Nieuws

wetenschap

ACE-remmers, medicijnen die de bloeddruk verlagen, bieden ook bescherming tegen longontsteking. Volgens promovendus Ewoudt van de Garde neemt het beschermende effect toe naarmate de dosering hoger is. Als mogelijke verklaring suggereert hij dat de prikkelhoest die ACE-remmers als bijwerking hebben, voorkomt dat bacteriën vanuit de keel in de longen terecht komen. Longontstekingen behoren wereldwijd tot de meest voorkomende infecties. Vooral ouderen lopen vanwege de verminderde activiteit van het immuunsysteem een hoog risico, maar omdat ACE-remmers alleen mogen worden ingenomen bij hoge bloeddruk, kunnen ze niet preventief aan alle ouderen worden voorgeschreven. Gelukkig ontdekte Van de Garde, die woensdag 21 november promoveert, dat ook de cholesterolverlager statine het risico op een longontsteking verlaagt. Hij pleit dan ook voor onderzoek dat zich specifiek richt op het effect van het voorschrijven van statines aan relatief gezonde mensen.

Jeuk

De verpleegkundige richtlijn 'Omgaan met jeuk' vormt een waardevolle aanvulling op de gebruikelijke zorg voor patiënten met een chronische huidziekte, Dat concludeert promovenda Harmieke van Os-Medendorp in haar proefschrift 'Coping with itch, a nurse-led intervention'. Veel huidpatiënten hebben zoveel last van jeuk dat hun kwaliteit van leven ernstig wordt aangetast. Om hen de helpende hand te bieden werd vanaf 1998 op de afdeling dermatologie van het UMC Utrecht de nu geëvalueerde richtlijn ontwikkeld. Uit onderzoek bij patiënten concludeert Van Os-Medendorp, die eerder negen jaar als verpleegkundige op de afdeling neurologie van het UMC werkte, dat gebruik ervan tot een snelle afname van de klachten leidt. Naast patiëntenvoorlichting bevat de richtlijn, die nu al in vijf Nederlandse ziekenhuizen wordt gebruikt, ook adviezen aan verpleegkundigen over effectieve manieren om patiënten te helpen hun krabgedrag te verminderen.

Praatzieke mannen

Eindelijk is er weer eens een serieuze poging ondernomen om een hardnekkige mythe over het verschil in sekse te ontkrachten. In Amerika hebben twee vrouwelijke onderzoekers door middel van meta-analyses ontdekt dat mannen praatzieker zijn dan vrouwen. Het ging om een statistisch betrouwbaar verschil dat Campbell Leaper and Melanie Ayres uit data filterden die in tientallen jaren verzameld waren bij diverse onderzoeken naar de praatgraagheid van mensen. Behalve dat mannen meer praten dan vrouwen hebben zij ook ontdekt dat de omstandigheden waarin werd gerebbeld bij de twee seksen verschillend is. Zo praten mannen meer tegen hun partner en vreemden dan vrouwen dat doen en praten vrouwen meer tegen hun kinderen en klasgenoten. In gesprekken met familie en vrienden praten mannen en vrouwen evenveel, zo meldt sciencedaily.com.

'Vanaf zes uur een toeslag niet van deze tijd'

Als één lid van het gezin diensten draait, draait het hele gezin diensten

Pas vorige week drong het tot de universitaire gemeenschap door: In het kader van 'de modernisering van de arbeidsvoorwaarden' hebben de bonden een maand geleden niet alleen een mooie salarisverhoging uit het vuur gesleept, ze hebben ook ingestemd met het verzoek van de werkgevers om de onregelmatigheidstoeslag te schrappen voor de periode tussen zes en acht uur.

"Wij hebben lang geprobeerd om deze verslechtering tegen te houden", zegt onderhandelaar Marieke van den Berg van vakbond ABVAKABO FNV, "maar voor de werkgevers was het een hard punt. Omdat wij op andere punten wel het nodige binnen konden halen, is uiteindelijk deze deal eruit gekomen. Toen duidelijk werd wat het voor deze kleine, en bovendien laag betaalde groep medewerkers betekende, hebben we voor het personeel in schaal 7 of lager nog wel een overgangsregeling kunnen treffen. Tot maart 2010 houden zij hun volledige toelage. Daarna wordt die in drie jaar stapsgewijs afgebouwd."

