dit leverde protest op, vooral omdat de studieverenigingen van beide faculteiten als “zeer actief” worden omschreven.

In de universiteitsraad kwam de studentengeleding afgelopen maandag met een tegenvoorstel. Hierbij wordt vooral naar de faculteiten Geneeskunde en Diergeneeskunde gekeken. Deze zouden in de nieuwe verdeling tot de stijgers behoren, terwijl de faculteiten slechts een klein aantal studieverenigingen kennen.

Door het terugbrengen van de vaste voet voor deze faculteiten kan de vaste voet bij de andere faculteiten omhoog. Hiermee worden de negatieve gevolgen voor Geowetenschappen en Bètawetenschappen enigszins gedempt.

Het college van bestuur ging ook akkoord met een overgangsjaar 2010-2011 waarin de veranderingen slechts voor de helft worden ingevoerd. Van 2011 moet de nieuwe verdeling dan gaan gelden.

De studenten in de uraad vroegen het universiteitsbestuur wel te evalueren of de gekozen verdeling tot de gewenste effecten leidt.

XB

Twee Vici’s voor Utrechtse onderzoekers

De 44-jarige Nieuwbeerta doet onderzoek naar het effect van gevangenisstraf. Jaarlijks worden in Nederland 50.000 personen opgesloten in een gevangenis, aldus het persbericht van NWO. De Utrechtse socioloog gaat na welke gevolgen het verblijf in de gevangenis heeft voor de criminele recidive, de beroepsloopbaan, de gezondheid en de intieme relaties van (ex-)gevangenen. Ook worden de gevolgen nagegaan voor het welzijn van hun partners en hun kinderen.

De één jaar jongere Smidt doet in het UMC Utrecht onderzoek naar de manier waarop algemene hersencellen zich na de geboorte ontwikkelen tot cellen met specifieke functies. Hij is in het bijzonder geïnteresseerd in hersencellen die met elkaar communiceren via de boodschapperstof dopamine. Deze hersencellen sterven af bij de ziekte van Parkinson. In zijn onderzoek wil hij de moleculaire code doorgronden die verklaart hoe hersencellen zich specialiseren. Met die kennis zouden deze specifieke cellen in de toekomst mogelijk in het laboratorium kunnen worden gemaakt om zo Parkinson te bestrijden.

In totaal kende NWO dit jaar op 162 aanvragen dertig Vici’s toe. Grootverdieners zijn de universiteiten van Amsterdam en Leiden met vijf respectievelijk vier honoreringen. Opvallend is dat slechts vijf subsidies naar vrouwen gaan. Het is overigens de laatste keer dat de winnaars 1,25 miljoen euro krijgen. Volgend jaar wordt het bedrag verhoogd tot maximaal 1,5 miljoen.

EH

Jonge biologen doen het goed bij NWO

Opmerkelijk genoeg gaan alle drie Utrechtse beurzen naar onderzoekers in de sfeer van de biologie en het milieu. Zo vertrekt gedragsbiologe Sharon Gobes voor twee jaar naar Harvard om daar te onderzoeken hoe vogels de herinnering aan de zang van hun vader tijdens hun slaap omzetten in een eigen liedje.

Milieukundige Sonia Kéfi gaat in Darmstadt onderzoek doen naar het effect van menselijk handelen op ecosystemen. Zij kijkt met name naar de manier waarop ecosystemen reageren op toenemende stress en de gunstige invloed daarop van positieve interacties tussen organismen, bijvoorbeeld vegetatie die de lokale omgeving verbetert door toename van voedingsstoffen en water.

Ecoloog Peter Vermeulen tenslotte gaat aan de Macquarie Universiteit in Sydney kijken naar concurrentie tussen planten. Hij beschouwt concurrentie als een spel: zolang de prestatie van anderen laag gehouden kan worden, hoeft de winnaar geen hoge score te behalen. Dit onderzoek gaat na hoe in zo'n situatie meer dan één soort kan winnen.

In totaal dienden 82 jonge onderzoekers een voorstel in. Opvallend is dat de vrouwen dit jaar erg goed presteren. Van de 42 vrouwen die een aanvraag indienden, krijgen er 17 een subsidie. Van de 40 mannelijke aanvragers ontvangen er 13 een Rubicon. Hierdoor ligt het honoreringspercentage voor vrouwen (40%) duidelijk hoger dan dat voor mannen (33%).

EH

Forse groei aantal studenten

Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Eén op de vier jongeren van 21 jaar volgt tegenwoordig een hbo-opleiding. Dat was in 1995 nog niet één op de vijf. Aan de universiteit studeerde destijds minder dan één op de tien jongeren, terwijl dat nu één op de acht is.

Dit is overigens nog lang niet voldoende. Het kabinet zou graag zien dat de helft van alle werkenden in 2020 hoogopgeleid is.

