De Socialistische Partij sloeg onlangs alarm omdat de Sneekse GGZ-kliniek van het Antonius Ziekenhuis wegens een tekort aan psychiaters gesloten wordt. SP-kamerlid Henk van Gerven wil dat het door hem geschatte tekort van driehonderd psychiaters wordt opgelost, onder meer door de beperking op te heffen van het aantal studenten dat geneeskunde mag studeren.
Geen goed idee, vindt Victor Slenter, directeur van het Capaciteitsorgaan dat voor beroepsgroepen, opleidingsinstellingen, zorgverzekeraars en het ministerie van VWS berekent hoeveel artsen en specialisten er moeten worden opgeleid. “De studie van basisartsen duurt zes jaar en de specialisatie daarna nog eens vier tot acht jaar. Daarmee los je acute tekorten aan specialisten dus niet op.” Belangrijker is volgens hem dat er in Nederland momenteel zo’n 7500 Nederlandse basisartsen van onder de veertig jaar rondlopen die geen specialist zijn en daar nog geen opleiding voor volgen. “In principe is die groep groot genoeg om eventuele tekorten aan specialisten snel te compenseren.”
Volgens hem waren er in Nederland vorig jaar ongeveer 2300 psychiaters werkzaam en is er een geschat tekort van vijf procent, ofwel 115. “Daarom is de instroom in de vervolgopleiding psychiatrie stapsgewijs vergroot van 115 in 2000 naar 175 in 2006. De eerste extra afgestudeerden van 2001 betreden nu de arbeidsmarkt en hun aantal wordt jaarlijks hoger. Het tekort wordt dus langzaam ingelopen. Voor 2009 hebben we geadviseerd om de instroom in de vervolgopleiding weer te verlagen naar 150.”
Ook aan maag-, darm- en leverartsen is gebrek. De beroepsvereniging sprak onlangs van een ernstig tekort en ook de vooraanstaande oncoloog Bob Pinedo, die binnenkort afscheid neemt van de VU, is bang dat de wachtlijsten voor patiënten met darmkanker zullen gaan oplopen. Slenter bevestigt dat het geschatte tekort aan MDL-artsen vijftien procent bedraagt. Er zijn tussen de veertig en de zestig onvervulde vacatures. “Om die reden wordt de instroom tot de vervolgopleiding in 2009 verhoogd van 19 naar 29. Maar dat sorteert pas over drie tot zes jaar de eerste effecten.”
Voor de tussenliggende periode is volgens Slenter overleg met bijvoorbeeld de Nederlandse Internisten Vereniging een logische stap. “Het MDL-specialisme heeft overigens de laatste jaren al een forse groei doorgemaakt. In 2000 waren er nog maar 163 geregistreerde MDL artsen, in 2008 zijn dat er al 305 en de beroepsgroep is nog steeds groeiende.”
Had het Capaciteitsorgaan de tekorten niet eerder kunnen voorzien en houdt het wel voldoende rekening met de effecten van vergrijzing? “We betrekken allerlei factoren bij onze ramingen, aan de vraag- en aan de aanbodkant”, zegt Slenter. “Vanzelfsprekend de demografische ontwikkelingen, maar ook bijvoorbeeld de epidemiologie, de feminisering van het beroep, in- en uitstroom naar het buitenland, vervanging van artsen enzovoorts. Toch kun je niet elk tekort voorzien.”
Grote problemen verwacht hij niet. Hij wijst op recente OECD-cijfers over 2006 waaruit blijkt dat Nederland, op België en mogelijk Griekenland na, het hoogste aantal artsen per duizend inwoners telt, namelijk 3,8. In 1960 was er één arts per duizend inwoners.
HOP