Nieuws

Haat-Liefde

"Ik zag Erwin voor het eerst op een Unitasfeest. Hij zag er vrolijk uit. Hij lachte veel, dat trok me aan. Normaal gesproken probeer ik dan aandacht te trekken. Ik maak oogcontact en meestal ga je daarna naar elkaar toe. Maar hij reageerde niet echt. Ik zag dat hij niet geïnteresseerd was en dat kon ik niet goed hebben.

"Net toen ik dacht 'laat maar', zorgde een vriend van hem ervoor dat hij tegen me opbotste. Toen raakten we aan de praat. We gingen naar buiten. Hij vroeg 'zullen we op het gras gaan zitten?' Maar het had geregend dus ik zei: 'Nee, ben je gek?' En toen zijn we naar mijn kamer gegaan.

"Het was liefde op het eerste gezicht. Hij is gewoon knap. Ik vind het heel belangrijk dat een jongen er goed uitziet. We zijn eerst op het uiterlijk afgegaan en pas daarna hebben we elkaar leren kennen."

Hield het stand? "Ja, het is nu ruim twee jaar aan. We hebben een ingewikkelde relatie. Laat ik het zo zeggen: de woorden: 'het is uit' betekenen niet veel. Wij vinden het heel normaal om na het uitgaan ruzie te maken. Ik ben heel impulsief en dan maak ik het uit.

"Waar we ruzie over krijgen? Ik ben een flirt. Ik ga niet vreemd, maar ik kijk wel naar andere jongens. Erwin vindt het vervelend als ik dat doe waar hij bij is. We zijn het vaak ook niet eens over dingen en dan willen we allebei niet toegeven.

"Onze relatie is niet bepaald rustig en vredig. Het is spannend en dat vinden we ook leuk aan elkaar. Maar ik baal er ook wel van als het weer zo uit de hand is gelopen. Erwin ook. Die zegt ook wel eens dat het afgelopen is als ik het nog een keer uitmaak.

Ik ben wel veranderd in de loop van de tijd. Vroeger nam ik de volgende dag niet eens de telefoon op. Nu doe ik dat wel en dan praten we het uit.

"Uiteindelijk wil ik wel samenwonen, maar hij niet. Hij is bang voor de toekomst. Hij houdt er niet van zich vast te leggen. Het kan voor mijn gevoel nooit echt uitgaan. Ik heb het idee dat we bij elkaar horen."

testbeeld

Kwelgeest, een thriller

Het panel las deze week Kwelgeest van Corine Kisling en Paul Verhuyck, een literaire thriller over intriges bij de vakgroep Antropologie aan de Leidse universiteit. Jij kan het boek winnen, zie de prijsvraag.

Freya de Mink (22) is tweedejaars Muziekwetenschappen en leest vaker voor haar studie dan voor ontspanning. Het huis van de moskee van Kader Abdolah vond ze erg mooi.

FdM: "Kwelgeest paste wel in mijn straatje. Hoewel ik niet zulke positieve ervaringen heb met Nederlandse thrillers, vond ik dit een erg leuk boek. Voor mij was het heel herkenbaar. Het ging over een onderzoeker bij de vakgroep Antropologie aan de universiteit van Leiden. Die vakgroep is heel klein en wordt bedreigd met opheffing. Muziekwetenschappen is ook zo'n weggedrukt clubje hobbyisten. De onderzoeker vindt oude manuscripten van Tijl Uilenspiegel en ik onderzoek nu met evenveel enthousiasme als hij oude muziekhandschriften. Spannend was het boek ook. Heel soms vond ik het wel wat voorspelbaar, maar meestal wilde ik snel verder lezen."

Kees Jan van de Werfhorst (25) is derdejaars Algemene Sociale Wetenschappen en leest vooral Nederlandse literatuur. Nescio is zijn held. SCORE 4

KJvdW: "Ik zou het boek niet missen als het niet geschreven was, maar ik vond Kwelgeest wel erg vermakelijk. Echt een boek voor in een hangmat op een strand. De setting maakte het boek interessant. Je krijgt echt een kijkje in de academische wereld en ziet het gekonkel van hoogleraren. Ik vond het leuk dat er steeds geschakeld werd tussen de personages, maar in het begin moest ik wel wennen aan die wisselende perspectieven. De personages waren soms wel een beetje gekunsteld. De kraker/student was het archetype kraker. Die bestaan niet meer. Het einde van het boek was redelijk verrassend, maar niet schokkend."