HOP

Spinozapremie verhoogd

Alleen het bedrag verandert; de eisen en procedures blijven dezelfde, meldt onderzoeksfinancier NWO. Volgens scheidend voorzitter Peter Nijkamp moest de premie wel omhoog, omdat ook de veni-, vidi- en vici-beurzen voor talentvolle onderzoekers omhoog gaan. Bovendien dreigt de Europese Unie Spinoza te overvleugelen met beurzen die soms oplopen tot 3,5 miljoen euro.

De prijs is vijftien jaar geleden voor het eerst uitgereikt. Bij de allereerste lichting winnaars zaten Gerard ’t Hooft (die later de Nobelprijs kreeg) en neerlandicus Frits van Oostrom. Latere laureaten zijn onder meer Peter Nijkamp zelf, minister Ronald Plasterk en natuurkundige Robbert Dijkgraaf.

HOP

Vijfduizend handtekeningen tegen verruiming tentamentijden

De studentgeleding van de universiteitsraad nam onlangs het initiatief tot een petitie op internet. Deze werd inmiddels door zo’n drieduizend studenten ondertekend.

Daarnaast verzamelden studenten Sociale Wetenschappen en Bètawetenschappen tijdens colleges nog eens zo’n tweeduizend handtekeningen.

Volgens een recent besluit van het college mogen tentamens voortaan op weekdagen tussen acht uur ’s ochtends en tien uur ’s avonds en op zaterdag tussen half negen en vier uur worden gehouden.

Reden voor dit besluit is het feit dat in de universitaire tentamenzalen in topweken te weinig ruimte is. Gevolg is dat zalen in de Jaarbeurs en op de Vechtsebanen moeten worden gehuurd.

Met een uitbreiding van de tentamentijden kunnen de universitaire ruimtes beter worden benut en de kosten van inhuur worden teruggedrongen, stelt het college.

XB

Zie voor de internetpetitie en opmerkingen studenten:
http://www.petitiononline.com/mod_perl/signed.cgi?uiro8952&101

Geaccrediteerde opleiding krijgt meer smoel

Op dit moment geven visitatiepanels opleidingen in de accreditatieprocedure een ‘onvoldoende’, een ‘voldoende’ of een ‘goed’ per onderdeel. Het oordeel ‘excellent’ kan alleen worden verleend als een opleiding daar tevoren een aanvraag voor heeft ingediend. Die eis vervalt in een wetsvoorstel dat het kabinet voor advies naar de Raad van State heeft gestuurd.

Het huidige accreditatiestelsel heeft iets weg van de apk voor auto’s: een keuring op basiskwaliteit. Het oude ‘visitatiestelsel’, dat in 2004 werd vervangen, kende veel meer smaken: daarin werden opleidingen soms zelfs langs een tienpuntsschaal gelegd.

De Keuzegids Hoger Onderwijs, die de accreditatieoordelen dit jaar voor het eerst weer laat meewegen in zijn rankings, is blij met de uitbreiding naar de vierpuntsschaal. “Met de extra gegevens over sterke en zwakke punten van opleidingen kunnen we de studiekeuzevoorlichting aan aankomende studenten verbeteren”, zegt hoofdredacteur Frank Steenkamp. “We zullen er graag gebruik van maken.”

In lijn met afspraken die in de Tweede Kamer gemaakt zijn, laat minister Plasterk verder weten dat opleidingen binnen één instelling straks niet meer afzonderlijk hoeven te worden getoetst voor zaken als het algemene personeelsbeleid of de studentenvoorzieningen. De verminderde bureaucratische lasten voor universiteiten en hogescholen zouden op termijn een besparing van zeven miljoen euro per jaar opleveren.

HOP

‘Verkwansel het unieke promotiestelsel niet’

Liefst zou minister Plasterk zien dat promovendi hun status als werknemer behouden. Dat heeft hij al een paar keer laten weten. Alleen aarzelt hij om universiteiten op dit punt de wet voor te schrijven.

De universiteiten doen intussen hun best de ‘bursaal’ erdoor te krijgen. Ze noemen de promovendus ‘promotiestudent’ en spreken consequent van een ‘promotieopleiding’ in plaats van een promotietraject. Ze wijzen daarbij naar het buitenland, waar promovendi vrijwel altijd student zijn. De rechter floot hen al een paar keer terug als ze beurspromovendi aanstelden, maar de instellingen blijven het proberen – uitzonderingen als de Radboud Universiteit Nijmegen daargelaten.

In een briefadvies aan de minister schrijft het Promovendi Netwerk Nederland dat de universiteiten een unique selling point dreigen te verkwanselen. De werknemerstatus zou juist meerwaarde bieden, die buitenlanders over de streep trekt om hier te promoveren. Deze arbeidsvoorwaarden zou Nederland met een goede PR-campagne juist onder de aandacht van buitenlands talent moeten brengen. Stel daarom eisen aan de bestedingen van de eerste geldstroom, adviseert het PNN de minister, en verbiedt de bursaal.

