Nieuws

Toch geen meerprijs voor extra UvA-vakken

De UvA zit krap bij kas en vindt dat minister Plasterk te weinig subsidie verstrekt voor een gezonde bedrijfsvoering. Vandaar dat het bestuur met een voorstel kwam waarin studenten meer zouden moeten betalen voor extra vakken of honoursprogramma’s. Dat was tegen het zere been van studentenbond Asva, die met succes een aantal acties op touw zette. Zo liep de belangenclub vandaag met 450 medestanders naar het bestuursgebouw van de universiteit om zevenduizend handtekeningen tegen het voorstel in te leveren bij Van der Toorn.

Collegevoorzitter Van der Toorn – bij het in ontvangst nemen van de handtekeningen nog getrakteerd op een striemend fluitconcert – liet weten het eigenlijk met de studenten eens te zijn. “Ik ben bereid de plannen van tafel te vegen, maar dan moeten jullie niet meer tegen dit college protesteren, maar tegen de minister van Onderwijs.” Volgens universiteitskrant Folia werd dit voorstel met gejuich ontvangen, waarna de menigte “op naar Den Haag” begon te scanderen.

Overigens had minister Plasterk de UvA vorige maand al laten weten dat het onwettig is om studenten te laten bijbetalen voor extra vakken.

HOP

Harde knip niet absoluut

Het antwoord van de bewindsman op vragen van de vaste onderwijscommissie van de Tweede Kamer is koren op de molen van regeringspartij CDA. Kamerlid Jan-Jacob van Dijk liet namelijk gisteren nog weten dat faculteiten wat hem betreft wel ruimte moeten krijgen om uitzonderingen te maken op de harde knip. “Als een goede student één tentamen mist voor een minder relevant bijvak, moet hij gewoon van start kunnen met zijn master”, zei hij desgevraagd.

Ook studerende moeders, gehandicapten, langdurig zieke of bestuurlijk actieve studenten kunnen op een vorm van clementie rekenen, blijkt uit Plasterks antwoorden. Hoe hij hen precies denkt te ontzien is nog niet duidelijk.

Als de Tweede Kamer maandag groen licht geeft voor de harde knip, wil de minister de maatregel invoeren bij de aanvang van collegejaar 2011/12. Dat gebeurt dan tegelijk met een aantal andere maatregelen die in zijn strategische agenda staan, waaronder de herziene bekostiging van het hoger onderwijs.

HOP

‘We blijven over de volle breedte goed onderwijs verzorgen’

Biologie krimpt met minimaal veertig arbeidsplaatsen

De reorganisatie is nodig om een structureel tekort van ruim twee miljoen weg te werken. Eerder noemde u de Plasterk-overheveling en de ontoereikende compensatie voor de CAO als oorzaken, maar daarvan hebben toch alle departementen last?

“In principe klopt dat maar een departement dat net fors is afgeslankt als gevolg van een eerdere reorganisatie, zal nu minder snel in de problemen komen. Verder is het zo dat we, ondanks onze constante hoge instroom van studenten en ons succes in het verwerven van subsidies en externe inkomsten, het relatief minder goed hebben gedaan dan andere departementen binnen onze faculteit. Daar word je in het bèta-verdeelmodel hard op afgerekend.”

Had u dat niet kunnen voorkomen?

“Een probleem binnen Biologie is dat we al jaren maar ongeveer 25 promoties hebben. Dat is gezien het aantal wetenschappelijke medewerkers en hoogleraren te weinig. Ik heb bij mijn aantreden, ruim twee jaar geleden, beleid gestart om dat aantal omhoog te krijgen, maar zoiets heeft uiteraard tijd nodig.”

Al met al heeft u dus wél goed op de centjes gepast?

