Aan de vooravond van een belangrijk kamerdebat met minister Plasterk opent universiteitenvereniging VSNU frontaal de aanval. Het mikpunt is de uitbreiding van de subsidies voor talentvolle onderzoekers. Daar deugt niets van, zeggen de universiteiten in een brief die de website ScienceGuide online heeft gezet.

De minister gaat honderd miljoen euro van de universiteiten overhevelen naar onderzoeksfinancier NWO, die het geld mag verdelen onder de beste wetenschappers. Bovendien zet hij een streep door een andere subsidieregeling van vijftig miljoen euro voor toegepast onderzoek. Maar NWO komt trager op gang dan het ministerie. Uit haar nieuwe begroting blijkt dat NWO pas in 2015 het volledige bedrag aan de ‘Vernieuwingsimpuls’ voor talentvolle onderzoekers zal besteden. Tot die tijd zou 375 miljoen euro in de zakken van NWO verdwijnen.

Bovendien vindt de eerste ronde met extra geld pas in oktober 2009 plaats. “Deze vertraging betekent dat het hele systeem zeker tien maanden opschuift”, schrijven de universiteiten. En daarmee loopt de wetenschap nog eens 125 miljoen euro mis.

In totaal bedraagt de ‘onderbesteding’ in de periode 2009-2015 vijfhonderd miljoen euro. Onacceptabel, schrijft VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda. De universiteiten moeten door de overheveling “grote aantallen wetenschappers” ontslaan, wat tot “grote commotie op de werkvloer” leidt. Het is “moeilijk uit te leggen dat grote groepen wetenschappers moeten wijken voor een instrument dat nog niet eens bestaat”.

NWO was niet bereikbaar voor commentaar, maar de VSNU stelt in haar brief dat de onderzoeksfinancier de informatie heeft bevestigd. De organisatie “lijkt” een groot deel van het bedrag aan de eigen vermogenspositie te besteden. Ook vloeit een deel van het geld naar de zogeheten ‘vrije competitie’ (subsidies zonder thematische restricties) en ‘maatschappelijke programma’s’ (subsidies voor onderzoek naar een specifiek onderwerp).

Het ministerie wil voorafgaand aan het kamerdebat niet op de brief reageren.

HOP

Lees de brief:
http://www.scienceguide.nl/article.asp?articleid=106553#intro

Utrecht blijkt vooral slecht te scoren op de indicatoren: werkgroepgrootte, voorbereiding op loopbaan, organisatie en faciliteiten. De Utrechtse rendementen zijn daarentegen opvallend hoog.

Wageningen, de Open Universiteit en Maastricht vormen de top 3 van de ranglijst. Kleine, gespecialiseerde, universiteiten scoren, zoals meestal, hoger dan brede klassieke universiteiten.

De Keuzegids heeft de tabel met instellingsscores niet opgenomen in editie 2009 die vandaag werd gepresenteerd, omdat de redactie “de aanstaande student wil stimuleren om vooral binnen de eigen favoriete studie naar de kwaliteitsverschillen te kijken.”

Op aandrang van ondermeer beleidsmakers en pers werd vandaag toch een ranglijst vrijgegeven. Deze zal maandag worden gepubliceerd op de site www.keuzegids.org. De makers van de Keuzegids benadrukken echter dat de onderlinge verschillen tussen universiteiten uiterst klein zijn.

XB

Zie voor de lijst:
http://www.keuzegids.org/modules.php?name=Content&pa=showpage&pid=980

In de Keuzegids worden jaarlijks niet alleen het hoger onderwijs, maar ook de studentensteden langs de meetlat gelegd. In de Nationale Studentenenquête geven ondervraagden een cijfer voor het verenigingsleven en voor het cultuur- en horeca-aanbod.

Winnaar Amsterdam is de enige stad die op alle aspecten hoger scoort dan een acht, en met een 8,3 gemiddeld een tiende hoger uitkomt dan Groningen. Utrecht krijgt een ronde acht, terwijl de studenten Maastricht en Rotterdam een 7,9 geven.

De klassieke universiteitssteden krijgen de meeste lof. Den Haag is met een 7,5 de best beoordeelde studentenstad zonder eigen universiteit. Eindhoven, dat er veel aan doet om zijn imago als studentenstad te verbeteren, eindigt gelijk met Leiden, Nijmegen, Enschede (7,6) en boven Tilburg (7,5).

