Nieuws

‘Innovatieplatform méér dan ondernemersclub’

VVD-kamerlid Charlie Aptroot beklaagde zich onlangs over het gebrek aan ‘echte ondernemers’ in het nieuwe Innovatieplatform en vroeg de minister-president om opheldering. Balkenende stelt in zijn antwoord niet met die opmerking uit de voeten te kunnen. “Mij is niet geheel duidelijk wat uw definitie van een echte ondernemer is”, schrijft hij. Ook wijst de premier er op dat het ‘IP’ zeven leden uit de private sector telt.

Het Innovatieplatform is er volgens de VVD vooral voor de bevordering van ondernemerschap en moet worden aangejaagd door ondernemers zelf. Balkenende schrijft dat het platform veel breder is, omdat het ook binnen de overheid, de wetenschap en het onderwijs moet zorgen voor een innovatieve en ondernemende cultuur. Bovendien zijn de ontwikkeling van waterbeheer, energie en de zorgsector aan het takenpakket van de club toegevoegd. “De samenstelling van het IP weerspiegelt die brede taakopdracht”, aldus Balkenende.

HOP

Geen vakantietaal meer bij Geesteswetenschappen

De universiteitsraad luidde vorig jaar de noodklok over de taalverwervingscursussen van met name Engels en Spaans. Deze opleidingen konden de grote toeloop van belangstellende niet-hoofdvakkers niet aan. Volgens de raad moest het college van bestuur extra middelen beschikbaar stellen om de keuzevrijheid in het Utrechtse onderwijsconcept te waarborgen en de internationaliseringsambities waar te maken.

De universitaire talenopleidingen stelden echter niet alleen problemen te hebben met de grote aantallen studenten, maar ook met het verwachtingspatroon van veel studenten. Een grote groep wil zich slechts de basisbeginselen van een vreemde taal eigen maken en heeft geen interesse in de wetenschappelijke aanpak van de universitaire opleidingen. Cursussen worden vaak niet afgemaakt, waardoor de opleidingen geld mislopen.

De faculteit Geesteswetenschappen kwam daarom met het voorstel deze studenten te verwijzen naar het James Boswell Instituut (JBI). Dat universitaire taleninstituut op het Kromhoutterrein biedt vanaf september onderwijs in tien talen aan tegen gereduceerde tarieven. Studenten betalen straks 45 euro voor tien lessen, terwijl dat eerder meer dan 200 euro was. Ook medewerkers van de universiteit zijn vanaf september voordeliger uit. Zij betalen 90 euro voor de cursussen.

Overigens kunnen niet-hoofdvakkers die wel interesse hebben in een wetenschappelijke analyse van een vreemde taal nog steeds terecht bij de universitaire talenopleidngen. Voor deze groep wordt speciaal bijvak-onderwijs ontwikkeld, waarmee bijvoorbeeld de profileringsruimte gevuld kan worden.

In de commissie Onderwijs & Onderzoek toonden universiteitsraadsleden zich dinsdag tevreden met deze oplossing.

XB

Kijk voor meer info over de nieuwe talencursussen van het James Boswell Instituut: www.jbi.uu.nl/

Najib Amhali leukste cabaretier

Dat blijkt uit het Nederlandse Humoronderzoek 2007 van marktonderzoekbureau Intomart GFK. Het voerde een steekproef uit onder ruim 1400 willekeurige Nederlanders, waaronder studenten.

Oudere cabaretiers als Seth Gaaikema (4,7), Freek de Jonge (5,4), Brigitte Kaandorp (5,6), André van Duin (6,1) en Youp van het Hek (6,5) krijgen veel minder studentenhanden op elkaar.

In de categorie komische tv-programma’s lachen studenten het hardst om Onder de tram en De Lama’s, beide goed voor een 7,8. Dit was het nieuws (7,7) en de Mike & Thomas Show (7,5) doen daar weinig voor onder.

