Nieuws

wetenschap

Angstcentrum

Plasterks laatste?

Kort voor zijn benoeming tot minister haalde Ronald Plasterk vorige week het nieuws als mede-auteur van een artikel over de worm C.elegans, zijn favoriete onderzoeksobject. In dat artikel in PLoS Genetics meldt de Wageningse onderzoeker Jan Kammenga de vondst van een stukje DNA dat bepaalt of het wormpje in de kou harder groeit dan bij normale temperaturen. Een normale C. elegans wordt als hij opgroeit bij tien graden, 33 procent langer dan als hij opgroeit bij 25 graden. Er was altijd gedacht dat het ging om een ingewikkeld proces, maar in C. elegans bleek de temperatuur regulering simpel in elkaar te zitten. De variatie in lichaamsgrootte fascineert biologen al jaren. Bij lage temperaturen planten dieren zich later voort. Om dit te compenseren moeten zij meer nageslacht krijgen of zorgen dat al het nageslacht overleeft. Dat lukt beter als ze groot zijn en dat zou de extra groei bij lage temperaturen kunnen verklaren.

Rotte appels

Iedereen kan er wel zo eentje aanwijzen: een sikkeneurige en sarcastische collega die bij alles de kont tegen de krib gooit. Vooral negeren is dan vaak de reactie. Helemaal fout, menen onderzoekers van de Universiteit van Washington in Research in Organizational Behaviour. Dit zijn de rotte appels die meteen uit de kist moeten worden gehaald. Een enkele negatief ingestelde medewerker kan de sfeer in een organisatie grondig verpesten, zo wijst onderzoek van de Amerikanen uit. Zij adviseren de probleemgevallen zo veel mogelijk alleen te laten werken. En als dat niet helpt: ontslaan.

tatort

De gele dwarsfluiter

Zelden is het zo druk geweest in de Aula van het Academiegebouw. Een snelle som; alle stoelen, twee keer dertien rijen van zeven stoelen, zijn bezet. Plus twee keer drie rijen op het podium. Dat zijn 32 rijen van zeven, en daar komt nog eens een groep van ongeveer 60 man bij, die verspreidt door de zaal op de grond zit. Zelden is het in de anders zo koude zaal, zo benauwd geweest.

Aan het woord is Midas Dekkers, bioloog, columnist, radiomaker, et cetera. Vanaf de andere kant van de zaal zie je alleen zijn hoofd - grote snor, woest opspringend haar. Hij komt net boven het spreekgestoelte uit.

Hij spreekt. In theorie is opvoeding het centrale thema van deze Studium Generale-lezing, maar in de praktijk ouwehoert Dekkers zich een slag in de rondte over alles dat hij zelf lukraak ter sprake brengt. Zo zit de dierenwereld makkelijk in elkaar. "Als je iets ziet dat kleiner is dan jij, dan eet je het op. Zie je iets dat groter is dan jij, dan ren je er voor weg en zie je iets dat even groot is, dan paar je ermee. En als het dan niet protesteert dan is het een vrouwtje."

Je zou ongeveer hetzelfde kunnen zeggen van bepaalde Utrechtse etablissementen laat op de avond.

Dekkers: "De grootst mogelijke druiloren in de biologenwereld zijn vogelaars. Dit zijn mannen die zich aan de zondagochtendwip onttrekken, om met verrekijker door het bos te sluipen op zoek naar kleine, fluitende beestjes. Laat je je dan een keer ompraten en ga je met ze mee het bos in, dan zeggen ze niet: 'Kijk! Een gele dwarsfluiter!' Nee, ze zeggen heel minzaam: 'Zo zo, de gele dwarsfluiter is vroeg dit jaar'. Dat soort klootzakken zijn het! Dood moeten ze!"

