Nieuws

Hoe kan dat nou?

Toyota Starlet

Ruut van Rossen, universitair campusbeheerder, de Bisschoppenbewoners kunnen geen plek voor hun auto vinden.

"Dat komt door de dubbele functie van de parkeergelegenheden. Overdag moeten er in ieder geval voldoende plekken zijn voor al de medewerkers van de UU en de HU. Buiten de werktijden mogen de studenten hun auto daar wel gratis parkeren."

Sanne Aarts, derdejaars Diergeneeskunde, woonachtig in De Bisschoppen en in het bezit van een Toyota Starlet. Waarom heb je eigenlijk een auto?

"Omdat een auto zo makkelijk is. Ik gebruik 'm bijvoorbeeld om boodschappen te doen in Winkelcentrum Overvecht."

En waar parkeer je je auto nu doordeweeks?

"Meestal bij diergeneeskunde, helemaal achter aan. Anderen zetten 'm ook wel bij het Wentgebouw, maar daar moet je bijna op de fiets naartoe; da's veel te ver weg. "

Heeft de huisvester geen rekening gehouden met studerende autobezitters, persvoorlichter van de SSH Annemiek van Vondel?

"Als wij moeten kiezen tussen het bouwen van woningen en parkeerplaatsen, kiezen wij voor het eerste. We hebben geen parkeerplekken gecreëerd en dat communiceren we ook direct naar nieuwe huurders van De Bisschoppen. Wel kunnen ze 's avonds gratis hun auto bij de UB kwijt."

Sanne, je kunt je auto 's avonds ook in de parkeergarage bij de UB kwijt.

"Ja, dat weet ik. Maar dan moet ie er de volgende ochtend voor zeven uur 's ochtends weer weg zijn. Dat is wel erg vroeg."

Steven Rieder, student Sterrenkunde, jij zit in de parkeercommissie van de Bisschoppenflat. Heb je al een plan?

"We hebben een enquête opgesteld, waaruit onder andere moet blijken hoe groot de groep autobezittende bewoners is. Ook moet de enquête aantonen of de autobezitters bereid zijn om te betalen voor parkeervergunningen."

Kunnen parkeervergunningen een oplossing zijn, Ruut van Rossen?

"Jawel, daar kunnen nadere afspraken over gemaakt worden. Dat doen we dan wel met de SSH, niet met individuele bewoners."

RvV

'Ik wil niet de Kelly van de avond zijn'

Een uur later dan gepland nemen dertig studenten plaats op het podium en trapt het presentatietrio de avond af. "Denk groot, pense grande!", roept de in een goudkleurig colbert gehulde 'Barry Sweetheart'. "Als ik zeg 'de wortel van 256 is 16', dan zeggen jullie 'ooh Barry, wat ben je slim'. Als ik zeg 'constipatie coëfficiënt', dan roepen jullie 'ooh Barry, wat ben je welbespraakt.' Barry maakt het publiek er op attent dat UVSV de titelhouder is. "Al was die winst gekocht. Waar denk je anders dat dit gouden jasje van betaald is?"

De iq-test in de societeit van het corps gaat net zo in zijn werk als de nationale test van televisiezender BNN. De kandidaten zien de vragen op een groot scherm en krijgen vervolgens tien seconden de tijd om via een stemkastje e antwoorden. Om fraude te voorkomen, voert een onafhankelijk bedrijf de test uit.

Tom Schlösser (21), student Geneeskunde, zit in de iq-test-commissie. "We willen hiermee de onderlinge strijd tussen verenigingen op een gemoedelijke manier aanwakkeren. Alle verenigingen die we hebben uitgenodigd zijn gekomen, behalve SSR-NU. Ze konden niet genoeg mensen krijgen."

Dan gaat de test van start. Onderdeel één: verbaal, test de kennis van de Nederlandse taal. Hoewel er aan het begin is medegedeeld dat de studenten deze test echt zelf moeten maken, zijn er toch dwalende blikken te bespeuren. Er wordt in de ogen gewreven, achter de oren gekrabd, nagels gebeten maar bovenal wordt de grijze massa op de proef gesteld.

