Nieuws

Eerste bewoners Casa Confetti

Rond kwart voor elf maakten deze eerste huurders gezamenlijk de gang naar het kleurrijke complex in De Uithof. Allen betrekken een kamer op de eerste of tweede etage: later zal de SSH de andere verdiepingen, waar nu nog bouwvakkers aan het werk zijn, vrijgeven. Eind november zal Casa Confetti in zijn geheel bewoond zijn.

De kamer van de allereerste bewoonster, masterstudente criminologie Mariska de Blok, moet dit weekend al ontdaan zijn van het grijze en grauwe uiterlijk: “De muren wil ik groen hebben. Olijfgroen en knalgroen. Ik weet nog niet wat voor een vloerbedekking ik erin ga leggen. Nou ja, een goedkope in ieder geval.”

Zaterdagavond hoopt Mariska al te kunnen slapen in haar kamer. “Dat moet wel, want ik heb alleen vrijdag en zaterdag verhuizers tot mijn beschikking. Dan komen namelijk mijn ouders, mijn vriendje en zijn ouders helpen de spullen over te brengen. Met drie auto’s en twee aanhangwagens moet dat wel gaan lukken.”

RvV

Kamervragen over IJsland-obligatie VU

Anders dan de VSNU veronderstelde, is er toch een universiteit die mogelijk schade ondervindt van de IJslandse bankencrisis. Vorige week berichtte universiteitsblad Ad Valvas dat de VU een obligatie heeft bij Kaupthing bank, die inmiddels door de IJslandse regering is overgenomen. Volgend jaar juni moet Kaupthing de lening gaan aflossen. Of dat lukt, is zeer de vraag, want financieel lijkt de bank op sterven na dood.

De obligatie vertegenwoordigt volgens Ad Valvas “zes procent van de uitstaande liquiditeit”. Om hoeveel geld het precies gaat, wil de VU niet zeggen. Eind vorig jaar had de universiteit bijna 120 miljoen euro aan liquide middelen, meldt het jaarverslag. Of dit betekent dat het Kaupthing-avontuur de VU maximaal zeven miljoen euro kan kosten, wordt niet bevestigd.

Financieel bestuurder Kees Rutten stelt in Ad Valvas dat de liquiditeit gewaarborgd is en dat de VU zeker niet om zal vallen. Wel moet de universiteit “wellicht een deel” van het geld afschrijven, aldus treasury manager Ko Krommenhoek. De VU weigert verder commentaar op de zaak. “Wat we kunnen zeggen, is al gezegd”, aldus een woordvoerder.

HOP

Villa Jongerius vanavond op TV

Vanavond — donderdag 23 oktober — kan iedereen de restauratie steunen door om 19.25 uur naar Nederland 2 te kijken en een stem uit te brengen via tel. 0909-8880 of sms VILLA naar 2332.

De villa aan de Kanaalweg is voorgedragen door Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex. De gemeente Utrecht en architectuurcentrum Aorta steunen de actie. Wie zelf een kijkje wil nemen in dit volgens de regels van de Nieuwe Zakelijkheid gebouwde pand, kan dat aanstaande zaterdag, 25 oktober doen. Dan verzorgen gidsen een Open Huis. Tevens wordt er dan in de woonkamer een film gedraaid over het 25 jarig zakenjubileum van Jan Jongerius in 1939.

Jongerius, ook wel 'Jan Ford” genoemd, was met zijn garage een bekende zakenman in het Utrechtse. Hij viel vooral op door zijn inspiratiebronnen: de architectuur, reizen en het katholieke geloof.

Tijdens het Open Huis wordt ook een aantal oude en nieuwe Fords gepresenteerd, waaronder een autobus die bij de NV Jongerius gebouwd. De dag duurt van 10.00 tot 17.00 uur.

AH

Lof der Zotheid online

Erasmus (± 1467-1536) is vooral bekend dankzij zijn scherpe satire De lof der zotheid, waarin de zotheid het woord neemt en allerlei misstanden en onzinnige debatten van die tijd bezingt: het boek blijft actueel.

