Nieuws

wetenschap

Muizenhotel

Hart- en vaatziekten

Patiënten bij wie een aandoening aan hart of vaten is geconstateerd, maar die nog geen klachten hebben, moeten ten koste van alles proberen te voorkomen dat zij hoge bloeddruk, cholesterol, overgewicht of een andere risicofactor voor deze ziekten ontwikkelen. Daarbij kunnen een begeleidingsprogramma via internet en begeleiding door gespecialiseerde verpleegkundigen goede diensten bewijzen, constateert Nadine Goessens op basis van experimenten die zij beschrijft in het proefschrift Risicovoorspelling en risicoverlaging bij patiënten met manifest vaatlijden. Dat het in de hand houden van risicofactoren bij deze groep patiënten van extra groot belang is, blijkt uit het feit dat relatief veel van hen aan hart- en vaatziekten overlijden, aldus Goessens, die op 20 december op haar onderzoek promoveert.

Jongeren

Campagnes die jongeren op de risico's van hun gedrag wijzen, hebben geen zin. Dat zegt Valerie Reyna, hoogleraar ontwikkelingspsychologie aan de universiteit van Cornell. Die campagnes gaan ervan uit dat jongeren niet nadenken bij wat ze doen, maar uit onderzoek blijkt juist dat ze gemiddeld ongeveer 170 milliseconden langer stilstaan bij de voor- en nadelen van riskant gedrag dan volwassenen. Als zij vervolgens toch drugs gebruiken, bij een dronken chauffeur in de auto stappen of onveilig vrijen, betekent dat domweg dat de voordelen voor hen zwaarder wegen. Dat volwassenen dat allemaal niet doen, komt niet doordat zij een andere afweging maken, maar doordat zij geen afweging maken. Gewend als zij zijn aan snel beslissen, kiezen zij intuïtief voor risicomijdend gedrag. Wie wil dat jongeren minder risico's nee,t, kan ze volgens Reyna dus beter deze intuïtieve manier van beslissen aanleren dan ze bestoken met voorlichtingscampagnes.

kwestie

Streven naar een hoog gemiddeld cijfer

Dat staat te lezen in een notitie die waarschijnlijk deze week door de decanen wordt vastgesteld. Het betreft een alternatief voor de 'percentielscore' waar de bachelor-mastercommissie vorig jaar om vroeg. Deze commissie wilde Utrechtse studenten prikkelen door docenten per cursus aan te laten geven of iemand tot de beste of tot de mindere studenten gerekend moest worden. De bedoeling van het nieuwe initiatief is nu dat studenten gaan streven naar een hoog gemiddeld cijfer.

Studenten moeten daarom vanaf het volgende academische jaar in Osiris kunnen zien wat hun gemiddeld cijfer is. Dat cijfer is dan al gecorrigeerd naar de zwaarte van de vakken. Osiris zal bovendien aangeven wat dat gemiddelde Nederlandse cijfer betekent als het wordt omgezet naar het Amerikaanse systeem van Grade Point Average (GPA), dat een schaal van 1 tot en met 4 hanteert. Dit is van belang omdat buitenlandse masterprogramma's steeds vaker om dat GPA vragen. Utrechtse opleidingen gebruikten tot nu toe een eigen rekenstandaard, wanneer een student een GPA nodig had.

Ouderejaars studenten kunnen vanaf september zelf kiezen of ze hun GPA laten vermelden op het internationaal diplomasupplement. Studenten die dan eerste- of tweedejaars bachelor zijn of aan een masteropleiding beginnen, hebben die keuzemogelijkheid niet. Zij ontvangen standaard een GPA-vermelding op hun afstudeerbul.

Overigens zullen de vakken uit het eerstejaar niet meetellen voor het uiteindelijke GPA. De gedachte daarachter is dat studenten moeten kunnen wennen aan het academische onderwijs, zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor hun gemiddelde cijfer.

analyse

Liever in tijdelijke dienst dan ontslag

Universiteitenvereniging VSNU, vakbond Abvakabo en het Promovendi Netwerk Nederland publiceerden deze week een statement waarin de positie van jonge wetenschappers centraal staat. De drie instellingen vinden dat er meer jonge onderzoekers moeten komen en dat hun arbeidsperspectief moet verbeteren. Maar niet iedereen applaudisseert. De VAWO, een vakbond voor personeel van universiteiten, onderzoeksinstellingen en universitaire medische centra, weigert het statement te ondertekenen.

