Nieuws

Not going home for Christmas

Rodrigo Momberg (35) and Carola Puschel (34), Manuela (10) and Gustavo (6) from Chile.

Chilean Rodrigo has been a doctoral student (PhD) at the Law Faculty since February 2008.

“We will stay in Utrecht for Christmas”, says Rodrigo. He started his PhD studies in February and his wife Carola and their children joined him a month after. They intend to celebrate Christmas just like they do at home. One thing will be very different however: it is winter in the Netherlands. “The children love all the decorative Christmas lights in the streets and they are expecting lots of snow. In Chile the temperature is usually around 30 degrees over Christmas.” Going back to Chile for the holiday season is not an option for Rodrigo and his family, as it is far too expensive. But he doesn’t really mind. “At least my wife and children are here with me.” Carola’s brother and sister live in Germany and Spain respectively, and will come to Utrecht for a couple of days. “We are now responsible for offering them a warm Christmas”, says Carola. “For we, at least, are here with the four of us, while they are by themselves.”

Elisa Guasti (34) from Italy.

Italian Elisa has been working as a geologist for Research Institute TNO, which is affiliated with Utrecht University, for a year and a half now.

A few months ago, Elisa’s boyfriend joined her in Utrecht. They will be celebrating Christmas together, which suits her fine. “If I had been all by myself I would have gone back to my family in Italy”, she says. “Now we will just stay at home with the two of us. We will try and have a traditional Italian Christmas. On Christmas Eve we will be eating pasta and fish, as meat is only eaten on Christmas Day. And we will do some sightseeing around the Netherlands.” While it is tradition to be at home for Christmas, Elisa’s family appreciates her decision to stay in Utrecht. “I do miss them, of course, but we will be going to Italy in January and I will see them all then. When you live abroad, it always is a little like Christmas when you go back, even when it is not actually at Christmas time.”

Lachlan McLean (20) from Australia.

Australian Lachlan is a student of Law and International Relations, and is spending six months at Utrecht University.

Australia is not exactly a few steps away, and Lachlan will only be away from home for six months. He therefore will not be going home for Christmas. But he will not miss out on the family celebrations, as he will be at his girlfriend’s family. “They are a great family and very hospitable, which is particularly special since her parents do not speak English very well. Christmas is an important family tradition, so I very much appreciate their invitation”, says Lachlan. At home his family always has a traditional barbecue in 35 degree heat. Very different from the wintry Christmas in the Netherlands! “In Australia we have fake snow and fake Christmas trees. Now I will finally celebrate a proper Christmas.” As the holiday season approaches however, the Australian is starting to miss his family. “But we will try and skype if the time difference allows us.”

Megan Price (27) from the United States.

Megan has just completed her Master’s degree in Conflict Studies in Utrecht. She has been living in Utrecht for a year and a half.

Megan won’t be going home for Christmas, for the fourth time in a row. She is starting to miss the traditional American Christmas season, but since last year, she has found a good alternative. She will spend Christmas at her best friend’s family in England. "They are my surrogate family over Christmas", she says. "My friend’s mother is happy to adopt me during Christmas. I think it gives her a proper sense of motherhood." On Christmas day she always calls home. And every year Megan finds a parcel under the Christmas tree from her family in America. "They always wait to unwrap their presents until I have phoned home. Then it is just like I am with them for a moment. Last year I took the presents which my family sent to me with me to England and opened them there."

’Haal bedreigde academici naar Nederland’

UAF-voorzitter Ruud Lubbers roept op tot solidariteit

“Hoogopgeleiden worden vaker vervolgd dan anderen. Ze nemen minder snel een blad voor de mond en zijn daardoor bedreigend voor dictaturen. Het is onze ereplicht om ze te steunen.” Voormalig minister-president Ruud Lubbers (69) was vier jaar lang hoge commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) en is alweer twee jaar voorzitter van het UAF. De invloedrijke Minister van Staat zet zich in voor de 2500 asielzoekers en vluchtelingen die met steun van de stichting studeren en aan een baan worden geholpen.