Deel twee: algemene ontwikkeling, test hoeveel informatie uit hun omgeving de verenigingsleden vasthouden. Bij onderdeel drie: geografie, doet de vraag 'Waar ligt het Cadibarracannameer?' wenkbrauwen fronsen. "Bestaat dat dan?" Onderdeel 4: test de biologiekennis, met als afsluiter: 'Wie is de geestelijk vader van het konijn Nijntje?'.

Dan is daar de tussenstand én luid gejuich: USC pronkt op nummer één, op de voet gevolgd door Biton. UVSV bungelt ergens onderaan de lijst. "Dames, wat is er gebeurd? Twee jaar geleden won UVSV nog!", roept Sweetheart uit. Waarop één van de leden antwoordt: "Twee jaar geleden waren wij er nog niet."

Tijdens de pauze vallen de afgevaardigden van Biton tussen al het streepjesblousegeweld nog het meest op. Steven 'Indur' Velthuijsen (23), student Natuurkunde, drinkt met zijn teamgenoten een biertje. "Ik vind het eigenlijk een hoog popquizgehalte hebben. Maar dat maakt het niet minder gezellig. Het is leuk dat je met stemkastjes moet stemmen: net echt."

Vlak voor het podium staat Veritas-lid Paulien Schut (22), Geneeskunde. "Ik denk dat ons team wel hoog kan eindigen. Er wordt een beetje overlegd maar we houden het netjes." Haar vrouwelijke teamgenoot vertelt erg zenuwachtig te zijn geweest. "Ik wil niet de Kelly van de avond zijn. Maar ze laten gelukkig alleen de tien hoogste scores zien en niet de laagste."

Voor het hervatten van de test, peilt één van de presentatoren de sfeer onder de kandidaten. "Zeg vertel eens, wat gebeurt er eigenlijk in die kelder bij Biton? Werkt hij iq-verhogend of verdovend?" De Biton-deelnemers beantwoorden de vraag met een mysterieus lachje. Na de pauze staat de iq-test voornamelijk in het teken van de exacte onderdelen: wiskunde, rekenkunde en figuren. Het laatste onderdeel is een inkoppertje: het Utrechtse studentenleven met vragen als 'Wat kosten drie bier en een bacardi-cola in de Woolloomooloo?' en 'Hoe lang doet bus 12S erover om op De Uithof te komen?'.

Als de strijd gestreden is, komt 'de notaris' de uitslag van de test brengen. Verrassend is die niet, want het USC mag zich met een gezamenlijk iq van 606, de 'slimste studentenvereniging van Utrecht' noemen. De intelligentste student van de avond is echter het boomlange Bitonlid Steven Velthuijsen met een iq van 139. Zijn nuchtere reactie op deze prestatie? "Ik deed gewoon een beetje leuk mee."

Elisabeth van de Grift

Voor de liefhebber de eindstand:

1. USC

2. Biton

3. UMTC

4. Veritas

5. UVSV

6. Unitas

Universiteitswoningen moeten weg

De vijf dienstwoningen aan de rand van de Botanische Tuinen in De Uithof worden afgebroken. De plek waar de woningen nu staan, heeft een groene bestemming gekregen. De universiteit hoopt dat de bewoners voor 31 december 2008 zijn verhuisd. In één woning zit al een kraakwacht, in de vier andere wonen nog oud-werknemers. Twee van hen vertrekken voor het einde van dit jaar. Twee anderen willen wel vertrekken maar vrezen dat ze over een half jaar nog geen nieuwe woning zullen hebben gevonden.