“Absoluut. Ik was dan ook niet blij met die kop in jullie blad van twee weken geleden, want in 2007 kregen we van de toenmalige controller van de faculteit nog te horen dat we in 2008 weliswaar een tekort hadden, maar dat onze financiële huishouding vanaf 2009 op orde was. Het was dus een koude douche toen deze zomer bleek dat wij in 2009 ruim 1 miljoen minder kregen. Een voorname oorzaak is dat ons huidige verdeelmodel zeer nadelig uitpakt voor departementen zoals Biologie met veel kostbaar experimenteel onderzoek en arbeidsintensieve onderwijsvormen. Verder leidt het verdeelmodel tot te grote variatie van het ene op het andere jaar. Het is onmogelijk om hier op korte termijn met beleid op te anticiperen. Daar gaat decaan Bliek trouwens wat aan doen, maar daar kopen wij nu weinig voor.”

Uit het reorganisatieplan blijkt veel ambitie.

“Dat klopt. We hebben ervoor gekozen om van de nood een deugd te maken en een nieuwe organisatie in te richten met twee grote instituten die direct aansluiten bij de twee focusgebieden waarin Biologie een belangrijke rol speelt. Aan de ene kant is dat het instituut voor Biocomplexity and Bioinformatics, dat zich onder andere gaat concentreren op het ontrafelen van netwerken binnen en tussen cellen, en op gedragsonderzoek, misschien wel het meest uitdagende voorbeeld van biocomplexiteit. Aan de andere kans is er het instituut Environmental Biology dat zich richt zich op onderzoek naar ecosystemen en de invloed op biodiversiteit van klimaatverandering.”

Een keuze vanuit het onderzoek met andere woorden.

“Allerminst. De keuze voor deze twee instituten is ook ingegeven door onze wens om het brede onderwijsprofiel van de Utrechtse biologie te handhaven.“

Maar de dierkunde verdwijnt toch uit Utrecht?

“Dat is niet waar. Er worden inderdaad groepen opgeheven die dierkundig onderwijs geven, maar er blijft nog voldoende expertise op dierterrein achter. Er worden trouwens ook dierkundige groepen versterkt zoals de Ontwikkelingsbiologie. En waar die expertise ontbreekt, zullen we niet aarzelen om docenten van elders in te huren. Ik durf zonder meer te garanderen dat we ook in de nieuwe organisatie over de volle breedte van de biologie goed onderwijs zullen blijven verzorgen.”

Ook met aanzienlijk minder docenten vanwege de reorganisatie, terwijl men nu al klaagt over overbelasting?

“Wij denken dat er in het onderwijs nog winst valt te boeken door de zaak iets efficiënter te organiseren, want de indruk bestaat dat er op dit moment nog de nodige overlap is. Daarom gaan we een commissie met een mix van ervaren en jonge docenten vragen een aantrekkelijk nieuw onderwijsprogramma voor de bachelorfase te ontwerpen.”

Volgens het reorganisatieplan worden drie onderzoeksgroepen opgeheven, terwijl Didactiek alleen dankzij een ingreep van het faculteitsbestuur nog in het plan voorkomt. Van die vier groepen staan er drie met één been in een andere faculteit of departement. Is dat toeval?

“Dat is inderdaad toeval, want elke keuze wordt in het rapport inhoudelijk gemotiveerd. Ook het feit dat een onderzoekslijn geen facultair zwaartepunt is, is wat mij betreft een inhoudelijk argument. Dat bijvoorbeeld biologische toxicologie deel uitmaakt van een voor de UU gezichtbepalend instituut als het IRAS doet daar niets aan af.”

Welke personele consequenties krijgt de reorganisatie?

”Wij moeten krimpen met 40-45 voltijds arbeidsplaatsen. Omdat we stoppen met het aanstellen van aio’s in de eerste geldstroom en omdat in een aantal gevallen sprake is van aflopende contracten of pensioeneringen, resteren ongeveer twintig medewerkers voor wie gedwongen ontslag onvermijdelijk is. Ik vind het buitengewoon pijnlijk voor alle betrokkenen dat het zover heeft moeten komen, maar gezien de financiële situatie hebben we geen andere keus.”

Critici vrezen voor breedte biologie onderwijs

Reactie van de werkvloer

Bijval voor de ambitie; verontwaardiging over de argumenten; en een breed gedeelde vrees voor de toekomst van het onderwijs. Het reorganisatieplan van Biologie zorgt zowel binnen als buiten het departement voor commotie.