Receptionisten Theo Hijman en Jolanda Mulder zijn aangeslagen door de gang van zaken. Zij vragen zich af wat de reden voor de universiteiten is geweest om op deze maatregel aan te dringen. "Het kan niet om een bezuiniging gaan", zegt Hijman, "want het gaat in Utrecht maar om vijftig tot honderd mensen op een totaal van meer dan achtduizend medewerkers." Maar wat het dan wel is geweest? Simpel, is het antwoord van Rob Cozzi, directeur personeelszaken van de UU. "Wij vinden het niet meer van deze tijd om, waar een verlenging van de bedrijfstijd steeds vanzelfsprekender wordt, al om zes uur een toeslag te gaan betalen. Docenten werken ook vaak langer door. Wij hebben er wel over gedacht om zittende medewerkers van de verslechtering uit te zonderen, maar dat zou betekenen dat je voor iemand die nu 25 is, jarenlang een uitzonderingsregeling moet handhaven. Dat is niet te doen."

Hijman en Mulder vinden dat onderschat wordt wat het betekent om eens in de twee weken tot elf uur 's avonds te moeten werken. "In de eerste plaats hebben receptionisten na vijf uur het volledige mandaat in hun gebouw. Dat is een behoorlijke verantwoordelijkheid. Daar komt bij dat werken in de onregelmatige dienst een forse aanslag op je privé-leven betekent. Vaste activiteiten gedurende de week zijn vrijwel niet mogelijk en ook van je gezin vereist zo'n rooster flink wat aanpassingsvermogen. Als één lid van het gezin onregelmatige diensten draait, draait het hele gezin onregelmatige diensten. De vergelijking met docenten, die meestal maar gedurende een blok of maximaal een semester 's avonds les moeten geven, en dan nog niet eens elke avond, gaat dus niet op."

Daartegenover staat op dit moment een toelage van veertig procent op je salaris voor na zes uur gewerkte uren, aldus de twee receptionisten. "Die vergoeding maakt het werk nog een beetje aantrekkelijk. Als de toeslag tussen zes en acht uur wordt afgeschaft - of dat nu met onmiddellijke ingang gebeurt of over een paar jaar -, dan gaat dat ons zo'n vijf procent in salaris schelen. Dat krijg je helemaal niemand meer voor dit werk."

Sinds de consequenties van het onderhandelingsakkoord in hun volle omvang duidelijk zijn, gonst het in de wandelgangen van de geruchten. Marieke van den Berg ontkent dat er in Den Haag opnieuw onderhandeld gaat worden. "Meer dan de overgangsregeling zullen we er nu niet uit kunnen slepen." Volgens Jack van Poppelen, namens het CNV lid van het Lokaal Overleg, is een plaatselijke reparatieregeling op termijn daardoor nog de enige mogelijkheid. U-raadsvoorzitter Matthias Jorissen is inmiddels een handtekeningenactie gestart waarmee hij het college van bestuur vraagt om een oplossing voor het probleem te zoeken.

Hijman en Mulder zijn blij met alle aandacht. Zij hebben hun hoop gevestigd op die leden van de bonden die via internet hun oordeel over het onderhandelingsresultaat moeten geven. "Wij hopen dat zij in ieder geval ook even stilstaan bij onze positie."

Maar zal een negatieve uitspraak van een of meer bonden nog enig gewicht in de schaal leggen? Bij het CNV lijkt die kans klein, omdat de leden daar inmiddels met het akkoord hebben ingestemd. Bij ABVAKABO FNV kan nog tot 21 november gestemd worden. "Als onze leden niet in meerderheid met dit resultaat instemmen, hebben we een probleem", erkent Van den Berg, "Wat ons betreft is het akkoord als geheel acceptabel, maar als onze leden daar anders over denken, dan zullen we opnieuw met de werkgevers om de tafel moeten gaan zitten."