Een universiteit kan haar postdocs zes jaar achter elkaar een tijdelijk contract aanbieden. Maar dat vindt de VSNU geen goed werkgeverschap. Postdocs moeten sneller duidelijkheid krijgen of er een vast contract in zit of niet. Ongeschikte wetenschappers dienen hulp te krijgen bij de oriëntatie op een loopbaan buiten de wetenschap, aldus de VSNU.

Allemaal leuk en aardig, vindt de VAWO, maar dan zouden er toch eerst genoeg vaste aanstellingen moeten komen. "Momenteel werkt de helft van het wetenschappelijk personeel in tijdelijke dienst", zegt voorzitter Helen de Hoop. "Er is nauwelijks doorstroom van tijdelijk naar vast werk." Daarom zoeken postdocs telkens opnieuw hun heil in tijdelijke projecten. "Het zijn vooral de goede wetenschappers die hun onderzoek jaar in jaar uit gefinancierd krijgen", stelt De Hoop, "en die ontneem je met het VSNU-plan de mogelijkheid om aan hun eigen instelling te blijven werken."

De universiteiten zeggen wel degelijk waar mogelijk extra aanstellingen te willen creëren. Maar ze willen in elk geval voorkomen dat onderzoekers in tijdelijke dienst valse hoop wordt geboden. Aan de UU is het daarom volgens een woordvoerder al enkele jaren staande praktijk om postdocs niet langer dan vier jaar 'aan het lijntje te houden'. Maar de VAWO gelooft het niet. "Het komt heel vaak voor dat een wetenschapper een projectvoorstel wil indienen en dat de universiteit zegt: onze steun krijg je alleen als de begindatum van het project minstens zes maanden na afloop van je huidige contract ligt. Want dan pas mogen ze weer een tijdelijk contract aanbieden. Universiteiten gooien iemand er liever uit, dan dat ze een vaste aanstelling bieden."

"Het statement is goedbedoeld, maar het enige wat je concreet kunt maken, is het afschaffen van de stapeling van tijdelijke contracten", meent De Hoop. "Aan de vaste aanstellingen hoeven de universiteiten alleen maar 'aandacht' te besteden. Niemand weet wat dat inhoudt. Aandacht hebben ze nu ook."

'Laat rechters serieus stilstaan bij culturele context'

Kamil Karakaya in scriptie over eerwraak

In het jaar 2001 schoot een zwakbegaafde 19-jarige jongen van Turkse afkomst in Zaandam zijn tante dood. In een verklaring voor de rechtbank gaf hij als reden dat zij in de prostitutie zat en daarmee de eer van de familie had bevlekt. De - vermoedelijk in een familieberaad beraamde - moord in haar eigen huis was de enige manier om de eer te redden. Hoewel de rechter de jeugdige leeftijd van de verdachte en diens verminderde toerekeningsvatbaarheid als verzachtende omstandigheden liet gelden, gold dat niet voor de cultuur waaruit hij voortkwam. In tegendeel. Hij gaf de jongen negen jaar 'als signaal dat namuskwesties in geen enkel geval in Nederland met moord en doodslag dienen te worden opgelost', zoals hij het in zijn vonnis verwoordde.

De moord in Zaandam is één van de tien eerwraakzaken die Kamil Karakaya in zijn scriptie aan een analyse heeft onderworpen. Op de vraag of dit nu een goed voorbeeld is van een rechter die een extra zware straf heeft uitgedeeld omdat eerwraak het motief was, kijkt de oud-student, tegenwoordig strafpleiter in Ede, nadenkend voor zich uit. "Het probleem is nu juist dat dat niet duidelijk is, omdat de rechter zich er in zijn vonnis niet expliciet over heeft uitgelaten. En dat zie je ook in veel andere eerwraakzaken. Daardoor weet niemand op wat voor manier rechters de culturele context in hun oordeel mee laten wegen, maar de indruk bestaat dat alleen al het ter sprake brengen van de cultuur van de verdachte door de verdediging tot zwaardere straffen leidt.