Bij zijn aantreden in 2006 noemde hij het Nederlandse vreemdelingenbeleid verkrampt. “De aanslagen in New York en de moorden op Fortuyn en Van Gogh hebben er voor gezorgd dat een belangrijke stroming in de samenleving het welletjes vindt met de aantallen migranten in ons land. Mede daardoor is er, ondanks het oplopende tekort aan kenniswerkers, weinig oog voor het vele talent onder vluchtelingen. Het ministerie van Justitie zegt wel dat de echte vluchtelingen hier mogen blijven, maar laat er zo weinig mogelijk binnen en wijst er zo veel mogelijk uit. De grote vraag is hoe we die kramp te boven komen.”

Lubbers is er van overtuigd dat participatie de sleutel is. “Migranten moeten meedoen met de samenleving. Daardoor wennen mensen aan elkaar, zonder dat ze het gevoel krijgen dat ze hun eigen religieuze en culturele achtergrond moeten opofferen. Dan kun je voorbij die vrees komen.”

Begin november, bij de première van de rondreizende muziektheatervoorstelling Excellence in exile vroeg hij de regering om “twee cadeaus”. In de eerste plaats hoopt hij dat vluchtelingen die in Nederland afstuderen straks automatisch een permanente verblijfsvergunning krijgen. Zolang ze nog in de asielprocedure zitten, krijgen ze die niet en mogen ze niet aan het werk. Maar ze kunnen ook niet worden toegelaten als kennismigrant, want daarvoor zouden ze eerst terugmoeten naar hun eigen land. Een “malle regel”, vindt hij, die snel moet worden afgeschaft.

Een stap verder gaat het UAF-voorstel om, samen met de Amerikaanse zusterorganisatie Scholars at risk, tientallen kenniswerkers en wetenschappers in Nederland toe te laten. “Dat kunnen bijvoorbeeld mensen zijn die vastzitten in een kamp op de grens tussen Irak en Syrië, en die bekend zijn bij de UNHCR.” Het UAF is bereid om voor de regering uit te zoeken of deze vluchtelingen inderdaad een waardevolle bijdrage aan de samenleving kunnen leveren. Zo ja, dan zorgt het ook voor hun verdere begeleiding.

Lubbers: “Wij staan als het ware garant voor ze en dat kan Justitie een hoop werk schelen. Daar hebben we de steun van onze donateurs bij nodig, maar ook de instellingen die hun een baan aanbieden. Want die mensen moeten hier wel kunnen werken.” Hij heeft de universiteiten en hogescholen gevraagd om jaarlijks één à twee vluchtelingen uit te nodigen en tijdelijk te benoemen. “Dan heb je er binnen een paar jaar zo’n tien per instelling rondlopen.”

Wat vindt hij van de kritiek dat Nederland daarmee het talent uit ontwikkelingslanden wegkaapt en een ‘braindrain’ veroorzaakt? “Onzin! Je moet uitgaan van de vrijheid van mensen. De overheid moet zich niet bemoeien met de vraag hoe mensen hun leven inrichten, met wie ze trouwen en waar. Natuurlijk is het prachtig wanneer vluchtelingen later iets goeds willen doen in hun land van herkomst. Maar dat moet een vrije keuze zijn.”

Ook kan hij weinig met het verwijt dat het UAF zich niet inzet voor mensen die intellectueel niet in staat zijn een hoger onderwijsdiploma te halen. “Dat vind ik verkeerd gedacht, want dan zou je het goede niet doen uit angst voor onrechtvaardigheid.” Toch heeft het UAF zich in de loop der tijd verbreed: het steunt nu ook vluchtelingen op hbo- en mbo-4-niveau. “Wie dat niet aankan, wordt door andere clubs geholpen waar we goed mee samenwerken.”

Lubbers is positief over de eerste reacties op de ‘cadeautips’. “De staatssecretaris van Justitie was bij de première aanwezig. Ze kroop niet weg en nam ons na afloop terzijde. We hebben afgesproken dat we er over doorpraten.”

Minister Plasterk heeft het talent van de UAF-cliënten “nog niet echt ontdekt”, zegt Lubbers. “Hem zien we nog te weinig. Dat is jammer, want het zou goed zijn als hij onze oproep aan de universiteiten en de hogescholen zou steunen.” UU-voorzitter Yvonne van Rooy vindt het voorstel van Lubbers sympathiek en bestudeert de mogelijkheden voor Utrecht.