wetenschap

82 Miljard kilometer

Schizofrenie

Met een simpel aspirientje de gevreesde ziekte schizofrenie bestrijden. Het lijkt een sprookje, maar uit een drie maanden durend experiment met zeventig schizofreniepatiënten concludeert promovendus Wijnand Laan dat het kan. Hij besloot tot zijn onderzoek omdat de vermoedens toenemen dat ontstekingen in de hersenen een rol spelen bij het ontstaan van schizofrenie. Opvallend is bijvoorbeeld dat de ziekte praktisch niet voorkomt bij reumapatiënten, die regelmatig ontstekingsremmers slikken. Voor zijn onderzoek verdeelde Laan de zeventig patiënten willekeurig over twee groepen. De ene groep slikte aspirine naast de gebruikelijke anti-psychotica, de andere groep een placebo. Noch de deelnemers noch de onderzoekers wisten wie wat kreeg. Na drie maanden bleken de patiënten in de aspirinegroep significant minder symptomen van schizofrenie te ervaren dan de patiënten in de placebogroep. Bijbehandeling met aspirine heeft dus inderdaad een positief effect, constateert Laan in het proefschrift waarop hij volgende week promoveert.

Onderwijsconferentie

De Universiteit Utrecht is deze week gastvrouw van de achtste Internationale Conferentie Onderwijskunde, waaraan zo'n vijfhonderd deelnemers uit de hele wereld meedoen. Daarbij gaat het volgens de organisatoren om 'de top' van zowel onderzoek als praktijk uit een breed spectrum aan disciplines variërend van pedagogiek, onderwijskunde en psychologie tot informatica en neuropen. Belangrijk thema - onder meer aangesneden door de Utrechtse hoogleraar Informatica Mark Overmars - is de rol die 'games' kunnen spelen in het leren. Een andere UU-hoogleraar, Theo Wubbels, spreekt over de rol die docenten kunnen hebben bij het bewerkstellingen van innovaties in het onderwijs.

Utrechtse studenten maken game voor Wii

De UU-studenten Olaf Jansen en Joost van Dongen maakten de game samen met zeven kunststudenten van de HKU in opdracht van de gemeente Utrecht. Die wilde twee jaar geleden op deze manier het te vernieuwen stationsgebied in beeld brengen. Dat spel, dat nog steeds vanaf de gemeentesite gratis is te downloaden, bleek zo in de smaakt te vallen, dat de Australische publisher THQ de verdere ontwikkelingskosten voor zijn rekening nam. THQ heeft bij Nintendo rechten om Wii-games te ontwikkelen, en besloten De Blob als zodanig te gebruiken.

De studenten zijn met de opbrengst van De Blob een eigen gamebedrijf begonnen: Ronimo Games. Daarin proberen ze nog meer internetspelletjes te ontwikkelen. De Blob speelt zich in de Wii-versie inmiddels niet meer specifiek in Utrecht af, maar in 'een' stad.

"Nee, het is niet zo dat de studenten, nu ze een Wii hebben ontwikkeld, gelijk miljonair zijn", weet een van hun begeleiders, de informatica-docent Arno Kamphuis. "Een deel van de opbrengsten gaat naar universiteit, HKU en gemeente. Deze Wii-game is niet zozeer van belang vanwege het financieel gewin, maar veeleer voor de reputatie van Utrecht, de HKU en de UU als game-instellingen. De stichting Dutch Game Garden bijvoorbeeld probeert in de gamesector de bedrijvigheid te stimuleren,. Naar aanleiding van dit Nintendo-gebeuren heeft deze stichting besloten het bedrijf Ronimo Games onder de arm te nemen."

Aan de vakgroep Informatica bestaat zowel een minor Games, als een master 'Game and Media Technology'. Bij deze laatste studeren zo'n veertig studenten, waarvan ongeveer de helft actief wordt in de game-industrie. "Maar dat is slechts het topje van de ijsberg", weet Kamphuis. "Ook bij Geesteswetenschappen heb je studierichtingen Nieuwe Media en Digitale cultuur, en dan heb je nog de HKU-opleiding waarmee wij nauw samenwerken."