"Dat was trouwens ook één van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek over culturele strafzaken, waarop Mirjam Siesling vorige maand is gepromoveerd. Zij constateerde dat advocaten daardoor steeds vaker de neiging hebben om de culturele context van een misdrijf te verdoezelen uit angst voor een zware straf, ook al zou dat tegen het belang van de verdachte in kunnen gaan. Dat is in feite ook de aanleiding voor mijn onderzoek geweest, want die terughoudendheid hoort niet thuis in de rechtszaal. Alle door de verdediging relevant geachte factoren moeten daar zonder angst voor repercussies naar voren gebracht kunnen worden."

Karakaya stelt met nadruk dat plegers van een moord uit eerwraak behandeld moeten worden als elke andere verdachte van moord. "Ik pleit er absoluut niet voor om eerwraakplegers met een beroep op hun culturele achtergrond extreem mild te behandelen. Moord is moord en daar staat een zware straf op. Maar net zoals andere factoren als verzachtende omstandigheid kunnen worden aangevoerd, kan dat ook gelden voor de culturele achtergrond van de verdachte. Waar ik voor pleit is dat rechters er serieus bij stilstaan. Als iemand in de rechtszaal zegt 'Mijn eer is belangrijker dan mijn leven', dan moet je dat als rechter toch proberen te begrijpen en er in je vonnis iets mee doen? Overigens is er vorig jaar een regel in werking getreden die rechters verplicht om in hun vonnis expliciet te laten zien wat zij gedaan hebben met de culturele aspecten, waarop de verdediging heeft gewezen. Dat is een goede ontwikkeling."

De fascinatie van Kamil Karakaya met het onderwerp 'eerwraak' dateert uit 1999, toen de 17-jarige Ali op zijn school in Veghel vier leerlingen en een docente neerschoot en ernstig verwondde. Eén van de leerlingen was de twee jaar oudere Hasan, die volgens Ali zijn 15-jarige zuster zou hebben onteerd. "Ik zat nog op school en wist niet wat ik las", herinnert Karakaya zich. "Ik ben zelf van Turkse afkomst, maar ik had nooit over eerwraak gehoord, want in mijn omgeving is het totaal geen thema. Ik vond het zo apart dat ik me er in ben gaan verdiepen. Eén van de dingen die ik ontdekte was dat het om een zeer wijdverbreid en al eeuwenoud verschijnsel gaat, dat niets met de islam te maken heeft. Het komt voor in heel veel culturen, vooral in traditionele, hiërarchisch georganiseerde samenlevingen, waar vrouwen een ondergeschikte positie hebben en waar de eer van de familie en van de gemeenschap boven alles gaat."

Dat vooral vrouwen het slachtoffer van eerwraak worden, is een wijdverbreid misverstand, aldus Karakaya. In de tien zaken, die ik heb onderzocht waren mannen weliswaar - op één uitzondering na - de dader, maar in vijf van de tien gevallen ook het slachtoffer. Ook bij veel vrouwen leeft het gevoel van eer zo sterk dat zij daarvoor hun leven willen opofferen. Tijdens mijn onderzoek hoorde ik van een zaak in de Turkse stad Samsun, waar een vrouw haar man thuis had betrapt met een minnares. Zij schoot hem dood met negen kogels en sloeg haar rivale bij gebrek aan meer kogels het ziekenhuis in. Op het politiebureau was zij doodkalm en sprak maar twee woorden: 'Namusumu temizledim', 'Ik heb mijn eer gezuiverd.' Niet meer dan twee woorden na zo'n daad! Dat bewijst hoe sterk het gevoel voor eer in sommige kringen leeft."

Op de vraag of strenge straffen voor eerwraak naar zijn mening het verwachte preventieve effect zullen hebben, schudt Karakaya zijn hoofd. "Ik ben juist bang voor een averechts effect. Eerwraakplegers laten zich echt niet door een zware straf van hun daad afhouden. Hoogstens zul je zien dat de moorden niet meer zo openlijk gepleegd worden en verhuld zullen gaan worden als zelfmoord of een ongeluk. Daar komt bij dat ik vrees dat met het opleggen van onevenredig zware straffen als waarschuwend signaal naar bepaalde bevolkingsgroepen, wel eens tekort zou kunnen worden gedaan aan de omstandigheden van het geval. Als de cultuur van de dader een prominente rol heeft gespeeld, maar de rechter houdt daar geen rekening mee, dan zal die dader zich niet begrepen en niet serieus genomen voelen. Dit kan op den duur het vertrouwen in de Nederlandse strafrechtspleging en daarmee in onze rechtstaat ondermijnen. Als de legitimiteit van het overheidsgezag door bepaalde bevolkingsgroepen niet meer wordt erkend, dan hebben we pas echt een probleem."