“Wat ik in het plan op prijs stel is de duidelijke visie op de manier waarop de Utrechtse Biologie zich de komende jaren moet profileren.” Het is een compliment dat departementshoofd en lid van de reorganisatiecommissie Rens Voesenek de afgelopen week meermalen te horen kreeg. Bijzonder is echter dat het in dit geval uit de mond komt van emeritus-hoogleraar Kerst Boersma, want zijn groep Didactiek van de Biologie wordt gehalveerd en is daarmee een van de voornaamste slachtoffers van de reorganisatie. Het is dan ook niet verrassend dat Boersma verder weinig goeds over heeft voor de voorstellen. Met name het ontbreken van voorafgaand overleg steekt hem, kritiek die door andere slachtoffers wordt onderschreven. “Het bericht kwam als een donderslag bij heldere hemel”, zegt hoogleraar toxicologie Martin van den Berg. “Ik wist van niets.”

Maar ook de in het rapport genoemde argumenten deugen volgens de slachtoffers van de operatie niet. “De groep Endocrinologie en Metabolisme die nu wordt opgeheven, is pas in 2007 gevormd”, zegt hoogleraar stofwisselingsfysiologie Dick van der Horst. “Dan is het op zijn zachtst gezegd vreemd dat wij afgerekend worden op onderzoeksbeoordelingen over de periode 1999-2004 van twee voormalige groepen die juist zijn opgeheven om onze nieuwe groep een goede start te bezorgen. En dan die tendentieuze opmerking dat ons onderzoek traditioneel zou zijn. Eén blik op onze website en de commissie had beter geweten. Ik heb er begrip voor dat er lastige keuzes gemaakt moeten worden, maar gebruik wel goede en eerlijke argumenten.”

Terugtrekken

Ook hoogleraar functionele neurobiologie Bert van den Berg is niet blij met de argumentatie voor het opheffen van zijn groep. “Men zegt dat de Nederlandse neurobiologie is geconcentreerd in Nijmegen en Amsterdam en dat wij daarom onvoldoende toekomst hebben. Ik vind dat een stuitende suggestie die volstrekt in strijd is met de feiten. Wij scoren uitstekend bij NWO en hebben onlangs een consortium gevormd met de TU Twente dat grote kans maakt op een forse subsidie van natuurkundestichting FOM.” Misschien heeft die oriëntatie op de natuurkunde bijgedragen aan de beslissing, denkt Van den Berg. “Het heeft mij althans verbaasd dat totaal geen rekening wordt gehouden met het feit dat wij actief zijn in het interdisciplinaire Helmholz Instituut voor Biofysica. Ik heb de indruk dat Biologie zich met dit plan terugtrekt binnen het eigen departement. Groepen die over de departementsgrenzen heen werken, worden daarvan het slachtoffer.”

Ook Martin van den Berg, die vanuit de faculteit Diergeneeskunde het onderzoek en onderwijs in de toxicologie binnen het Instituut voor Risk Assessment IRAS coördineert, is die mening toegedaan. “De kwaliteit van de Utrechtse toxicologie is boven elke verdenking verheven, bij de laatste visitatie haalde onze groep de hoogst denkbare score. Omdat het ook met onze earning capacity goed zit, kan ik maar één conclusie trekken: het hemd is voor Biologie nader dan de rok. Kennelijk voelt men geen sterke betrokkenheid bij een interfacultair onderzoeksinstituut zoals het IRAS.”

Voorrang voor onderzoek

Een door veel betrokkenen gedeelde vrees geldt een verschraling van het onderwijs. “Voesenek kan wel zeggen dat ook in de nieuwe opzet dierkundig onderwijs zal worden gegeven”, zegt Van der Horst, “maar al in 2006 noemde de visitatiecommissie de reductie van het dierfysiologisch onderwijs en onderzoek na de fusie een belemmering van de keuzemogelijkheden. De dierkundige kant van de biologie is voor studenten erg aantrekkelijk. Ik ben bang dat deze beslissing niet bevorderlijk zal zijn voor de aantrekkingskracht van de Utrechtse biologie.”

