Paramount Pictures betrapt UU-student

Bastiaan, je weet toch dat downloaden op het netwerk van de UU verboden is?

“Nou, nee, eigenlijk niet. Ik had wel een vermoeden, maar ik wist niet dat downloaden een dusdanige schending van de gebruikersvoorwaarden van de UU was dat ik afgesloten kon worden van mijn Solisaccount.”

Van wie kreeg je te horen dat je betrapt was?

“Ik kreeg een mail van de contactpersoon van het Computer Emergency Response Team Universiteit Utrecht, het Cert-UU. Daarin stond uitgebreid vermeld dat Paramount Pictures had achterhaald dat ik op 18 november om half twee in de middag met downloadprogramma BitTorrent de film Cloverfield had gedownload. De contactpersoon verzocht mij hem te mailen. Dat heb ik gedaan. Maar die mail is niet aangekomen en toen werd ik afgesloten. Inmiddels ben ik gelukkig weer aangesloten, maar ik ben vooral benieuwd hoe het kan dat Paramount Pictures zo gedetailleerd weet te achterhalen wat ik daar in de UB aan het doen was.”

Maarten te Paske, systeembeheerder bij systeemgroep Wijsbegeerte, hoe kan dat?

“Iedereen die met een Solisaccount inlogt op het netwerk van de UU krijgt een uniek ip-adres mee van de universiteit. Het uitwisselen van bestanden zoals films via sites als BitTorrent kan alleen als de ip-adressen van iedere Torrentgebruiker zichtbaar zijn; alleen op die manier kan er snel en efficiënt uitgewisseld en dus gedownload worden.”

En vervolgens houdt iemand van Paramount Pictures dat downloadprogramma continu in de gaten?

Paramount Pictures checkt inderdaad welke ip-adressen via BitTorrent films van hen downloaden. Maar dat alles gaat natuurlijk geheel geautomatiseerd. Aan het ip-adres hangt informatie als een mailadres van de beheerder, in dit geval de UU. Het filmbedrijf stuurt een standaardmail naar de netwerkbeheerder, waarin zij waarschuwt dat iemand met dat en dat ip-adres een film downloadt die auteursrechtelijk beschermd is. De UU ziet aan het ip-adres welke student daar achtersteekt en kan contact opnemen met hem of haar.”

Zo dus Bastiaan. Niet meer downloaden via het UU-netwerk?

“Nee, dat durf ik niet meer. Ik wil niet nogmaals afgesloten worden.”

Heb je de film inmiddels wel gezien?

“Nee, het downloaden was niet gelukt. En dat ga ik ook niet meer doen: het schijnt toch niet zo’n goede film te zijn.”

Pillen om beter te studeren

”De realiteit in schoolsituaties en op het werk is dat in toenemende mate middelen worden gebruikt om prestaties te verbeteren. Hoe moeten we hiermee omgaan? Dat is de discussie die de wetenschappers nu aansnijden. Op Amerikaanse campussen geeft zeven procent van de studenten aan wel eens cognitieverbeterende medicijnen te hebben geslikt. Hier in Nederland hoor ik de studenten er niet over, maar het zou me niets verbazen als dit hier ook de praktijk is. De middelen zijn in elk geval voldoende in omloop.”

Over welke middelen gaat het?

“Het gaat met name om medicijnen voor mensen met ADHD. Zij krijgen Ritalin of Adderall voorgeschreven om rustiger te worden en zich beter te kunnen concentreren. Daarnaast noemt het artikel Aricept, een middel voorgeschreven aan patiënten met Alzheimer om hun geheugen te verbeteren. Als je deze middelen gebruikt zoals voorgeschreven, geldt die werking ook voor veel gezonde personen. De discussie en zoektocht naar leerpillen is overigens al heel oud, alleen zijn er weinig middelen die echt werken. Omdat we steeds meer weten over de manier hoe denkprocessen in de hersenen tot stand komen, komen we wel dichter in de buurt. Zelf heb ik het nooit overwogen, maar ik heb wel eens van collega's gehoord dat ze voor een belangrijke presentatie bloeddrukverlagende middelen namen. Daar word je rustiger van. Maar dan moet je wel weten wat je doet, want als je te veel neemt ga je van je stokje.”