Mannen zijn banger voor de dokter

Vrouwen kijken vaker op commerciële websites, waar controle op de betrouwbaarheid van de informatie ontbreekt, ontdekte Vermaas. Ook gaan ze in sterke mate af op informatie die ze vinden op de eerste twee sites die ze bezoeken. Mannen zijn meer op zoek naar betrouwbare informatie, bijvoorbeeld van patiëntenorganisaties. Ze bezoeken daarom ook meer sites dan vrouwen.

Toch is het niet zo dat vrouwen door hun surfgedrag meer risico lopen om te kiezen voor een verkeerde behandeling. Zij gebruiken de gevonden informatie namelijk om die vervolgens met hun dokter te bespreken. Mannen zijn kennelijk eigenwijzer of banger voor de dokter. Uit via enquêtes en dagboeken verzamelde gegevens concludeert Vermaas althans dat mannen online gevonden medische informatie gebruiken om niet naar de dokter te hoeven gaan.

De bevindingen van de promovenda maken deel uit van haar promotieonderzoek naar de manier waarop Nederlanders tussen 2001 en 2005 hebben gereageerd op de komst van internet via ADSL en de kabel. Zij constateert dat internet voor de meeste mensen een manier is om informatie te delen, te communiceren, transacties uit te voeren en te ontspannen.

Consumenten vinden het vooral belangrijk dat internetgebruik comfortabel en niet al te duur is. Of zij via ADSL, breedband of glasvezel internetten, maakt hen niet uit, aldus Vermaas, die op dinsdag 20 november promoveert. Zij kijken vooral naar de kosten en zullen dan ook niet snel extra willen betalen voor internet via glasvezelkabels, zoals sommige maatschappijen hopen.

EH

De strijd om de onregelmatigheidstoeslag

Voor de meeste personeelsleden van de UU bevat het onlangs afgesloten cao-akkoord prima nieuws. Maar voor receptionisten en andere medewerkers in wisseldiensten valt het minder goed uit. Via een handtekeningenactie wordt naar een oplossing gezocht.

Pas vorige week drong het tot de universitaire gemeenschap door: In het kader van 'de modernisering van de arbeidsvoorwaarden' hebben de bonden een maand geleden niet alleen een mooie salarisverhoging uit het vuur gesleept, ze hebben ook ingestemd met het verzoek van de werkgevers om de onregelmatigheidstoeslag te schrappen voor de periode tussen zes en acht uur.

"Wij hebben lang geprobeerd om deze verslechtering tegen te houden", zegt onderhandelaar Marieke van den Berg van vakbond ABVAKABO FNV, "maar voor de werkgevers was het een hard punt. Omdat wij op andere punten wel het nodige binnen konden halen, is uiteindelijk deze deal eruit gekomen. Toen duidelijk werd wat het voor deze kleine, en bovendien laag betaalde groep medewerkers betekende, hebben we voor het personeel in schaal 7 of lager nog wel een overgangsregeling kunnen treffen. Tot maart 2010 houden zij hun volledige toelage. Daarna wordt die in drie jaar stapsgewijs afgebouwd."

Receptionisten Theo Hijman en Jolanda Mulder zijn aangeslagen door de gang van zaken. Zij vragen zich af wat de reden voor de universiteiten is geweest om op deze maatregel aan te dringen. "Het kan niet om een bezuiniging gaan", zegt Hijman, "want het gaat in Utrecht maar om vijftig tot honderd mensen op een totaal van meer dan achtduizend medewerkers. Maar wat het dan wel is geweest?" Simpel, is het antwoord van Rob Cozzi, directeur personeelszaken van de UU. "Wij vinden het niet meer van deze tijd om, waar een verlenging van de bedrijfstijd steeds vanzelfsprekender wordt, al om zes uur een toeslag te gaan betalen. Docenten werken ook vaak langer door. Wij hebben er wel over gedacht om zittende medewerkers van de verslechtering uit te zonderen, maar dat zou betekenen dat je voor iemand die nu 25 is, jarenlang een uitzonderingsregeling moet handhaven. Dat is niet te doen."