Nu lijkt het heel knap dat die vogelaars al die vogeltjes uit hun hoofd kennen, zegt meester Midas, maar in werkelijkheid bestaan hier gidsen voor. Die beschrijven alles over de vogeltjes; van hun overwinterplaats tot hun lokroep. "Dat zal dan wel betekenen dat er ergens in het heelal een uitgever is, die precies zo'n gids over de mens heeft. 'De Mens: één tot twee meter lang. Krijgt nul tot twaalf jongen. Eet vlees, groente en patat. Afscheidsgroet is een eentonig Doei.'"

Zo gaat Dekkers nog wel even door. Het publiek vindt het allemaal geweldig. Midas lijkt één boodschap te hebben; de mens kan zich van alles in zijn hoofd halen, maar wij zijn net zulke primaten als die in Artis. Zijn de oraties van de vogelaars niet dezelfde als de lokroep van de gele dwarsfluiter? Er valt niet veel aan toe te voegen.

de mening

Buikspreker van de paus

Bisschop Eijk heeft geweigerd om een aantal voormalige medewerkers van de Katholieke Theologische Universiteit Utrecht (KTU) toe te laten tot de nieuw opgerichte Katholieke Faculteit Theologie (KTF, een deel van de Universiteit van Tilburg met locatie in Utrecht). Marcus Düwell, hoogleraar ethiek aan de Universiteit Utrecht en directeur van de landelijke onderzoekschool ethiek, is verbijsterd.

Onlangs hebben wij uit de pers moeten vernemen dat aan enkele van onze Utrechtse collega's geen nihil obstat (verklaring van geen bezwaar) is verleend. Tot nu toe deden zij onderzoek binnen de inmiddels opgeheven KTU en dit besluit van de RK-kerk betekent dat zij niet langer voor een kerkelijke leerbevoegdheid in aanmerking komen. Volgens deze berichten betreft het binnen mijn vakgebied met name hoogleraar ethiek Frans Vosman. Voor sommige andere collega's is niet eens een nihil obstat aangevraagd omdat men bijna zeker wist dat dat niet verleend zou worden.

Alle Nederlandse onderzoekers op het gebied van de ethiek en praktische filosofie werken samen in de landelijke onderzoekschool ethiek. Daarom heeft het bestuur van de onderzoekschool in een brief aan de bisschop zijn zorgen over deze ontwikkeling uitgesproken. De onderzoekschool heeft het altijd van groot belang gevonden dat in de wetenschappelijke ethiekbeoefening alle perspectieven met elkaar in gesprek kunnen zijn. Zowel op het niveau van het fundamentele onderzoek als op dat van controversiële morele kwesties zoals abortus of euthanasie hebben wij dan ook samenwerking en overleg gestimuleerd. Door de aanwezigheid van competente, theologisch opgeleide collega's was gewaarborgd dat ook de katholieke traditie goed gearticuleerd en wetenschappelijk verantwoord ingebracht werd.

Natuurlijk is het een binnenkerkelijke kwestie wie in de nieuwe faculteit leerbevoegdheid krijgt. Toch wordt, met name in een tijd die internationaal door religieus fundamentalisme wordt gekenmerkt, de waarde van onafhankelijke wetenschappelijke reflectie op urgente morele vraagstukken steeds belangrijker. Dat in de ethische discussie ook de katholieke traditie op wetenschappelijk hoog niveau is vertegenwoordigd, lijkt ons van grote waarde, ook voor de katholieke kerk zelf.

Dit veronderstelt enerzijds dat de wetenschappelijke gemeenschap onderzoekers respecteert die zich gebonden voelen aan de katholieke traditie. Het veronderstelt echter evenzeer de bereidheid van de katholieke kerk om hen de vrijheid toe te staan die voor wetenschappelijk werk noodzakelijk is in plaats van hen te dwingen om als buikspreker van de paus op te treden.

Als screening van wetenschappers op hun orthodoxie wordt doorgevoerd op de manier zoals dit nu gebeurd is, dan vrees ik dat de katholieke theologische ethiek zichzelf buitenspel zet en wetenschappelijk geen inbreng van betekenis meer zal hebben. Voor het niveau van de wetenschappelijke en de maatschappelijke discussie zou dat erg jammer zijn.

