Nieuws

Onterechte subsidie voor Hogeschool Utrecht

De Hogeschool ontdekte de fout zelf en overlegt met het ministerie wat er nu moet gebeuren. Van boze opzet zou geen sprake zijn.

Een tweede leerroute van de hogeschool, onderdeel van de tweejarige kopopleiding ‘leraar speciaal onderwijs’, voldeed om andere redenen niet aan de bekostigingswetgeving

De HU was eerder betrokken bij de zogenoemde hbo-fraude, die in 2001 aan het licht kwam. Volgens de woordvoerder van de hogeschool is het aan de sindsdien verbeterde interne controle te danken dat de administratieve fouten nu zijn ontdekt. De hogeschool heeft haar interne procedures opnieuw aangescherpt.

HOP

McKinsey: Zet in op kwaliteit leraren

McKinsey legde de schoolsystemen van 25 landen onder de loep en analyseerde het beleid van tien landen – aangevoerd door Finland, Singapore en Zuid-Korea – die volgens internationale vergelijkingen het best presteren. Belangrijkste conclusies: laat alleen de beste scholieren en studenten toe tot de lerarenopleidingen, maak er topdocenten van en geef alle kinderen – dus niet alleen de slimsten – zo goed mogelijk onderwijs.

Pim Breebaart, collegevoorzitter van de multiculturele Haagse Hogeschool, kan zich goed vinden in de aanbevelingen. Toch denkt hij niet dat het Nederlandse onderwijs er wat mee opschiet als alle lerarenopleidingen, inclusief de pabo, alleen toegankelijk zouden zijn voor de beste vwo’ers. “Anders zou er een gigantisch lerarentekort ontstaan.”

Ook Hubert Coonen, decaan van de faculteit gedragswetenschappen aan de Universiteit Twente en bijzonder hoogleraar ‘innovatiemanagement in de educatieve sector’ bij de Open Universiteit, vindt dat investeren in de professionaliteit van leraren het allerbelangrijkst is. Al eerder bepleitte hij dat docenten op bachelorniveau moeten kunnen beginnen, maar dat ze vervolgens wel door moeten studeren in masters en nog verder. “Leraren zijn kenniswerkers bij uitstek en moeten elke vijf à zes jaar een stevige kennis-update ondergaan. Vergelijk het met piloten: het risico dat het verkeerd gaat moet tot een minimum worden beperkt.”

HOP

Financiering bijzondere leerstoelen openbaar

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen had de regering aanbevolen zo’n ‘verklaring van onafhankelijkheid’ te onderschrijven. Die zou een einde moeten maken aan de belemmeringen van onderzoek in opdracht van de overheid. De ministeries eisen bijvoorbeeld vrijwel altijd geheimhouding van de resultaten en de overdracht van het auteursrecht.

Maar Plasterk vindt de verklaring “te veel bureaucratische rompslomp” opleveren. Dat schrijft hij in een kabinetsreactie op het rapport van de KNAW. Het probleem is volgens hem niet groot genoeg om die extra bureaucratie te verantwoorden. De commissie kon immers geen enkel hard voorbeeld van vertekend onderzoek geven.

Wel zullen de regels van onderzoek in opdracht van de overheid enigszins worden aangepast. Er zal voortaan in staan dat de “algemene beginselen” van professioneel wetenschappelijk
handelen gewaarborgd moeten zijn en dat de opdrachtgever de onafhankelijkheid van de
onderzoeker niet mag schenden. Toch blijft geheimhouding van de resultaten in sommige gevallen “acceptabel”, bijvoorbeeld bij onderzoek in opdracht van Defensie. Ook consultancy-onderzoek hoeft volgens de regering niet altijd publiek te worden.

Universiteiten moeten daarentegen zo transparant mogelijk te werk gaan; vandaar het nieuwe register met de nevenfuncties en financiering van bijzondere leerstoelen. Dat levert nauwelijks extra bureaucratie op, meent Plasterk, “omdat de universiteiten, volgens de gedragscode wetenschapsbeoefening, al een register met nevenwerkzaamheden bijhouden”.

Het register zou de onafhankelijkheid van bijzonder hoogleraren moeten versterken. Die is nu niet altijd gegarandeerd, constateerde de KNAW, want de selectie van bijzonder hoogleraren vindt niet altijd plaats door een onafhankelijke commissie. Soms is zo’n hoogleraar ook directeur van een bedrijf. Kan hij dan onbevooroordeeld onderzoek verrichten?

HOP

'Zit ik straks alleen nog maar facturen in te kloppen?'