Arjan van Laarhoven (23) is vijfdejaars Geneeskunde en leest graag buitenlandse literatuur. De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera vond hij heel goed. SCORE 2

AvL: "Kwelgeest is een literaire thriller, maar ik vond het boek niet literair en ook niet echt spannend. Het verhaal kabbelde een beetje voort. Dat kwam denk ik doordat het taalgebruik soms wat plechtstatig was en er heel gedetailleerd verteld werd. Op een bepaald moment luistert een personage bijvoorbeeld naar een zanger en dan wordt ook verteld waar die zanger onlangs nog heeft opgetreden. Ik vind dat niet interessant. Als je een inkijkje in de haat en nijd in de wetenschappelijke wereld wilt krijgen, kun je beter Onder professoren van W.F. Hermans lezen. Kwelgeest is minder cynisch en grappig en de personages zijn nogal stereotype."

Kwelgeest is geschreven door het duo Corine Kisling en Paul Verhuyck

Paperback

De Arbeiderspers

ISBN-13: 9789029566650

18,95

Het einde van de telefoontikker

Alhoewel het ding dus nog maar zes jaar geleden is afgeschaft klinkt het nu al als een apparaat uit het jaar kruik. Het Ublad van 24 januari 2002 zette de alternatieven voor studentenhuizen op een rijtje:

1. Elke student een eigen mobiele telefoon. Werd afgewezen als te duur.

2. De pintic: een apparaatje met een pincode per bewoner en een registratie op basis van tijd. De aanschafkosten van 225 euro hoefden niet in een keer te worden betaald.

3. Een door studenten ontworpen systeem dat Veller Phone Assistance heette en telefoongesprekken via een speciaal kastje scheidde. Kosten: 75 euro. Nadeel: maakte gebruik van KPN-rekeningen op internet en dat had nog niet iedereen.

4. Elke bewoner van een studentenhuis via een eigen provider laten bellen. Nadeel was dat alleen telefoonnummers met een ander netnummer via de provider gingen en de locale gesprekken nog steeds op een gezamenlijke rekening van KPN terechtkwamen.

5. ISDN via KPN. Nadeel: erg duur, de aanschafkosten waren al 454 euro. Bovendien had het alleen zin in studentenhuizen met acht of minder bewoners, omdat ISDN acht telefoonlijnen aanbood.

6. Een gespecificeerde telefoonrekening via telefoonrekening online. Een intensief karwei om per student alle belletjes bij elkaar op te tellen.

7. Een digitale vervanger van de ouderwetse telefoontikker. Nadeel: kostte meer dan 800 euro. Was vooral bedoeld voor hotels en campings.

8. De tijdsduur van elk telefoontje per persoon opschrijven en de kosten uitrekenen. Omslachtig.

SSH-huizen van nu kunnen standaard digitaal bellen via VOIP (voice over IP). Maar wie doet dat? Iedereen heeft toch een mobieltje?

DH

'Internetcollege mag echt college niet vervangen'

Op een industrieterrein in Nieuwegein is een garagebox ingericht als filmstudio. Tussen de knalgroene wanden neemt universitair docent Thomas Poell nog even zijn aantekeningen door. De papieren liggen op een zwartmetalen standaard. Hellichte ledlampen zijn op hem gericht. Op drie meter afstand kijkt Arvid van Kasteel even door de camera. "Je moet wel op het kruis blijven staan, Thomas."

Samen met twee andere oud-studenten Filmwetenschappen runt Van Kasteel het audiovisuele bedrijf InstarMedia. Enige tijd geleden stapten zij naar het departement Media- en Cultuurwetenschappen met een voorstel voor de opname van hoorcolleges in een 3D-omgeving. Van Kasteel, die als oud-studentbestuurslid de universitaire wegen goed kent: "Wij hadden het idee dat dit echt iets is waar studenten behoefte aan hebben. Gesprekken met studerende vrienden en bekenden bevestigden dat."

Het plan van Van Kasteel viel in goede aarde. Samen met het departement is hij met een pilot begonnen. Vandaag filmt hij twee docenten. Naast Thomas Poell komt ook André van der Velden nog aan bod.

