Zoals de bewindsman al eerder had aangekondigd, zal het bij de universiteiten weg te halen geld worden overgeheveld naar onderzoeksorganisatie NWO, dat er de bijna lege pot met gelden voor de Vernieuwingsimpuls mee mag vullen. Volgend jaar krijgt NWO voor dat doel 75 miljoen euro, vanaf 2009 is jaarlijks 150 miljoen beschikbaar voor jonge, veelbelovende onderzoekers, zo blijkt uit de begroting van het ministerie van Onderwijs. Vorige week deden in het Bestuursgebouw

nog sombere geruchten de ronde over de gevolgen van deze overheveling voor de toch al krappe Utrechtse begroting. Gezien haar marktaandeel zou de UU er volgend jaar in één klap 15 miljoen euro op achteruit gaan. Maar kennelijk heeft Plasterk begrip voor de positie van de universiteiten. In een gezamenlijk persbericht maakten het ministerie en universiteitsvereniging VSNU woensdag bekend dat er komend jaar maar 25 miljoen op de universitaire budgetten zal worden gekort. Pas in 2011 hoeft de

volledige honderd miljoen op tafel te komen. Volgens een opgeluchte Amman betekent dit dat de UU komend jaar maar een kleine vier miljoen zal moeten inleveren. "Dat

moet te doen zijn. Ik houd nog een kleine slag om de arm, omdat we volgende week pas de begrotingsbrief krijgen, waarin de maatregelen voor de Universiteit Utrecht op een rijtje zijn gezet, maar zoals het er nu naar uitziet, kunnen we deze tegenvaller opvangen zonder gevolgen voor het budget van faculteiten en diensten."

Amman beklemtoont overigens dat de UU het liever anders had gezien. "De minister wil dat

er meer geld gaat naar vernieuwend onderzoek, maar dan is het op zijn zachtst gezegd

vreemd als hij ons vervolgens kort op de beleidsruimte, waaruit wij vernieuwend onderzoek betalen." Ook decaan Wiljan van den Akker van Geesteswetenschappen is

verbaasd. "Ik ben het helemaal eens met de minister dat wij voor excellentie moeten gaan. Maar dat doen we al lang. Zijn beeld van een universiteit waar de verdelende

rechtvaardigheid nog de boventoon voert, is een pastiche van de werkelijkheid. Waar heb je de afgelopen jaren gezeten, Roland?, denk ik dan."Van den Akker maakt zich in financieel opzicht niet al te veel zorgen over de overheveling van universitair geld naar NWO. "Wij halen daar als Utrechtse alfa's de laatste tijd forse bedragen weg. Dat laat overigens onverlet dat ik het NWO-budget voor alfaonderzoek in zijn totaliteit veel te laag vind," Wel waarschuwt hij voor het risico van een disbalans tussen vast en tijdelijk personeel en voor de gevolgen voor het onderwijs. "Het geld uit de vernieuwingsimpuls is bedoeld om excellente mensen vijf jaar onderzoek te laten doen, maar ik wil mijn excellente mensen juist ook graag in het onderwijs

inzetten." Een opvallend aspect in de begroting is de forse bezuiniging op toepassingsgericht onderzoek ten gunste van fundamenteel onderzoek. De 'smart mix'-regeling, waarmee gezamenlijke projecten van universiteiten en bedrijven werden gesubsidieerd, wordt afgeschaft. Dat scheelt Plasterk 39 miljoen euro. Dat geld kan hij goed gebruiken, want omdat de aardgasbaten teruglopen, is er uit dat potje volgend jaar voor de gehele wetenschap veertig miljoen minder te besteden. Uit diezelfde aardgasbaten wordt nog wel de tweede fase van het Genomics project betaald. Het grootschalige geneticaonderzoek krijgt er de komende jaren van geneticus Plasterk 271 miljoen bij, te beginnen met 17 miljoen in 2008 oplopend naar 46 miljoen vanaf 011. Wat er met de andere onderzoeksprioriteiten ICT en nanotechnologie gebeurt, is onduidelijk. Misschien zijn die te toepassingsgericht voor deze minister.

