Nieuws

Gratis sporten onder werktijd

Alle werknemers hebben inmiddels een folder thuis in de brievenbus gekregen met een globaal programma van allerlei sportieve en gezonde bezigheden die in deze oktoberweek gratis te volgen zijn. De workshops zijn geschikt voor mannen en vrouwen van alle leeftijden. Werknemers kunnen een gezonde kookles bijwonen, een stoelmassage krijgen, hun cholesterol laten meten, maar ook wat fysieker bezig zijn met Afrikaanse dans, nordic walking of capoeira. De workshops kunnen op verschillende locaties van de UU worden gevolgd. De activiteiten moeten de werknemers bewust maken van een gezonde leefstijl en de rol van in- en ontspanning daarin.

Tijdens deze week is er aandacht voor serieuze en minder serieuze zaken. Zo wordt op de donderdag een spinningmarathon tussen 9 en 13 uur in Olympos gehouden waarmee geld wordt opgehaald voor Pink Ribbon, een stichting die onder meer onderzoek naar borstkanker ondersteunt. Maar er is ook plek voor humor. Organisator, de dienst Personeel en Organisatie, heeft een prijsvraag uitgeschreven waarmee een Wii is te winnen. Om hiervoor in aanmerking te komen moet je het fysieke gewicht raden van het voltallige college van bestuur.

Dezelfde collegeleden hebben alle directeuren en decanen van de Universiteit Utrecht gevraagd werknemers de gelegenheid te geven om in deze Gezondheidsweek onder werktijd een workshop te volgen. Ook gezond eten wordt extra onder de aandacht gebracht. Niet alleen via de gezondheidscheck van de KLM Health Services of een kookles, maar ook in de bedrijfskantines waar het accent op een gezonde lunch komt te liggen.

Na deze week wordt geëvalueerd hoe de deelnemers het initiatief hebben ervaren. Ook wordt een pilot bedrijfsfitness ontwikkeld om vanaf januari 2009 werknemers te stimuleren aan sport te doen door (een deel van) de kosten te betalen voor bijvoorbeeld een abonnement op een sportschool. Momenteel wordt hierover onderhandeld met Olympos in De Uithof en een sportschool in de binnenstad.

Volgens Femke Gerritsma, trekker van het project, zitten hier nog wel vele restricties aan. "Volgens de wetgever mogen we alleen een contract afsluiten met één sportschool, of als een bedrijf meer vestigingen heeft, met een tweede sportschool. Daarom onderhandelen we ook met een sportschool in de binnenstad. De wetgeving is zelfs zo strikt dat collega's die in De Uithof werken, daar móeten sporten om de vergoeding te krijgen, zelfs als ze naast de sportschool in de binnenstad wonen. Collega's die werken in de binnenstad mogen alleen gebruik maken van de sportschool daar. De wetgever zegt hierover dat bedrijfsfitness bedoeld is om te beoefenen vlak voor of na het werk of tijdens de lunchpauze en dus niet 's avonds na acht uur als bijvoorbeeld de kinderen in bed liggen. Je kunt de maatregel zien als een goed begin."

Wie zich wil inschrijven voor een workshop en een gedetailleerd programma van de Gezondheidsweek zoekt, surft naar www.FIT4UU.nl

GK

Utrecht intensiveert samenwerking met India

Dat blijkt uit de jongste nota Regiobeleid Azië van het college van bestuur. In die nota wordt verslag gedaan van het bezoek dat een Utrechtse delegatie begin 2008 bracht aan negen Indiase universiteiten en onderzoeksinstituten. In een eerdere nota had het college van bestuur duidelijk gemaakt dat de UU zich in de samenwerking met India en China wil concentreren op een beperkt aantal partnerinstellingen. Een voornaam doel van de reis van dit voorjaar was om te beoordelen welke instellingen in aanmerking komen voor de status van UUP.