ICT-coördinator Erna Kotkamp, ook aanwezig in de garagebox, had in het kader van het universitaire project Weblectures al positieve ervaringen opgedaan met het online aanbieden van hoorcolleges. "Die werden meestal in de collegezaal gefilmd. Met een 3D-studio kun je het er veel gelikter, secondlife-achtiger, uit laten zien. Mijn vermoeden is dat dat meer zal aanspreken."

Een evaluatie van het Weblectures-project waarbij de faculteiten Sociale Wetenschappen en Geesteswetenschappen waren betrokken, wees dit voorjaar bovendien uit dat studenten inderdaad uitermate te spreken zijn over de mogelijkheid om hoorcolleges op internet te bekijken. Kotkamp: "Voor studenten die ziek zijn, is het een uitkomst. En ook voor studenten die een Engelstalig college in het normale tempo niet goed kunnen volgen, is het een mooie oplossing. Verder zag je dat studenten vlak voor tentamens nog eens een stukje terugkeken."

Kotkamp moet echter erkennen dat de pilot ook een meer opportunistische aanleiding kent. De opleidingen Communicatie- en Informatiewetenschappen en Theater-, Film- en Televisiewetenschap zitten enorm in hun maag met de roostering van de gezamenlijke eerstejaars cursus Geschiedenis van het Medialandschap. Voor meer dan vijfhonderd studenten moet dit najaar wekelijks een hoorcollege worden ingeroosterd. Het gebrek aan een grote collegezaal in de binnenstad doet zich voelen. De faculteit Geesteswetenschappen maakt bijvoorbeeld ook noodgedwongen gebruik van een bioscoopzaal. Gezien deze situatie werd besloten twee colleges bij wijze van experiment alleen via WebCT aan te bieden.

"Het is dus ook een beetje een noodgreep", zegt Kotkamp. "Maar het is absoluut niet de bedoeling dat we dit structureel op deze manier willen gaan doen. Het waren juist onze bestuurders die wezen op het gevaar van vervlakking van het onderwijs. Face-to-face contact blijft een hoog goed. Docenten moeten de vraagtekens in de ogen van de studenten kunnen zien en kunnen reageren op onrust in de zaal. In het Weblectures-project zag je ook dat studenten gewoon naar de hoorcolleges bleven komen, terwijl ze diezelfde college op internet konden bekijken."

Ook universitair docent Thomas Poell ziet niets in het vervangen van de reguliere colleges door een online cursus. "Opnamen op internet zijn prima ter ondersteuning, maar de directe interactie tussen docent en student moet mogelijk blijven."

Hoewel hij het eindresultaat inclusief de technische toepassingen enkele dagen na zijn bezoek aan Nieuwegein nog niet heeft gezien, vraagt Poell zich af of het maken van studio-opnamen nu de beste manier is om hoorcolleges te digitaliseren. "Ik vond het vrij lastig om mijn verhaal te vertellen zonder publiek. In een volle collegezaal kun je veel meer dynamiek in je college leggen. Je werpt bijvoorbeeld een vraag op en speelt dan in op de reacties. Ik zou daarom liever videobeelden in een zaal laten maken. Maar je zou misschien ook alleen een podcast van een college aan een powerpoint kunnen plakken en op internet zetten. Ik heb zelf ook colleges van Stanford University op mijn iPod staan en dat luistert heel prettig. Het gezicht van de docent is nu ook weer niet zo belangrijk."

Linksom of rechtsom carrière maken

De aanleidingen voor het vrolijke intermezzo tijdens de mastervoorlichtingsavond waren echter vooral 'de zaak Duyvendak' en 'het linkse verleden van Rita Verdonk'. Hoogleraar Staats- en Bestuursrecht Rob Widdershoven bleek zich als enige in de schaduw van Wijnand Duyvendak te mogen begeven. "Ik was te laf en te onhandig om te kraken, maar ik was wel geabonneerd op Springstof. Dat was de Utrechtse versie van het Amsterdamse krakersblad Bluf! en daarin kon je lezen hoe je bommen moest maken. Ach ja, ik denk altijd maar aan die bekende uitspraak: 'jongeren die niet links zijn hebben geen hart, ouderen die niet rechts zijn hebben geen verstand'." Oud-decaan Dorresteijn koestert zelf geen verleden als radikalinksi, maar hij memoreerde dat Nederland juist veel te danken heeft aan mensen die 'misstappen' hebben begaan in de jaren zestig en zeventig. "Een maatschappij veranderen kan niet volgens de regels van diezelfde maatschappij."