EH / HOP

Kader

Enkele andere maatregelen

uit de onderwijsbegroting: (alle bedragen zijn structureel)

- 40 miljoen voor

kleinschaliger onderwijs, programma's voor topstudenten en het bijscholen van

docenten

- 3,3 miljoen om de studieuitval terug te dringen.

- 1 miljoen voor

het benoemen van meer vrouwelijke hoogleraren

- 12 miljoen voor grootschalige

research-infrastructuur.

Johan Vlasblom (45), medewerker Communicatie Service Centrum, is weg van de J Geils Band, een Amerikaanse band, bekend van hun wereldwijde nummer 1 hit Centerfold in 1982. Wanneer ontdekte je de J Geils Band "Toen ik zestien was, keek ik 's nachts samen met een vriend naar een Duitse muziek show. Daar zag ik de J Geils Band voor 't eerst, zes mannen in leren broeken en met zonnebrillen op. Een stevige mix van blues, soul en rock&roll. Alles viel op z'n plaats. Ik had nog nooit van de band gehoord, maar binnen een uur was ik helemaal verkocht."

Heb je de bandleden wel eens ontmoet? "De bassist van de band, Danny Klein, werd vorig jaar zestig. Zijn vrouw organiseerde toen een surpriseparty voor hem en wilde daarbij ook een aantal fans uitnodigen. Via een internet community voor J Geils Band fans, werd ik ook uitgenodigd. Ik heb drie seconden getwijfeld en de uitnodiging toen aangenomen.

Samen met een vriend ben ik naar Boston gevlogen. Voor het eerst in 23 jaar stond de band weer samen op het podium. Dat was echt geweldig. Ik heb alle bandleden gesproken en sta met ze op de foto."

En, hoe is de band in het echt?

"Het mooiste aan die ervaring vond ik dat het hele normale mensen waren. De zanger van de band, Peter Wolf, had ons een avond in een club aangeraden. Zelf ging hij er ook heen, en we hebben de hele avond staan praten. Aan het einde werden we door hem in zijn auto naar ons hotel gebracht. Het was echt leuk dat hij de tijd voor ons nam. Voor hetzelfde geld zijn je muzikale helden in het echt helemaal niet aardig."

ParaStyle:kop>

De zon straalde, er wasgeen zuchtje wind en de golven waren prachtig. De perfecte omstandigheden voor eengolfsurfwedstijd. Afgelopen zaterdag vond in Scheveningen het Nederlands StudentenKampioenschap Golfsurfen (NSKG) plaats. Samen met funsportvereniging D.E.R.M. uitAmsterdam organiseerde de Utrechtse boardsportvereniging Spin voor de tweede keerhet NSKG. Het evenement was dit jaar, naast de finale van het gewone NederlandsKampioenschap, onderdeel van het Protest Surffest.Vijftig studenten streden om een podiumplaats op de onderdelenlongboard women, longboardmen, open women enopen men. Vincent Balk, student Geowetenschappenaan de Universiteit Utrecht, is de enige UU-student die in de prijzen viel. Hijbehaalde de eerste plaats bij het onderdeel longboardmenIK

Utrechtsestudenten beoordelen hun opleiding gemiddeld met een 6.94. Dat blijkt uit de vorigeweek verschenen database Studie Keuze Informatie 2007. De klassieke universiteitenontlopen elkaar weinig.<ParaStyle:bod>Studenten in Wageningen zijn het meesttevreden over het onderwijs, de faciliteiten en de ondersteuning van hununiversiteit. Zij geven hun opleiding een 7.3. De Open Universiteit en Maastrichtvormen samen met Wageningen de top drie. Utrecht deelt met Leiden en Rotterdam eenzevende plaats. Met een minieme achterstand sluiten Groningen, Delft en de UvA derij van veertien universiteiten.De resultaten zijn gebaseerd op enqu?tes onderbijna zeventienduizend studenten en worden gebruikt voor ondermeer de websitewww.studiekeuze123.nl en de Keuzegids Hoger Onderwijs. Opmerkelijk is dat Utrechtsestudenten hun opleiding minder 'studeerbaar' vinden dan studenten elders. Uitrendementsoverzichten van de VSNU bleek vorige week juist dat Utrechtse bachelorshun programma veel sneller afronden dan hun collega's.Van zo'n tien Utrechtseopleidingen zijn er actuele gegevens over het jaar 2007. Bestuurs- &Organisatiewetenschap en Informatica blijven Utrechtse studentenlievelingetjes. Zijsteken net als Culturele Antropologie ver uit boven vergelijkbare opleidingen in hetland. Opvallende deelscores zijn de uitermate positieve beoordeling van defaciliteiten van Informatica. Negatief is het oordeel van studentenMilieu-Maatschappijwetenschappen over de manier waarop zij worden voorbereid op dearbeidsmarkt. Ook de studenten Informatica zijn daarover niet te spreken. Hetcollege van bestuur heeft al eerder aangegeven de voorlichting overloopbaanmogelijkheden voor alle UU-studenten te willenverbeteren.<ParaStyle:auteur>HOP/XB

