Het bestuur van de faculteit Bètawetenschappen wil dat de departementen al hun R&O-gesprekken vanaf volgend jaar binnen één kwartaal afronden. Er zal op worden toegezien dat er kort na dat kwartaal wordt gerapporteerd.

Met dit voornemen hoopt decaan Bliek wat te doen aan het feit dat in 2007 maar met 22 procent van de medewerkers uit zijn faculteit een dergelijk loopbaangesprek over 'Resultaat & Ontwikkeling' is gehouden. "Beschamend" en "onacceptabel" noemde hij dat percentage vorige maand in de raadsvergadering waarin hij de nieuwe aanpak voor de gesprekken aankondigde.

Die houdt in dat met elk van de zes departementen een door hen gekozen vast kwartaal wordt afgesproken, waarin alle gesprekken gehouden gaan worden. Van elk gesprek moet een verslag worden gemaakt en kort na het einde van het betreffende kwartaal zal worden bepaald welke acties uit de in de gesprekken gemaakte afspraken kunnen voortvloeien.

Volgens waarnemend hoofd P&O Annette Veldhuizen van Bètawetenschappen moet de nieuwe aanpak niet alleen een eind maken aan het geringe aantal gevoerde gesprekken, maar moeten ze vooral ook inhoudelijk voor een kwaliteitsimpuls zorgen. "Het moeten open, constructieve en inspirerende gesprekken zijn, waarin met medewerkers inhoudelijk wordt gesproken over hun kansen en mogelijkheden, ook voor de langere termijn. En door de snelle follow-up hopen we ook sneller te kunnen reageren op verzoeken met betrekking tot bevorderingen en bonussen."

Om de kwaliteit van de R&O-gesprekken te verbeteren, zullen alle leidinggevenden die ze moeten voeren, een training aangeboden krijgen, aldus Veldhuizen die benadrukt dat de gekozen aanpak nog moet worden afgestemd met de zes departementshoofden.

Met hun aanpak volgen de bèta's het voorbeeld van het FBU, waar alle gesprekken nu al in één kwartaal worden gevoerd. "En met succes", zegt een tevreden directeur Ineke van Oosten, "wij doen er hier heel veel aan en in feite zitten we vrijwel op de honderd procent. Je hebt natuurlijk altijd te maken met een aantal langdurig zieken en net aangestelde medewerkers."

In een commissie van de Universiteitsraad benadrukte collegevoorzitter Van Rooy vorige week het belang van een goede regeling van R&O-gesprekken. "Er zijn inmiddels in verschillende faculteiten pilots gestart om de situatie te verbeteren", aldus de collegevoorzitter die erkende dat de cijfers op dit moment niet florissant zijn. Zij had echter ook goed nieuws voor de commissie. "Het college van bestuur voert R&O-gesprekken met de decanen en tot mijn genoegen kan ik u melden datwij vorig jaar de honderd procent hebben gehaald."

EH

Het is de eerste dag van de centrale eindexamens. Daarom besteedt BNR Nieuwsradio op deze maandag op een speciale manier aandacht aan onderwijs. Vanuit de studio - niet meer dan een grote tafel, acht stoelen en een groot reclamescherm - wordt een live radioprogramma gemaakt. Presentator Paul van Liempt ontvangt in de thema-uitzending verschillende gasten uit de onderwijs- en bedrijfswereld. En natuurlijk is het ook de bedoeling om studenten het woord te laten. Maar dat deze 'zesjesgeneratie' daar niet erg voor te porren is, blijkt al snel uit het feit dat het restaurant angstig leeg blijft.

Het is ook pas half elf in de morgen, de tijd waarop de gemiddelde student nog ligt bij te komen van een knallend weekend, of in de trein zit vanaf paps en mams, of college heeft. Maar in ieder geval niet in een kantine zit om gezellig naar gepraat te luisteren. Het aantal studenten dat er zit, is op twee handen te tellen. De meesten hangen diep voorover gebogen boven hun boeken. Ze doen hun best om niets van het radiotafereel mee te krijgen.