Hier stak langzaam toch een generatieconflictje de kop op. PSP, krakers, anti-Nixon, geweldloze aksie? Vragende ogen alom in het publiek. Ook het hilarische van de jeugdherinnering van Widdershoven die als jongetje door zijn ouders met 2,50 gulden werd omgekocht om te demonstreren voor de KVP, ontging velen. Dat zou in huidige tijden zoiets zijn als je zoontje laten meelopen in een pro-Balkenende demonstratie. De aanwezigen waren meer geïnteresseerd in hun eigen toekomst. Amerikaans onderzoek wees onlangs bijvoorbeeld uit dat de selectiecommissies van Amerikaanse topopleidingen vaak Facebookprofielen bekeken. Foto's van lang vergeten slemppartijen torpederen daar goedvoorbereide aanmeldingsbrieven. De jonge hoogleraar privaatrecht Ivo Giesen: "Jongens, ook advocatenkantoren doen dat soort dingen. Let echt op wat je op je Hyves zet." En dan met een sardonische lach: "of je plempt natuurlijk de pagina van je concurrent vol onzin."

het torentje

Cafeïne blokkeert de toegang tot rust

"De adenosine A2a receptor is een eiwit in de buitenwand van de cel waaraan kleine moleculen zich kunnen binden. De receptor geeft dan informatie van dat molecuul door naar de cel, waar het een hele reeks effecten op gang kan brengen. Er zijn vier types adenosinereceptoren. Die hebben stuk voor stuk een eigen karakter en zijn verdeeld over verschillende organen in ons lichaam met allemaal een andere werking. Er zijn vele typen receptoren en elke receptor heeft een bepaalde stof nodig om aan zich te binden om zijn werk te kunnen doen."

Een soort stopcontact eigenlijk waar alleen een speciaal type stekker op past?

"Inderdaad, zo kun je het zien. Een jaar of dertig geleden kwam de wetenschap achter de werking van de GPCR-receptoren, waar ook de adenosinereceptor bij hoort. Die zijn belangrijk omdat je er allerlei processen in de cel mee kunt beïnvloeden. Ongeveer de helft van de geneesmiddelen vandaag de dag werkt op basis van dat principe. In de natuur is een receptor er natuurlijk op gericht om het signaal zo snel mogelijk door te geven aan de cel, maar als je weet hoe dat werkt, kun je dat proces tegengaan en als het ware het stopcontact dichtstoppen. Cafeïne werkt zo. Dat bindt zich aan het receptoreiwit adenosine en sluit als het ware de doorgang af, waardoor de receptor geen signaal de cel inlaat. Je lichaam produceert adenosine om rustig te worden, het heeft een kalmerend effect op het hart en je hersens worden er als het ware slaperig van. Koffie zorgt er juist voor dat dat niet gebeurt. Daarom word je er alert van."

Op welke manier maken we van dit principe gebruik bij het maken van geneesmiddelen?

"Door dit principe na te bootsen of juist te remmen. Cafeïne heeft een blokkerende werking op de receptor, het is zoals dat heet een antagonist van adenosine. Maar we kunnen ook de werking van zo'n receptor nabootsen en zelfs versterken, dat zijn dan agonisten. Het probleem is dat deze mechanismen heel complex zijn. Overal zijn verschillende stekkers voor nodig en die verschillen zijn zo subtiel dat we er maar moeilijk in slagen op synthetische wijze iets te maken voor een bepaalde receptor dat geen enkel effect heeft op verwante receptoren. Dat heeft ongewenste neveneffecten tot gevolg. Dat zie je al bij cafeïne: dat is een stof die vooral adenosine aanspreekt, maar ook twee andere eiwitreceptoren. Daardoor heeft cafeïne bijwerkingen waar je niet op zit te wachten, zoals hartkloppingen."

Wat is nu het bijzondere aan de ontdekking van de exacte structuur van adenosine?