Actueel

Moordende studente

Studerende moeders

De eenoudertoeslag voor studerende moeders wordt geen gift. De Tweede Kamer heeft een SP-motie verworpen die daarvoor wilde zorgen. Wie niet op tijd afstudeert, moet de toeslag gewoon terugbetalen. De eenoudertoeslag is bedoeld voor het kind, redeneerde de Socialistische Partij, dus het geeft geen pas om het geld achteraf weer terug te vorderen, wanneer de studerende vader of moeder de opleiding niet afmaakt. Minister Plasterk had de motie ontraden, omdat die te duur zou zijn. Plasterk zei vorige week dat hij geen “signalen” had ontvangen dat studerende moeders nu in de problemen komen. Wel zegde hij de Kamer een rapportage toe over zijn gesprekken met het Steunpunt Studerende Moeders. Die verschijnt in de eerste helft van 2009. (HOP)

Ontwikkelingsbeurs

De ChristenUnie bepleit een fonds voor studenten uit ontwikkelingslanden die in Nederland willen studeren. Want waarom zouden zij een hoger collegegeldtarief moeten betalen dan rijke Europeanen? “Het lijkt de omgekeerde wereld.” De beleidsterreinen van ontwikkelingshulp en hoger onderwijs overlappen elkaar, vindt het Tweede Kamerlid Ed Anker van de ChristenUnie. Daarom zouden de ministers beter met elkaar moeten samenwerken. Zijn partij vindt het bijvoorbeeld jammer dat Nederland wel een fonds voor topstudenten heeft, maar niet voor studenten uit ontwikkelingslanden. “Het zou bij ons passen om studenten hierheen te halen die het hard nodig hebben, uit landen die het hard nodig hebben.” Minister Plasterk noemde het voorstel sympathiek, maar zag er toch weinig in. Bijdragen aan het onderwijs in ontwikkelingslanden “is de primaire verantwoordelijkheid van de minister van Ontwikkelingssamenwerking.” (HOP)

Schreef

Goed voorbeeld doet volgen

“Met Yvonne van Rooy van de hoogst geklasseerde Nederlandse universiteit op de Sjanghai ranglijst.”

“Dag Yvonne, je spreekt met Paul van der Heijden van de universiteit die op de ranglijst van de Times net even boven Utrecht staat. Hoe staan de zaken er achter Woerden voor?”

“Goed Paul, uitstekend, mag ik wel zeggen. Ons Strategisch Plan is zojuist met grote instemming door de U-raad aanvaard.”

“Met grote instemming? Heb ik in jullie onvolprezen blad niet gelezen dat er wat kritiek was op jullie wat al te industriële ambities?”

“Ach Paul, dat blaadje van ons heeft wel vaker de neiging om de dingen uit hun verband te rukken. Maar wees gerust, dat zal niet lang meer duren.”

“Wat? Gaan jullie de vrije pers muilkorven?”

“De vrije pers muilkorven? Doe niet zo bespottelijk. Wij zijn Leiden niet. Wij staan hier in Utrecht pal voor de persvrijheid, mits uiteraard gestroomlijnd in de richting van de interne communicatie.”

“Ja ja, zodat ze geen onaardige dingen meer schrijven over de infame manier waarop jullie ons mooie islaminstituut de nek proberen om te draaien.”

“De nek omdraaien? Doe niet zo raar, Paul. We willen gewoon dat het islamonderzoek op een goede manier gebeurt.”

“Ach kom, Yvonne, datgebeurt bij ons op een orima manier. Je bedoelt dat je alleen maar wilt betalen als dat onderzoek in Utrecht gebeurt.”

“Ja hoor eens Paul, je verwacht in deze moeilijke tijden toch niet dat we een andere universiteit gaan zitten subsidiëren?

Opnieuw gaat de telefoon.

“Met Yvonne van Rooy.”

“Dag Yvonne, je spreekt met Alfred Bliek. Ik moest je bellen?”

“Ha Alfred, onze onverschrokken bètadecaan. Ik wilde je iets vragen over de reorganisatie bij Biologie. Klopt het dat jullie het onderzoek binnen het IVLOS en het IRAS gaan opheffen?”

“Ik ben bang dat er niets anders opzit.”