De enige student die van de standaard lijkt af te wijken, is de 23-jarige Kevin Kramp. Stilletjes gaat hij aan een tafel vlak achter de presentator zitten. Terwijl hij zijn boterham besmeert met een dikke klodder kipkerriesalade, luistert hij geboeid. Maar hij is hier niet speciaal voor BNR, moet hij toegeven. "Ik zag in de gang reclame van een radiozender en dacht dat er popsterren zouden zijn", lacht hij. "Maar het blijken mannen met stropdassen te zijn." Een tegenvaller? "Nee, dat niet hoor. Dit is ook interessant."

Dat is wat de radiozender wil horen. Want natuurlijk hebben zij niet zomaar gekozen voor een locatie met veel studenten, vertelt Dennis Horvath. Hij zit in het promotieteam van de zender. "We willen laten zien dat BNR interessant is voor studenten." Ondertussen duwt hij voorbijgangers een flyer in hun handen. Maar zelfs van zijn donkere krullenbos wordt men niet enthousiast, blijkt aan de snelheid waarmee iedereen doorloopt. Dennis begrijpt dat wel. "Het is natuurlijk niet erg spannend om naar grijze mannen aan een tafel te kijken." Toch gaat hij vrolijk door met het uitdelen van de flyers. Maar als hij na een paar minuten terugkomt bij zijn voorraadbak, is hij even teleurgesteld. Hij haalt er een leeg boterhamzakje uit. "Ze denken dat het een prullenbak is."

Intussen zijn er twee vrolijk lachende redactrices naar de gang gelopen, om studenten te strikken die live in de uitzending hun mening willen geven over de zesjescultuur. "Heeft Nederland daar last van?", vraagt Van Liempt, die de luisteraar doet geloven dat de studenten spontaan aan komen lopen. Eerstejaars studente Farmacie Anne Rongen heeft de glimlach van de lieve dames niet kunnen weerstaan. Ze heeft plaatsgenomen naast de presentator. "Ik denk dat er een zesjescultuur is en die wordt vooral gecreëerd door de vele herkansingen en deeltoetsen die er zijn. Dat maakt het mogelijk om eerst een onvoldoende te halen en het met een later tentamen op te halen. Het gemiddelde is dan al snel een krap zesje", legt ze uit. Voor haar hoeft het systeem niet te veranderen. "Het is lekker makkelijk zo."

In de gang worden steeds meer studenten overgehaald om bij de presentator aan te schuiven. Hij houdt de tussenstand bij van de reacties op zijn vraag. De meninggevers die deze met 'ja' beantwoorden zijn in de meerderheid, want ook de andere studenten geven toe dat zij tevreden zijn met een zes. "Maar hebben we daar echt last van?", reageert een luisteraar via een belletje naar de geïmproviseerde studio. De studenten schudden hun hoofd.

MA

Vorige maand werd bekend dat de UU niet langer financieel verantwoordelijk wil zijn voor de collectie in het Van Unnikgebouw in De Uithof. Het herbarium heeft een verzameling van 900.000 planten- en houtmonsters uit voornamelijk Zuid-Amerika. Volgens wetenschappers is het daarmee internationaal gezien hét expertisecentrum op het gebied van de flora en de biodiversiteit van dit gebied.

In 2003 stootte de toenmalige faculteit Biologie de leerstoel Plantensystematiek af vanwege bezuinigingen. Voor het Utrechtse onderzoek was het herbarium toen niet meer nodig. Maar door de internationaal grote faam werd gezocht naar mogelijkheden tot behoud.

De oplossing leek uit Den Haag te komen waar de toenmalige onderwijsminister Van der Hoeven het plan opvatte om een Nederlands Centrum voor Biodiversiteit (NCB) te bouwen waarin de drie Nederlandse herbaria onderdak zouden vinden. In afwachting van de nieuwbouw zou het Utrechts herbarium tijdelijk naar Leiden kunnen verhuizen. Tot die tijd zou het Utrechtse college van bestuur het herbarium open houden en de kosten betalen. Van der Hoevens opvolger Plasterk studeert echter volgens zijn woordvoerder momenteel nog steeds op de plannen.

Het college van bestuur wil niet langer afwachten. Per 1 juni gaat het herbarium op slot. Het departement biologie heeft voorgesteld de collectie op de huidige plaats te laten liggen en te laten onderhouden tot een nieuwe bestemming is gevonden. Mocht er in Nederland geen plaats zijn, dan zou het herbarium naar het buitenland kunnen verhuizen.

Noot: De petitie is te vinden op www.nationale-plantencollectie.nl.