Hijman en Mulder vinden dat onderschat wordt wat het betekent om eens in de twee weken tot elf uur 's avonds te moeten werken. "In de eerste plaats hebben receptionisten na vijf uur het volledige mandaat in hun gebouw. Dat is een behoorlijke verantwoordelijkheid. Daar komt bij dat werken in de onregelmatige dienst een forse aanslag op je privé-leven betekent. Vaste activiteiten gedurende de week zijn vrijwel niet mogelijk en ook van je gezin vereist zo'n rooster flink wat aanpassingsvermogen. Als één lid van het gezin onregelmatige diensten draait, draait het hele gezin onregelmatige diensten. De vergelijking met docenten, die meestal maar gedurende een blok of maximaal een semester 's avonds les moeten geven, en dan nog niet eens elke avond, gaat dus niet op."

Daartegenover staat op dit moment een toelage van veertig procent op je salaris voor na zes uur gewerkte uren, aldus de twee receptionisten. "Die vergoeding maakt het werk nog een beetje aantrekkelijk. Als de toeslag tussen zes en acht uur wordt afgeschaft - of dat nu met onmiddellijke ingang gebeurt of over een paar jaar -, dan gaat dat ons zo'n vijf procent in salaris schelen. Dat krijg je helemaal niemand meer voor dit werk."

Sinds de consequenties van het onderhandelingsakkoord in hun volle omvang duidelijk zijn, gonst het in de wandelgangen van de geruchten. Marieke van den Berg ontkent dat er in Den Haag opnieuw onderhandeld gaat worden. "Meer dan de overgangsregeling zullen we er nu niet uit kunnen slepen." Volgens Jack van Poppelen, namens het CNV lid van het Lokaal Overleg, is een plaatselijke reparatieregeling op termijn daardoor nog de enige mogelijkheid. U-raadsvoorzitter Matthias Jorissen is inmiddels een handtekeningenactie gestart waarmee hij het college van bestuur vraagt om een oplossing voor het probleem te zoeken.

Hijman en Mulder zijn blij met alle aandacht. Zij hebben hun hoop gevestigd op die leden van de bonden die via internet hun oordeel over het onderhandelingsresultaat moeten geven. "Wij hopen dat zij in ieder geval ook even stilstaan bij onze positie."

Maar zal een negatieve uitspraak van een of meer bonden nog enig gewicht in de schaal leggen? Bij het CNV lijkt die kans klein, omdat de leden daar inmiddels met het akkoord hebben ingestemd. Bij ABVAKABO FNV kan nog tot 21 november gestemd worden. "Als onze leden niet in meerderheid met dit resultaat instemmen, hebben we een probleem", erkent Van den Berg, "Wat ons betreft is het akkoord als geheel acceptabel, maar als onze leden daar anders over denken, dan zullen we opnieuw met de werkgevers om de tafel moeten gaan zitten."

Vol Passie

Corry Konings?

"Dertig jaar geleden zag ik Corry voor het eerst, ze trad toen op in Utrecht. In het begin was het vooral haar stem die ik erg mooi vond. Toen ik Corry een aantal keer ontmoet had, begon ik haar ook als persoon erg aardig te vinden. Het is zo'n warm en hartelijk mens, ze is echt heel gewoon gebleven. Ze maakt altijd tijd voor een praatje met haar fans."

Hoe uit uw passie voor Corry Konings zich?

"Ik ben veertien jaar voorzitter van de Corry Konings-fanclub geweest. In die tijd heb ik een hechte band met Corry opgebouwd. Inmiddels zijn we vriendinnen en delen we lief en leed met elkaar. Als Corry ver weg optreedt, blijft ik soms bij haar logeren. Ook neemt ze me vaak mee, bijvoorbeeld naar 'Sterren dansen op het IJs', waar zij aan mee deed. Nu Corry naar Spanje is verhuisd, zie ik haar wat minder. Wel luister ik bijna iedere dag naar haar muziek, vooral naar de gevoelige liedjes. Omdat ik haar inmiddels beter ken, weet ik waar ze over zingt."