Nadat eerder al de Jawaharlal Nehru Universiteit in Delhi, de Universiteit van Hyderaibad en het Indian Institute of Science in Bangalore tot UUP waren verkozen, is de keuze nu opnieuw op twee onderzoeksinstituten gevallen. Uit het bezoek van de Utrechtse delegatie is namelijk gebleken dat de onderzoekskwaliteit zich in India met name in de instituten bevindt. In de nota geeft het college toe dat dit ten koste kan gaan van de beoogde uitwisseling van studenten. Daar staat echter een grotere kans op een succesvolle uitwisseling van promovendi tegenover,

Om de nog wat tegenvallende samenwerking met UUP’s in India en China een impuls te geven stelt het college van bestuur volgend jaar 40.000 euro beschikbaar voor de uitwisseling van twee hoogleraren met de beide partnerlanden. Het geld dat via een open inschrijving moet worden verworven, mag zowel gebruikt worden voor het bezoek van een Indiase of Chinese hoogleraar aan Utrecht als voor een Utrechts verblijf in één van de twee landen. Ook in open inschrijving vallen vijf subsidies van 15.000 euro te verdienen voor de organisatie van een seminar in Utrecht met Aziatische partners. Voor beide subsidievormen komen alleen hoogleraren uit de vijftien Utrechtse focusgebieden in aanmerking

EH

Aanvraag kort verblijf kennismigrant stroperig

De sociaal-democraten zijn bang dat de Nederlandse kenniseconomie averij oploopt: hoogopgeleide buitenlanders kunnen immers ook in andere landen aan het werk, zonder dat ze weken moeten wachten op toestemming. “Grote bedrijven hebben voor kortstondige projecten soms behoefte aan hoogopgeleiden die hier niet te vinden zijn”, zegt PvdA-kamerlid Marianne Besselink. “Dan is het wel zaak dat ze die mensen snel uit het buitenland kunnen halen.”

Volgens een woordvoerder van het ministerie van Justitie wringt de schoen niet bij immigratiedienst IND. “Hoogopgeleiden die hier korter dan drie maanden verblijven, vallen niet onder de kennismigrantenregeling”, legt hij uit. “Ze zijn dus afhankelijk van visa van de diverse ambassades. Bovendien moet het ministerie van Sociale Zaken voor deze groep een werkvergunning afgeven. Dat kost tijd.”

Volgens onderzoekssecretaris Joke van den Bandt van werkgeversorgranisatie VNO-NCW zit de bottleneck vooral bij Sociale Zaken. “Dat zou de arbeidswetgeving moeten aanpassen, maar is bang dat Nederlandse werkzoekenden daar negatieve effecten van ondervinden. Wij hebben onlangs in een brief uitgelegd dat daarvan geen sprake is. Het gaat om multinationals die met een internationaal samengesteld team van medewerkers een project willen afronden in Nederland, of over een universiteit die voor een paar maanden een buitenlandse trainee in huis haalt.”

De kennismigrantenregeling voor hoogopgeleide buitenlanders die voor een langere tijd in Nederland komen werken, is de afgelopen jaren flink versoepeld. De IND verzorgt dit soort aanvragen via één loket en streeft ernaar om aanvragen binnen twee weken af te ronden.

HOP

Nevenfuncties wetenschappers openbaar

De bewindsman reageert op een brief die hij op 3 september kreeg van VSNU-voorzitter Noorda. Die erkent dat er maatschappelijke behoefte is aan bewijzen van de onafhankelijkheid van de wetenschapsbeoefening aan de Nederlandse universiteiten. Zij zullen daarom websites gaan aanbieden met profielpagina’s van alle hoogleraren en onderzoekers. Die vullen zelf in welke voor de wetenschap relevante nevenfuncties ze hebben.

De categorie van bijzonder hoogleraren vraagt volgens de VSNU om een eigen benadering. Zij zijn immers niet in dienst van de universiteit, maar van een rechtspersoon die het onderzoek in bepaalde wetenschapsgebieden wil bevorderen. De universiteiten waar zij werken “zullen ofwel een lijst op hun website publiceren, waarin de leerstoel, de rechtspersoon, de financieringsbron en de hoofdfunctie van de betreffende hoogleraar staan vermeld ofwel steeds de hoofdfunctie van de desbetreffende hoogleraar publiceren”.

De VSNU vraagt begrip voor het feit dat het nog enige tijd zal kosten voordat de gevraagde gegevens van het wetenschappelijk personeel volledig zijn. Aan het eind van dit jaar zal ze rapporteren over de vorderingen.

Minister Plasterk laat weten dat de door hem gevraagde transparantie voldoende gewaarborgd lijkt. Wel tekent hij aan dat de informatie op de websites waar de nevenfuncties vermeld worden, eind dit jaar zo goed als volledig moet zijn.

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen pleit al langer voor volledige openheid over nevenfuncties. Als een longkankeronderzoeker in een wetenschappelijk tijdschrift publiceert, moet hij tenslotte ook melden of hij wordt betaald door een sigarettenfabrikant. Sommige universiteiten achtten deze openbaarheid in strijd met de privacywetgeving.