Martin van den Berg is verbaasd dat totaal geen rekening is gehouden met het tekort aan biologen met een toxicologische scholing. “Vanwege nieuwe Europese regelgeving op het gebied van chemische stoffen kan elke student die hier de komende jaren afstudeert meteen aan de slag. Ik heb alleen geen idee hoe ik die studenten met een gehalveerde groep onderwijs moet geven. Ik hoop dat de biologen me dat kunnen uitleggen.”

Voor Boersma is zonneklaar dat het onderzoek bepalend is geweest bij de keuzes. “Daarna is pas naar het onderwijs gekeken.” In een brief aan de faculteitsraad van Bètawetenschappen noemt hoogleraar-directeur Jan van Maanen van het Freudenthal Instituut voor bèta-didactiek het plan mede daarom onvoldoende doordacht. Hij is met name bang voor de toekomst van de bij studenten populaire master Science Education and Communication. Bovendien zijn er volgens Van Maanen binnen het bacheloronderwijs dat op het leraarsberoep voorbereidt op dit moment al capaciteitsproblemen. ‘Die zullen door de reorganisatie alleen maar toenemen.’

Ook het studentenberaad biologie vreest voor de breedte van het onderwijs. De studenten, die teleurgesteld zijn dat zij tot nu toe noch bij de reorganisatie betrokken zijn noch erover geïnformeerd, verzamelen op dit moment informatie over de redenen van hun medestudenten om voor Utrecht te kiezen. Daarnaast bereiden zij acties voor tegen een mogelijke verschraling van het onderwijs.

Brassen voor Afrika

Zien hoe Veritijnen onder aanmoedigingen van Terror Jaap elkaar te lijf gaan? Surf naar www.ublad.uu.nl

Begroting 2009: aanhoudend somber

Eind november publiceerde het college de conceptbegroting 2009 van de UU, maar voor wie de in juni verschenen Kadernota goed had gelezen, bevat de begroting weinig nieuws. Onder meer dankzij het terugbrengen van het aantal met universitair geld betaalde aio’s zullen de inkomsten en de uitgaven elkaar in 2009 nog net in evenwicht houden, is de verwachting van het college. Maar als er verder niets gebeurt belandt de UU in de daaropvolgende twee jaren onherroepelijk in de rode cijfers.

Vandaar dat in de begroting nog eens met kracht wordt benadrukt dat alle creativiteit nodig is om het tij te keren. Die creativiteit wordt vooral verwacht van onderzoekers en docenten. Alleen door voldoende externe opdrachten binnen te halen en subsidies te verwerven, kunnen zij bezuinigingen op hun onderdeel voorkomen. Een probleem in dat opzicht is het feit dat de UU met name bij het dingen naar NWO-subsidies al jaren erg succesvol is. Dat zou het volgens het college wel eens extra lastig kunnen maken om nu nog weer 13,3 miljoen extra uit de diverse NWO-potjes te halen.

Vanwege de sombere vooruitzichten wordt in de begroting al voorzichtig gesuggereerd dat in de komende jaren waarschijnlijk een aantal lijnen van onderwijs en onderzoek buiten de Utrechtse focus & massagebieden zal moeten worden afgebouwd. Ook op huisvestingsgebied zal focus & massa trouwens meer en meer leidend worden voor de te maken keuzes. Om die reden wil het college het universitaire huisvestingsbudget op een andere manier gaan verdelen.

Op dit moment vormt huisvesting nog een aparte component in het model op basis waarvan het geld over de onderdelen wordt verdeeld. Zo mogelijk al vanaf 2010 krijgen faculteiten en diensten voor al hun uitgaven één totaalbudget en wordt hen de werkelijke kosten van hun huisvesting in rekening gebracht. Daardoor kunnen zij straks zelf beslissen welk deel van hun budget zij aan huisvesting willen uitgeven, aldus het college dat op deze manier wellicht hoopt de onderdelen te bewegen tot ‘een sterkere reductie van hun inhoudelijke wensen’ dan waartoe zij op dit moment nog bereid zijn.

