Het Interstedelijk Studenten Overleg kwam op 1 april met het voorstel voor het houden van intake-gesprekken met toekomstige eerstejaars als wapen tegen studie-uitval. Onderwijsminister Plasterk en de universiteitenkoepel VSNU hebben zich inmiddels positief uitgelaten over het idee. Maar wat vindt het Utrechtse college van bestuur van intake-gesprekken, zo vroegen de U-raadsleden van de commissie Onderwijs & Onderzoek zich maandag af?

Rector Stoof staat kritisch tegenover het voorstel en verwoordt deze kritiek met een rekensommetje: "Als je met 6000 eerstejaars een intakegesprek moet houden kost dat 12.000 uur, wat gelijk staat aan werk voor zeven fulltimers. De vraag is wat die gesprekken opleveren, want het zijn geen selectiegesprekken. Kun je uit zo'n eerste gesprek concluderen of een scholier wel of niet de juiste studie heeft gekozen?"

Volgens Ruud van den Bos, U-raadslid en tutor bij Diergeneeskunde, kun je ook een rekensom maken die financieel veel gunstiger uitpakt. "Ik denk dat je tijdens zo'n intakegesprek er scholieren uit kan pikken die - nog - niet toe zijn aan een universitaire studie, scholieren van wie je weet dat je daar in het eerste jaar veel extra tijd in moet stoppen. Als ik die er van te voren kan uitfilteren, scheelt me dat tijd als tutor, dus verdien ik de uren van een intakegesprek op dat moment terug."

Zijn argument komt overeen met dat van het ISO. Blijft het punt van de vrijblijvendheid: een niet geschikt bevonden scholier kan toch gewoon komen studeren. ISO-voorzitter Bastiaan Verweij: "Bij een goed intakegesprek kun je een scholier beter voorlichten over hetgeen de universiteit van hem verwacht, hoe de studie is opgebouwd bijvoorbeeld en hoeveel tijd hij daar in moet investeren. Daarnaast kun je de scholier er op wijzen dat zijn Nederlands of Engels op een bepaald niveau hoort te zijn. Op die manier kan een scholier nog bepalen of hij inderdaad de juiste studie heeft gekozen en of hij misschien nog een bijspijkercursus nodig heeft."

Over de extra kosten: "Plasterk vindt het een leuk initiatief. Hij komt nog met een officiële reactie en zou kijken of hij er nog geld voor heeft. Dus misschien hoeven de kosten niet het probleem te zijn. Ik wil nog wel benadrukken dat je alleen met intake-gesprekken de uitval niet volledig kunt tegengaan. Daar zijn ook andere maatregelen voor nodig. Zo moeten scholieren op middelbare scholen betere voorlichting krijgen over studies en moeten studenten persoonlijker worden begeleid tijdens hun studie."

GK

“In Saoedi-Arabië blijven mannen en vrouwen strikt van elkaar gescheiden. Als je daar niet aan mee wilt doen, heb je er niets te zoeken”, waarschuwde Ronald Tuninga, dean van de Maastricht School of Management op het jaarcongres van internationaliseringsorganisatie Nuffic.

Hij wist wel meer cultuurverschillen op te noemen. “Het is er ook doodgewoon om over ieder puntje te onderhandelen. Als wij denken dat we klaar zijn, dan beginnen zij pas”, zegt de ervaringsdeskundige Tuninga. “Maar dat werkt twee kanten op. Je kunt zelfs over hun overheidseisen onderhandelen.”

Zijn instituut is al jaren actief in Saoedi-Arabië. Er zijn flinke verschillen tussen de Golfstaten, zegt hij. Dubai is bijvoorbeeld een stuk liberaler. Maar de rijke olielanden hebben één ding gemeen: sinds de aanslagen van 11 september 2001 kunnen de rijke families hun onderwijs minder eenvoudig in de Verenigde Staten volgen. Dat schept kansen.

De Christelijke Hogeschool Nederland verzorgt onderwijs in Qatar. De Universiteit Maastricht keert de zaken om en laat Saoedische studenten juist hierheen komen om in Nederland geneeskunde te studeren. Er zijn kennelijk mogelijkheden te over.