De academische loopbaan is zeer in trek. Tussen1998 en 2005 steeg het aantal promovendi van 4201 naar 7621. In de alfa- engammahoek is de belangstelling voor een promotieplek zo groot dat niet iedereen aanbod komt.<ParaStyle:bod>Dat blijkt uit een verkenning van het Rathenau Instituut.De onderzoekers analyseerden bestaand cijfermateriaal en spraken met honderdhoogleraren over het academische loopbaanpatroon. Hoewel het onderzoek qua omvangbescheiden is, concluderen de schrijvers dat van een vervangingsprobleem doorvergrijzing geen sprake is. Vrijwel alle academische functies zijn goed tevervullen door universiteiten. Wel zijn er disciplines waar goede kandidaten schaarszijn. Dat is het geval in de b?ta- en techniekhoek, maar ook bij bestuurs- enbedrijfswetenschappen. Ondanks de groei is het aantal promovendi in Nederland nogaltijd laag in vergelijking met het buitenland, en lijkt het zinvol meerpromotieplaatsen te cre?ren. Vooral hoogleraren in de sociale engeesteswetenschappen lieten de onderzoekers weten dat ze het aio-stelsel erg duurvinden en dat dit zorgt voor een te laag aantal plaatsen. Een goedkoper stelsel zouze aan meer promovendi helpen. In de verkenning staat ook te lezen dat dedoorstroommogelijkheden in de wetenschap minder beperkt zijn dan tot nu toe werdaangenomen. Bekostiging uit de vernieuwingsimpuls van NWO blijft belangrijk. Metname de rubicon- en de veni-beurzen stellen jonge onderzoekers manier in staat eeneigen onderzoekslijn op te bouwen. Volgens VSNU-cijfers schommelde het aantalvoltijdbanen in de wetenschap tussen 1998 en 2005 stabiel rond de 22 duizend. DeRathenau-onderzoekers tellen echter ook het aantal wetenschappers bij de academischeziekenhuizen mee en komen uit op een totaal van bijna 25 duizend wetenschappers. Omdezelfde reden is ook het aantal promovendi in 2005 daarom iets groter dan de 7500die de VSNU berekende.

HOP

MV

Van de zes vragen die het Ublad in samenwerking met de Utrechtse GG&GD aan de sitebezoekers voorlegde, beantwoordden de vrouwen er gemiddeld 4.26 goed, mannen slechts 3.97. Onder vrouwen was er ook meer animo voor deelname aan de quiz dan onder mannen. Van de 98 respondenten waren er 63 vrouw. In het Ublad staat deze week de quiz afgedrukt met de daarbij behorende antwoorden.

Onder alle inzenders hebben we drie exemplaren van het bordspel 'de bedrieger bedrogen' verloot. Deze werden ter beschikking gesteld door 999 Games. De gelukkige winnaars hebben inmiddels bericht gekregen.

XB

Universiteitenvereniging VSNU houdt de moed er in. In een eerste reactie negeert de organisatie het begrotingsprobleem van Plasterk en wordt de door de minister uitgezette agenda onderschreven. Tevreden wordt geconstateerd dat het kabinet streeft naar meer studiesucces en gerichte investeringen in toponderzoek. Wel wijst de VSNU op het uitblijven van echte investeringen.