Het zomaar slikken van medicijnen kan toch behoorlijk riskant zijn?

“Inderdaad, en juist daarom ben ik niet voor een verbod. Want de vraag is er klaarblijkelijk. Als je cognitieverbeterende middelen verbiedt, verdwijnt het gebruik naar de schemerzone waar er geen controle is. Dat is op den duur gevaarlijker voor de volksgezondheid. Maar eerst moet er goed onderzocht worden wat de langetermijneffecten en bijwerkingen van gebruik zijn. Het is denkbaar dat je een bijwerking bij iemand die ziek is voor lief neemt, omdat deze niet opweegt tegen de verbetering die een middel brengt. Maar voor een gezond persoon kan die balans wel eens anders uitvallen. Als je Ritalin neemt om je proefwerk te kunnen maken, maar je houdt daarna een week lang hoofdpijn, moet je je afvragen of het dat waard is.”

Moeten we straks allemaal aan de breindoping om bij te blijven?

“Een risico dat in Nature wordt beschreven is inderdaad dat mensen zich gedwongen voelen om het te gaan gebruiken, omdat anderen het ook doen. Het moet niet zo zijn dat een school die hogere scores wil voor de Cito-toets zijn leerlingen Ritalin gaat voorschrijven. Of dat je bij een examen waarbij alleen de beste dertig procent van de leerlingen doorgaat, gaat slikken omdat al je medestudenten het doen. Maar je moet bij dit alles wel het effect van deze medicijnen relativeren. Ten eerste reageert niet iedereen er op en bovendien is de werking beperkt: je wordt er niet geniaal van, je kunt je alleen wat beter concentreren. Ik heb nog nooit gelezen over een middel dat creatiever maakt, want dat zou op den duur meer Einsteins of Picassos opleveren. Maar in een proefwerk kan het misschien wel het verschil maken tussen een vijf en een zes. Goed eten, niet te veel koffie of alcohol van tevoren en een gezonde nachtrust kunnen overigens hetzelfde effect hebben.”

Het college van bestuur accepteerde deze week een tegenvoorstel van de universiteitsraad voor een nieuwe verdeling van de bestuursbeurzen voor studieverenigingen.

Het nieuwe plan verkleint de nadelige gevolgen voor de faculteiten Geowetenschappen en Bètawetenschappen die een eerder plan van het universitair bestuur met zich meebracht en voorziet bovendien in een overgangsjaar, maar tevreden zijn de studentbestuurders in die faculteiten allerminst.

Want ook nu wordt het aantal studenten per faculteit als belangrijk criterium gehanteerd, naast een vaste voet per faculteit. Hierdoor leveren faculteiten met een gering aantal studenten – zoals Geo en Bèta - nog steeds een groot deel van de bestuursbeurzen in. Van de huidige 211 beursmaanden houdt Geowetenschappen er over drie jaar 131 over. Bètawetenschappen daalt van 181 naar 139 maanden. Volgens de universiteitsraad en het college van bestuur is dit echter onontkoombaar. De huidige ‘historisch gegroeide’ verdeling wordt als niet rechtvaardig beschouwd.

Sentimenteel

Toch komt het universiteitsbestuur nu iets tegemoet aan de gedupeerde verenigingen die als “zeer actief” te boek staan. Het compromis behelst een halvering van de vaste voet voor de faculteiten Geneeskunde en Diergeneeskunde. Veel studieverenigingen vonden het al vreemd dat deze faculteiten met slechts een gering aantal opleidingen en studieverenigingen, er veel beurs bij kregen. Voor Diergeneeskunde en Geneeskunde verandert er nu weinig ten opzichte van de huidige situatie, terwijl de negatieve consequenties voor de Geo’s en de Bèta’s enigszins worden gedempt. De studieverenigingen van Geowetenschappen hebben aangekondigd bij de faculteit te zullen aankloppen voor verdere compensatie.