Schrik over reorganisatieplan financiële dienstverlening

Het is dinsdagmiddag kwart over vijf in Janskerkhof 15a. De afgelopen anderhalf uur hebben rond de vijftig financieel-administratief medewerkers uit de binnenstad uitleg gekregen over de aangekondigde reorganisatie van de 'financiële dienstverlening' en bij velen is die informatie rauw op het dak gevallen. Vooral de klip-en-klare mededeling dat er in de toekomstige organisatie geen plaats meer zal zijn voor gecombineerde functies zorgt voor onrust. "Ik heb nu heel gevarieerd werk in een onderdeel, waar ik met iedereen goed contact heb", zegt een vrouw, "ben ik straks in het Administratief Service Centrum alleen nog maar de hele dag bezig met het invoeren van facturen?"

Financieel directeur Jan Willem Meinsma probeert de pijn enigszins te verzachten: "Op zich is het antwoord 'ja'. Maar u moet wel bedenken dat uw werkzaamheden in het ASC veel meer gaan inhouden dan alleen facturen inkloppen. Het routinewerk gaat steeds meer verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt een stuk procesbegeleiding waardoor u straks toch weer contact krijgt met wetenschappers. Ik zal niet ontkennen dat u in de breedte iets verliest, maar wat u ervoor terugkrijgt is een inhoudelijke verdieping en dat lijkt me toch niet onaantrekkelijk."

Aanleiding voor de informatiemiddag is de voorgenomen vorming van een Administratief Service Centrum (ASC) en de daarmee gepaard gaande reorganisatie van de financieel-administratieve ondersteuning in faculteiten en diensten. Afgelopen vrijdag publiceerde het college van bestuur een nadere invulling van de al eerder bekend gemaakte plannen. Daaruit blijkt dat van de huidige 212 arbeidsplaatsen in deze sector er volgend jaar 146 - vooral in de uitvoerende sfeer - naar het ASC zullen overgaan. Een beperkt aantal taken in de sfeer van financieel beleid en control blijven bij de onderdelen.

Om te voorkomen dat er over deze reorganisatie evenveel commotie zal ontstaan als vorig jaar over de ICT-operatie is het college van bestuur vandaag met groot materieel uitgetrokken. Omringd door een keur van directeuren, ambtenaren en procesmanagers maakt collegelid Hans Amman de aanwezigen duidelijk dat er geen sprake is van een bezuinigingsoperatie maar van een 'kwaliteitsslag'. "Er vallen geen gedwongen ontslagen en iedereen houdt minimaal dezelfde inschaling en hetzelfde salaris."

Zowel de steeds strenger wordende Europese regelgeving als de noodzaak om beter zicht te krijgen op het financiële reilen en zeilen, dwingen de universiteit tot het professionaliseren van de financiële dienstverlening, aldus Amman, die zich haast toe te voegen: "Ik bedoel daarmee niet te zeggen dat er op dit moment niet goed wordt gewerkt, maar onze administratieve processen worden steeds complexer. Daarvoor ontbreekt bij faculteiten en diensten de expertise. Bovendien is de huidige organisatie te kwetsbaar. We kunnen ons straks niet meer permitteren dat we uit een onderdeel geen informatie krijgen, omdat de administrateur toevallig ziek is."

Veel weerwoord krijgt de bestuursdelegatie niet. De meeste aanwezigen lijken te verbluft om een vraag te stellen. Pas als de bijeenkomst is afgelopen, barst de discussie los. "Denken ze nou echt dat het op deze manier efficiënter zal worden? Het wordt alleen maar formeler en afstandelijker. Je hebt als administrateur toch binding met je onderdeel nodig om kwaliteit te kunnen leveren?" Dat er meer standaardisatie van de administratieve processen komt en dat er een 'slag' in de automatisering wordt gemaakt, daar is niets mis mee, is het oordeel. Maar hoe zinnig is het om alles geforceerd in één servicecentrum onder te brengen, op grote afstand van de werkvloer?

Diezelfde vraag was een dag eerder ook al gesteld door de U-raadscommissie die half december een oordeel over het plan moet geven "Wij hebben een heel zorgvuldige afweging gemaakt", was toen het antwoord van Amman. "Ik kan u verzekeren dat er voldoende expertise binnen faculteiten en diensten blijft. Natuurlijk kun je discussiëren over de 'knip' die wij hebben gemaakt, maar zelf denken we dat we met dit voorstel een goede balans tussen centraal en decentraal hebben gevonden." Vandaag herhaalt hij die woorden, maar hoe opgewekt hij er ook bij probeert te kijken, de zaal denkt er voorlopig het zijne van.