Sinds 2002 wordt gewerkt aan de uitvoering van een meerjarig plan om alle gebouwen te laten voldoen aan de vernieuwde en strikte eisen die de brandweer sinds de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam hanteert.

De maatregelen zijn zeer uiteenlopende van aard, van het aanbrengen van extra vluchtroutes in bestaande gebouwen tot renovatie en zelfs compleet vervangende nieuwbouw. Jos van den Heuvel, verantwoordelijk voor de veiligheid van de Utrechtse universiteitsgebouwen, laat weten dat er in de gebouwen die zich daar voor lenen brandcompartimenten zijn aangebracht. Dergelijke compartimenten ontbraken in het uitgebrande Delftse faculteitsgebouw. Verder heeft een aantal gebouwen sprinklerinstallaties. En elk universiteitsgebouw wordt minimaal een keer per jaar door het FBU gecontroleerd op de brandveiligheid, de zogenoemde brandpreventiecontroles.

Naast deze veelal fysieke maatregelen ziet Dries Berendsen, directeur vastgoed, een rol weggelegd voor de beheerders van de panden: "Zij zijn in de afgelopen jaren bewuster geworden van de noodzaak van een brandveilig gebouw. Die bewustwording draagt eveneens bij aan veiligere universiteitsgebouwen." Mocht er toch brand ontstaan dan liggen volgens Van den Heuvel de rampscenario's klaar : "Dan hebben we bhv'ers, bedrijfshulpverleners: medewerkers van de UU die getraind zijn in onder anderen het blussen van kleine brandjes."

RvV

De Uithof heeft prachtige, brede fietspaden. Wie echter vanuit de stad komt en ter hoogte van de bushalte bij het Wentgebouw linksaf slaat, bevindt zich plots op een smal, met stoeptegels geplaveid, achterafweggetje. De opstoppingen zorgen daar voor veel frustraties.

Arthur Lutz, student Fysische Geografie, fiets je hier vaak?

Jawel. Ik woon in De Uithof. Mijn vriendin woont in de stad, dus ik fiets hier regelmatig. Volgens mij was het pad vroeger breder, nu is het een flessenhals. Er is slecht over nagedacht, overal is het fietspad breed en daar niet. Zo zonde van de moeite.

Miriam, vriendin van Arthur, erger jij je ook?

Ja, er is zoveel geld gestoken in die fietspaden en dan wordt er niets gedaan aan dat kleine stukje met de stoeptegels. Dat maakt de rest ook wat onbenullig.

Yvonne van Rooij, voorzitter van het College van Bestuur, in een schriftelijke reactie op een Uraadsnota

"De fietssituatie aan het begin van De Uithof, komende vanaf de Weg tot de Wetenschap, is nog niet van het kwaliteitsniveau dat elders al gerealiseerd is. (...) Verbreding ter plaatse is, zonder het maken van hoge kosten en het doorlopen van kapprocedures, niet mogelijk.

Wilke van der Schee, lid van de Uraad, de verbreding komt er niet.

"Tja. De aansluiting van de fietspaden is gewoon niet goed. Al die fietspaden hebben een hoop geld gekost en dan is er ineens geen geld meer voor het verbreden van dat kleine stukje omdat er een boom in de weg staat."

Joppe van Daalen, student Sociale Geografie, sla jij vaak linksaf de trechter in?

"Soms, maar meestal fiets ik rechtdoor. En als ik linksaf sla, heb ik zelden last van andere fietsers. Ik kom er namelijk niet in de spitstijden, ik ben veelal wat later."

Jochem van der Lugt, jij zit ook in de Uraad. Heb jij een oplossing?

"Ik weet niet of we hier voor bij de universiteit moeten zijn of dat de gemeente dit moet oplossen. Wel weet ik dat burgemeester Wolfsen in de campagne voor het burgemeestersreferendum heeft beloofd iets te doen aan de bereikbaarheid van De Uithof. Daar horen we nu niet veel meer van. Ach, desnoods kopen wij tegels en stoppen we ze zelf in de grond, zodat het pad daar wat breder wordt."