De gedigitaliseerde teksten staan als plaatjes op het internet en zijn nog niet te doorzoeken. Ze zijn – met enige moeite – te vinden op de website www.erasmus.org, waar men ook over Erasmus leven en werk kan lezen. De site is niet erg gebruiksvriendelijk, maar de link onder aan dit stuk leidt rechtstreeks naar de lijst met boeken.

Desiderius Erasmus Roterodamus, zoals hij zichzelf noemde, heeft overigens alleen de eerste vier jaar van zijn leven in Rotterdam gewoond. Daarna verhuisde hij naar Gouda. Later reisde hij door heel Europa.

Hij schreef in het Latijn, maar in de boekhandel liggen twee moderne vertalingen van De Lof der Zotheid. Antiquariaten hebben vaak ook een goede, maar iets oudere vertaling op de plank staan.

HOP

http://www.erasmus.org/index.cfm?fuseaction=eol.getquery&startrow=0&field1=keyword&value1=eras&op1=AND&field2=keyword&value2=&op2=AND&field3=keyword&value3=&year1=&year2=&sortfield=year&facsimile=1

Verdachte bekent oud HU-studente te hebben gewurgd

Ryan P. is tot zijn daad gekomen omdat hij de tas van Van der Kouwe wilde stelen en het meisje zich daar tegen verzette. Volgens zijn moeder heeft Ryan spijt van wat er is gebeurd, meldt onder meer Nu.nl.

Afgelopen vrijdag werd het lichaam van de studente gevonden. Zij was al bijna een maand vermist. Eerder studeerde zij hbo-rechten aan de hogeschool Utrecht, maar ze stopte na haar propedeuse in augustus vorig jaar.

AH

Boekje open over Innovatieplatform

Dat schrijft politicoloog Frans Nauta in het boek ‘Het Innovatieplatform – innoveren in het centrum van de macht’, dat later deze week verschijnt. In 2003 trad de huidige lector van de Hogeschool van Arhnem en Nijmegen als secretaris in dienst bij het nieuwe adviesorgaan, om er twee jaar later “opgelucht” te vertrekken.

Volgens de Volkskrant omschrijft Nauta het Platform vooral als een plek waar veel werd gekibbeld tussen politici van D66, VVD en CDA-huize. De drie partijen stonden tijdens Balkenende-II aan de wieg van het Innovatieplatform, dat de Nederlandse kenniseconomie naar de wereldtop moest brengen.

Die hoop bleek ijdel. Nauta zou zich vooral hebben beziggehouden met het afwimpelen van “bedelende ondernemers” en een zoektocht naar kantoorruimte. Ondertussen had het ‘IP’ niet eens een heldere visie.

Nauta’s kritiek op het eerste Innovatieplatform staat niet op zich. Vanaf het aantreden van het tweede kabinet-Balkenende is er voortdurend commentaar op het functioneren van de club geweest. Ook de toenmalige coalitiepartijen waren kritisch. Premier Balkenende, formeel de leider van het platform, zou het volgens Nauta te druk hebben met zijn andere taken. Het was dan ook verrassend toen het huidige kabinet bij zijn aantreden in 2007 aankondigde dat het Platform zou worden voortgezet, met Balkenende aan het roer.

HOP

Heytze wint C.C.S. Crone Prijs

In de poëzie van Heyze spelen de stad Utrecht en haar inwoners een belangrijke rol; dat maakt hem tot een goed ambassadeur van deze stad en tot extra kanshebber voor de prijs. Eerder wonnen Manon Uphoff (2002) , Ronald Giphart (2004) en Arthur Japin (2006) de C.C.S. Crone-prijs. Na deze proza-auteurs is volgens de jury ditmaal een dichter aan de beurt.