Een artikel in de Volkskrant, waarin stond dat bijna een kwart van de hoogleraren aan Nederlandse universiteiten wordt gesponsord door bedrijven en instellingen, gaf minister Plasterk dit voorjaar het laatste duwtje. Hij vroeg de universiteiten uiterlijk 1 augustus bekend te maken hoe zij de financiering van bijzondere leerstoelen openbaar gaan maken.

HOP

Kritiek op educatieve minor

Wo-bachelors met een didactische aantekening op het diploma mogen straks lesgeven in het vmbo en in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het is één van de maatregelen waarmee OCW het lerarentekort te lijf gaat.

“Bij deze oplossing heb ik veel vragen over de kwaliteit”, zegt Ans Buys, directeur van de Fontys lerarenopleiding in Tilburg en voorzitter van het overlegorgaan van lerarenopleidingen. “Er is een groot verschil tussen het volgen van een vakinhoudelijke universitaire bachelor en lesgeven in hetzelfde vak op een middelbare school. De didactiek wordt gigantisch onderschat en het lerarenberoep tekort gedaan als je denkt dat je zoiets in een minor kunt regelen.”

“Dit is geen versterking van de kwaliteit van het onderwijs”, vindt ook Jacques van Meegen, directeur van het lerareninstituut van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN). “De vakopleiding aan de universiteit duurt straks een paar maanden. Bij ons vier jaar.” Hij plaatst ook vraagtekens bij de suggestie van de staatssecretaris dat lesgeven een gewoon bijbaantje is. “Je moet je afvragen of voor de klas staan een alternatief is voor vakken vullen. Scholen willen een gepassioneerde leerkracht, en competenties om met leerlingen om te gaan.”

De Algemene Onderwijsbond (AOb) is eveneens kritisch. “Deze studenten moeten niet worden gezien als volwaardige leraar”, zegt AOb-woordvoerder Jurjen van den Bergh. Hij kan zich voorstellen dat studenten met een minor op zak een status krijgen als leraar-in-opleiding, zoals ook bij zij-instromers gebeurt. Maar lesgeven door studenten is zeker geen structurele oplossing voor het lerarentekort. “Alleen omdat het vijf voor twaalf is op de onderwijsmarkt, vinden we deze maatregel als lokkertje acceptabel.”

Opvallend gezien de kritiek vanuit hbo-instellingen, is de HBO-raad wel positief over het plan. “We vinden het goed dat er verschillende manieren worden bedacht om mensen te kwalificeren voor het onderwijs”, zegt woordvoerder Annelieke van Schie. Toch vindt ook zij dat de kwaliteit niet in gevaar mag komen. “Eisen op het gebied van kwaliteit en didactiek moeten voor iedereen gelden, ook voor deze studenten.”

Zullen universitaire studenten in de praktijk inderdaad een grote rol spelen bij het oplossen van het lerarentekort, zoals OCW denkt? Ans Buys van Fontys heeft haar twijfels. “Alle universiteiten samen leiden slechts 620 masterstudenten op voor het lerarenberoep. Minder dan alleen al op onze hbo-masteropleiding in Tilburg. Het zou mooi zijn als het aantal aan de universiteit verdubbelt, maar dat moet wel evenredig zijn met de investeringen die je in deze groep doet.”

HOP

Veel cum laudes voor eerste afgestudeerden Law College

Trots. Dat was het woord dat tijdens de plechtigheid in de aula van het Academiegebouw met grote regelmaat kon worden opgetekend. De eerste die het in de mond nam was Ige Dekker, hoofd van het departement Rechtsgeleerdheid, die in herinnering bracht dat het idee voor het Law College ontstaan was in een bar in New York. “Dat bewijst maar weer eens, wat studenten natuurlijk al lang weten, dat alle goede ideeën in de kroeg worden geboren” aldus Dekker, “wat overigens niet wil zeggen dat alle ideeën die in de kroeg worden geboren, goede ideeën zijn.”

Ook docent Peter Rijpkema zei trots te zijn op deze eerste lichting studenten, die de opleiding als ware pioniers mee vorm hebben gegeven. “We hebben jullie je zien ontwikkelen van nog niet helemaal uitgepuberde meisjes en jongens tot dames en heren, en met jullie resultaten hebben jullie een moeilijk te overtreffen standaard gezet”, aldus de grote inspirator van de nieuwe opleiding.”Ik heb de afgelopen jaren met bewondering naar jullie gekeken, ja zelfs met een zekere jaloezie op zoveel verzameld talent.”