“Maar Alfred, dat kan echt net hoor. Realiseer je je wel met wat voor problemen je die twee mooie instituten van ons opzadelt?”

“Dat zal wel, Yvonne, maar helaas zijn het twee instituten buiten onze eigen faculteit. Je verwacht in deze moeilijke tijden toch niet dat we andere faculteiten gaan zitten subsidiëren?”

Kamer wil geen promotiestudent

Universiteitenvereniging VSNU pleit al jaren hartstochtelijk voor ‘differentiatie’ en ‘maatwerk’ in het promotiestelsel. Er zou ook ruimte moeten zijn voor promovendi met een studiebeurs. Die zijn namelijk goedkoper dan promovendi met salaris, waardoor universiteiten meer promovendi kunnen aanstellen.

Maar de Kamer denkt er anders over. Die “verzoekt de regering zich te realiseren dat promovendi door hun werkgever als werknemer worden behandeld”. Bijna alle partijen steunden gisteren de motie van de Socialistische Partij. Alleen de PVV van Geert Wilders stemde tegen.

Minister Plasterk had de motie niet ontraden, want hij beschouwde die als “ondersteuning” van zijn beleid. “Ik zeg erbij dat ik doe wat ik kan met de instrumenten die ik heb”, zei hij vorige week.

Het Promovendi Netwerk Nederland is blij. “De spreekwoordelijke champagne ging open”, zegt voorzitter Gertjan Tommel. “We kunnen het politiek gezien niet sterker krijgen. Met één druk op de knop is het pleidooi van de VSNU voor de beurspromovendus afgevoerd.”

De discussie speelt met name voor promovendi die uit de basisfinanciering (‘eerste geldstroom’) van universiteiten worden betaald. Onderzoeksfinancier NWO, die de ‘tweede geldstroom’ verdeelt, stelt de eis dat promovendi als werknemer worden aangesteld.

HOP

Worldwide

Kasia: "In Poland it is not possible to study ‘joint’ programmes . Here it is, which is why I wanted to come and study here. "

Maja: "For me the most important reason to come to Utrecht was the fact that lectures are given in English.

Kasia: "I also hoped to improve my English language skills. In Poland I learnt some English, but not enough to be able to have proper conversations. That’s why I was very quiet when I first arrived in the Netherlands. I found it hard to express myself."

Maja: "At first I also had problems adjusting. I had to do everything myself and I felt very lonely. Now I have a nice group of friends. UCU is very good with regard to social activities, everyone knows each other. The relationship with my teachers is very good too. But I will really enjoy going home for Christmas."

Kasia: "Yes, me too. For us, Christmas has a very strong family tradition. We celebrate it rather differently form people over here."

Maja: "In Poland the 24th of December is the most important day of the holiday season. We celebrate Christmas according to the Catholic tradition. When the first star appears in the sky, we start with a huge dinner."

Kasia: "We always leave one plate empty for an unexpected guest. No one ever turns up unexpectedly, but it is the thought that counts."

Maja: "After dinner we all express our best wishes and then we exchange gifts."

Kasia: "In the evening we go to church and sing traditional Christmas carols. Religion is still very much alive in Poland."

Maja: “Although less and less people go to church."

Kasia: "During communism, religion was very important to us, but now the Church has become too influential. However, its traditions are very beautiful. In the Netherlands Christmas has become a rather commercial affair, it simply revolves around lots of food and presents. Your St. Nicolas tradition on the other hand is really great. I even put my shoe in front of the chimney, ha-ha."

Een avond in Athene

“Op de avond dat de scholier Alexis werd neergeschoten, was ik in de wijk waar dat gebeurde. Ik was op een feestje en zag vanaf een balkon hoe er overal vuilnisbakken in de fik gingen. Af en toe moesten we naar binnen vluchten omdat de lucht zwaar was van traangas.

“Op een andere avond ben ik naar het Syntagmaplein gelopen, waar het parlement staat. Ik ben daar samen met mijn huisgenote gaan kijken, omdat er een grote demonstratie gepland was. Het was geweldig om te zien hoeveel mensen er op de been waren. Helaas liep deze demonstratie al snel uit de hand. Het werd de meest gewelddadige nacht sinds de dood van Alexis. Wij zijn weggegaan toen er stenen en molotovcocktails naar de politie werden gegooid en de politie reageerde met traangas.