De UU-ministers

Plasterks verbluffende overstap

De met de Spinozapremie gelauwerde Utrechtse wetenschapper en columnist Ronald Plasterk (1957) wordt namens de PvdA minister van OCW. Dat voelt, zegt hij zelf, als "een stap door de spiegel van Alice in Wonderland." Zijn voordracht komt als een verrassing.

De naam van Plasterk werd vooral in de aanloop naar de verkiezingen genoemd, omdat hij meeschreef aan het PvdA-verkiezingsprogramma. Ook werkte hij mee aan de totstandkoming van het regeerakkoord: op verzoek van informateur Herman Wijffels schreef hij een analyse van de Nederlandse samenleving. Als politicus deed de nieuwe bewindsman alleen ervaring op in de jaren tachtig, toen hij namens de PvdA in de gemeenteraad van Leiden zat.

Plasterk promoveerde in 1984 aan de Universiteit Leiden en vertrok daarna als postdoc naar de VS en Engeland, waar hij onder meer werkzaam was in het laboratory of molecular biology van Cambridge. In 1987 werd hij groepsleider bij het Nederlands Kanker Instituut. Ook stond de moleculair bioloog als docent voor de collegebanken van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit. Sinds 2000 is hij directeur van het Hubrecht Laboratorium van de KNAW in De Uithof, en hoogleraar aan de UU.

Landelijke bekendheid geniet Plasterk vooral door zijn vaak scherpe columns in de Volkskrant en televisieoptredens in Buitenhof. Enige jaren geleden maakte hij als voorzitter van de jury voor de Ako-literatuurprijs wel een heel bijzonder uitstapje. De afgelopen jaren trok Plasterk regelmatig fel van leer tegen de voorgaande kabinetten Balkenende. Zo verklaarde hij weinig heil te verwachten van de leerrechten, en moest minister Van der Hoeven (inmiddels zijn directe collega op Economische Zaken) het ontgelden toen die zich positief had uitgelaten over intelligent design: het vooral in de VS populaire idee dat er achter het ontstaan van het universum een goddelijk ontwerp zit.

In een eerste reactie op zijn kandidatuur zei Plasterk dinsdagavond tegen het gratis dagblad De Pers dat de "verbluffende" overstap van wetenschap naar ministerie voelde "als een stap door de spiegel van Alice in Wonderland".

Iets minder balans voor Cramer

De naam van Jacqueline Cramer (1951) werd al een tijdje gefluisterd als nieuwe minister van Volkshuisvesting en Milieu, maar inmiddels is die kandidatuur een feit. Zij werd ook al tijdens de formatie in 2003 genoemd, maar toen meldde ze nog dat ze met 'een leuk leven, een leuke baan en lieve kinderen' meer balans in haar leven had dan als minister.

Cramer studeerde in 1976 cum laude af in de biologie aan de Universiteit van Amsterdam. Tien jaar later promoveerde ze aan dezelfde universiteit op proefschrift over de vraag in hoeverre ecologen hun onderzoek richten op het oplossen van milieuvraagstukken. Als wetenschapper maakte zij zich zorgen over de vervuiling en het opraken van de grondstoffen. Ze werd lid van Milieudefensie en was daar zo'n twintig jaar geleden twee jaar voorzitter.

Eind jaren tachtig ging ze werken voor TNO en gaf ze overheid en bedrijven adviezen over duurzame ontwikkeling en milieubewust produceren. Zo werd ze ook werkzaam voor onder meer Akzo en Philips. Sinds 1990 was zij hoogleraar milieumanagement aan achtereenvolgens de Universiteit van Amsterdam, de Katholieke Universiteit Brabant en de Erasmus Universiteit Rotterdam.