De HBO-raad noemt de OCW-begroting een ‘steun in de rug’. De hogescholen zijn blij met de financiële ondersteuning van hun plannen om allochtone studenten beter te begeleiden en meer masteropleidingen te beginnen. De HBO-raad wacht de zoektocht naar de 1,1 miljard euro voor bestrijding van het lerarentekort rustig af, zo lijkt het.

Studentenbond LSVb kan zich vinden in de uitgangspunten van begroting. “Met name de ambitie om de kwaliteit van onderwijs te verhogen en de uitval onder studenten te verkleinen, delen we”, aldus voorzitter Lisa Westerveld in een eerste reactie. “De vraag is echter of aan deze doelen kan worden voldaan als er nog een miljard van de begroting afgeschraapt moet worden voor de bestrijding van het lerarentekort”.

Ook ISO-voorzitter Bastiaan Verweij vraagt zich af wat de begroting waard is. “Aan het grootste deel van het onderwijsbudget kan nauwelijks worden getornd. Het geld zal dus van flexibele posten moeten komen, zoals de miljoenen voor kleinschaligheid in het hoger onderwijs. We hopen dat er wat van overblijft.”

Onderwijsvakbond AOb vindt de kabinetsgedachte dat het onderwijs over de hele linie beter moet mooi, maar vindt ook dat het “echte onderwijsfeestje nog moet beginnen.”

HOP

Dat blijkt uit de vorige week verschenen database Studie Keuze Informatie 2007, waarin ook de resultaten van de nationale studentenenquête zijn opgenomen. Daarvoor werden tussen 2005 en 2007 in totaal bijna 17 duizend studenten ondervraagd over het niveau van hun opleiding. De cijfers worden onder meer gebruikt voor de website www.studiekeuze123.nl en de Keuzegids Hoger Onderwijs, die later dit jaar verschijnt. Ten opzichte van vorig jaar is er nauwelijks iets veranderd. Gemiddeld worden de universiteiten gewaardeerd met een 6,98: één honderdste minder dan in 2006.

Net als in 2006 wordt Wageningen Universiteit (7,30) gevolgd door de Open Universiteit (7,20) en de Universiteit Maastricht (7,16). De andere ‘jonge’ en kleinere instellingen, de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit van Tilburg, scoren met een 6,99 en een 6,97 min of meer gemiddeld.

Ook de klassieke universiteiten ontlopen elkaar weinig: de Radboud Universiteit Nijmegen scoort met een 7,02 het hoogst, terwijl Leiden, de Amsterdamse universiteiten en Groningen schommelen tussen 6,97 en de 6,86. Utrecht sluit zich met 6.97 bij dit rijtje aan.

Het rapportcijfer dat studenten aan Utrecht geven ziet er uitgesplitst alsvolgt uit:
•voor de keuzeruimte een 7,1
•amenhang in het onderwijsaanbod: 6.9
•voor de werkvormen: 6.9
•kwaliteit van docenten: 7,3 beoordeeld
•de onderwijscommunicatie krijgt een 6,8
•studeerbaarheid: 6,6
•Gebouwen: 7,0
•Faciliteiten: 7,4

Van de technische universiteiten worden de TU/Eindhoven (7,09) en de Universiteit Twente (7,01) een fractie hoger gewaardeerd dan de meeste algemene universiteiten. De TU Delft (6,88) blijft wat achter.

Wageningen Universiteit krijgt op alle fronten veel waardering. Studenten zijn vooral te spreken over de keuzeruimte die ze krijgen (7,8), de kwaliteit van hun docenten (7,5) en de faciliteiten (7,6). Alleen op het onderdeel loopbaanvoorbereiding (6,8) is de score lager dan zeven. Toch verslaat de landbouwuniversiteit alle andere instellingen op dat punt.

De hogescholen scoren met een gemiddelde van 6,69 drie tiende lager dan de universiteiten. Het hbo verliest vooral terrein met de waardering voor docenten, gebouwen, faciliteiten en vakinhoud. Op deze onderwerpen scoren universiteiten ongeveer een half punt hoger.

HOP