HOP

De startnotitie Ring Utrecht die Rijkswaterstaat vandaag openbaar maakt, geeft een aanzet tot een discussie over een betere bereikbaarheid van de stad Utrecht en de regio Midden-Nederland.

De notitie bevat vier alternatieven. In een daarvan worden de snelwegen rond Utrecht, inclusief de A27 door Amelisweerd, verbreed. In een andere is sprake van nieuwe wegen om de snelwegen met verbindingen met de stad te ontlasten. Daarbij wordt ook gesproken over een nieuwe weg van de A12 naar de A28 tussen Amelisweerd en Bunnik door.

Hoewel de notitie stelt de alternatieven ‘in extreme vorm’ te presenteren om de voor- en nadelen helder te krijgen, zijn natuurgroepen inmiddels in het geweer gekomen. De Utrechtse fractie van D66 spreekt vanochtend over een zuur Sinterklaascadeau aan de inwoners van Utrecht.

XB

Zie voor de gehele notitie of een samenvatting daarvan:
http://www.rijkswaterstaat.nl/projecten/a/a27/planstudie_ring_utrecht/index.aspx

De kosten van een fitnessabonnement mogen aan het einde van het kalenderjaar bij de universiteit worden gedeclareerd. Ook een deel van het cursusaanbod van Olympos, waaronder yoga en spinning, valt onder de regeling bedrijfsfitness.

Medewerkers die elders sporten, dus niet op Olympos, maken geen aanspraak op de tegemoetkoming van 225 euro. De belastingdienst stelt als voorwaarde dat de werkgever één fitnessbedrijf aanwijst als sportlocatie voor zijn medewerkers.

Universiteit en bonden bereikten deze week overeenstemming over de regeling. Het gaat vooralsnog om een proef van een jaar.

XB

De Sint arriveerde bij het Servicecentrum aan de Jenalaan weliswaar niet op een schimmel, maar toch te paard en begeleid door drie zwarte Pieten. Het paard was beschikbaar gesteld door de nabijgelegen faculteit Diergeneeskunde.

De ruim dertig kinderen van ICT SC-medewerkers hadden al enige tijd met spanning gewacht op de komst van Sinterklaas. Hun geduld werd beloond met een persoonlijke toespraak door de Sint en door de directeur van het SC, Richard Rhemrev, een cadeau en een flinke hand strooigoed.

AH

Het is al weer ruim twee jaar geleden dat de Universiteitsraad na pittige discussies met het college van bestuur het nieuwe model faculteitsreglement goedkeurde. Een voorname reden voor het opstellen van een nieuw reglement was de vorming van zeven faculteiten, waaronder de nieuwe faculteiten Rebo, Bèta- en Geowetenschappen.

Al kort na het Uraadsbesluit kregen zes van de zeven faculteiten hun eigen reglement. Dat de medici pas twee jaar later volgen, komt omdat de Raad van Bestuur van het UMC Utrecht lange tijd vasthield aan de wens om de faculteitsraad van Geneeskunde op te heffen.

De aanwezigheid in het UMC van zowel een ondernemingsraad als een faculteitsraad die deels dezelfde onderwerpen zouden bespreken (bijvoorbeeld de begroting), zou leiden tot een onodig uitgebreid vergadercircuit, vreesde decaan Jan Kimpen. Naar zijn mening was de medezeggenschap over onderwijs en onderzoek voldoende gewaarborgd met een studentenraad en een aparte commissie onderwijs en onderzoek van de ondernemingsraad.

Na lange tijd vergeefs te hebben geprobeerd om de faculteitsraad van zijn gelijk te overtuigen, koos Kimpen kort voor de zomer eieren voor zijn geld. Nadat duidelijke afspraken waren gemaakt over de onderwerpen waarmee de faculteitsraad zich bezig zou houden, ging hij akkoord met het voortbestaan ervan. In zijn laatste vergadering als decaan kreeg hij in het bijzijn van zijn opvolger Frank Miedema dan ook lof toegezwaaid voor de manier waarop hij de discussie met de raad had gevoerd. Rond half vier stemden de raadsleden vervolgens unaniem in met het nieuwe reglement.