Fokke & Sukke (7,5) is de populairste cartoon onder studenten, gevolgd door Gummbah (7,1). Sigmund en Hein de Kort blijven daar ver bij achter.

HOP

Studieschulden hoger en moeilijker inbaar

Dat signaleert de Informatie Beheer Groep in haar jaarverslag over 2006. Vier jaar geleden werd 89 procent van de langlopende studieschulden zonder tussenkomst van een deurwaarder geïnd. In 2006 lukte dat nog maar in 86 procent van de gevallen.

Onderzoek heeft uitgewezen dat de minder gunstige economische conjunctuur daarbij een rol speelde, maar dat dit ook een effect is van de prestatiebeursmaatregelen die sinds 1997 zijn genomen. Die leiden tot hogere schulden en die worden volgens de IB-Groep slechter terugbetaald.

Een woordvoerder laat desgevraagd weten dat de gemiddelde studieschuld per student in drie jaar tijd met 29 procent is gestegen: van 6200 euro in 2003 naar 8000 in 2006.

Uit het jaarverslag blijkt overigens dat ‘Groningen’ vorig jaar minder klachten kreeg, die bovendien minder vaak gegrond bleken.

(HOP)

tatort

Bling, bling

Je bent in elk geval niet de eerste. Als je donderdagmiddag om een uur of half drie bij de studentenvereniging aan komt, is er al een dozijn fietsen gepimpt. Ze staan netjes op een rijtje, in de zon, zodat de rood-wit-blauwe verf kan drogen. De pr-commissie van Unitas heeft bedacht dat ze fietsen, van leden en niet-leden, Koninginnedagproof willen maken. Het pleintje voor de sociëteit ligt vol met spuitbussen met de Hollandse driekleur of het koninklijk oranje.

Het is een ludieke actie, maar de studenten nemen het serieus. Zodra je afstapt, springen er meteen twee commissieleden, Nienke en Josephine, op je fiets af. Met het enthousiasme van een paar ontsnapte tbs'ers bewerken ze je fiets en nog voor je enige voorkeur uit hebt kunnen spreken, is hij veranderd in een knaloranje geval met een goud gespoten stuur. Bling bling. Als finishing touch wikkelt Josephine een bloemenkrans om je frame heen en plakt Nienke plastic bloemetjes op je koplampen. "Mooi he?" zegt ze trots.

Nou en of.

Tot slot spuit iemand de initialen van de vereniging op je spatbord (het blijft immers een pr-stunt) en mag je vervolgens op een tuinstoeltje plaatsnemen. Behalve als je het niet erg vindt dat je kleren dezelfde kleur krijgen als de verf, moet je even wachten totdat de boel is opgedroogd. Dat is niet vervelend. Het is errug lekker weer en er is frisdrank en chocolate chip cookies. Uit de openstaande voordeur van de Unitas-sociëteit klinkt harde jumpmuziek.

Van een afstandje kijkt een jongen naar de gepimpte fietsen. Zijn fiets is nog normaal, wat wil zeggen dat die zichtbaar roestig is en de verf er af bladdert. Je ziet hem denken: wat is beter? Dit roestige geval of zo'n stortvloed aan kleurstoffen? Als Nienke de twijfel ziet, schiet ze hem meteen aan. "We maken 'm echt héél mooi. Echt."

Het is de belofte die de jongen over de streep trekt. Opnieuw schieten de dames van de pr-commissie op de fiets af en binnen no time kleurt hij plechtig rood-wit-blauw. Of de jongen het er leuk uit vindt zien? Ja hoor, zegt hij. Helemaal hip.