Dodelijke steekpartij in De Uithof 'Heel triest, maar het leven gaat door'

 

 

Het is opmerkelijk hoe weinig studenten in De Uithof iets hebben meegekregen van het drama dat zich vorige week woensdagnacht afspeelde op het universiteitscomplex. In de gang op de vierde verdieping werd rond één uur ‘s nachts de 24-jarige Ingar Bareño doodgestoken. Hij was een scheikundestudent aan de Hogeschool Utrecht.

Wat zich precies heeft afgespeeld, blijft enigszins duister. De politie doet na een persbericht van vorige week geen verdere mededelingen over de zaak. Het blijft zelfs onbekend of de dader die enige tijd na zijn daad werd opgepakt, inmiddels een verklaring heeft afgelegd.

Het verhaal gaat dat Ingar Bareño, een vechtsportkampioen met een Arubaanse achtergrond, samen met zijn vriendin naar De Bisschoppen was gekomen om de vriend van een bewoonster te kalmeren. Het meisje dat een zelfstandige eenheid heeft op de vierde verdieping, had ruzie met haar vriend Nigel Q (23). De jongen had haar geslagen. Toen Ingar voor de deur stond, sloeg zijn woede op hem over en stak hem meerdere malen met een mes. Ingar overleed in de gang op de vierde verdieping. De dader vluchtte met zijn auto, maar kon later in Rotterdam worden aangehouden.

Op de verdieping waar de moord plaatsvond, is begin deze week een blauwe lintvormige afdruk over een deur en een deurpost stille getuige van de misdaad. Deze deur werd klaarblijkelijk eerder door de politie verzegeld met een tape dat bij verwijdering een inktspoor achterlaat. Wie beter kijkt ziet ook dat de muur aan het begin van de gang naast de lift donkerder kleurt dan de overige muren. Daar zal wellicht bloed verwijderd zijn. Maar voor het overige is dit een gang als alle andere gangen.

Twee bewoners van de verdieping zijn deze middag aanwezig. Beiden zeggen het meisje dat bij de ruzie betrokken was niet gekend te hebben en vorige week woensdag niets te hebben gemerkt van het incident. Meer willen ze eigenlijk niet kwijt. “Het doet toch wat me je. Je denkt dat je je veilig kunt wanen in je eigen huis en dan gebeurt er zoiets op de gang”, legt een van de twee uit.

Een dag na de moord, toen het Ublad ook poolshoogte kwam nemen, vertelde Diergeneeskundestudente Jansje Boonstra het volgende: “Ik werd vannacht iets na enen wakker van geschreeuw op de gang. Ik hoorde een meisje paniekerig krijsen en toen ik de deur open deed, zag ik een eindje verder tegen de muur een jongen zitten, onder het bloed. O jee, hij is dood, dacht ik. Ik heb meteen 112 gebeld, maar dat hadden anderen kennelijk ook al gedaan, want even later was de politie er al en stonden er ambulances voor het gebouw.”

Een Geneeskundestudente, bij wie het slachtoffer voor de deur lag, zei: “Mijn huisgenoten werden wakker van geschreeuw in de gang en toen zij de deur opendeden lag daar een man in een plas bloed. Er was al politie en ik heb mijn hulp aangeboden. Ter plaatse heb ik nog geprobeerd hem te reanimeren, maar zonder resultaat.”

Hulp

Wie deze verhalen hoort, begrijpt dat de schrik er goed inzit bij de bewoners van de vierde. Een dag na de moord zijn alle bewoners van de gang daarom bezocht door een medewerker van de SSH en een wijkagent.

In een mail van de SSH naar alle bewoners van de flat werd aangegeven dat zij donderdag en vrijdag voor vragen, een praatje of psychologische ondersteuning terecht konden bij de SSH en bij studentenpsychologen van de universiteit en de hogeschool. Bij de HU trad een protocol in werking dat gebruikt wordt bij het overlijden van een student, de universiteit waarschuwde alle studieadviseurs, studentendecanen en -balies.