Wat was het mooiste moment?

"Nog steeds vind ik elke keer dat ik Corry ontmoet speciaal, vooral als ik haar dan later op televisie zie optreden. Maar ze heeft ook opgetreden toen ik 25 jaar getrouwd was. Dat vond ik echt fantastisch. Het mooiste vind ik dat ze de kinderstoel van haar zoon aan mij gegeven. Nu zitten mijn kleinkinderen dus in de kinderstoel waar de zoon van Corry ook ingezeten heeft, dat vind ik toch wel bijzonder."

IK

Gala

Een ouwe klare en een sigaret. Zo was het in 1952 tijdens een gala van Unitas. Met veel zwart-wit foto's geeft het onlangs verschenen boek 'Studentenverenigingen van 1800 tot nu' een chronologische weergave van het ontstaan en de ontwikkeling van de Nederlandse studentenverenigingen. Het boek verscheen ter gelegenheid van het achtste lustrum van de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV). De lustrumboek-commissie was vrijwel volledig Utrechts. Veritijn Philip Straub, student Algemene Sociale Wetenschappen, stelde het boek met twee Unitas-leden, een Corps-lid en een Leidse student samen. "Het was veel werk om van alle 47 verenigingen die lid zijn van de LKvV informatie en foto's te krijgen, maar na vele telefoontjes en mailtjes heeft uiteindelijk iedere vereniging iets bruikbaars ingeleverd en is het een mooi geheel geworden." Het lustrumboek is in een eerste oplage van vijfhonderd exemplaren verschenen en te bestellen via de website www.lkvv.nl.

Personeel praat mee over reorganisatie financiële administraties

De kort voor de zomer aangekondigde reorganisatie past in het streven van het college van bestuur om de dienstverlening efficiënter te organiseren. Vorig jaar werd in dat verband de vorming van een universiteitsbreed servicecentrum op het gebied van de ICT aangekondigd. Dit jaar staat de vorming van een Administratief Service Centrum (ASC) op de agenda.

Bij de aankondiging van de operatie in juli noemde collegelid Hans Amman de vorming van een ASC noodzakelijk, omdat de administratieve diensten van de onderdelen er op dit moment onvoldoende in slagen om tijdige, betrouwbare en volledige informatie te produceren. In tegenstelling tot de ICT-reorganisatie heeft deze nieuwe operatie niet de bedoeling om een bezuiniging op te leveren.

Nog onduidelijk is hoe de nieuwe organisatie er precies uit zal gaan zien. Het plan, waarover de medewerkers volgende week hun zegje mogen doen, was bij het ter perse gaan van dit nummer nog niet beschikbaar. De administrateurs uit de binnenstad praten er dinsdagmiddag over, twee dagen later is het de beurt aan hun collega's in De Uithof. Een speciaal voor dit doel ingestelde commissie van de U-raad buigt zich maandagochtend over de voorstellen.

EH

Bloeiende handel in nepdiploma’s

Vaak gaat het bij de nepdiploma’s niet om vervalsingen. Daarom is het lastig om er in de wet iets aan te doen. “Het zijn meestal documenten van niet-bestaande universiteiten. Daar kun je een maker van zo’n document moeilijk voor vervolgen”, zegt een woordvoerder van de IB-Groep desgevraagd. “Ik kan me wel voorstellen dat instellingen bezwaar maken als de gebruikte namen nauwelijks afwijken van die van bestaande instellingen. Zo zal men bij Harvard niet gelukkig zijn als er diploma’s van ‘Harvart’ worden aangeboden.”