Vijf minuten later, als de pr-commissie op de tuinstoeltjes zit en chocoladekoekjes eet, staat de jongen in zijn eentje bij zijn fiets. Met een spuitbus in zijn hand. Toch te weinig Koninginnedagproof.

in beeld

Vraagtekens rond methaan

'Geen bewijs voor uitstoot methaan.' Dat is de verrassende kop boven een artikel van vijftien onderzoekers, onder wie de Utrechtse plantenfysiologen Hendrik Poorter en Rens Voesenek dat deze week in het blad New Phytologist werd gepubliceerd. De verrassing zat hem in het feit dat het vooraanstaande blad Nature ruim een jaar geleden op gezag van de Utrechtse klimaatwetenschapper Thomas Röckmann en diens Duitse collega Frank Keppler precies het omgekeerde had gemeld.

De ontdekking van Röckmann dat planten methaan produceren, baarde indertijd bij biologen groot opzien, vertelt Poorter. "Wij vroegen ons af of hij als niet-bioloog wel had gezorgd voor de juiste onderzoeksomgeving en we besloten om het experiment met collega's uit Wageningen en Nijmegen onder goed gecontroleerde omstandigheden te herhalen. Maar wat we ook vonden, methaan was er niet bij."

Poorter vermoedt dat het opmerkelijke resultaat van Röckmann samenhangt met het feit dat diens planten zich tijdens de meting in een afgesloten ruimte bevonden. "Als de kooldioxide daar is opgebruikt, gaan er mogelijk andere processen optreden dan bij planten in de vrije natuur. In ons experiment kregen de planten voortdurend nieuwe CO2 toegediend en was van uitstoot van methaan nagenoeg geen sprake."

Röckmann zegt dat de publicatie van de biologen, waarover hij overigens vooraf was ingelicht, aanleiding is om zijn meetmethode kritisch te overdenken. "Natuurlijk zijn wij een beetje geschrokken, want wij hebben nog geen proces gevonden dat onze resultaten kan verklaren. Het is inderdaad denkbaar dat onze onderzoeksopzet invloed heeft gehad, maar aan de andere kant kan ik me moeilijk voorstellen dat alleen daardoor opeens een heel nieuw proces op gang zou komen. Ik hoop dat we de zaak de komende tijd samen verder kunnen uitzoeken."

Verzetsdaden in een digitale tentoonstelling

"Ik heb tien oud-studenten opgespoord van wie ik door de tentoonstelling van vorig jaar al wist dat zij een actieve rol hadden gespeeld in het verzet. Ze zijn voor de camera geïnterviewd. Je ziet echte emoties en dat maakt de verhalen veel persoonlijker dan als je ze zou lezen", vertelt de in 2003 gepensioneerde historicus Frits Broeyer.

Broeyer is redacteur van de webtentoonstelling. Hij zet hiermee het werk voort dat hij deed voor de 'Lustrumcommissie 4 mei'. Deze commissie maakte vorig jaar een tentoonstelling over UU-studenten in het verzet. De tentoonstelling was zo succesvol dat al snel werd gesproken over een digitaal en permanent vervolg. Broeyer besloot gelijk enthousiast de archieven in te duiken. Naast de filmpjes van de geïnterviewden bevat de tentoonstelling veel foto's en andere documenten uit de verzetsperiode.

Rutger Matthijsen, inmiddels 85 jaar, is één van de oud-studenten die heeft meegewerkt aan deze overzichtstentoonstelling. Hij behoorde onder andere tot de groep van vijf studenten die brand stichtten in de studentenadministratie in het Academiegebouw in de nacht van 12 op 13 december 1942. Ze gingen over tot deze daad nadat bekend werd dat de Duitsers 7000 Nederlandse studenten wilden oproepen om voor hen te werken. De verzetsstudenten wisten dat de Duitsers de gegevens van de studentenadministratie nodig hadden om een selectie te kunnen maken en besloten over te gaan tot actie. "Maar ik wil niet dat alle eer naar mij gaat. Eigenlijk ben ik per toeval woordvoerder geworden van deze verzetsdaad. De vier andere oud-studenten zijn inmiddels overleden, maar zij hebben evenveel inzet en moed getoond als ik."