Woordvoerster Annemiek van Vondel vertelt dat er uiteindelijk zo’n vijf bewoners bij de SSH zijn langs geweest: “Uit hun verhalen bleek vooral een behoefte om er samen met wat meer mensen over te praten. Met een kop koffie erbij, zeg maar. Daarom hebben we afgelopen dinsdagavond voor de bewoners van derde, vierde en vijfde verdieping nog een bijeenkomst belegd.”

Triest

De klap mag dan hard zijn aangekomen bij studenten die in de naaste omgeving van de onheilsplek wonen; de meeste bewoners van De Bisschoppen lijken alweer over te zijn gegaan op de orde van dag. Informatiekundestudent Lucas van Bemd: “Je wordt in eerste instantie natuurlijk wel wat onrustig. Ik dacht aanvankelijk ook dat het buiten voor mijn deur gebeurd was. Maar huiselijk geweld is toch wat minder bedreigend dan een overval of een uit de hand gelopen inbraak. Hoe triest het ook is, dit kan overal gebeuren. Het leven gaat door.”

Psychologiestudent Daan liep woensdagnacht naar beneden om te informeren naar de reden van de aanwezigheid van de politie aldaar: “Een agent zei me dat het goed fout zat, maar dat hij verder niets mocht zeggen. Dan ga je wel even schrikken. Nu ik weet hoe het zit, vind ik het vooral triest dat het iemand van mijn eigen leeftijd moet overkomen.”

Lucas en Daan zeggen de personen die betrokken zijn geweest bij het incident niet te kennen. Mede daarom is het incident volgens hen al lang geen onderwerp van gesprek meer met ander bewoners. Ook Junissa Faasen van het woonbestuur heeft gemerkt dat veel bewoners zich weer richten op hun dagelijkse bezigheden. “Er is iets vreselijks gebeurd. Maar de meeste mensen zien het als een specifieke daad in de relationele sfeer.”

Het woonbestuur heeft steeds in nauw contact gestaan met de SSH, maar de directe hulp aan andere instanties overgelaten. “Wij waren natuurlijk ook erg geschrokken en we maakten ons zorgen over wat de weerslag van dit incident op de flat en de bewoners zou hebben. Maar de mensen van de vierde verdieping krijgen steun van de SSH en van de studentenpsychologen van de universiteit en hogeschool. Bovendien hebben ze de politie, de pers en weet ik wie al op bezoek gehad. Dus het leek ons geen goed plan dat wij ook op bezoek zouden gaan.”

Na enige interne discussie werd ook besloten het jaarlijkse Sint en Piet-bezoek aan alle bewoners gewoon doorgang te laten vinden. “Maar we houden natuurlijk rekening met de gevoelens van de bewoners.”

Erg

Dwain Rotsburg, informaticastudent aan het hbo, komt aanlopen met een gordijnroede. Hij is twee maanden geleden uit Aruba gekomen en kreeg een dag na de moord de sleutel van zijn kamer in De Bisschoppen. Hij woont in een vriendenhuis met twee andere Arubanen. “Omdat ik zelf uit Aruba kom, word ik natuurlijk wel benaderd met vragen hierover. Vooral via mail en internet door familie en vrienden die nog op Aruba zijn. Maar ik ken die jongens helemaal niet, ook mijn huisgenoten weten van niets. We hebben alles moeten lezen op de Arubaanse site 24 ora. Ik denk er waarschijnlijk hetzelfde over als iedereen hier: je verwacht zoiets hier niet, heel erg.”

You will be missed

•De Hogeschool Utrecht stelde afgelopen donderdag de klasgenoten van Ingar op de hoogte tijdens een al geplande les. In het gebouw van het institute for Life Sciences in de FC Donderstraat werd een condoleanceregister opengesteld. Hogeschoolblad Trajectum meldt dat studentenvereniging Uranymus de ledenborrel en het Sinterklaasfeest heeft afgeblazen.