In 1999 werd ze naast hoogleraar ook zelfstandig adviseur. Ze werd de laatste jaren door de overheid vaak benaderd als het ging om onderwerpen als duurzaam ondernemen of biobrandstoffen. In een publicatie van het ministerie van VROM zei ze: "Als wij onze innovatieve kracht ontwikkelen en koppelen aan duurzame ontwikkeling, kunnen we in Nederland een rol van betekenis spelen, maar ook in de rest van de wereld. Duurzame innovatie wordt dan ons exportartikel."

Zij werd in juli 2005 benoemd tot hoogleraar duurzaam ondernemen aan de Universiteit Utrecht bij de faculteit Geowetenschappen. In een interview voor deze faculteit zei ze: "Het milieubewustzijn, dat er in de jaren zeventig absoluut nog niet was, dat is er nu wel degelijk. Binnen het bedrijfsleven is men hard aan het werk om naar vernieuwingen in duurzame richtingen te zoeken. Ook daar zie je dat men echt wel wil, maar soms is het niet allemaal mogelijk om te realiseren. De kunst is nu om duurzaam ondernemen op grote schaal in te voeren."

Cramer bekleedt momenteel verschillende nevenfuncties , waaronder commissaris bij Shell Nederland, kroonlid van de Sociaal Economische Raad en lid van de Raad van Toezicht van het Wereld Natuur Fonds."

MV

Wel genoemd, niet benoemd

Afgelopen maandag nog stond ze prominent vermeld in De Volkskrant als kandidaat voor de ministerpost Economische Zaken. Maar dinsdag al liet Yvonne van Rooy desgevraagd weten het een hele eer te vinden dat ze 'genoemd' is, maar dat het nog maar de vraag is of dat ook zou gelden als ze 'benoemd' zou zijn.

De Volkskrant had geen contact met haar gehad. Haar 'name-dropping' kwam geheel uit eigen koker van het dagblad, aldus Van Rooy. Eerder al had de collegevoorzitter tegen het Ublad gezegd dat er "in Den Haag vele ministers en staatsseccretarissen rondlopen, maar dat er in het hele land maar veertien voorzitters van colleges van bestuur zijn." Die mooie baan wil ze in het Utrechtse nog graag even aanhouden.

AH

even kort

Waarom besloot je je kandidaat te stellen? "Ik ben nu ongeveer tien jaar actief in de (jongeren)politiek, waarvan vier jaar bij Groenlinks. Drie jaar geleden ben ik naar Utrecht verhuisd en ben sindsdien ook betrokken bij Groenlinks in Utrecht. Momenteel ben ik bestuurslid en houd ik mij bezig met verschillende acties. Wij streven naar zes statenleden binnen Provinciale Staten en dat betekent dus dat ik ook deel ga nemen."

Wat gaat er voor jou veranderen als je daar terecht komt? "Het werk voor de Provinciale Staten zal ongeveer 24 uur per week kosten. Daarnaast blijf ik werken bij de redactie van het ledenblad van Groenlinks in de stad Utrecht. En mezelf kennende blijf ik ook met allerlei acties bezig. Binnen de Provinciale Staten wil ik me met 'mijn' onderwerpen ruimtelijke ordening, natuur, milieu en verkeer & vervoer gaan bezighouden."

Deze verkiezingen hebben een beetje een suffig imago..."Inderdaad, veel mensen denken meteen aan grijze mannen in grijze pakken. Ik ben met mijn 28 jaar ook duidelijk de jongste. Het is tijd voor vernieuwing! Maar ik denk dat veel burgers onderschatten hoe belangrijk de Provinciale Staten zijn. Hier wordt de samenstelling van de Eerste Kamer bepaald en worden beslissingen genomen over bijvoorbeeld Het Groene Hart of de Utrechtse Heuvelrug. Bij de Provinciale Staten in Utrecht zetelt al dertig jaar dezelfde coalitie van CDA, VVD en PvdA, en ik vind het tijd dat de koers wat naar links wordt geschoven."