“Op de Nederlandse tv lieten ze de meest verschrikkelijke beelden zien, waardoor het leek alsof hier 24 uur per dag overal gereld werd. Dat is niet zo. Ik kon nog gewoon over straat. Op dit moment is het een stuk rustiger. De meeste mensen uiten hun onvrede met sit-downs en andere vredige acties. Helaas komen daar nog steeds relschoppers op af. De polytechneio, de technische faculteit van de universiteit, is ook nog altijd bezet door anarchisten. In Griekenland zijn de universiteiten een soort neutraal terrein waar de politie niet mag komen.

“Ik vind het fantastisch dat er zoveel mensen samenkomen uit verontwaardiging over de dood van de jongen. Daarbij maken ze van de gelegenheid gebruik om te protesteren tegen de huidige regering. De onvrede zit erg diep. De regering heeft veel beloftes gedaan die ze niet heeft waargemaakt. Maar het gaat ook om de gewelddadige politie en de slechte economische situatie.

“De toekomst van de studenten hier lijkt weinig vooruitzichten te bieden. Een afgestudeerde advocaat verdient 300 euro per maand. Daarbij komt dat het parlement een einde wil maken aan het gratis studeren hier. Daar is natuurlijk ook veel weerstand tegen.”

“Ik heb er bewondering voor dat mensen hier nog de straat op gaan als er iets mis is. In Nederland gebeurt dat niet meer op zo’n grote schaal. Als je in de jaren tachtig of daarvoor in Nederland student was dan demonstreerde je, dat hoorde er bij wijze van spreken bij. In Griekenland is dat nog steeds zo. Maar het geweld dat er bij komt kijken en de vernielingen die worden aangericht vind ik totaal verwerpelijk.”

Studie naar onderzoekschool voor islamonderzoek

Het voortbestaan van het interuniversitaire islaminstituut ISIM in Leiden hangt aan een dun draadje. Het ministerie van OC&W en de deelnemende universiteiten hebben na overleg besloten te gaan studeren op de vraag of het samenwerkingsverband als onderzoekschool kan worden voortgezet.

Deze uitkomst komt overeen met de wensen van de universiteiten van Nijmegen, Amsterdam en Utrecht. Deze trokken zich eerder terug uit het ISIM, het International Institute for the Study of Islam in the Modern World, omdat de Leidse universiteit naar hun mening onevenredig veel profiteerde van de beschikbaar gestelde middelen.

Bij islamwetenschappers en studenten leefde nog de hoop dat nieuw Haags geld de universiteiten over de streep zou kunnen trekken om wederom in het ISIM als een fysiek instituut te investeren. Politieke, wetenschappelijke en maatschappelijke druk heeft minister Plasterk immers overtuigd van het belang van een kenniscentrum over de moderne islam.

In het gesprek tussen het ministerie en de universiteiten bleek echter dat de drie genoemde universiteiten hiertoe niet bereid zijn. De universiteit Leiden haalde bovendien bakzeil met een alternatief plan waarmee zij zelf de ministeriële middelen wilde binnenhalen. Het Leidse voorstel werd overigens niet gedragen door de ISIM-directie en heeft zelfs tot een vertrouwensbreuk tussen ISIM en Universiteit Leiden geleid.

De Utrechtse hoogleraar Van Bruinessen is zeer ongelukkig met de nieuwe ontwikkelingen. “De voorgestelde structuur van een onderzoeksschool stelt niets voor. Het is een virtuele gemeenschap zonder samenhang. Dit is een andere manier om te zeggen dat je geen geld meer in het ISIM wilt stoppen.”

Bruinessen heeft inmiddels samen met zijn Amsterdamse ISIM-collega Annelies Moors een brief aan minister Plasterk verstuurd, waarin zij de waarde van het voortbestaan van het ISIM als fysiek instituut met een eenduidig onderzoeksprofiel benadrukken. De twee vragen de minister de mogelijkheden voor een doorstart, bijvoorbeeld als instituut onder de KNAW, te onderzoeken.

“Het ziet er slecht uit”, erkent Van Bruinessen. “Maar het is nog niet beslist.”