Slechts heel af en toe komt het voor dat mensen bij de IB-Groep tegen de lamp lopen. “Bij opleidingen met een numerus fixus hebben we kopieën van cijferlijsten en diploma’s nodig voor de loting. Jaarlijks treffen we dan toch één of twee vervalsingen aan.”

Hoeveel van de vijfhonderd bedrijven in Nederland actief zijn, weet de IB-Groep niet. “Vaak worden er diploma’s aangeboden via Nederlandse telefoonnummers of emailadressen, maar wordt het document gemaakt in Roemenië.

HOP

Utrecht kiest voor starters boven studenten

Met het prioriteren van de starters helpen we ook de studenten, meent de wethouder. Want dan is de doorstroom vanuit de studentencomplexen groter en komen deze weer sneller ter beschikking voor volgende cohorten studenten.

Het matig bezochte debat in de Universiteitsbibliotheek had als stelling dat de kamernood in Utrecht wel mee zou vallen. Dat is maar gedeeltelijk het geval: hoewel Utrecht de afgelopen jaren beslist een inhaalslag heeft gemaakt - onder meer met het Cambridgecomplex en De Bisschoppen in De Uithof - telt de stad nog altijd zo'n 2000 kamerzoekende studenten.

De gemeente is, aldus stadsgeograaf Pieter Hooimeijer, een van de andere inleiders tijdens het debat, te weinig pro-actief in het oplossen van dit voor de betrokkenen nijpende probleem. Ja, er is een inhaalslag gemaakt, en ja, de keuze om starters prioriteit te geven is een goede, maar de gemeente zou veel actiever op zoek kunnen gaan naar locaties in het centrum en aanpalende wijken waar studenten gehuisvest kunnen worden. Hetzij om op een beperkt grondgebied te bouwen grote aantallen wooneenheden, hetzij in bestaande huurhuizen.

Wat deze laatste optie betreft: volgens Hooimeijer is het beleid van de gemeente erop gericht om het beschikbaar stellen van woningen voor groepjes van pakweg vijf studenten te ontmoedigen. Wethouder Bosch sprak dit niet tegen: “Als ik de keuze heb tussen vijf studenten of een starter als nieuwe buur, dan kies ik voor de laatste.” Bosch krijgt veel ‘burgers’ op kantoor die zich beklagen over overlast bezorgende studenten: "Ze zijn rumoerig, hebben geen nette gordijntjes en onderhouden hun tuintjes niet. Op dat soort bewoning, die de woonkwaliteit in wijken omlaag haalt, proberen we een rem te zetten.”

Hooimeijer maakte zich boos over deze opvatting. “In de belangenafweging tussen een brave burger die zich beklaagt over geluidsoverlast en de student die nog niet eens een dak boven zijn hoofd heeft, kiest de gemeente wat al te gemakkelijk voor de eerste. Ik denk dan: als die brave burger het rustig wil hebben, laat hem in Houten gaan wonen. En pak de overlast aan, maar niet de studenten. Zorg integendeel dat je de stad aantrekkelijk maakt voor hen, want studenten zijn immers ook in economisch opzicht belangrijk voor Utrecht.”

AH

Gispen benoemd tot universiteitshoogleraar

Gispen is hoogleraar neurowetenschappen en was voorheen behalve rector ook directeur van het Rudolf Magnus Instituut voor Neurowetenschappen, decaan van de faculteit Geneeskunde en vice-voorzitter van het ziekenhuis UMC.

Utrecht kent met zijn benoeming nu negen universiteitshoogleraren. Die kunnen in volledige vrijheid werken en staan onder meer garant voor innovatief onderzoek en onderwijs. Verder speelt de universiteitshoogleraar een profilerende rol in het academische en maatschappelijke debat.

Eerder zijn tot universiteitshoogleraar benoemd: Frits van Oostrom en Herman Philipse (Geesteswetenschappen), Paul Schnabel, Willem Albert Wagenaar en Willem Koops (Sociale Wetenschappen), Gerard van Koten (Bèta), Peter van der Veer (Rebo) en tenslotte Elsken van der Wall (Geneeskunde).

AH