Erik Hardeman

(Zie voor meer informatie de speciaal voor dit doel gecreëerde website: www.transic.nl.

Daar is ook informatie te vinden over de bijeenkomsten voor medewerkers die de U-raad op 28, 29 en 30 november over dit onderwerp heeft belegd.)

'Iedereen mag meeloten bij Diergeneeskunde'

Volgens Diergeneeskunde gaat het om een vervelend misverstand. Studieadviseur Cristel Teusink, werkzaam bij Onderwijs- en Studentenzaken van Diergeneeskunde, betreurt het dat Korie door het dringende advies tot vorig jaar niet heeft meegeloot. "Het is jammer dat iemand haar destijds zo stellig heeft gezegd dat het beter zou zijn niet aan deze studie te beginnen", vertelt Teusink. "Het is bovendien heel erg jammer dat Korie niet verder heeft geïnformeerd bij de juiste personen, zoals bijvoorbeeld bij de studieadviseur. Iedereen mag namelijk meeloten, dat is wettelijk vastgelegd; daar heeft de faculteit Diergeneeskunde zelf geen invloed op en dus ook Erica Terpstra niet." Ze gaat verder: "Voor mensen met een handicap kan de studie op bepaalde onderdelen zwaarder zijn, dan voor studenten zonder handicap. Wij raden dan ook altijd aan om mee te lopen met een dierenarts of met een dierenarts-docent binnen de faculteit om te zien wat je beperkingen zijn binnen deze studie."

MV

Actie schoonmakers voor betere betaling

If it ain't got that swing

wetenschap

Gentherapie

Jonge Akademie

Van de tien nieuw benoemde leden van De Jonge Akademie, de 'jeugdafdeling' van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, komen er twee uit Utrecht. De nieuw benoemde leden zijn Sarah Durston (33), die in het UMC moderne imagingtechnieken gebruikt om te kijken wat er in de hersenen van kinderen met ADHD omgaat, en fysisch geograaf Maarten Kleinhans (35), die het ontstaan en de stabiliteit van splitsingspunten in rivieren onderzoekt. Met de tien nieuwelingen telt de Jonge Akademie nu zeventig leden, van wie er zeven werkzaam zijn aan de UU. De andere Utrechtse leden zijn sociologe Beate Völker, de historici Oscar Gelderblom en Jeroen Salman, biofysicus Raymond van Ee en chemicus Bert Weckhuysen. De Jonge Akademie organiseert interdisciplinaire pelijke bijeenkomsten, geeft haar mening over maatschappelijke en politieke thema's en wil jongeren enthousiasmeren voor de wetenschap. De nieuwe leden worden op 17 maart 2008 geïnstalleerd.

Hè lekker!

'Als wij toch eens zo'n gen zouden hebben.' Dat zullen vele mannen wellicht wensen als ze lezen over het nieuwe onderzoek naar de paringsrituelen van de cichlid-vissoort waartoe ook de tilapia behoort. Deze vissoort plant zich op typische wijze voort. Het vrouwtje neemt, nadat ze haar eitjes heeft gelegd, deze in haar mond. Als ze in de buurt komt van een mannetje, opent zij haar mond waarna het mannetje zijn zaad in haar mond spuit om de eitjes te bevruchten. Drie Duitse onderzoekers ontdekten dat de mannetjes een gen hebben dat zorgt dat er bij de anaalvin gele pigmentvlekjes ontstaan die lijken op eitjes. Het vrouwtje ziet de vlekjes, denkt dat het eitjes zijn, zwemt naar het mannetje toe en doet haar mond open om de eitjes op te happen. Het mannetje grijpt zijn kans en spuit zijn zaad in haar mond.

hoe kan dat nou?

Mysterieuze stank

Wat ruik je, slachtoffer Lennart Vriens?

"Het is moeilijk te omschrijven. Het is een vieze weeïge lucht, het lijkt wel of er een dood beest ligt te rotten. Ik heb in ieder geval nog nooit zoiets geroken. Als ik m'n raam open heb staan, dan is het wel uit te houden. Maar collega's in de kamers naast mij hebben er pas echt last van. Overigens is mijn collega Ellie van Eijk er het meest mee bezig geweest, misschien is het handig als je haar even spreekt."

Ellie van Eijk, van de afdeling Personeel en Financieel Beheer van Onderwijskunde, welke actie heb je ondernomen?