Nuffic wil de activiteiten in kaart brengen en informatie verzamelen voor andere geïnteresseerden. Uit een steekproef onder vijfentwintig instellingen bleek al dat de interesse groot is, meldde Nuffic-beleidsmedewerker Nico Evers. Zo wierven zes instellingen studenten uit de Golfstaten, terwijl nog eens tien daar belangstelling voor hadden.

Het ministerie van Economische Zaken wil graag helpen, want onderwijs is één van de zes ‘kansrijke sectoren’ voor de export. Daar komt bij dat de overheid in de Golfstaten erg invloedrijk is, dus is de steun van de Nederlandse regering extra belangrijk, zegt EZ-ambtenaar Robert van der Hum, de regio-coördinator van de Golfstaten.

In oktober vliegt minister Maria van der Hoeven naar Qatar Saoedi-Arabië. In januari bezoekt staatssecretaris Frank Heemskerk de regio. Onderwijs komt dan zeker ter sprake.

HOP

Dat bleek tijdens een workshop op het jaarcongres van Nuffic, de internationaliseringsorganisatie van het hoger onderwijs. Twee ambtenaren van het ministerie wilden met de instellingen nadenken over minister Plasterks ‘internationaliseringsagenda’. Maar de oplossing mocht niet zijn: “Zet de Haagse geldkraan maar open.” Want extra budget zit er voorlopig niet in.

De aanwezige medewerkers van universiteiten en hogescholen hadden best een paar ideeën om hun reputatie te versterken. Buitenlandse studenten letten vaak op internationale rankings van bijvoorbeeld de Times Higher Education en de Shanghai Universiteit. Maar die gaan vooral over onderzoek. Misschien moet OCW lobbyen voor een Europese ‘onderwijsranglijst’, zodat de instellingen kunnen laten zien hoe waardevol hun opleidingen zijn.

Ook kan het ministerie de instellingen beter wegwijs maken in de wirwar van subsidiepotjes. Want je reputatie groeit als je goed scoort in de subsidiemolens. Ook hogescholen kunnen gerust een gooi doen naar onderzoekssubsidies, maar hebben vaak een zetje in de rug nodig.

OCW zou daarnaast beter met het ministerie van Buitenlandse Zaken moeten samenwerken. De ambassades kunnen best een grotere rol spelen in de werving van nieuwe studenten en het contact met alumni van Nederlandse instellingen.

Bovendien – de medewerkers raakten lekker op dreef – zou OCW hun de vrijheid moeten geven hun Nederlandse studenten te selecteren. Stel dat je de beste buitenlanders hierheen haalt en ze komen tussen zesjesstudenten terecht… dat doet de naam van de instelling geen goed.

In de ‘internationaliseringsagenda’ zal het ministerie de lijn uitzetten voor de komende jaren. Nu al is bekend dat internationalisering zwaarder gaat wegen bij de accreditatie van opleidingen. Hoeveel buitenlandse docenten geven er bijvoorbeeld les en hoeveel Nederlandse docenten hebben buitenlandervaring? Ook wil het ministerie zogeheten ‘joint degrees’ mogelijk maken, waarmee Nederlandse en buitenlandse instellingen samen een diploma kunnen uitreiken.

Maar het is complexe materie, zeggen de ambteneren. De agenda zou vóór de zomervakantie verschijnen, maar hij loopt vertraging op en komt waarschijnlijk pas daarna.

HOP

Studenten willen graag hun Engels op hun vakgebied verbeteren, zo beargumenteren de werkgroepsleden in hun notitie aan het college van bestuur een opleidingsgebonden cursus Academisch Engels. Bij Sociale Wetenschappen en Rechtsgeleerdheid bestaat zo'n cursus al en deze wordt goed bezocht en goed beoordeeld. Daarbij behoort de beheersing van het academisch Engels vaak tot de eindtermen van een opleiding en past een dergelijke cursus mooi in het internationaliseringsbeleid van de universiteit. En om de kosten, zo zeggen de U-raadsleden, hoeft het college van bestuur het niet te laten, want via de studiepuntfinanciering kan dit vanuit Den Haag bekostigd worden. Alleen de ontwikkelkosten van zo'n 20.000 euro zouden voor de universiteit zijn.