AH

Introductielopers ontmoeten elkaar op MySpace

Op de speciale pagina kunnen deelnemers aan de Utrechtse Introductie Tijd (UIT) een 'avatar' aanmaken waarmee ze, voor, tijdens en na de UIT, kunnen chatten met andere bezoekers. Ook zijn er videoverslagen en foto's terug te vinden. Stephanie Teters, bestuurslid van de ICU: "We hebben tijdens de UIT vier fotografen rondlopen die hun foto's op de site publiceren. Daarnaast maakt een student sfeerfilmpjes die eveneens te bewonderen zijn op onze MySpace-pagina."

Het is niet de bedoeling dat enkel de ICU-leden en ICU-medewerkers de site gaan vullen. Stephanie: "Nee, integendeel. De coaches, de mentoren en de UIT-deelnemers zelf kunnen hun foto's of video's ook uploaden. Dat is toch geweldig?! Zo krijgen we een totaal beeld van hoe de UIT-dagen beleefd worden!"

Met het MySpace-experiment ligt de focus van de ICU niet langer enkel op de vier dagen in augustus. "Halverwege juli gaat de site online, zodat iedereen een maand voordat de dagen worden gehouden al in contact kan komen met elkaar. En na de UIT-dagen kun je er terecht om al het beeldmateriaal nog eens rustig te bekijken."

Check vanaf half juli: www.myspace.com/UIT2008

MV/RvV

Drinken en dansen in het water

Patrique Zaman (21, derdejaars Natuurwetenschappen & Innovatiemanagement) begrijpt niet dat er aan het einde van het studiejaar geen groot feest is voor alle Utrechtse studenten. Dus heeft hij samen met een studiegenoot een zwembad afgehuurd, dj's uitgenodigd en palmbomen besteld. Zeshonderd Utrechtse studenten kunnen donderdag tijdens de eerste aflevering van 'De DanceSplash poolparty' vieren dat de studieboeken voorlopig dicht blijven.

"Het moet gaan lijken op die springbreakparties in Amerika", licht Patrique toe. Mannen in zwembroek, vrouwen in bikini, samen cocktails drinken en dansen aan de rand van het zwembad. Het feest zal plaatsvinden in subtropisch zwembad 'Den Hommel'. "Eigenlijk wilden we het vorig jaar al houden, maar we konden geen zwembad vinden dat er aan mee wilde werken."

Nu is dat dus wel gelukt. Patrique heeft niet alleen de ruimte moeten afhuren. "Omdat we de drankjes in het water willen drinken, hebben we het zwembadwater moeten afkopen. De medewerkers zullen dus na ons feest het water moeten zuiveren."

Even had Patrique een probleem: "Ik ben denk ik de enige in Nederland die met nogal tegenstrijdige gevoelens naar de kwartfinale Nederland-Rusland keek. Bij winst zou Nederland de halve finale op donderdag spelen, waardoor misschien velen niet naar het zwembad zouden komen. Dat Nederland verloor was voor ons voordelig. Overigens hebben we er wel op ingespeeld; er staan grote schermen opgesteld bij het zwembad. Daar wordt nu dus Rusland tegen Spanje op vertoond."

Maar voetbal is niet het hoofdingrediënt van de avond. Er zijn optredens van dj's en een saxofonist zal midden in het zwembad op een brug zijn kunsten vertonen. "We hebben wel wat plastic schotten nodig om de dj's en de apparatuur droog te houden."

Dansen en drinken in het water kan donderdag 26 juni van 22:00 tot 3:00 uur 's nachts. Kaarten (a €7,50) zijn onder andere te koop op de website www.dancesplash.com.