"Die brand", zegt Matthijsen, "was aanvankelijk helemaal niet de bedoeling. We gingen eigenlijk alleen naar het Academiegebouw om te kijken hoe we die belangrijke studentendossiers zouden kunnen vernietigen. Een medestudente, Anne Maclaine Pont, had zich verstopt in het werkhok van de schoonmaakdienst. Toen de conciërge ´s avonds als laatste het gebouw verliet, kon zij ons binnenlaten met de sleutel die in het conciërgehok hing. Toen we eenmaal bij de administratie waren, besloten we spontaan de dossiers maar te verbranden. Heel toevallig had ik nog een pakje lucifers in mijn zak. Er zaten er nog maar vier in. Het kwam goed van pas dat Geert Lubberhuizen en ik allebei Scheikunde studeerden. Daardoor konden we namelijk goed inschatten hoe we alle dossiers in één keer konden verbranden zonder veel lucifers te gebruiken. De gegevens stonden op een soort hard karton wat niet zo goed brandde. We besloten daarom proppen te maken van de dossiers, en deze aan te steken met behulp van dun kopieerpapier wat wél goed brandde. Dat werkte zo goed dat we daarna snel het Academiegebouw uit zijn gevlucht. Gelukkig stond er die nacht een luchtwachtdienst op de Dom die de brand snel in de gaten had. Achteraf heb ik gehoord dat de brandweer binnen een kwartier ter plekke was. Gelukkig maar, anders was misschien het hele Academiegebouw in vlammen op gegaan. Dat was natuurlijk ook niet onze bedoeling geweest!" Uiteindelijk heeft de brand alleen de faculteitskamer van Wis- en Natuurkunde bereikt. Een bronzen beeldje dat half was gesmolten, is het enige dat overbleef na de brand. Dat beeldje staat nu in het Academiegebouw bij een gedenkplaat die vorig jaar is onthuld ter herinnering aan de brand.

Matthijsen kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn verzetsdaden. "Angstig was ik niet, maar natuurlijk moest ik voortdurend goed uitkijken. Op een gegeven moment leer je hoe je je op straat moet gedragen. Zo droeg ik altijd wat oude kleren en zag ik er onverzorgd uit. Ik probeerde me een beetje lummelig te gedragen waardoor soldaten mij minder snel aanhielden. Ook zocht ik nooit oogcontact met soldaten, want dan wist je zeker dat je je moest legitimeren. Het was een onrustige tijd."

Hij vindt dat hij veel geluk heeft gehad tijdens zijn verzetsperiode."Met andere verzetsstrijders is het minder goed afgelopen. Vanaf 1942 tot 1945 heb ik niks kunnen doen aan mijn studie, maar na de bevrijding ben ik meteen weer begonnen en heb ik in 1951 mijn doctoraal gehaald. Ik heb vrij snel weer mijn oude leven opgepakt."

MV

Meer verhalen van oud-studenten zijn vanaf vrijdagavond 4 mei op de website verzet.library.uu.nl te vinden.

hoe kan dat nou?

Posters vragen om rust in collegezaal

Adinda Gregoire, studente Psychologie en lid van het faculteitsbestuur, wat is er aan de hand?

"We hebben een commissie opgericht om op een ludieke manier duidelijk te maken dat veel studenten last hebben van andere studenten in de collegezaal. Sinds vorige week staan er verrijdbare posterborden in collegezalen. Op zo'n poster staat bijvoorbeeld de tekst 'een goede psycholoog moet ook kunnen luisteren'. Ze hangen nu ook op andere plekken in het Langeveldgebouw. Bovendien kunnen docenten de afbeeldingen opnemen in hun powerpointpresentaties. "

Is het dan zo erg met die overlast?

"Alle opleidingscommissies horen hier al jarenlang klachten over. En zelf maak ik het ook vaak mee dat studenten te laat binnenkomen, de deur met een klap dichtgooien en vervolgens in de collegebank uitwijden over de seksuele escapades van het weekeinde. Andere studenten kunnen zich dan echt niet concentreren. Daarbij is het behoorlijk onbeschoft ten opzichte van de docent."