Tja, reageerde de rector afgelopen maandag in de Universiteitsraadcommissie Onderwijs & Onderwijs. Een mooi voorstel met een mooi doel waar het college van bestuur ook zeker achter staat, maar niet een maatregel dat het CvB centraal kan doorvoeren. De faculteiten gaan over de invulling van het curriculum, zei Stoof. Als zij een cursus Academic English wensen en er studiepunten voor geven, is dat hun beslissing. "We stellen het de decanen voor in het bestuurlijk overleg en koppelen hun reactie terug naar jullie." Een onderwerp dat wordt vervolgd dus.

GK

Het ontginnen van een nieuwe regio voor universitaire relaties is er één van lange adem, zo weet Stoof. "Goede onderzoekers hebben al jarenlang diverse intensieve contacten met collega's in andere instituten. Je kunt hen niet verplichten contact te zoeken met bijvoorbeeld universiteiten in China en India. Dat is een proces van lange adem waarvoor er eerst kennis genomen moet worden van elkaars sterke punten en je elkaars vertrouwen moet winnen. We hebben nu tien partners in China geselecteerd en we beginnen met een uitwisseling van PhD-studenten om langs die lijnen de relaties verder op te tuigen."

Stoof zei dit maandag in antwoord op een vraag uit de Universiteitsraad waarom de nadruk bij de uitwisseling met China en India, waarvoor de eerste initiatieven in 2006 zijn genomen, op het onderzoek ligt. Maar behalve de excellente PhD-studenten die hier met een beurs drie maanden mogen snuffelen aan Utrecht of een heel promotietraject volgen, gaan er dit jaar ook 11 studenten naar universiteiten in Hong Kong en komen 11 studenten uit Hong Kong voor een semester of jaar naar Nederland.

Wouter Feldberg van Onderwijs & Onderzoek: "De uitwisseling met Hong Kong is het gemakkelijkst omdat daar het onderwijs in het Engels is. Aan de andere universiteiten van China wordt er nog maar beperkt onderwijs gegeven in het Engels. Maar door de uitwisselingen hopen we hen te stimuleren meer Engelstalige programma's aan te bieden." In India, waar inmiddels twee partners zijn uitgekozen, vormt de taal geen probleem. "Het Indiase onderwijs is helemaal in het Engels", legt Feldberg uit.

Het zal volgens de rector nog wel enkele jaren duren voor er met China en India gezamenlijke onderwijsprogramma's kunnen worden opgezet, wat wel, zo zei hij, het uiteindelijke doel is.

GK

De bewoners van de genomineerde huizen moesten het logo van het drankenmerk zo vaak mogelijk in de spotlights zetten. “Wij hebben op verschillende website’s gestaan en we zijn op RTV-Noord geweest”, vertelt Fleur Kuipers, bewoonster van het Utrechtse studentenhuis N47. “We hadden het leuk gevonden om ook in een landelijk programma te komen, maar dat is helaas niet gelukt.”

Ondanks dat het drankenmerk de Utrechtse huizen niet Berentzen-proof heeft bevonden, voelen de meiden van huize N47 zich toch een winnaar. “We hebben gewonnen van de andere twee huizen in Utrecht. Dat is natuurlijk leuk. En we hebben er drie liter Apfelkorn aan overgehouden, al moet die nodig worden bijgevuld. Hij is bijna leeg.”

MA

Centraal in dat onderzoek staat de website www.sportcor.nl, die vanuit het UMC Utrecht wordt gecoördineerd. Het doel van de website is tweeledig. Niet alleen is er veel achtergrondinformatie op te vinden over plotselinge hartstilstand bij sporters en over de mogelijk onderliggende hartziekten, ook heeft de site ten doel om de aanmelding van getroffen sporters te vergemakkelijken .

Zoals in het Ublad van vorige week al werd gemeld, hopen de onderzoekers via een goede registratie meer inzicht te krijgen in de oorzaken en frequentie van plotselinge hartstilstand, een verschijnsel dat jaarlijks enkele honderden sporters treft. Op oudere leeftijd liggen waarschijnlijk andere oorzaken aan het overlijden ten grondslag (meestal een hartinfarct door een vernauwing of afsluiting van de kransslagader) dan op jongere leeftijd (aangeboren hartziekten).