Ingmar Heytze (1970) studeerde Algemene Letteren in Utrecht. Sinds 1997 publiceerde hij zes dichtbundels, drie dagboeken en een bundel miniaturen. Heytzes laatste bundel ‘Elders in de wereld’ kwam in februari uit. Afgestudeerden van de UU kennen hem onder meer van zijn rubriek op de achterpagina van alumniblad Illuster, een gedicht bij een foto van Ivar Pel. Ook in AD/UN heeft Heytze wekelijks een hoekje voor een gedicht.

In 2002 is de C.C.S. Crone Prijs door het college van burgemeester & wethouders ingesteld. De prijs is vernoemd naar de Utrechtse schrijver Cornelius Carolus Stephan Crone (1914 –1951) wiens bescheiden oeuvre veelal Utrecht als plaats van handeling had. De prijs is bedoeld voor (jonge) auteurs die met hun werk van betekenis zijn voor stad en regio.

De jury bestond dit keer uit prof.dr. Maarten van Rossem en Hans Bouman, letterkundig medewerker van de Volkskrant en voorheen ook al medewerker van het Ublad, én uit Gina van de Berg, voorzitter van het Poëziecircus.

AH

Subsidie voor een 'goed gesprek'

Dit voorjaar werd het studiekeuzegesprek door Plasterk gelanceerd als alternatief voor selectie aan de poort. De bewindsman ziet weinig in selectietoetsen, maar vindt wel dat studenten voor ze aan hun opleiding beginnen met een docent of studieadviseur moeten praten om een helder beeld te krijgen van de inhoud van de opleiding. Op grond daarvan kunnen ze dan een definitieve keuze maken.

Natuurlijk wil Plasterk niet over één nacht ijs met dat plan, en gaat hij eerst kijken of zijn idee werkt. Surf heeft daarom deze week instellingen uitgenodigd met plannen te komen. Hogescholen en universiteiten moeten daarin aangeven in wat voor setting ze hun aankomende bachelorstudenten een goed gesprek aanbieden. De proef gaat vervolgens van start in maart en duurt een jaar. Instellingen die willen meedoen, hebben tot half december de tijd zich te melden.

Het bedrag dat de minister voor het onderzoek beschikbaar heeft gesteld, ruim een half miljoen euro, oogt misschien wat laag. In het theoretische geval dat alle aanstaande eerstejaars op meerdere plaatsen een gesprek aanvragen, zouden hogescholen en universiteiten daar een enorme berg werk aan hebben. Maar Plasterk liet al in mei weten dat hij geen probleem ziet. “Als de uitval erdoor vermindert, verdienen ze hun geld terug”, zei hij in een interview met het HOP.

Ook voor een verkapt reclamepraatje is hij niet bang. “Open dagen hebben als boodschap: ‘kom naar ons’. Heeft iemand zich aangemeld voor een opleiding, dan moet bij de intake blijken wat hij precies kan verwachten en of een andere opleiding misschien beter past. Zelf wilde ik bijvoorbeeld ooit natuurkunde gaan studeren. Mijn docent op de middelbare school kwam daarop met zijn studieboeken langs en ik was genezen: er stonden alleen maar formules in en dat was het niet voor mij. Ik wilde ook wat met de handen priegelen. Uiteindelijk ben ik bij biologie terechtgekomen, maar ik had dus bijna een opleiding gekozen zonder ooit een studieboek te hebben ingezien. Dat wil ik voor anderen voorkomen.”

HOP

Plasterk: 'Geen sprake van voorrang voor allochtone studenten'

In zijn antwoord op vragen van het VVD-kamerlid Zijlstra naar een mogelijk onterechte voorrangsbehandeling van allochtone studenten herinnerde de minister de vragensteller er fijntjes aan dat diens fractievoorzitter Mark Rutte ‘grondlegger, boegbeeld en presentator’ is van de Echo Awards voor allochtone studenten.

‘Het gaat hier om een niet-ongebruikelijk selectief en beperkt programma’, aldus Plasterk, ‘in aard vergelijkbaar met de Echo Awards. Ik deel geheel de opvattingen die de heer Rutte gebracht hebben tot het steunen van de genoemde Echo Awards. Ze zijn in gelijke mate, mutatis mutandis, van toepassing op het Utrechtse programma waaraan de heer Zijlstra zich kennelijk stoort.’