Dat talent werd onderstreept door ex-conservatoriumstudent Kaj Strijbos, die als intermezzo met achteloos gemak het ivoor van de vleugel in de aula beroerde. “U ziet dat waar hier een aanstaande jurist gewonnen is, een potentiële concertpianist verloren is gegaan”, constateerde Rijpkema. Met een passend toespraakje en begeleid door een diashow met foto’s van de gelauwerden, kregen de studenten vervolgens hun diploma uitgereikt. Voor de dertien afgestudeerden met een 'cum laude' en hun tien collega’s met een ‘met genoegen’ waren er bloemen, terwijl de negen anderen het met alleen hun diploma moesten doen. “Ja ja”, zei een Law College studente die nog een jaar te gaan heeft, “de differentiatie kan ze hier niet ver genoeg gaan.”

EH

ICT-studenten hebben het voor het kiezen

Dat blijkt uit een jaarlijkse ict-monitor van adviesbureau Infirmo. Meer dan zestig procent van de bijna tweehonderd ondervraagde studenten en alumni wil graag een vast contract en een fulltime dienstverband. Nog geen veertig procent van de studenten verwacht na twee jaar nog voor hetzelfde bedrijf te werken; de overgrote meerderheid rekent tegen die tijd bovendien op een hogere functie.

De meeste ict’ers verwachten een aanvangssalaris tussen de tweeduizend en 2600 euro. Dat is een realistische inschatting: ongeveer de helft komt op een bruto maandbedrag in die richting uit. Opmerkelijk is wel dat in vijftien procent van de gevallen starterssalarissen van minder dan 1600 euro per maand worden geboden, ondanks de krappe arbeidsmarkt voor ict’ers.

HOP

Nederlands moet nog steeds de voertaal zijn in hoger onderwijs

Ongeveer de helft van de in totaal 1170 masteropleidingen in Nederland is geheel of gedeeltelijk Engelstalig volgens de SKI-database 2007 van onderzoeksbureau Choice. Bij sommige universiteiten, zoals in Delft en Wageningen, worden zelfs alle masters in het Engels gegeven, blijkt uit een recente inventarisatie van het Cultureel Genootschap Vlaanderen-Nederland.

Volgens de Stichting Nederlands, die bang is dat Nederlands als “cultuurtaal” in de knel komt, overtreden universiteiten met al die Engelstalige masters de Wet op het hoger onderwijs. Die stelt: onderwijs en tentamens zijn in beginsel in het Nederlands. Deze ‘taalclausule’ is ingevoerd toen voormalig OCW-minister Jo Ritzen eind jaren tachtig pleitte voor meer Engelstalig hoger onderwijs. Hoogleraren en Tweede-Kamerleden vielen over hem heen: Nederlands moest de voertaal zijn.

Twintig jaar later doet zo’n standpunt ouderwets aan. Maar de taalclausule bestaat nog steeds. In de praktijk rekken universiteiten de bestaande regelgeving op. Via gedragscodes leggen ze uit waarom ze onderwijs in het Engels noodzakelijk vinden. Dat geldt als een beroep op een uitzonderingsgrond. Daarmee is de taalclausule al jaren een dode letter, en behalve de Stichting Nederlands vindt niemand dat erg.

Het is onduidelijk of de taalclausule sneuvelt bij de geplande herziening van de Wet op het hoger onderwijs. “Hier is al heel lang geen discussie over geweest,” zegt CDA-onderwijswoordvoerder Jan Jacob van Dijk. “Als wij vinden dat masters internationale opleidingen moeten zijn, wordt het lastig als we buitenlandse studenten te verplichten om Nederlands te spreken.”

HOP

Studentendorp IBB (video)


Java-apen weg uit Utrecht

Bij het BPRC wordt een nieuw verblijf gebouwd voor gedragsonderzoek. De apen gaan wonen in een speciaal voor hen ontworpen gebouw met binnen- en buitenruimten. Op dit moment telt de masteropleiding gedragsbiologie van de Universiteit Utrecht zo’n zeventien studenten. Zeven afgestudeerden doen promotieonderzoek, van wie drie naar het gedrag van apen. Voor de apenstudie moet vanaf 2009 op- en neer gereisd worden naar Rijswijk. Het gedragsonderzoek naar deze makaaksoort kreeg in de jaren 80 aanzien door de studies van de Utrechtse hoogleraar en primatoloog Jan van Hooff.