Nieuws

Ook Plasterk overweegt bekostiging te beperken

Tijdens een overleg met studentenorganisaties ISO en LSVb reageerde Plasterk op de uitgelekte plannen van hogescholen en universiteiten voor het nieuwe bekostigingsmodel. Die willen in de toekomst een hoog collegegeld kunnen vragen aan trage studenten. Vooral de LSVb is bezorgd over de gevolgen.

Plasterk vindt echter dat je van een student mag verwachten dat hij niet eindeloos doorgaat met studeren. “Los daarvan is er niets besloten. Ik ben met VSNU en HBO-raad in gesprek over de nieuwe bekostiging. Dat de hogescholen en universiteiten het met elkaar eens zijn vind ik mooi, maar dat wil niet zeggen dat ik hun plannen zomaar overneem. Als de koepels klaar zijn ga ik met de studentenbonden in conclaaf en daarna formuleer ik er zelf een oordeel over. Er staat nog niets vast.”

Intussen is studentenbond LSVb de enige grote belangenbehartiger in het hoger onderwijs die zich tegen gelimiteerde bekostiging van studenten blijft verzetten. Het ISO is – net als HBO-raad en VSNU – van mening dat het niet realistisch is om veel meer te eisen dan de bekostiging van één bachelor en één master, excellente studenten uitgezonderd.

Plasterk ging overigens ook in op de bekostigingsplannen van LSVb en ISO. Beide clubs vinden dat het helemaal anders moet. Ze hebben afzonderlijk van elkaar een model ontwikkeld met een diplomabonus die goed is voor een kwart van de subsidie en een basisbekostiging – de vaste voet – van eveneens 25 procent. Het ISO wil dat de overige vijftig procent via het aantal ingeschreven studenten wordt verdeeld. De LSVb vindt dat percentage te hoog en houdt het op 35 procent. De bond wil vijftien procent van de bekostiging reserveren om kwaliteit te belonen. Instellingen met goede studentenoordelen of een gunstige student-docentratio zouden daar voor in aanmerking komen.

Dat plan kan op sympathie van de minister rekenen. “Maar de kwaliteit moet wel meetbaar zijn”, waarschuwde hij. “Als je vijftien procent reserveert voor kwaliteit, moet je voorkomen dat het ondanks de goede bedoelingen niet klakkeloos bij de vaste voet wordt opgeteld.” Plasterk beloofde de LSVb er serieus naar te kijken.

HOP

LSVb tegen 'perverse' prikkels

Dat staat te lezen in de notitie ‘Bekostiging hoger onderwijs’, die de Landelijke Studentenvakbond vandaag (30 mei) aan minister Plasterk aanbiedt. Als het aan de LSVb ligt krijgen hogescholen en universiteiten straks 35 procent van hun inkomsten op basis van ingeschreven studenten en 25 procent als vaste voet.

Om te voorkomen dat de instellingen hun studenten te lang binnenhouden is nog eens een kwart van hun budget afhankelijk van de hoeveelheid diploma’s die ze uitreiken. Dat is grofweg de helft van de huidige diplomabekostiging. De verleiding om trage studenten uit financiële motieven een ‘genadezesje’ te geven is nu te groot, vindt de LSVb.

De resterende vijftien procent van hun budget kunnen instellingen verdienen door de kwaliteit van hun onderwijs te verbeteren. Bijvoorbeeld door hun opleidingen kleinschaliger te maken, massaliteit tegen te gaan en de student-docentratio te verbeteren.

HOP

Dekoor in 'Korenslag'

Korenslag wordt gepresenteerd door Henny Huisman. Aan het programma gingen 120 audities vooraf, waaruit vijftien koren zijn geselecteerd, waaronder dus het Utrechtse close-harmonykoor.

In Dekoor zingen bijna 30 studenten allerlei soorten, maar vooral swingende, muziek. Eerder baarde het koor opzien met een optreden samen met zangeres Matilde Santing op een door de UU georganiseerde, Culturele Zondag.

AH

SP tegen student-promovendi

Enkele universiteiten willen hun promovendi geen salaris meer geven, maar een studiebeurs. De onderzoekers bouwen dan geen pensioen op en vallen niet onder de gewone CAO. “Met dit stelsel wordt het voor promovendi aantrekkelijker om schoonmaker te worden”, zegt SP-Kamerlid Jasper van Dijk. “Dat draagt natuurlijk niet bij aan een optimaal onderzoeksklimaat.”

Beurspromovendi zijn een stuk goedkoper dan gewone werknemers, waardoor de universiteiten ook meer promovendi zouden kunnen aanstellen. Daarom proberen de instellingen het bursalenstelsel opnieuw in te voeren. Tot nu toe floot de rechtbank hen telkens terug.

Voormalig onderwijsminister Van der Hoeven, die nu EZ bestuurt, was ook tegen. Hoe minister Plasterk erover denkt, is nog niet bekend. Vanmiddag (30 mei) overlegt hij met de Tweede Kamer over het onderzoeksbeleid.

Universiteitenvereniging VSNU spreekt geen voorkeur uit, maar wijst er wel op dat de promotiefase in het buitenland meestal als een opleiding wordt beschouwd.