•Ook in vechtsportkringen is verslagen gereageerd. Vriend en trainingsmaatje Greg Oehlers vertelt in het AD dat Ingar vaak te vinden was in het in het Lourens sportzone complex in Eindhoven. “Hij stond altijd klaar om je te helpen en je kon ontzettend met hem lachen.”

•Op de Arubaanse nieuwssite stroomden de reacties na een publicatie over de moord, vergezeld van foto’s van dader en slachtoffer binnen. Zo post Aruban Star: Ingar dushi you will be missed !!! Ook komen er veel reacties op de vriendensite Hi5, veelal in Papiamento. Op Hyves staan eveneens geschokte reacties. Zo ook van een collega van het distributiecentrum van Albert Heijn waar Ingar werkzaam was. “We zullen je missen”.

•Ergotherapiestudente Nienke (23) mailt het Ublad dat haar AH-team bestaande uit zo´n dertig studenten vrijdagavond is geïnformeerd over de dood van zijn collega. “Vervolgens hebben we uit respect de radio in het magazijn een deel van de nacht uit laten staan.” Volgens Nienke was Ingar een vrij stille maar aardige jongen: “Hoe haalt iemand het in zijn hoofd om een jongen die niks dan goeds in de zin heeft dood te steken.”

•Zondag was er een mogelijkheid om afscheid te nemen van Ingar in een uitvaartcentrum in Zeist. Het slachtoffer is daarna overgebracht naar Aruba.

Veilig wonen

De dodelijke steekpartij rakelt ook de discussie over de veiligheid van de studentenflats weer op. Annemiek van Vondel van de SSH Utrecht vindt dat op basis van de nu bekende informatie niet is in te schatten of de woningbouwcorporatie verdere maatregelen moet nemen. “We hebben in het verleden op dat vlak al veel gedaan. Neem de camerabeveiliging. Camera’s hebben deze vreselijke zaak niet kunnen voorkomen, maar je kunt toch zeggen dat het goed is dat er camera´s hangen. De beelden van woensdagavond zijn ook afgestaan aan de politie.”

Junissa Faasen van het woonbestuur vertelt dat er voor de moord binnen de flat juist weer wat discussie over de vraag of camera´s op het complex de privacy aantasten. “We hebben kort geleden de bewoners gevraagd wat ze daar nu van vinden. De resultaten zijn nog niet bekend. Maar misschien dat mensen door wat er nu gebeurd is er toch anders tegenaan zijn gaan kijken.”

 

Waar blijft de tram

Voormalig UU-studente Halsema weet waar ze het over heeft: “Ik heb hier Algemene Sociale Wetenschappen en heb destijds geregeld de bus naar De Uithof gepakt. Die zat vaak overvol. Een tramverbinding is een schone oplossing voor het sneller en beter bereikbaar maken van De Uithof.”

De plannen voor een tramverbinding liggen al enige jaren op stapel. “De gemeente Utrecht is nu aan het sparen om dit alles te realiseren”, aldus Halsema.

Studenten staan ‘knip’ stil

In diverse studentensteden protesteerden studenten net als in Utrecht tegen dit voornemen door vijf minuten stil te staan in of voor een universiteitsgebouw. De harde knip houdt in dat een student niet eerder aan een master kan beginnen voordat alle bachelorvakken succesvol zijn afgerond. “Dit leidt tot enorme studievertraging”, aldus ’t Hart.

De UU heeft bij invoering van het bachelor-mastersysteem in 2002 reeds de harde knip ingevoerd. De bachelor wordt immers gezien als een zelfstandige, afgeronde studie. Een master is een vervolg hierop; deze kan logischerwijs pas gevolgd worden als het voortraject is afgerond, zo luidt het standpunt van de UU. Iemand die zijn vwo-diploma nog niet op zak heeft kan toch ook niet beginnen aan een bacheloropleiding? Er is wel een uitzondering: wanneer een masteropleiding slechts één instroommoment per jaar heeft, dient de faculteit op voorspraak van het College van Bestuur een deficiëntieregeling op te nemen; zodoende kunnen studenten die nog enkele studiepunten tekort komen voor hun bachelordiploma toch deelnemen aan de desbetreffende master. Dit geldt echter alleen voor studenten die aan dezelfde universiteit blijven studeren.