Studenten die andere studenten corrigeren, gaat dat geen vervelende sfeer geven?

"We doen het met humor. Maar dan nog: je mag toch wel op een vriendelijke manier vragen of het wat minder kan? Ik doe dat zelf vaak in een collegezaal en meestal helpt dat gewoon. Het is ook geen kwade wil. Velen zijn zich niet bewust van de overlast die ze veroorzaken."

Marcel van Aken, hoogleraar Ontwikkelingspsychologie; een goede actie?

"Ik vind het prima om hier aandacht aan te besteden. Ook mij lijkt het vrij normaal dat studenten elkaar corrigeren. Op onze internetfora blijkt ook dat studenten goed om kunnen gaan met kritiek van medestudenten. Maar dat neemt niet weg dat ik het ook een verantwoordelijkheid van de docent vind om de orde te bewaren. Studenten die hinderlijk zitten te kletsen, krijgen het van mij echt wel te horen."

U was minder positief Robert Maier, universitair hoofddocent bij ASW ...

"Ach, bij een saai verhaal zou ik als student misschien zelf ook gaan gapen en andere dingen gaan doen. Het belangrijkste blijft toch dat de docent zorgt voor een interessant college en een goede sfeer. Daarnaast kun je studenten aanspreken op hun gedrag. Dat kun je een keer doen, misschien een tweede keer, maar dan houdt het wel op. En of dit soort plaatjes dan helpen ....? Maar ik ben verder niet tegen deze actie, hoor. Ik ben sceptisch."

wetenschap

Schoon Brabant

Toptalent

Acht laatstejaars studenten of net afgestudeerden van de Universiteit Utrecht krijgen van onderzoeksorganisatie NWO een Toptalent-subsidie van maximaal 180.000 euro per persoon. Met het geld kunnen zij hun eigen creatieve onderzoeksideeën vormgeven in een vierjarig promotieonderzoek. 'Toptalent' is een nieuwe subsidievorm van NWO, bedoeld om het promoveren aantrekkelijker te maken. Minister Plasterk heeft voor dit doel in totaal 16 miljoen euro beschikbaar gesteld, een bedrag dat in twee rondes zal worden verdeeld. Voor deze eerste ronde kreeg NWO 128 aanvragen, waarvan er 41 zijn gehonoreerd. De acht Utrechtse toptalenten vertegenwoordigen een breed scala aan onderzoeksterreinen, variërend van sterrenclusters en competitie tussen planten tot de vraag wat er precies in ons brein gebeurt vlak voordat we aan tafel gaan.

Academisch gen

Een slimme bacterie met een voorkeur voor academische ziekenhuizen. Dat is de curieuze kostganger van ons darmstelsel, die onderzoeker Janetta Top in haar proefschrift beschrijft. Enterococcus faecium werd lange tijd als onschuldig beschouwd, maar veroorzaakt steeds vaker moeilijk te bestrijden uitbraken van infecties in ziekenhuizen. Top, die volgende week in Utrecht promoveert, ontdekte dat de bacterie zich genetisch aan de ziekenhuisomgeving heeft aangepast. Stammen die bij ziekenhuispatiënten voorkwamen, bleken een gen te bezitten dat bij stammen in gezonde proefpersonen ontbrak. De promovenda vermoedt dat de bacterie zich dankzij dat 'academische' gen gemakkelijk in ziekenhuizen verspreidt, met een duidelijke voorkeur voor universitaire ziekenhuizen. Verder onderzoek moet uitwijzen of risicopatiënten - in de verre toekomst - gevaccineerd kunnen worden tegen deze infecties, schrijft de promovenda in een korte samenvatting voor leken onder het kopje 'Eenvoudig verhaal'. Behalve voor haar onderzoek verdient zij zeker ook hulde voor dat toegankelijke stukje tekst.