HOP

Hoger Onderwijs minder gewilde werkgever

Meer dan drieduizend hoogopgeleiden met een werkervaring van ongeveer vijf jaar kregen van zakenblad Incompany onder meer de vraag voorgelegd waar ze het liefst zouden werken. De top-drie van de lijst wordt – weinig verrassend – aangevoerd door de megaconcerns Shell, ING en Rabobank. Op plaats 120 is de TU Delft de eerst genoemde universiteit. Utrecht staat op de 188ste plaats, nog na bijvoorbeeld Amsterdam (UvA: 126, VU: 167), Tilburg (132), Leiden (138) en Groningen (151).

In 2006 was de oogst van het hoger onderwijs beter. Toen stonden de Rijksuniversiteit Groningen en de Vrije Universiteit de top-honderd, op de plaatsen 88 en 98. Al met al vindt Incompany-hoofdredacteur René Gerhardus dat de universiteiten en hogescholen het toch nog redelijk doen, “zeker als je bedenkt dat er in totaal vierduizend werkgevers zijn genoemd.”

Het ministerie van OCW staat trouwens op plaats 41 en is daarmee de meest populaire werkgever in de onderwijssector. NWO scoort met plaats 362 erg laat. De Hogeschool Utrecht is trouwens met zijn 291ste positie ook niet al te populair.

HOP

Beter bacheloronderwijs

Bij zijn aantreden als VSNU-voorzitter zei Sijbolt Noorda begin dit jaar dat de universiteiten nog een wereld te winnen hebben als ze er in slagen hun bacheloronderwijs intensiever en gevarieerder te maken. Ze hoeven het wiel niet allemaal zelf uit te vinden, benadrukte hij in een interview: “Als Twente een succesvolle methode tegen studie-uitval verzint, moeten de andere universiteiten die eenvoudig kunnen overnemen.”

Een eerste kans krijgen ze tijdens vier door de VSNU georganiseerde bijeenkomsten in Groningen, Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven. Daar presenteren ze elkaar hun succesnummers op het gebied van realistische studievoorlichting en selectie & doorverwijzing van eerstejaars.

Steeds meer universiteiten bieden maatwerk. Niet alleen aan topstudenten (honoursprogramma’s en university colleges), maar ook aan studenten die uit de boot dreigen te vallen. De Rotterdamse en Utrechtse psychologieopleidingen bijvoorbeeld onderscheiden zich op dit punt met hun intensieve onderwijs aan eerstejaars.

Aansluitend op de bijeenkomsten wil de VSNU een website met best practices lanceren.

HOP

Niet-Europese afgestudeerden mogen langer blijven

Dat heeft het kabinet afgelopen vrijdag afgesproken in de ministerraad. Tot nu toe hebben afgestudeerde starters van buiten de EU maar drie maanden om een baan te vinden, waarbij bovendien een startsalaris wordt geëist van minstens 34 duizend euro.

De versoepeling van de startersregeling volgt op adviezen van de Sociaal Economische Raad (SER) en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ). Die wezen er eerder dit jaar al op dat de strikte regeling voor buitenlandse kenniswerkers haaks staat op de ambitie om meer hoogopgeleiden naar Nederland te ‘importeren’.

Het verlaagde startsalaris van 25 duizend euro staat meer in verhouding tot wat afgestudeerden in de praktijk kunnen verdienen.

Overigens moeten buitenlandse starters zichzelf kunnen bedruipen in de periode tussen opleiding en eerste baan: ze kunnen geen beroep doen op een Nederlandse bijstandsuitkering.

HOP

OBP’ers weg bij Geesteswetenschappen

De reorganisatie van de ondersteunde diensten werd vorig jaar al aangekondigd. Toen werd duidelijk dat de faculteiten Wijsbegeerte, Godgeleerdheid en Letteren per 1 januari 2007 zouden opgaan in de faculteit Geesteswetenschappen. De drie faculteiten werden herschikt in zes departementen, zeven undergraduate schools voor bacheloropleidingen, zes academic schools en één graduateschool voor masteropleidingen en vier onderzoeksinstituten. Nu zijn de nog gescheiden ondersteunende diensten als secretariaten,personeelszaken en financiën aan de beurt.

Het doel van de reorganisatie is, volgens het bestuur, gericht op de totstandkoming van één bedrijfsvoeringsorganisatie waarin al het OBP is opgenomen. Hiertoe worden zes zogenoemde functionele ketens opgericht zoals 'onderwijs- en studentenzaken' en 'bestuurlijke en beleidsondersteuning'. In de ketens wordt expertise gebundeld waardoor in de loop van januari 2008 een doorzichtige, meer professionele en minder kwetsbare ondersteunende organisatie moet ontstaat.