Hoe voer je campagne? "Sinds dinsdag trekken we met alle kandidaten de provincie in. Tijdens wandelingen bezoeken we allerlei maatschappelijke en milieuorganisaties om duidelijk te maken wat we voor hen zouden kunnen betekenen. In Kockengen wil men bijvoorbeeld 200 woningen bijbouwen. Dat stuit onder de boeren daar op veel onbegrip. Door met hen te praten, maken we duidelijk hoe we dit soort zaken in de Provinciale Staten kunnen aanpakken. Verder staan we met kraampjes in provincieplaatsen en voeren we debatten met andere partijen."

Heb je eigenlijk nog wel tijd voor je studie?"Nee, eigenlijk niet. Ik ben nu al 28 jaar, dus het gaat vrij traag. Maar ik vind politiek nu heel belangrijk, dus ik ga me voor de volle honderd procent op deze verkiezingen storten. Mijn bachelor rond ik dit jaar nog af en na 7 maart bekijk ik in alle rust wat ik daar aan toe ga voegen."

Weg met de impact factor

Men neme alle in de twee voorafgaande jaren in een blad verschenen artikelen en dele het aantal keren dat zij zijn geciteerd door hun aantal. Resultaat is de zogeheten impact factor (IF) van dat blad. Hoe hoger die factor, des te groter is het aanzien van het blad. Want, zo is de gedachte, een artikel dat veel geciteerd wordt, snijdt hout en een tijdschrift met veel artikelen die hout snijden, stelt wat voor.

De betekenis van de IF is zo groot dat de financiering van onderzoeksgroepen mede afhangt van de vraag of men voldoende publiceert in 'hoog-impact' bladen. Gevolg is dat onderzoekers in relatief kleine vakgebieden zoals de plastische chirurgie, hun artikelen vaak elders publiceren, omdat de 'eigen' bladen een te lage IF hebben. Essentiële informatie bereikt vakgenoten daardoor niet.

Dat is merkwaardig, vindt plastisch chirurg in opleiding Loonen, omdat vrij algemeen wordt erkend dat de IF als maat voor kwaliteit van een tijdschrift tekort schiet. In het proefschrift, waarop hij deze week promoveert, illustreert hij dat aan de hand van vier bladen op zijn vakgebied. Hij laat zien dat verreweg de meeste citaties pas na de genoemde twee jaar plaatsvinden. Bovendien blijkt één veel geciteerd artikel de IF van een tijdschrift onevenredig hoog te kunnen opstuwen.

Loonen pleit voor een door hemzelf ontwikkeld alternatief systeem, waarin citaties over een langere periode worden gemeten en waarin het effect van enkele veel geciteerde artikelen wordt gedempt. "Uit mijn analyse blijkt dat dit een eerlijker systeem is, maar of het ooit zal worden ingevoerd, is de vraag. Een eerder in Amerika ontwikkeld alternatief heeft nooit een voet aan de grond gekregen. Heel gek eigenlijk, want in hun werk streven onderzoekers toch juist het beste na. Maar ja, kennelijk hebben te veel instanties er belang bij om de IF als maat voor kwaliteit te handhaven."

ingezonden brieven

Foto

U-raad

Beste collega's: in reactie op de advertentie van de U-raad in het Ublad van vorige week, 8 februari, wil de daarin niet genoemde Lijst Duurzaam u toch nog op het volgende attenderen.

Ook zonder de U-factor kan je meedoen met de Lijst Duurzaam. Het is nog niet te laat! DUS: Heb je thuis ook al niks te vertellen? Laat je liever anderen de kooltjes uit het vuur halen? Denk je: het zal mijn tijd wel duren? De U-raad helpt je daar van af.

Doe mee en laat je niet voortijdig afbranden! Geef je op voor de Lijst Duurzaam bij J.vanLeeuwen@uu.nl

Hans van Leeuwen

reacties

Van DNA naar Den Haag

Niet collegevoorzitter Yvonne van Rooy, maar twee hoogleraren maken de overstap van Utrecht naar Den Haag. De benoeming van Ronald Plasterk als minister van Onderwijs Cultuur & Wetenschap valt in goede aarde in de academische wereld.