Deze week voegde rector Hans Stoof er tijdens een raadsvergadering aan toe, dat de harde knip een maatregel is die voor elke UU-masterstudent geldt: “Een student van buiten de UU die een master aan onze unversiteit wil volgen, behoort in het bezit te zijn van een bachelordiploma. We gaan geen onderscheid maken; UU-studenten moeten evengoed hun bachelordiploma gehaald hebben voordat er aan een master kan worden begonnen.”

’t Hart geeft toe dat de protestactie voor de studenten aan de UU wellicht wat laat is. “We doen dit dus mede om onze steun te betuigen aan de studenten die aan andere hoger onderwijsinstellingen in het land studeren en waar nog geen harde knip is ingevoerd. Tevens geven we aan dat wij vinden dat de universiteiten zelf moeten beslissen of een harde knip moet worden gehanteerd. Zoiets hoeft niet vanuit de overheid geregeld te worden.”

Maandag 8 december verzamelen protestgroepen zich bij de Tweede Kamer om hun onvrede te uiten over Plasterks plannen.

Een 4 of een 5

Maar hoe zit het met de Bèta’s? Die wilden de 4 toch houden? Vicedecaan Eijkelhof van de bèta’s klinkt geërgerd: “Andere faculteiten mogen elke afweging maken die ze willen, maar wij houden gewoon vast aan de 4. Wij hebben tentamens met grote vragen, dan kunnen studenten een keer de mist ingaan. Veel van hen slagen wel degelijk in de herkansing. Onze rendementen zouden sterk dalen bij de invoering van een 5.”

Maar jokt decaan Koops dan? Nee, zegt hij, er is echt overeenstemming. Hoe Koops van de bèta-4 dan een 5 heeft weten te maken is onduidelijk. Daarom verdient de discussie hierover zeker geen voldoende.

Methaan in de herfst

Methaan (CH4) dat ontstaat bij het vergaan van dode planten, is een twintig keer zo sterk broeikasgas als CO2. Met name de tot voor kort permanent bevroren toendragebieden in Siberië vormen een enorm methaanreservoir. Al langer was bekend dat in deze regionen door de opwarming van de aarde steeds meer methaan in de atmosfeer terecht komt, met als gevolg een versterking van het broeikaseffect.

Toen Zweedse onderzoekers vorig najaar besloten om hun meetapparatuur in de Groenlandse winter aan te laten staan, ontdekten zij tot hun verrassing dat er ook bij het intreden van de vorst sprake was van een sterke uitstoot van methaan. Voor Houweling, die in Utrecht simulatiemodellen opstelt voor chemische processen in de atmosfeer, kwam deze informatie als geroepen. Het verklaart tot nu toe onbegrepen afwijkingen van zijn modeluitkomsten met gemeten methaanconcentraties in de atmosfeer.

“Deze gegevens bevestigen dat we in onze modellen rekening moeten gaan houden met methaanuitstoot in het najaar”, aldus Houweling, die zijn bevindingen deze week publiceert in het vooraanstaande tijdschrift Nature. De onderzoeker, die zowel is verbonden aan het Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek als bij de Stichting Ruimteonderzoek Nederland (SRON) in De Uithof, vermoedt dat het methaan de grond wordt uitgeperst als het vocht in de bodem bevriest.

Hij hoopt dat metingen met het nieuwe ruimte-instrument voor aardobservatie Tropomi, waarvan de uiterst gevoelige methaan-sensor bij SRON is ontwikkeld, zullen uitwijzen in hoeverre de uitstoot in het najaar bijdraagt aan het mondiale broeikaseffect. Vorige week gaf de ESA ministersconferentie groen licht voor de bouw en lancering van Tropomi, die naar verwachting in 2014 de aardatmosfeer gaat scannen als opvolger van de huidige meetinstrumenten Omi en Sciamachy.