XB

Vijfduizend keer nee tegen afwijkende tentamentijden

Tevreden?

“Jazeker, dit overtreft zelfs onze verwachtingen. We wisten dat dit onderwerp leeft. Maar dat we zoveel handtekeningen zouden verzamelen …. “

Wie hebben er getekend?

“We hebben een e-mail verstuurd naar ons gehele adressenbestand van studenten, verenigingen en andere organisaties. Daarin stond een link naar een online petitie. Die is nu door zo’n drieduizend studenten ondertekend. Daarnaast hebben ook studenten bij Sociale Wetenschappen en bij Bètawetenschappen tijdens colleges handtekeningen verzameld. Dat waren er nog eens tweeduizend.”

Hoe reageren de studenten?

“Bij de petitie konden studenten ook opmerkingen plaatsen. Het woord ‘belachelijk’ is daarin vaak terug te vinden. Veel studenten laten weten dat ze op zaterdag moeten werken of sporten. Of dat ze geen weekend-OV hebben en dus op kosten worden gejaagd. Ook zeggen veel mensen dat ze ’s avonds na tienen niet meer thuis kunnen komen of ’s ochtends voor achten De Uithof niet kunnen bereiken.”

Wat nu?

“Als U-raad hebben we formeel geen inspraak op dit punt. Maar ik vertrouw erop dat het college de petitie serieus zal nemen. Begin volgend jaar willen we nog een keer een discussie over dit thema. Dan zullen we ook met alternatieven komen.”

XB

’Volgens mij vinden ze het stiekem toch wel geil’

Deze cijfers lijken, na een rondgang onder UU-studenten, evengoed voor Utrecht op te gaan. Gevraagd naar de eigen ervaringen, wijst Johan, student Milieu-maatschappijwetenschappen, direct naar studiegenoot Uriël. “Als je met hem gaat stappen, weet je dat ie van de vijf uur niet minder dan vier uur tegen vrouwen staat te rijden.” Johan doet dat naar eigen zeggen minimaal: “Ik pik er niet zomaar iemand uit om tegen aan te dansen, er moet wel een aanleiding zijn. Maar sommige vrouwen doen zo uitdagend; die vragen er gewoon om.”

Uriël is het met dat laatste eens: “Soms nodigt het gedrag van meisjes simpelweg uit om op die manier tegen ze aan te dansen, ja. En ik doe dat geregeld, maar ook ik dring me heus niet op. Als ik het doe, is dat meestal tegen dronken meisjes. Weet je waar het goed kan? Bij Filemon, daar zitten de wanhopige vrouwen. Overigens moet ik zeggen dat mijn broer hier nog erger in is: die is echt alleen maar aan het hengelen en binnenhalen.”

Een studente Rechten, die niet met haar naam in de krant wenst te komen, zegt het rijden niet direct af te keuren: “Het hangt ervan af wie het is. Als ik denk: die jongen aan de bar is relaxt, en we hebben wat oogcontact, dan mag ie best komen rijden.” De mannen moeten dus eerst contact leggen, dan merken ze vanzelf of ze de dansvloer rijdend mogen betreden? “Ja, zonder ‘uitnodiging’ wil ik het liever niet hebben.”

Een groepje eerstejaars pedagogiekstudenten dat bijeen zit in het Educatorium zegt nog niet veel ervaring te hebben met het rijdend dansen van de Utrechtse student. Berlinde: “Ik ben nog niet veel in Utrecht uitgeweest. Maar ik kan me voorstellen dat het, zeker als je aanleiding geeft, hier ook gebeurt. Er zijn meisjes die het uitlokken.” Helma vindt het dan nog niet nodig om tegen je aan te komen rijden. Wat te doen als het toch gebeurt? “Slaan”, lacht Helma. “Ik zou me eerder subtiel afwenden en doordansen met vriendinnen”, overdenkt Berlinde.

Tot slot geloven de UU-studentes best dat 7 op de 10 mannen geen probleem zien in het opdringerige gedrag. De mannelijke studenten geloven daarentegen niet dat 4 op de 5 vrouwen het liever niet heeft. Economiestudent Stijn: “Volgens mij vinden ze het stiekem toch wel geil. Maar voor het sociale aspect moeten ze natuurlijk zeggen van niet.”