"Het is helemaal niet zo gemakkelijk die eiwitten uit de celmembraan te halen, en als je dat al lukt, werken ze vaak niet meer. Een ander probleem is dat je ze niet goed kunt kristalliseren, en dat heb je nodig om de structuur op te lossen. Dus wisten we tot nu toe niet precies hoe de adenosinereceptor eruitzag. We gingen uit van een model, gebaseerd op de structuur van rhodopsine, een ander eiwit dat in 2000 werd ontrafeld. Dat het wetenschappers acht jaar later toch is gelukt adenosine te kristalliseren, is een grote verdienste. Alleen blijkt nu dat de adenosinereceptor iets anders in elkaar zit dan we aannamen en dat een antagonist op een iets andere plaats bindt dan gedacht. Nu we de precieze structuur weten, kunnen we effectiever medicijnen ontwerpen met minder bijwerkingen. Bijvoorbeeld middelen tegen hoge bloeddruk of slaapstoornissen. Maar ook wetenschappers die op zoek zijn naar een medicijn tegen Parkinson zijn hiermee geholpen. Die weten beter hoe ze het effect kunnen nabootsen dat bijvoorbeeld koffie al van nature heeft: uit epidemiologisch onderzoek blijkt dat cafeïne het risico op Parkinson verlaagt. Wat dat betreft is de natuur ons nog steeds een stapje voor."

Decanen dubben over 4 of 5

Twee jaar lang zag men de gang van zaken in die faculteiten met lede ogen aan, maar dit voorjaar besloot men de kat de bel aan te binden: de 4 moest van tafel. Tot verrassing van de alfa-gamma's kwam er echter tegenstand uit onverwachte hoek. In het overleg van de zeven faculteiten maakte decaan Alfred Bliek van Bètawetenschappen duidelijk dat men in zijn faculteit niet zat te wachten op het terugdraaien van het besluit.

Bliek: "In onze faculteit wordt behoorlijk wat van studenten gevraagd. Ze moeten veel harder werken dan ze op school gewend waren en de ervaring leert dat die overgang met name in het eerste jaar groot is. Wij hebben een onderzoekje gedaan bij Informatica en Farmaceutische Wetenschappen, waaruit bleek dat 77 respectievelijk 65 procent van de studenten met een cijfer lager dan een 5 na een aanvullende toetsing alsnog een voldoende haalde. Met een 5 als minimum hadden ze dat vak dus eigenlijk ten onrechte moeten overdoen."

Bliek wil in elk geval dat de 4 in het eerste jaar gehandhaafd blijft, en heeft dat zijn collegadecanen inmiddels laten weten. Om uit de impasse te komen, worden nu twee opties overwogen. De ene is om de U-raad te vragen het besluit van 2006 terug te draaien, maar een uitzondering te maken voor het eerste jaar; de andere is om twee regelingen te maken. Nog dit najaar zal de kwestie aan de Universiteitsraad worden voorgelegd.

Hoe kan dat nou?

Geluidsarm heien geeft toch overlast

U werkt hier in het Ruppertgebouw achter uw computer, IDC-medewerker René Hendriks. Lukt het een beetje?

"Mijn computerscherm staat zo nu en dan te schudden, dus dat deze heimethode minder trillingen veroorzaakt, daar geloof ik niets van. En minder lawaai geeft het volgens mij ook niet: ze slaan grote holle buizen de grond in. Dat geeft een hoge toon, geluid dat veel meer opvalt dan wanneer je ouderwets heit."

Zit je lekker studente "ik-wil-niet-met-mijn-naam-in-de-krant" hier in het Ruppert in de computerzaal naast de heipaal?

"Ja, als ik een computer wil bemachtigen in de UB moet ik een half uur zoeken. Hier is het lekker rustig, wat mensen aangaat dan. Dat gehei is wel vervelend, en soms zou je willen roepen dat het genoeg is zo, maar aan de andere kant wen je er ook wel aan."

Hoor jij op je kamer in De Bisschoppen het heien Laura?

"En of. Zelfs door de gesloten ramen, hoor ik het nog veel te goed. Als ik mensen aan de telefoon heb, vragen ze: "Joh, wat is dat?!" Zelfs zij kunnen het lawaai dus horen. Het is heftige overlast, ik erger me er mateloos aan. Soms vlucht ik gewoon naar de stad, winkelen ofzo."

Projectmanager Paul Fondse, hoe zit dat nu met het minimaliseren van de overlast?