"Ik ben onder andere verantwoordelijk voor de werkplekken, en uiteraard ben ik hier achteraan gegaan. Samen met medewerkers van Gebouwbeheer hebben we geprobeerd te achterhalen waar de lucht vandaan komt, maar tot nu toe nog zonder succes. Er is zelfs een schimmeldeskundige komen kijken, maar ook die kon niks vinden. In twee kamers zijn de kieren inmiddels dichtgekit, en in die kamers is de geur bijna verdwenen. Het vreemde is wel dat de geur zich verplaatst naar de kamers ernaast. In de kamer van Hein Broekkamp hangt momenteel de ergste lucht; hij moet z'n kamer soms zelfs ontvluchten."

Hein Broekkamp, is het echt zo erg?

"Meestal wel, ja. Vooral bij vochtig weer is de stank vrij ernstig. Afgelopen week viel het relatief mee, maar de twee weken daarvoor stonk het zo erg dat ik op een andere kamer ben gaan werken. Het lijkt wel alsof de geur uit de kruipruimte komt. Het is vooral vervelend wanneer ik mensen op m'n kamer moet ontvangen, zoals studenten met wie ik dingen moet overleggen."

Wat gaat er nu gebeuren, hoofd IDC Gebouwbeheer, Christiaan 't Jong?

"Toevallig heb ik er vanmorgen nog een overleg over gehad. We hebben besloten dat de Technische Dienst van het FBU op korte termijn alle kieren op de kamers in die betreffende gang gaat dichtkitten. Dat kitten blijkt tot nu toe namelijk nog de beste oplossing te zijn geweest. Dat de lucht uit de kruipruimte komt lijkt het meest waarschijnlijk, maar ook daar hebben we niks bijzonders aangetroffen. Het blijft een vreemde zaak die ik in de gaten zal houden."

MV

Ublad hoeft niet te schrappen in archief

De klager, die in zijn studententijd het Ublad te woord stond, stelde in zijn klacht dat hij, nu hij werkzaam is als adviseur, hinder ondervindt van de publicaties op de website van het Ublad, die door potentiële klanten regelmatig 'gegoogeld' zouden worden. Het Ublad stelde hier echter tegenover dat het onwenselijk is met archieven te rommelen door er stukken uit te verwijderen of deze te anonimiseren. Een 'open acces' van een archief via bijvoorbeeld Google wordt door de redactie eerder als een verworvenheid dan als hinderlijk ervaren.

Vanwege de complexiteit van de vraag schakelde de Raad voor de Journalistiek een deskundige in - adjunct hoofdredacteur Henk Blanken van het Dagblad van het Noorden. Desgevraagd meldt Blanken zich er over te verbazen dat het zo lang heeft geduurd voordat een klacht als deze is ingediend. Talloze bladen moeten inmiddels geconfronteerd worden met verzoeken om namen uit hun archieven te schrappen, terwijl er in dit soort kwesties nog geen wetgeving of juridprudentie bestaat. Zelfs interrnationaal is er weinig over deze thematiek te vinden. Pas onlangs, in augustus, was een soortgelijke belangentegenstelling als nu bij het Ublad aan de orde bij The New York Times.

Volgens Blanken is er inderdaad sprake van een belangentegenstelling, en wel tussen het particuliere, het publieke en het commerciële belang. Bij het eerste belang is het de vraag of het wenselijk is dat "iedereen voortaan door het leven moet gaan als een bekende Nederlander". Maar hier tegenover staat het publieke belang dat archieven betrouwbaar moeten zijn. En "in laatste instantie weegt het publieke belang het zwaarst", oordeelt Blanken.

De Raad voor de Journalistiek heeft op basis van dit advies beslist dat "een samenleving is gebaat bij goed functionerende, zo volledig mogelijke en dus betrouwbare archieven, waarvan de inhoud niet kan worden gewijzigd". Bovendien heeft, aldus de Raad, "de nieuwsconsument de publicaties op internet naar waarde leren inschatten. Zo kan het publiek bekend zijn met de mogelijkheid, dat de mening van een in enig bestand figurerende persoon in de loop der tijd is veranderd".

"Het belang van de klager weegt naar het oordeel van de Raad minder zwaar dan het publieke belang van verweerder. De Raad is dan ook van oordeel dat verweerder geen grenzen heeft overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is." De Raad heeft derhalve besloten dat de klacht tegen het Ublad ongegrond is, en het Ublad verzocht deze uitspraak integraal of in samenvatting te publiceren. Bij deze.

AH

Kijk voor de gehele uitspraak van de Raad voor de Journalistiek en een link naar het advies van Henk Blanken op www.ublad.uu.nl/dossiers