RvV

Saskia Timmer van de faculteitsteitsraad Sociale Wetenschappen vindt het vervelend dat studenten verkeerd geinformeerd zijn. De tekst komt op haar over als een waarschuwing voor het dringend studieadvies, dat inmiddels Masteradvies wordt genoemd. "Studenten kunnen denken dat nu het bij Sociale Wetenschappen is ingevoerd, andere faculteiten snel zullen volgen. Wij denken dat ze daarvan geschrokken zijn, terwijl dat absoluut niet nodig is."

MA

Uit de Internetpoll van het Ublad zijn zij als beste bands gekozen. De jury bestaande uit Ceriel (winnaar UITband 2007), Jeroen de Rooij (ICU 2007) en Nils de Boer (ICU 2006) hebben de bands vervolgens beoordeeld op muzikaliteit, originaliteit en performance.

Het was geen makkelijke keuze voor hen omdat de bands alle drie erg goed waren, aldus de jury. Zilt speelde de zaal plat met nummers van Marco Borsato, de Backstreetboys en Eminem. De bands zongen alledrie hun eigen UITlied.

Zilt was twee jaar geleden ook al UITband. Nu ze de wedstrijd weer hebben gewonnen, kunnen ze hun geluk niet op. Binnenkort gaan ze een single opnemen met daarop het UITlied. Tijdens de UIT van 11 t/m 14 augustus treden ze meerdere malen op.

De opkomst in de Stairway was erg goed. De bezoekers kwamen om hun favoriete UITband te steunen of om vast de sfeer te proeven van de UIT 2008.

NvH

Schnabel doet zijn uitspraak in het Ublad van morgen, in het eerste artikel van een serie die het Ublad de komende weken brengt over het Strategisch Plan van de universiteit. Zo’n cultureel centrum, dat zou nog eens een ambitie voor 2013 zijn!, meent de socioloog.

"Utrecht roept dat er een nieuwe schouwburg moet komen, en dan wordt er gelijk weer gekeken naar Leidsche Rijn of Utrecht-West. Terwijl ik denk: 'Universiteit, voer druk uit om zo'n voorziening juist in Utrecht-Oost te krijgen!' Het culturele aanbod daar is hopeloos beperkt, terwijl zich er wél het publiek bevindt. De studenten in De Uithof natuurlijk, maar ook de bewoners van Zeist, Bunnik, Odijk, Utrecht-Oost. Dáár zit het geld en de culturele interesse”, aldus Schnabel.

"Bovendien: het Academiegebouw is wat zalen betreft beperkt en verkeerstechnisch lastig. Dus een conferentiecentrum met tevens een culturele functie, daar zou de UU veel meer in moeten investeren.”

Schnabel weet ook een plek voor die nieuwe schouwburg: “Dat onzinnige weitje aan het begin van De Uithof; een treurig stukje polderlandschap met een onnozel slootje, volledig weggedrukt in een compleet stedelijke omgeving. Maak er dan ook écht een stedelijk gebied van, en zet op dat lachwekkende weitje een cultureel centrum!”

AH

Dit blijkt uit de deze week gepresenteerde kerncijfers van het ministerie van OCW. Van 2003 tot en met 2005 telde het hbo 13.500 fulltime docentfuncties - in 2006 kwamen daar vierhonderd ‘fte’ bij. Dat was hard nodig: in 2003 bediende één hbo-docent op de kop af 24,1 studenten, in 2005 waren dat er al 25,7. In 2006 is die toename afgevlakt naar 25,8.

Aan universiteiten lijkt de verhouding minder schokkend: in 2003 waren er op iedere wetenschapper 8,2 studenten aan de universiteit actief, in 2006 was dat opgelopen tot 9,9 studenten. De getallen van de universiteiten geven echter een vertekend beeld: 12.500 van de 20.400 wetenschappelijke arbeidsplaatsen worden vervuld door aio’s en ‘overig’ wetenschappelijk personeel. Hoogleraren en universitaire (hoofd)docenten nemen de overige 7900 plaatsen voor hun rekening.

Anders dan in het hbo neemt het aantal arbeidsplaatsen voor ondersteunend personeel bij de universiteiten af. In 2003 waren er nog 18.300 arbeidsplaatsen voor management en secretariaat, terwijl er in 2006 nog maar voor 16.200 ‘fte’ aan ondersteunende functies beschikbaar was. In het hbo nam het aantal ‘ondersteunende’ arbeidsplaatsen in dezelfde periode toe van 10.400 naar 11.400.

HOP