Hiram van Paassen, voorzitter van Studieverenigingen Overleg van Geesteswetenschappen (SVO), zegt “heel blij” te zijn voor Geesteswetenschappen. Zijn faculteit krijgt er 79 beursmaanden bij en komt uit op 155 maanden. “Maar de discussie was soms wel erg sentimenteel. Als je puur naar het belang van de universiteit en van alle studenten kijkt, zou je moeten stellen dat elke UU-student even veel ondersteuning verdient. In feite zou de gehele verdeling daarom op basis van studentenaantallen moeten plaatsvinden. De vaste voet, die nu is geïntroduceerd, is evengoed “historisch” bepaald. Met als gevolg dat er per student Geesteswetenschappen nog steeds relatief weinig beurzen worden verstrekt.”

Van Paassen kondigt bovendien aan dat het SVO met andere studieverenigingen wil gaan kijken of de verdeling van de universitaire middelen tussen studieverenigingen en gezelligheidsverenigingen aan de orde kan worden gesteld. De studentengeleding in de universiteitsraad zei deze week verdeeld te zijn over de wenselijkheid van een dergelijke heroverweging.

Voor de nietsvermoedende wandelaars in de bossen van Oostbroek leek het op een scène uit Jiskefet. Enkele tientallen studenten die met centimeters de omvang van bomen stonden te meten. “Maar pas op”, waarschuwt docent Milieu-natuurwetenschappen Chris Smit, “ook al zijn het eerstejaars studenten, het gaat wel degelijk om serieus onderzoek. De studenten maten wat wij noemen de dbh van die bomen, de diameter op borsthoogte. De dbh vormt een goede maat voor de biomassa van de boom en die geeft weer inzicht in de hoeveelheid kooldioxide, die erin is opgeslagen.”

Aan het leeronderzoek doen zestig eerstejaars mee, zowel uit de natuur- als uit de maatschappijpoot van de opleiding Milieuwetenschappen. Behalve naar de diameter van de bomen keken zij in bossen rondom De Uithof ook naar de soortensamenstelling, leeftijdsopbouw, dichtheid en structuur van het bos. Met de verzamelde gegevens gaan zij op basis van groeimodellen en CO2 opslagtabellen schattingen maken van de opslagcapaciteit van verschillende soorten bos. Smit: “We zijn benieuwd of CO2-opslag in bossen effectief is om de schade van vliegreizen te compenseren, maar we willen vooral graag weten welke bossen je daarvoor het best kunt gebruiken. Daar is nog weinig onderzoek naar gedaan.”

Naast hun veldwerk in het bos hebben de studenten op verschillende plekken in het land enquêtes afgenomen om het draagvlak voor klimaatneutraal vliegen in kaart te brengen. Nu alle gegevens zijn verzameld, gaan zij ze de komende weken analyseren. Hoewel in eerste instantie bedoeld om studenten onderzoeksvaardigheden bij te brengen, sluit Smit niet uit dat het onderzoek zal leiden tot publicaties. Half januari verwacht hij de eerste resultaten.

Eén op de vier jongeren van 21 jaar volgt tegenwoordig een hbo-opleiding. Dat was in 1995 nog niet één op de vijf. Aan de universiteit studeerde destijds minder dan één op de tien jongeren, terwijl dat nu één op de acht is.

Dit is overigens nog lang niet voldoende. Het kabinet zou graag zien dat de helft van alle werkenden in 2020 hoogopgeleid is.

Dat blijkt uit het jaarlijkse imago-onderzoek van carrièreblad Intermediair, waaraan meer dan 6400 hoogopgeleiden meededen. Vorig jaar was nog bijna de helft van de geënquêteerden positief over de toekomst. De huidige arbeidsmarkt werd door 73 procent als gezond ervaren. In 2007 was nog 79 procent positief over de actuele baankansen. Ook de arbeidsmobiliteit nam licht af: van de ondervraagden is 17 procent op zoek naar een nieuwe baan, tegen 19 procent vorig jaar en 21 procent in 2005.