Yvonne van Rooy is teleurgesteld en blij over de benoemingen van Ronald Plasterk op Onderwijs en Jacqueline Cramer op Milieu: "Goed nieuws dat twee van zulke gekwalificeerde hoogleraren het kabinet gaan versterken, maar voor onze universiteit is het natuurlijk jammer om afscheid van hen te nemen. Het was geen verrassing voor me. Wie het 'geruchtenkabinet' volgde, wist dat ze vaak genoemd werden. Van de wetenschap naar de politiek is een grote overstap, maar ik verwacht veel van Plasterk. Het is heel fijn om een minister te hebben die het hoger onderwijs en onderzoek van binnenuit kent. Ik vind het ook goed dat wetenschap en hoger onderwijs weer in één portefeuille terechtkomen. Die twee zijn zo nauw verbonden."

VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda zei voor Radio 1 eveneens hoge verwachtingen te hebben van Plasterk. "Hij is iemand die zich zeer zal inzetten voor een uitdagend studieklimaat voor studenten en flink zal investeren in wetenschappelijk onderzoek."

Ook de Utrechtse studente Irene van den Broek, voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond, reageert enthousiast: "Wij waren heel verrast dat hij het werd. Hij is een fel tegenstander van leerrechten, dus dat is mooi. Een student is geen homo-economicus, heeft hij eens gezegd. Wat mij betreft moet hij allereerst afdwingen dat studenten genoeg contacturen krijgen en dat de kwaliteit van de opleidingen goed genoeg is. Hij is een krachtige persoonlijkheid, dus hij zal vast niet aarzelen om in te grijpen wanneer het ergens niet goed gaat."

Hans Clevers, hoogleraar moleculaire genetica en directeur van het Hubrecht Laboratorium staat niet te juichen bij het vertrek van Plasterk: "Ik heb het nieuws pas gisteren officieel gehoord, maar het laatste half jaar was al duidelijk te merken dat Ronalds interesse steeds meer van DNA naar Den Haag verschoof, dus erg verbaasd was ik niet. Natuurlijk vind ik het geweldig voor hem, maar als je mij vraagt of je me moet feliciteren of condoleren, dan kies ik voor het laatste, want ik raak een unieke collega en sparringpartner kwijt. Alleen dankzij het feit dat hij hier zat, heeft men mij indertijd over de streep kunnen trekken om deze baan te aanvaarden. De komende dagen zullen we moeten gaan kijken wat de gevolgen zijn voor het onderzoek. In het Hubrecht Lab hangen onderzoeksthema's zo rechtstreeks aan toponderzoekers, dat dit tevens het einde betekent van ons onderzoek naar RNA-interferentie. Jammer, maar niets aan te doen. De komende dagen gaan we bekijken wat dat betekent voor de ruim twintig postdocs en promovendi in de groep van Ronald. Verder zal het instituut wel doordraaien. De afgelopen vier jaar waren Ronald en ik samen directeur en ik blijf dat gewoon."

Over zichzelf, zegt collegevoorzitter Van Rooy die ook werd genoemd als potentieel minister of staatssecretaris: "Er lopen in Den Haag vele ministers en staatsseccretarissen rond, maar er zijn in het hele land maar veertien voorzitters van colleges van bestuur."

Zie ook pagina 7

de kwestie

Hoe hoog hijs je het vlaggetje Duurzaamheid?

Getuige onder meer een verklaring uit 2002, waarin milieuzorg wordt genoemd als integraal onderdeel van het gevoerde beleid, heeft de Universiteit Utrecht duurzaamheid hoog in het vaandel staan. Merkwaardig dan ook, vond de werkgroep Duurzaamheid van de U-raad, dat duurzaamheid en milieuzorg volledig ontbreken in het Strategisch Plan van de UU.

