Nieuws

Opleidingscommissies slecht zichtbaar

De LSVb nam de proef op de som en benaderde de secretariaten van 24 hogescholen en zeven universiteiten. Maar liefst zeventig procent van de secretariaten weet niet wat opleidingscommissies zijn en zo’n negentig procent weet niet waarheen door te verwijzen. De Universiteit Utrecht vormt op dit sombere beeld een uitzondering: als enige instelling zijn aan de UU opleidingscommissies bekend en zowel op de website als in werkelijkheid te vinden

In het hbo heeft bijna geen enkele opleidingscommissie een eigen adres. Ze zijn alleen bereikbaar via de persoonlijke adressen van studenten en docenten die er lid van zijn. Die adressen worden niet zomaar doorgegeven. Bij de universiteiten hebben de meeste commissies wel een eigen adres, maar is dat vaak niet centraal bekend op de website.

Daar moet verbetering in komen, vindt de LSVb. Studenten kunnen dan makkelijker bij de commissies aankloppen. Elke instelling zou bovendien een ‘coördinator opleidingscommissies’ moeten hebben, die een ondersteunende rol kan spelen.

Opleidingscommissies brengen gevraagd en ongevraagd advies uit over alle onderwijsaangelegenheden. Ze geven jaarlijks hun mening over de inhoud van de onderwijs- en examenregeling.

HOP

Collegegeld geleidelijk omhoog voor lerarentekort

Volgens de Volkskrant is dat de kern van de plannen die het kabinet vanmiddag bekend zal maken. Om het leraarberoep aantrekkelijker te maken wil minister Plasterk tot 2015 een miljard euro extra investeren. De collegegeldverhoging moet honderd miljoen euro opleveren. Uit het aardgasfonds zou hij eenmalig een kleine 90 miljoen euro krijgen. Uit reserves op de onderwijsbegroting zou hij 250 miljoen euro willen putten.

Hoeveel de halvering van extra vrije dagen van oudere docenten moet opleveren is nog niet duidelijk. De maatregel geldt volgens bronnen van de Volkskrant niet voor de huidige 52-plus-docenten.

Na afloop van het kabinetsberaad zal minister Plasterk de plannen openbaar maken. Ook presenteert hij dan zijn strategische agenda voor het hoger onderwijs en onderzoek. De fractie van GroenLinks in de Tweede Kamer heeft vast een spoeddebat aangevraagd.

HOP

Voor een dubbeltje op de eerste rang

In tal van sectoren mag ‘de vooruitgang’ wat kosten, betoogde president Frits van Oostrom van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen afgelopen woensdag tijdens het Nationale Onderwijscongres. Voor de hogesnelheidslijn (“een kwartier sneller in Parijs”) worden zomaar miljarden neergeteld, terwijl minister Plasterk bij de oplossing van het lerarentekort aan zijn lot wordt overgelaten.

Onderwijs wordt in Nederland als kostenpost gezien en niet als investering. Dat doen ook de studenten zelf: die durven niet te lenen voor hun opleiding, “maar ze vinden het wel normaal dat ze zich voor een huis diep in de schulden steken”.

Het ministerie van OCW vertoont hetzelfde gedrag: de invoering van het bachelor-masterstelsel in 2001 mocht op voorhand niets extra’s kosten. “Daardoor konden de universitaire bachelordiploma’s geen vier jaar duren – wat in Angelsaksische landen de standaard is – maar slechts drie jaar”, aldus Van Oostrom. Volgens Loek Hermans, de toenmalige minister van OCW, had de Nederlandse wo-student dat extra jaar niet nodig omdat het vwo-niveau dusdanig hoog was dat de universitaire basisopleiding wel in drie jaar kon. “Een jammerlijke redenering”, vindt de KNAW-persident. “Ik zou zeggen: hou die kennisvoorsprong vast en bouw haar uit!”

Van Oostrom gebruikte zijn betoog niet alleen om de kachel aan te maken met de Nederlandse kruideniersmentaliteit. Hij hield ook een pleidooi voor levenlang leren. Nederland staat op dat punt internationaal zwak, meent hij. “Het onderwijs is hier te zeer het privilege van jonge mensen.”