EH

Met het stagefonds voor de zorg, een miljoenenpot van het ministerie van Volksgezondheid die sinds september bestaat, kunnen zorginstellingen meer stagiairs van mbo- en hbo-opleidingen in dienst nemen. De stagevergoeding die zij conform de CAO horen te ontvangen, wordt sindsdien mede uit dit fonds betaald. Maar co-assistenten vallen buiten de boot.

In 2003 bepaalde de rechter dat ze geen recht hebben op een vergoeding: wettelijk gezien zijn zij geen stagiairs, maar studenten. Onterecht, vinden belangenorganisaties, maar ook artsen en decanen. Co-assistenten doen wel degelijk stagewerk, en ze houden door hun lange werkweek in het ziekenhuis geen tijd over voor een bijbaantje. Daarmee lopen ze inkomsten mis die andere studenten wel hebben. De artsen in spe doen hun beklag bij de Tweede Kamer.

Of ziekenhuizen de stagevergoeding voor co-assistenten kunnen opbrengen, is de vraag.

HOP

Dat blijkt uit het jaarlijkse imago-onderzoek van carrièreblad Intermediair, waaraan meer dan 6400 hoogopgeleiden meededen. Vorig jaar was nog bijna de helft van de geënquêteerden positief over de toekomst. De ‘huidige’ arbeidsmarkt werd door 73 procent als gezond ervaren. In 2007 was nog 79 procent positief over de actuele baankansen. Ook de arbeidsmobiliteit nam licht af: van de ondervraagden is 17 procent van de ondervraagden in op zoek naar een nieuwe baan, tegen 19 procent vorig jaar en 21 procent in 2005.

Intermediair laat desgevraagd weten dat de enquête werd uitgevoerd in juli en augustus. In die periode rommelde het al op de financiële markten, maar de kredietcrisis moest nog in alle hevigheid losbarsten. Goede kans dus dat het vertrouwen in de arbeidsmarkt inmiddels veel lager is dan Intermediair deze week meldt.

Ook in de jaarlijkse top-50 van populairste werkgevers is de vrees voor financieel-economisch onheil al zichtbaar: alle grote banken vielen terug. De Rabobank – vorig jaar nog de kampioen van de starters – zakte terug naar de derde plek, ING ging van vier naar vijf. ABN-AMRO en Fortis verdwenen uit de top tien van droomwerkgevers en staan nu respectievelijk veertiende en negentiende. Multinational Philips wordt door hoogopgeleide starters aangewezen als beste werkgever van 2008, gevolgd door Shell. Sinds 2000 is het de zevende keer dat het elektronicaconcern het populariteitsonderzoek wint. In 2005 en 2007 werd het bedrijf tweede.

Het hoger onderwijs kan niet op een al te warme belangstelling rekenen van de starters: alleen de Universiteit Utrecht (plaats 43) en het Universitair Medisch Centrum Groningen (plaats 46) zijn in de lijst terug te vinden. Hogescholen ontbreken geheel, ondanks het feit dat 64 procent van de ondervraagden een hbo-achtergrond heeft.

HOP

Aan medische faculteiten in Nederland zijn minstens 84 bv’s verbonden waarin 54 hoogleraren bijklussen, berichtte radioprogramma Argos in november. De rijksuniversiteit Groningen houdt geheim hoeveel bv’s zij heeft. Ook elders is niet altijd duidelijk welke hoogleraren en medewerkers in deze bedrijfjes deelnemen.

Een slechte zaak, vindt minister Plasterk. Financiële belangen van een hoogleraar zouden “openbaar moeten worden gemaakt” wanneer ze gerelateerd zijn aan wetenschappelijk onderzoek of de belangen van de universiteit.

Maar de minister is niet bereid om een landelijk overzicht te maken van universitaire bv’s. En ook wat betreft de bijklussende hoogleraren biedt de regeling die de universiteiten eerder overeenkwamen in zijn ogen voldoende openheid.

Volgens brancheorganisatie VSNU zullen universiteiten bevorderen dat hoogleraren hun nevenfuncties op persoonlijke webpagina’s publiceren, behoudens uitzonderingen om “zwaarwegende redenen”. Eind dit jaar zullen ze over hun vorderingen rapporteren.

HOP