Maar er moet meer gebeuren om de Nederlandse promotietrajecten te verbeteren. Zorg dat die allemaal geëvalueerd worden, zegt het PNN, bijvoorbeeld door de KNAW-commissie die de onderzoeksscholen onder de loep neemt. Let daarbij op de begeleiding, het ‘cursustraject’ en de aandacht voor de loopbaan.

De overheid zou ook moeten regelen dat niet-EU-burgers langer de tijd krijgen om na hun promotie in Nederland een baan te zoeken, zoals in een wetsvoorstel van staatssecretaris Albayrak van Justitie staat. Anders investeren de universiteiten vier jaar lang in iemand die na de uitreiking van de doctorstitel weer naar eigen land moet vertrekken.

De Socialistische Partij diende vorige week een motie in die ervoor kan zorgen dat universiteiten hun promovendi als werknemers moeten behandelen. Plasterk beschouwde de motie als “ondersteuning” van zijn beleid: “Ik zeg erbij dat ik doe wat ik kan met de instrumenten die ik heb.”

HOP

Negatief advies over reorganisatie Biologie

In haar uitgebreide advies gaat de raad zowel in op de gevolgen van de reorganisatie voor onderwijs en onderzoek als op de argumenten voor het opheffen of verkleinen van groepen. De overwegingen leiden tot elf deeladviezen, waarop de raad een met goede argumenten omkleed antwoord verwacht.

De zorgen van de raad concentreren zich met name op drie punten, schrijft raadsvoorzitter Hans de Cock. In de eerste plaats vreest de raad voor de continuïteit van de huidige biologieopleiding zowel in de periode van de reorganisatie als op langere termijn. Met name de toekomst van het onderwijs op zoölogisch gebied baart de raad zorgen. Zij wil heldere randvoorwaarden waarbinnen het nieuwe onderwijs moet worden ingericht.

Ook wil de raad betere en meer transparante argumenten voor het opheffen van de groepen Functionele Neurobiologie en Endocrinologie en Metabolisme. De tekst over die laatste groep in het rapport kan wat haar betreft alleen door de beugel als zij zodanig wordt aangepast, dat er sprake is van een analyse van de ‘huidige’ groep in plaats van van twee inmiddels opgeheven groepen.

Ten aanzien van de Didactiek van de Biologie vraagt de raad om de consequenties van de bezuinigingen op deze groep opnieuw te inventariseren. Daarbij dient met het college van bestuur en met de directie van het Freudenthal Instituut voor bètadidactiek te worden besproken hoe de nadelige effecten van de voorgenomen bezuiniging op de Utrechtse en landelijke bètadidactiek kunnen worden opgevangen.

EH

Universiteiten 146 miljoen in de plus

De AOb baseert zich op onderzoek van CFI – de controlerende financiële instantie van het ministerie van OCW. Het nettoresultaat van de universiteiten was een miljoen euro hoger dan in 2006. Dat had geen invloed op de gemiddelde solvabiliteit: het vermogen van de universiteiten om langlopende schulden te kunnen betalen bleef stabiel op 56 procent.

Het wetenschappelijk onderwijs is volgens de CFI gezond. Anders dan in het hbo – waar een aantal hogescholen in 2007 moesten fuseren om meer spek op de botten te krijgen – heeft niet één universiteit te maken met een probleembalans.

Natuurlijk zijn er wel verschillen: zo hield de Universiteit van Tilburg in 2007 het meest over: negentien miljoen euro. Opmerkelijk is verder dat ook instellingen die recentelijk bezuinigingen aankondigden er op het oog warmpjes bijzitten. de Universiteit Utrecht had in 2007 een eigen vermogen van 310 miljoen euro en een solvabiliteit van vijftig procent. Dat is beslist niet slecht, al was het percentage in 2004 nog 61 procent.

Ook de UvA, die onlangs hardop overwoog meer geld te vragen aan studenten die extra vakken en honoursprogramma’s wilden volgen, had in 2007 een eigen vermogen van 227 miljoen en een solvabiliteit van vijftig procent. De TU Delft – waar faculteiten met een begrotingstekort van tien miljoen euro kampen – zit met 222 miljoen euro eigen vermogen en een solvabiliteit van 55 procent nog lang niet in de rode cijfers.

De AOb voert al geruime tijd actie tegen onderwijsinstellingen die geld oppotten. Vooral het het basis- en voortgezet onderwijs zou zich daaraan bezondigen. Voor universiteiten vindt de bond een solvabiliteitsmarge tot zestig procent aanvaardbaar. Zij moeten hun omvangrijke gebouwen en dure onderzoeksapparatuur immers zelf betalen.

HOP