HOP

Krajicek trots op leerstoel

“Ik ben echt trots op deze leerstoel, en Paul Verweel is volgens mij de juiste persoon om dit onderzoek te leiden”, aldus Krajicek na de ondertekening in het Academiegebouw. Hij vertelt dat hij de hoogleraar zes weken geleden voor het eerst heeft ontmoet, maar pas goed heeft leren kennen tijdens een gezamenlijk interview dat ze twee weken geleden aan de Volkskrant gaven. “Soms heb je met mensen meteen een klik, en dat was met hem zeker het geval. Waarschijnlijk komt dat omdat we dezelfde passie voor sport delen.”

Krajicek zal zich niet erg inhoudelijk met het onderzoek bemoeien want, zo zegt hij. ´Ik ben niet wetenschappelijk opgeleid, eigenlijk ben ik een gesjeesde VWO-er want in 5VWO ben ik van school gegaan. Maar ik wil zeker op de hoogte blijven van de tussentijdse onderzoeksuitslagen om te zien of we met onze aangelegde speelveldjes op de goede weg zijn. En eventueel kunnen we dan bijsturen als blijkt dat we op sommige punten een andere aanpak nodig hebben.”

MV

Idols finalisten meer ervaren

Zwaan onderzocht 392 kandidaten in de derde editie van Idols. Na de auditierondes bleven 23 kandidaten over. Zwaan vergeleek die groep met de afvallers op factoren als persoonlijkheid, motivatie en professionaliteit. Zwaan: “Het programma doet anders voorkomen, maar de kandidaten die door de auditieronde heen komen, hebben meer muzikale ambitie en ervaring hebben dan de afvallers. Vanuit het niets een ster worden, komt bijna niet voor. ”

Het onderzoek bij Idols is onderdeel van het promotieonderzoek ‘Carrières van muzikanten’ van Koos Zwaan, waarin hij onderzoekt doet naar de succesfactoren van muzikanten.

IK

Onterechte subsidie voor Hogeschool Utrecht

De Hogeschool ontdekte de fout zelf en overlegt met het ministerie wat er nu moet gebeuren. Van boze opzet zou geen sprake zijn.

Een tweede leerroute van de hogeschool, onderdeel van de tweejarige kopopleiding ‘leraar speciaal onderwijs’, voldeed om andere redenen niet aan de bekostigingswetgeving

De HU was eerder betrokken bij de zogenoemde hbo-fraude, die in 2001 aan het licht kwam. Volgens de woordvoerder van de hogeschool is het aan de sindsdien verbeterde interne controle te danken dat de administratieve fouten nu zijn ontdekt. De hogeschool heeft haar interne procedures opnieuw aangescherpt.

HOP

McKinsey: Zet in op kwaliteit leraren

McKinsey legde de schoolsystemen van 25 landen onder de loep en analyseerde het beleid van tien landen – aangevoerd door Finland, Singapore en Zuid-Korea – die volgens internationale vergelijkingen het best presteren. Belangrijkste conclusies: laat alleen de beste scholieren en studenten toe tot de lerarenopleidingen, maak er topdocenten van en geef alle kinderen – dus niet alleen de slimsten – zo goed mogelijk onderwijs.

Pim Breebaart, collegevoorzitter van de multiculturele Haagse Hogeschool, kan zich goed vinden in de aanbevelingen. Toch denkt hij niet dat het Nederlandse onderwijs er wat mee opschiet als alle lerarenopleidingen, inclusief de pabo, alleen toegankelijk zouden zijn voor de beste vwo’ers. “Anders zou er een gigantisch lerarentekort ontstaan.”

Ook Hubert Coonen, decaan van de faculteit gedragswetenschappen aan de Universiteit Twente en bijzonder hoogleraar ‘innovatiemanagement in de educatieve sector’ bij de Open Universiteit, vindt dat investeren in de professionaliteit van leraren het allerbelangrijkst is. Al eerder bepleitte hij dat docenten op bachelorniveau moeten kunnen beginnen, maar dat ze vervolgens wel door moeten studeren in masters en nog verder. “Leraren zijn kenniswerkers bij uitstek en moeten elke vijf à zes jaar een stevige kennis-update ondergaan. Vergelijk het met piloten: het risico dat het verkeerd gaat moet tot een minimum worden beperkt.”