De minister zegt zich volledig te kunnen vinden in de motivering van de UU dat allochtoon talent niet vanzelf de weg naar de wetenschap weet te vinden. ‘In die zin is het programma van de Universiteit Utrecht te vergelijken met het Mozaïekprogramma van NWO.’

Dat de betreffende studenten niet op eigen gelegenheid een student-assistentschap hebben verworven, komt volgens Plasterk, omdat ‘uit onderzoek blijkt dat allochtone studenten vaak niet over de juiste netwerken beschikken of op de hoogte zijn van het belang van het vervullen van een student-assistentschap voor hun verdere carrière, terwijl zij qua studieprestaties en motivatie wel in aanmerking komen.'

Bijkomend voordeel van het Utrechtse project is volgens de minister dat het meer inzicht kan bieden in de belemmeringen voor allochtone studenten om te opteren voor reguliere studentassistentschappen. 'Ook kan het faculteiten bewuster maken van het potentieel van deze studenten waardoor op termijn geen aparte regeling meer nodig is.'

EH

U-raad kritisch over nieuwe aanpak hoogleraarbenoemingen

Aanleiding voor de discussie tussen de raadsleden en collegevoorzitter Van Rooy was een voorgestelde verandering in het universitaire bestuursreglement. Zoals rector Stoof al bij de opening van het academisch jaar had aangegeven, wil het college dat voortaan alle voordrachten tot benoeming of herbenoeming van een hoogleraar worden voorgelegd aan het college van promoties. Op dit moment gebeurt dat alleen bij (her)benoemingen van door een externe organisatie gefinancierde bijzonder hoogleraren.

In verband met die zwaardere taak wil het college van bestuur dat voortaan alle zeven faculteiten vertegenwoordigd zijn in het college van promoties. Nu zijn dat er maar vier. Het voorstel om die wijziging op te nemen in het bestuursreglement van de UU stuitte dinsdagmiddag echter op onverwacht heftig verzet van de leden van de commissie Strategie van de U-raad. Zij vroegen zich af of de taak van de benoemingsadviescommissies door deze extra ‘controle’ niet zal worden uitgehold.

Raadslid Ruud van den Bos vroeg zich af of er de afgelopen jaren zoveel verkeerde benoemingen hadden plaatsgevonden dat een zo drastische maatregel nodig was, maar daar was volgens Van Rooy geen sprake van. Zij legde de commissie uit dat de nieuwe opzet er vooral toe moet leiden dat er meer eenheid komt in de aanpak van hoogleraarbenoemingen, doordat de faculteiten nu meer zicht krijgen op elkaars beleid

Zij ontkende dat het college van promoties het werk van de benoemingcommissies straks nog eens dunnetjes over gaat doen. "In de eerste plaats hanteert het college van promoties heel andere criteria dan een benoemingsadviescommissie, maar bovendien wordt elke voordracht voor de benoeming van een hoogleraar op dit moment door het college van bestuur beoordeeld. Dat het college van promoties voortaan eerst wordt gehoord, draagt juist bij tot een efficiëntere gang van zaken", aldus de collegevoorzitter.

Ondanks haar hartstochtelijke pleidooi voor de nieuwe aanpak (“Ik vind dit een prachtig voorbeeld van kwaliteitsbeleid. Daar moet u toch enthousiast over zijn?”) bleef de commissie sceptisch. Na bijna een half uur sloot voorzitter Tessa Wouda de discussie. Op maandag 27 oktober overlegt de voltallige Universiteitsraad over het een week later in het overleg met het CvB in te nemen standpunt. De uitkomst van dat overleg is niet van belang ontbloot, want de door het college van bestuur gewenste wijziging van het bestuursreglement kan alleen met instemming van de U-raad worden doorgevoerd.

EH