"Er zijn verschillende manieren om een paalfundering te maken. De universiteit kiest meestal voor de 'geboorde palen' methode. Die geeft het minste overlast. Maar deze palen bieden te weinig draagvermogen voor dit gebouw. Het ouderwetse heien van het in de grond slaan van geprefabriceerde betonnen palen geeft een dof, hard geluid: dat had hier iedereen bij wijze van spreken van zijn stoel getrild. Dus kozen we voor de huidige methode. Er wordt een holle, metalen buis met een 'deksel' de grond in geslagen. De buis wordt gevuld met een betonmengsel en wapening, Vervolgens wordt de buis weer uit de grond getrokken. Met deze palen kan een groot draagvermogen gerealiseerd worden. En geloof me, deze methode veroorzaakt aanzienlijk minder lawaai en trillingen."

Wat kunnen we er zelf aan doen?

"Ik zou zeggen: even doorbijten, over ongeveer drie weken is het heien voorbij."

ingezonden brieven

Glazen vloer

Jan Hunink, Facilitair Bedrijf Utrecht, divisie Bouw & Techniek, Onderhoud

Gedenksteen (2)

Het bekroonde essay voor 'De Nacht van Descartes' (U4, 25 sept.) handelt over religie en wetenschap. Religie: gebaseerd op dreigementen, gezag en blind geloof. Wetenschap: gebaseerd op inzichten en gezond verstand. Wetenschap stelt beter dan religie in staat haar omgeving te begrijpen. Religie (het gaat in het essay vooral over de christelijke) maakt keuzes die niet met dat begrip van de omgeving stroken en zelfs "weerzinwekkend" zijn; dingen om meewarig het hoofd over te schudden.

Dat is precies de scheiding van religie en wetenschap die de Verlichting beoogt: wetenschap die zich verzet tegen "dogma's" van religie. Dat gaat weliswaar gepaard met het inleveren van - al is de mens daarin niet zo consequent - moraal. Wetenschap heeft de wereld teruggeschaald naar haar proporties: de wereld min elke extra aanname van religie die ons tegenstaat. Wat men er verder aan moraal bij optelt? Maar dat is een ander vak. Als er voor religie maar verachting overblijft.

Aris van Dijk, student

de laatste loodjes

Een scriptie is als een meisje

Het zou natuurlijk zomaar een uit de hand gelopen Sovjetgrap kunnen zijn, die hele stad. Een decor om het westen er van te overtuigen dat er in 1956 weinig heftigs gebeurd is, met wat Russische acteurs in de rol van inwoners. Niemand die het merkt.

Wat doe ik in Boedapest? Ik ga naar een boekpresentatie. All expenses paid, door de Nederlandse ambassade. Voor mijn vertrek zei mijn vader dat ik het er vooral lekker van moest nemen, omdat 'de boog niet altijd gespannen kan zijn.'

Hij doelde hiermee op mijn scriptievordering, wat ik een lieve opmerking vind, zoals het ook altijd lief is wanneer je kleine kinderen hoort praten over Sinterklaas. Mijn grootste vordering van de afgelopen week is opnieuw kijken van het vorige seizoen van Heroes, want ik snapte niets meer van het nieuwe seizoen. Overige vordering is het in elkaar zetten van een Ikea Billy, om mijn extra aangeschafte studieboeken in kwijt te kunnen.

De taxichauffeur - kaalgeschoren, forse kaak - snauwt Russisch klinkende bevelen door de microfoon; van het andere eind van de verbinding komen door de krakende ruis heen bevelen terug. Het zou me niets verbazen als er zo meteen uit het dashboardkastje machinegeweren en skimutsen te voorschijn komen, en dit de get-away-car van een bankoverval blijkt te zijn.

Mijn scriptie zit in mijn hoofd als een meisje, pas als je duizenden kilometers van haar weg bent, kom je er achter dat je haar best wel mist.

Aan de zijkant van de weg worden de huizen steeds groter, villa's, paleizen. Uiteindelijk stopt de auto voor een enorme oprijlaan, het hek gaat automatisch open en op tweehonderd meter staat een enorm wit huis, met zuilen en vleugels. We have arrived, zegt Boris. Het doet me helemaal aan Eyes Wide Shut denken. Mocht ik niet terugkomen, draag mijn scriptie dan op aan mijn moeder, vindt ze leuk.