HOP

Financiering bijzondere leerstoelen openbaar

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen had de regering aanbevolen zo’n ‘verklaring van onafhankelijkheid’ te onderschrijven. Die zou een einde moeten maken aan de belemmeringen van onderzoek in opdracht van de overheid. De ministeries eisen bijvoorbeeld vrijwel altijd geheimhouding van de resultaten en de overdracht van het auteursrecht.

Maar Plasterk vindt de verklaring “te veel bureaucratische rompslomp” opleveren. Dat schrijft hij in een kabinetsreactie op het rapport van de KNAW. Het probleem is volgens hem niet groot genoeg om die extra bureaucratie te verantwoorden. De commissie kon immers geen enkel hard voorbeeld van vertekend onderzoek geven.

Wel zullen de regels van onderzoek in opdracht van de overheid enigszins worden aangepast. Er zal voortaan in staan dat de “algemene beginselen” van professioneel wetenschappelijk
handelen gewaarborgd moeten zijn en dat de opdrachtgever de onafhankelijkheid van de
onderzoeker niet mag schenden. Toch blijft geheimhouding van de resultaten in sommige gevallen “acceptabel”, bijvoorbeeld bij onderzoek in opdracht van Defensie. Ook consultancy-onderzoek hoeft volgens de regering niet altijd publiek te worden.

Universiteiten moeten daarentegen zo transparant mogelijk te werk gaan; vandaar het nieuwe register met de nevenfuncties en financiering van bijzondere leerstoelen. Dat levert nauwelijks extra bureaucratie op, meent Plasterk, “omdat de universiteiten, volgens de gedragscode wetenschapsbeoefening, al een register met nevenwerkzaamheden bijhouden”.

Het register zou de onafhankelijkheid van bijzonder hoogleraren moeten versterken. Die is nu niet altijd gegarandeerd, constateerde de KNAW, want de selectie van bijzonder hoogleraren vindt niet altijd plaats door een onafhankelijke commissie. Soms is zo’n hoogleraar ook directeur van een bedrijf. Kan hij dan onbevooroordeeld onderzoek verrichten?

HOP

'Zit ik straks alleen nog maar facturen in te kloppen?'

Schrik over reorganisatieplan financiële dienstverlening

Het is dinsdagmiddag kwart over vijf in Janskerkhof 15a. De afgelopen anderhalf uur hebben rond de vijftig financieel-administratief medewerkers uit de binnenstad uitleg gekregen over de aangekondigde reorganisatie van de 'financiële dienstverlening' en bij velen is die informatie rauw op het dak gevallen. Vooral de klip-en-klare mededeling dat er in de toekomstige organisatie geen plaats meer zal zijn voor gecombineerde functies zorgt voor onrust. "Ik heb nu heel gevarieerd werk in een onderdeel, waar ik met iedereen goed contact heb", zegt een vrouw, "ben ik straks in het Administratief Service Centrum alleen nog maar de hele dag bezig met het invoeren van facturen?"

Financieel directeur Jan Willem Meinsma probeert de pijn enigszins te verzachten: "Op zich is het antwoord 'ja'. Maar u moet wel bedenken dat uw werkzaamheden in het ASC veel meer gaan inhouden dan alleen facturen inkloppen. Het routinewerk gaat steeds meer verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt een stuk procesbegeleiding waardoor u straks toch weer contact krijgt met wetenschappers. Ik zal niet ontkennen dat u in de breedte iets verliest, maar wat u ervoor terugkrijgt is een inhoudelijke verdieping en dat lijkt me toch niet onaantrekkelijk."

Aanleiding voor de informatiemiddag is de voorgenomen vorming van een Administratief Service Centrum (ASC) en de daarmee gepaard gaande reorganisatie van de financieel-administratieve ondersteuning in faculteiten en diensten. Afgelopen vrijdag publiceerde het college van bestuur een nadere invulling van de al eerder bekend gemaakte plannen. Daaruit blijkt dat van de huidige 212 arbeidsplaatsen in deze sector er volgend jaar 146 - vooral in de uitvoerende sfeer - naar het ASC zullen overgaan. Een beperkt aantal taken in de sfeer van financieel beleid en control blijven bij de onderdelen.