Artsen zijn kuddedieren

Dat concludeert gezondheidsonderzoeker Judith de Jong uit een analyse van twee grote databestanden over het handelen van huisartsen. Zij ontdekte dat artsen in een groepspraktijk of ziekenhuis qua attitude en medisch handelen meer met elkaar overeenkomen dan met collega's in andere praktijken of ziekenhuizen. Dat gaat vooral op voor de duidelijk zichtbare aspecten van het werk. Deels kan dat liggen aan het feit dat bij de selectie van nieuwe collega's de voorkeur uitgaat naar kandidaten met een zelfde houding, denkt De Jong, maar veel belangrijker is naar haar mening dat in de gedeelde omgeving sprake is van een sociaal systeem. Daarin nemen artsen soms bewust, maar vaak ook onbewust elkaars gewoonten over. Vooral als er weinig zekerheid is over een bepaalde behandeling, zal een arts snel geneigd zijn het voorbeeld van zijn of haar collega's te volgen.

Een opmerkelijk voorbeeld van die omgevingsinvloed vond De Jong in de ligduur in ziekenhuizen. Patiënten van één en dezelfde arts werden in het ene ziekenhuis langer verpleegd dan in het andere. De verklaring was dat in het eerste ziekenhuis de gemiddelde ligduur van alle patiënten langer was. De artsen bleken hun beleid op dit punt dus in sterke mate te laten afhangen van wat in de ziekenhuizen gebruikelijk was.

Gegeven deze uitkomst is het logisch dat overheidsbeleid gericht op individuele artsen niet erg effectief is. Wil de overheid bijvoorbeeld bereiken dat artsen meer gaan werken volgens standaarden, dan kan zij daartoe beter regionale of lokale consensusbijeenkomsten organiseren dan cursussen op individuele basis, stelt De Jong. Zij promoveert volgende week op haar onderzoek.

EH

Onze olympische kandidaten (video)

Leegstaande panden goed voor duizenden studentenkamers

“Deze week meldden diverse media dat steden geen flauw idee hebben hoeveel panden er eigenlijk leeg staan. Wij weten het ook niet precies, maar het zijn er erg veel”, denkt LSVb-voorzitter Lisa Westerveld, die vandaag een symposium over ‘wonen boven winkels’ organiseert. “Tegelijkertijd zoeken studenten zich in veel steden een ongeluk naar een geschikte kamer. Wij hopen van verschillende partijen – woningbouwverenigingen, gemeentebestuurders – suggesties te krijgen om die ruimten bewoonbaar te maken voor studenten.”

Directeur Remco de Maaijer van huisvestersvereniging Kences denkt dat de ongebruikte vierkante meters tweehonderdduizend studentenkamers kunnen opleveren. “Daarmee zou je de kamernood in veel steden kunnen oplossen. Maar in de praktijk komt er weinig van terecht.”

Ondernemers zijn volgens De Maaijer vaak bang voor problemen met hun huurders. “Ze vrezen dat hun huurder gaat klagen over geluidsoverlast. Anderen houden de ruimte liever leeg vanwege de uitbreidingsmogelijkheden. Maar met studenten is daar een mouw aan te passen: die trekken zich doorgaans minder aan van herrie en kunnen via een campuscontract gedwongen worden na hun afstuderen weer te verhuizen. Daardoor zit een winkelier niet tot in lengte van jaren aan een huurder vast.”

Niet alleen studenten zijn daarmee geholpen, denkt De Maaijer. “Winkelcentra zijn ’s avonds vaak helemaal leeg, en dat geeft een unheimisch gevoel. Met studentenhuisvesting maak je daar een einde aan.”

De aarzeling om leegstaande panden gereed te maken voor bewoning wordt volgens De Maaijer ook in de hand gewerkt door gemeentebestuurders. “Die stellen vaak meer eisen dan het ministerie van VROM. Daar moeten we van af. Minister Vogelaar werkt aan een brief die de stadsbestuurders daar op wijst. Verder beslist ze dit najaar over de invoering van een heffing waarmee leegstand wordt belast.”

Volgens Westerveld is de kamermarkt nog altijd te krap. Behalve in de klassieke voorbeelden Amsterdam en Utrecht zijn er ook in Nijmegen en Zwolle huisvestingsproblemen.

HOP