Intermediair laat desgevraagd weten dat de enquête werd uitgevoerd in juli en augustus. In die periode rommelde het al op de financiële markten, maar de kredietcrisis moest nog in alle hevigheid losbarsten. Goede kans dus dat het vertrouwen in de arbeidsmarkt inmiddels veel lager is dan Intermediair deze week meldt.

Ook in de jaarlijkse top-50 van populairste werkgevers is de vrees voor financieel-economisch onheil al zichtbaar: alle grote banken vielen terug. Multinational Philips wordt door hoogopgeleide starters aangewezen als beste werkgever van 2008, gevolgd door Shell. Het hoger onderwijs kan niet op een al te warme belangstelling rekenen van de starters: alleen de Universiteit Utrecht (plaats 43) en het Universitair Medisch Centrum Groningen (plaats 46) zijn in de lijst terug te vinden. Hogescholen ontbreken geheel.

HOP

Het college van bestuur toonde zich deze week tijdens de eindbespreking in de universiteitsraadsvergadering in ultimo bereid de aanduiding van de UU als ‘kennisonderneming met een publieke taak’ te laten vallen. Daarmee kwam men tegemoet aan de gebleken angst van vooral de personeelsgeleding voor een al te bedrijfsmatige, op efficiëntie en productie gerichte, insteek.

Collegevoorzitter Van Rooy bezwoer nogmaals dat het haar vooral te doen was om een “ondernemende attitude” bij de medewerkers, kortom een ondernemende organisatiecultuur. In een nieuwe formulering van de passage zijn het dan ook vooral termen als ‘willen excelleren’, ‘risico’s durven nemen’ en ‘kritisch en creatief vermogen’ die de boventoon voeren. En daar konden de personeelsleden wel mee leven. Want die eigenschappen zal de universiteit zeker nodig hebben, wil ze overleven in het nieuwe competitieve academische landschap waar inkomsten uit tweede en derde geldstromen allengs belangrijker worden.

Eerder in de vergadering had het college al ingestemd met een aantal tekstamendementen waarmee de studenten nog eens benadrukten dat de universiteit een actievere rol mag spelen bij het uitdagen van studenten, bijvoorbeeld door het aanbieden van kleinschaliger onderwijs. De afgelopen maanden hadden de studenten geklaagd over een wat eenzijdige nadruk op negatieve rendementsinstrumenten als het bindend studieadvies.

Of alle zorgen van studenten en personeel nu zijn weggenomen valt te bezien. Feit is dat raadsvoorzitter Jorissen de universiteit na een lange vergadering feliciteerde met een nieuw Strategisch Plan.

Iedereen is het erover eens dat dat een zeer ambitieus plan is. Met streefcijfers als ‘minstens een plaats in de top 3 in Elsevier en Keuzegids’ en ‘vijf strategische allianties met internationaal opererende bedrijven’, weet de universitaire gemeenschap dat men aan de bak kan.

Source: Het Financieële Dagblad

Kunstgeschiedenis is naar Drift 8 gegaan. Romaanse talen naar Trans 10. Media- en cultuurwetenschappen is verhuisd naar Kromme Nieuwegracht 20 en het naastgelegen pand Muntstraat 2a. De Curatorenkamer is dicht. Het restaurant is morgen voor het allerlaatst open. Het zogenaamde ‘tuinhuis’, toegankelijk vanaf het Pieterskerkhof, blijft in gebruik bij de Frans-Nederlandse Academie en de keten Financiën en Control. De fietsenstalling achter Kromme Nieuwegracht 29 blijft voorlopig gewoon bereikbaar.

Nijpels stelt dat universiteiten buitengewoon ingewikkeld zijn te managen. “Het zijn grote, complexe, organisaties. Dat wordt nog wel eens onderschat.”

De UU-alumnus noemt het daarom “onzin” dat een lid van een college van bestuur van Plasterk niet meer mag verdienen dan de premier.

“De minister kan de boom in”, zegt Nijpels. “De Raad van Toezicht gaat over de salarissen van het CvB. Als hij dat niet wil, moet hij de wet maar wijzigen.”

XB