Om te voorkomen dat er over deze reorganisatie evenveel commotie zal ontstaan als vorig jaar over de ICT-operatie is het college van bestuur vandaag met groot materieel uitgetrokken. Omringd door een keur van directeuren, ambtenaren en procesmanagers maakt collegelid Hans Amman de aanwezigen duidelijk dat er geen sprake is van een bezuinigingsoperatie maar van een 'kwaliteitsslag'. "Er vallen geen gedwongen ontslagen en iedereen houdt minimaal dezelfde inschaling en hetzelfde salaris."

Zowel de steeds strenger wordende Europese regelgeving als de noodzaak om beter zicht te krijgen op het financiële reilen en zeilen, dwingen de universiteit tot het professionaliseren van de financiële dienstverlening, aldus Amman, die zich haast toe te voegen: "Ik bedoel daarmee niet te zeggen dat er op dit moment niet goed wordt gewerkt, maar onze administratieve processen worden steeds complexer. Daarvoor ontbreekt bij faculteiten en diensten de expertise. Bovendien is de huidige organisatie te kwetsbaar. We kunnen ons straks niet meer permitteren dat we uit een onderdeel geen informatie krijgen, omdat de administrateur toevallig ziek is."

Veel weerwoord krijgt de bestuursdelegatie niet. De meeste aanwezigen lijken te verbluft om een vraag te stellen. Pas als de bijeenkomst is afgelopen, barst de discussie los. "Denken ze nou echt dat het op deze manier efficiënter zal worden? Het wordt alleen maar formeler en afstandelijker. Je hebt als administrateur toch binding met je onderdeel nodig om kwaliteit te kunnen leveren?" Dat er meer standaardisatie van de administratieve processen komt en dat er een 'slag' in de automatisering wordt gemaakt, daar is niets mis mee, is het oordeel. Maar hoe zinnig is het om alles geforceerd in één servicecentrum onder te brengen, op grote afstand van de werkvloer?

Diezelfde vraag was een dag eerder ook al gesteld door de U-raadscommissie die half december een oordeel over het plan moet geven "Wij hebben een heel zorgvuldige afweging gemaakt", was toen het antwoord van Amman. "Ik kan u verzekeren dat er voldoende expertise binnen faculteiten en diensten blijft. Natuurlijk kun je discussiëren over de 'knip' die wij hebben gemaakt, maar zelf denken we dat we met dit voorstel een goede balans tussen centraal en decentraal hebben gevonden." Vandaag herhaalt hij die woorden, maar hoe opgewekt hij er ook bij probeert te kijken, de zaal denkt er voorlopig het zijne van.

Erik Hardeman

(Zie voor meer informatie de speciaal voor dit doel gecreëerde website: www.transic.nl.

Daar is ook informatie te vinden over de bijeenkomsten voor medewerkers die de U-raad op 28, 29 en 30 november over dit onderwerp heeft belegd.)

'Iedereen mag meeloten bij Diergeneeskunde'

Volgens Diergeneeskunde gaat het om een vervelend misverstand. Studieadviseur Cristel Teusink, werkzaam bij Onderwijs- en Studentenzaken van Diergeneeskunde, betreurt het dat Korie door het dringende advies tot vorig jaar niet heeft meegeloot. "Het is jammer dat iemand haar destijds zo stellig heeft gezegd dat het beter zou zijn niet aan deze studie te beginnen", vertelt Teusink. "Het is bovendien heel erg jammer dat Korie niet verder heeft geïnformeerd bij de juiste personen, zoals bijvoorbeeld bij de studieadviseur. Iedereen mag namelijk meeloten, dat is wettelijk vastgelegd; daar heeft de faculteit Diergeneeskunde zelf geen invloed op en dus ook Erica Terpstra niet." Ze gaat verder: "Voor mensen met een handicap kan de studie op bepaalde onderdelen zwaarder zijn, dan voor studenten zonder handicap. Wij raden dan ook altijd aan om mee te lopen met een dierenarts of met een dierenarts-docent binnen de faculteit om te zien wat je beperkingen zijn binnen deze studie."

MV