Hoewel niemand de noodzaak van de reorganisatie ontkent, zijn er toch ook zorgen, zo bleek tijdens de voorlichtingsbijeenkomst voor het OBP vorige week. Vooral natuurlijk omdat bekend werd dat een aantal werknemers ontslag krijgt. Momenteel zijn er tegen de tweehonderd OBP'ers die samen 135 fte's bekleden. In de nieuwe organisatie is behoefte aan 133 fulltime functies. Een miniem verschil, maar doordat sommige functies in aantal worden teruggebracht of inhoudelijke veranderen en er zo'n vijftig nieuwe functies ontstaan, is de verwachting dat niet iedereen herplaatst kan worden. Dit ondanks plannen voor bijscholing. Van de werknemers die de faculteit moeten verlaten, vertrekt een percentage via natuurlijk verloop, maar voor zo'n twintig mensen wacht ontslag.

Een andere angst onder de OBP'ers is dat collega's met een aflopend contract vervroegd zullen vertrekken, waardoor gaten in de organisatie ontstaan en de al hoge werkdruk nog eens zal toenemen. Sinds bekend is dat er een reorganisatie op stapel staat, hebben nieuwe werknemers alleen nog tijdelijke contracten gekregen waarvan de meeste op 1 januari 2008 aflopen. Werknemers met zo'n tijdelijk contract vragen zich bovendien af of zij nog een toekomst hebben bij de faculteit.

Daarnaast zijn er inhoudelijk nog vragen over de nieuwe organisatiestructuur. Zo is onduidelijk of er geschrapt gaat worden in het aantal werknemers dat direct contact heeft met studenten. Een dergelijke invulling zou ongewenst zijn bij de studentrijke faculteit die over vele locaties in de binnenstad en De Uithof is verspreid, aldus de OBP'ers.

Stinkende best

De personeelsgeleding blijkt goed geluisterd te hebben naar de OBP'ers. Zo weet ze tijdens de faculteitsraad twee dagen later een belofte van het bestuur te krijgen over de organisatieomvang. Deze wordt nu aangepast als blijkt dat de organisatie na nadere uitwerking in de komende maanden dat vereist. Zo'n "reparatiekist" zoals decaan Van den Akker het verwoordt, heeft hij in de kast staan. "We zouden op ons achterhoofd gevallen zijn, als we op dat moment géén maatregelen zouden nemen."

Ook belooft directeur Dirk -Jan van den Boer zijn "stinkende best" te doen om collega's die niet herplaatst kunnen worden bij Geesteswetenschappen binnen en in tweede instantie buiten de universiteit aan een andere baan te helpen. Maar een toezegging om medewerkers van de financiële afdeling te ontzien als het gaat om ontslag, kan hij niet doen. Dat past volgens hem niet binnen de regels van een reorganisatie. De faculteitsraad vraagt hierom, omdat er op universitair niveau ook een reorganisatie op handen is van alle financiële afdelingen tot een groot servicecentrum.

Daarnaast blijkt de zorg over de collega's met tijdelijke contracten toch aangekomen te zijn bij het bestuur. Deze medewerkers worden in september uitgenodigd voor een gesprek om samen "tot een plan te komen". Om hoeveel OBP'ers het gaat, is nog niet bekend. Daar wordt nu naar gekeken.

Na een verheldering van het bestuur om de dienstverlening aan de studenten zeker niet te verslechteren en na al de toezeggingen van het bestuur gaat de faculteitsraad die druk bezocht werd door OBP'ers, akkoord met het reorganisatieplan.

De volgende stap wordt gezet door het college van bestuur. Dat overlegt op 27 juni met het Lokaal Overleg waarin de bonden zijn vertegenwoordigd. Als ook zij tot overeenstemming komen, kan begonnen worden met de nadere uitwerking van de nieuwe organisatie bij Geesteswetenschappen.

GK

Peter is UITband 2007

Peter moest het opnemen tegen De Tritonband en Hello Lucy. De driekoppige jury met daarin onder andere de drummer van de UITband van 2004 en 2005, vond het studentikoze gehalte van De Tritonband erg positief maar de muzikale talenten van de roeiers ietwat tegenvallen. Hello Lucy was daarentegen teveel op een rockpubliek gericht. De vijf jongens van Peter zaten op de gulden middenweg en kregen het hele publiek mee.

De bandleden van Peter mogen tijdens de introductiedagen op de grote podia optreden. Op 6 juni nemen ze hun single op die aan alle UITlopers en UITmedewerkers uitgedeeld zal worden. Hun winnende lied is vanaf volgende week te beluisteren op www.introductie-utrecht.nl.

IR

PvdA tegen hoog collegegeld Surinamers

Op dit moment betalen de achthonderd Surinamers die hier studeren nog het standaardtarief van ongeveer 1500 euro. Maar straks betalen ze net zoveel als andere studenten van buiten de Europese Unie. Dat kan oplopen tot bedragen van duizenden euro’s per jaar.

PvdA-kamerleden Marianne Besselink en John Leerdam vinden dat er voor Surinaamse studenten een uitzondering moet gelden. “Er is een contract tussen Nederland en Suriname over studenten”, zegt Besselink desgevraagd. “Nederlanders kunnen zonder problemen in Suriname op stage en Surinamers kunnen tegen normale tarieven in Nederland studeren. Dat contract is volgens mij niet opgezegd, en dus vragen we minister Plasterk om het na te leven.”

HOP