Iedereen kan een incident melden. Als aanmelder ontvangt men eerst een wachtwoord zodat de ingevoerde gegevens beveiligd verstuurd kunnen worden. Na een melding worden gegevens gecontroleerd op juiste invoering (bijvoorbeeld voorkomen van spam). Indien mogelijk, wordt meer achtergrondinformatie opgezocht. Bij eventuele dubbele invoer worden de gegevens samengevoegd.

EH

De brand ontstond op de begane grond in de keuken. Drie bewoners op de eerste en tweede verdieping konden door de zware rookontwikkeling niet op eigen kracht naar buiten. Ze zijn door de brandweer met behulp van vluchtmaskers naar buiten geleid. De vierde bewoner werd met een steekladder uit de dakgoot gehaald.

Volgens een woordvoerder van de brandweer was het een dubbeltje op zijn kant. “We waren snel ter plaatse en zijn meteen naar binnen gegaan. We hadden niet veel later moeten komen.” Volgens hem hingen er geen rookmelders in het pand. “Ik heb in elk geval niets gehoord.”

De brandweer ontdekte een tweede brand in een berging in de achtertuin Die kon eveneens snel worden geblust. De politie stelt een onderzoek in naar de oorzaak van beide branden.

Het pand aan de Oude Delft is voorlopig onbewoonbaar door zware rookschade. De twaalf bewoners worden elders ondergebracht.

HOP

Staatssecretaris Van Bijsterveldt schrijft dit in antwoord op kamervragen van GroenLinks-kamerlid Dibi. Maar over de begeleiding van stagiairs in het hoger onderwijs maakt ze zich geen grote zorgen. Onderwijskeurmeester NVAO waakt immers over de kwaliteit.

Toch kunnen hogescholen en universiteiten binnenkort een brief verwachten waarin ze worden gewezen op hun verantwoordelijkheid voor goede begeleiding, in het bijzonder bij stages in het buitenland. Ze wil bovendien op korte termijn onderzoek doen naar internationale stages. Een directe aanleiding noemt ze niet. De afdeling voorlichting van OCW zegt desgevraagd geen signalen te kennen dat de kwaliteit van buitenlandse stages achteruitholt.

In reactie op een kritisch onderzoek uit 2006 van studentenorganisatie ISO bracht het ministerie samen met de studentenbonden en de onderwijsinstellingen een stagefolder uit (‘Regel het goed!’) met aanwijzingen voor studenten en docenten. Maar daarmee werden niet alle problemen opgelost, zegt ISO-voorzitter Bastiaan Verweij. Hij kondigt een nieuw onderzoeksrapport aan. “Daaruit blijkt onder meer dat de universitaire stages slecht in het onderwijs zijn geïntegreerd. We hopen dat minister Plasterk daar wat mee doet in zijn internationaliseringsagenda.”

HOP

Dit meldt adviesbureau Hay Group op grond van een onderzoek onder 126 bedrijven en instellingen. In januari werd gepeild hoe zij hun nieuwe werknemers beloonden. Hbo-afgestudeerden en academici krijgen een jaarsalaris van gemiddeld 31.710 euro als ze ergens in dienst treden. Wie al twee jaar in dienst is, heeft een vast inkomen van 36.163 euro.

De krapte op de arbeidsmarkt drijft de prijs op, concludeert het adviesbureau. Vrouwen, ouderen en allochtonen zouden enige verlichting kunnen brengen, want hun potentieel wordt onderbenut.

Financieel en boekhoudkundig personeel is het meest gewild: 46 procent van de ondernemingen meldt daarin tekorten. Ook ict’ers en ingenieurs zijn veel gevraagd.

Onder de deelnemende bedrijven bevinden zich reuzen van meer dan tweeduizend werknemers en kleintjes met minder dan tweehonderd personeelsleden. Bijna de helft zit daar tussenin.

“Het beeld is misschien gekleurd”, zegt manager Bart Godthelp, “doordat we onze klanten voor dit onderzoek eenvoudiger konden bereiken. Het is dus geen geheel willekeurige steekproef. Maar er doen ook bedrijven mee die geen klant zijn.”

HOP