Eind vorig jaar vroeg de raad het college om duurzaamheid in dat plan op te nemen, maar uit de onlangs verschenen reactie spreekt geen groot enthousiasme. In een commissievergadering maakte collegelid Hans Amman vorige week duidelijk dat het openbreken van het huidige plan, gezien de looptijd tot 2009, geen optie is. Maar ook in het nieuwe plan zal duurzaamheid wat hem betreft geen prominente plaats krijgen.

"Het is voor ons geen punt van discussie dat duurzaamheid belangrijk is", aldus Amman."Kijk maar naar ons actieve milieubeleid. Maar de vraag is of het thuishoort in het Strategisch Plan. Daarin nemen we zaken op die specifiek zijn voor onze universiteit en die nauw samenhangen met onze core business, onderwijs en onderzoek. Daarmee willen we ons in de etalage zetten."

Voor de raadsleden was dat antwoord onvoldoende. "Wij willen dat het college duidelijk maakt dat de UU duurzaamheid hoog in het vaandel voert", zei studente Sorina Kramps, maar Amman hield voet bij stuk. "Inhoudelijk is er weinig verschil tussen ons. De discussie gaat over de vraag hoe hoog je het vlaggetje van duurzaamheid hijst. Daar kunnen we het later dit jaar uitgebreid over hebben."

Afgelopen maandag reageerde de raad teleurgesteld op dit standpunt. Overwogen wordt om op 19 februari per motie aan te dringen op uitvoering van het eerder gedane verzoek.

tam tam

Hardwerkende studenten. De Immigratie-en Naturalisatiedienst (IND) vindt ze maar niks. Moncif Ghezza, TU-student uit Delft en made in Marokko, moet Nederland verlaten omdat hij in 2006 té veel gewerkt heeft bij de IKEA en wel een uurtje of vijftien per week. Ghezza besloot wat meer uren te maken, omdat hij schulden had. Door de IND, die vaak te laat was met het verlengen van zijn visum, waardoor hij niet kon werken. Als niet EU-student mocht Ghezza gemiddeld maar tien uur per week werken.Nu dreigt de IND Ghezza's verblijfsvergunning niet te verlengen.

Vrouwen grijpen naar de macht. Te beginnen op de Universiteit Maastricht (UM). Daar dacht UM-medewerker Marcel Schrijnemaekers in alle rust te kunnen solliciteren op de functie van vertrouwenspersoon. Alles leek in kannen en kruiken. Totdat bleek dat vrouwen 'bij gebleken geschiktheid' de voorkeur kregen. Waarom? De UM hoopt dat vrouwen met dit voorkeursbeleid in de toekomst vaker hogere functies zullen bekleden. De Commissie Gelijke Behandeling ziet dit echter anders. Onderscheid maken op geslacht mag niet! De crux zit hem volgens de Commissie in het woordje 'gebleken'. Als daar 'gelijke' voor had gestaan, is onderscheid maken op sekse plotseling geen probleem meer.

TU-studenten zijn nerds. Dat wordt nog maar eens bevestigd door de IQ-test van Nobiles Media, die 22.000 studenten online konden ondergaan. TU Eindhoven ging er met de eerste plaats vandoor, met een gemiddeld IQ van 122,49. De TU's van Twente en Delft eindigden tweede en derde. Eindhoven gooide ook hoge ogen in het EQ-klassement. Intelligentie en sociale vaardigheden kunnen dus wel degelijk samengaan. Zelf kijken hoe slim je bent kan op www.qmasters.nl.

Ook slimmeriken hebben weleens dikke pech. Kijk maar naar Wouter de Jong, student aan TU/Delft. Wouter ging na het stappen rond een uurtje of zeven richting het huis van zijn vriendin. Toen hij daar net de sleutel in het slot stak, werd hij stevig in zijn rug geduwd. Zijn belager, getooid met capuchon, eiste geld. De tien euro die Wouter nog op zak had, vond de man niet genoeg. Wouter werd gedwongen langs verschillende pinautomaten te gaan en hem het huis van Wouters vriendin binnen te laten. Het leverde de overvaller duizend euro en twee laptops op. Om half acht wist Wouter eindelijk te ontsnappen.