Een streng vonnis is dus niet de oplossing, maar er zijn wel degelijk manieren om eerwraak te voorkomen, zegt Karakaya. "Ik denk dat met name de politie en hulpverleners daarbij een grote rol kunnen spelen. In verreweg de meeste gevallen gaat het om situaties die geleidelijk steeds meer uit de hand beginnen te lopen en waarvan de signalen al lang van te voren zichtbaar waren. Als hulpverleners verstandig met die signalen omgaan, kan heel wat onheil worden voorkomen. Maar dan moet het natuurlijk niet gebeuren dat de politie een meisje dat van huis is weggelopen omdat ze niet uitgehuwelijkt wil worden, terug naar huis brengt voor een ernstig gesprek met haar ouders. Alleen al het feit dat dat meisje naar de politie is gelopen, wordt door de familie gezien als een ernstige schending van hun eer. Als hulpverleners dit soort elementaire zaken zouden begrijpen en dienovereenkomstig zouden handelen, dan zou er al heel wat gewonnen zijn."

Scriptie uit de la

De scriptie van Kamil Karakaya, waarvoor hij ruim een jaar geleden een 9 kreeg, werd dit najaar door de Wetenschapswinkel Rechten uit 45 inzendingen gekozen tot winnende scriptie van het project 'Scriptie uit de la'. Dat is een nieuw initiatief van de ook verder zeer actieve winkel om goede afstudeerscripties de eer te geven, die ze verdienen. Na eerdere symposia over onder meer juridische aspecten van de prostitutie, zag de Wetenswinkel Rechten ook in het thema eerwraak voldoende aanleiding voor een symposium dat op donderdag 14 december plaats vindt in de raadszaal van Achter Sint Pieter. Op dat symposium zal naast Kamil Karakaya ook Mirjam Siesling het woord voeren. Zij promoveerde eind november op een proefschrift over de vraag welke rol de culturele achtergrond van verdachten in het Nederlandse strafrecht speelt.

('Ik moest mijn namus, mijn eer redden! De verdediging in eerwraakzaken' van Kamil Karakaya is voor € 15.60 verkrijgbaar bij de Wetenschapswinkel Rechten, www.law.uu.nl/wwr/)

het torentje

Nooit meer afwassen

"Teflon is typisch zo'n uitvinding waar we heel lang niets mee konden. Op grond van chemische eigenschappen beredeneerden chemici dat deze polymeer, een lange keten moleculen, afstotend zou zijn. Maar als je het bereidde en je keek in het reactievat, dan lag daar alleen een grote klont Teflon die je niet kon verwerken. Vergelijkbaar met de 3M-lijn van de geeltjes. Voordat iemand bij 3M bedacht dat je er een papiertje mee kon plakken en eraf halen zonder dat het lijmresten achterliet, hadden ze ook geen toepassing voor die uitvinding. Bij Teflon ontwikkelde het de Amerikaanse chemieconcern Dupont in de jaren zeventig een procedé om het te verwerken. Teflon is een koolstofketen waarvan alle waterstofatomen zijn vervangen door fluor. Eén van de eigenschappen is dat er niets hecht aan deze stof. Maar dat is meteen het probleem: als je iets hebt dat nergens aan hecht, hoe krijg je het dan vast aan bijvoorbeeld de bodem van de pan? Daar vond Dupont destijds een oplossing voor."

De teflonkoekenpan ontbreekt in weinig keukens. Wat is dan zo spannend aan de Groningse vinding?

"Het aanbrengen van de polymeerlaag op een pan gaat niet zo eenvoudig als verf ergens opsmeren. Complexe vormen zoals vorken of messen kun je er niet mee coaten. Deze promovendus heeft nu Teflon micro-bolletjes vermengd met polystyreen micro-bolletjes, waardoor het makkelijker te verwerken is. Zo'n mengsel zou je overal op kunnen aanbrengen, in feite vergelijkbaar met latex. Als je daarmee verft, smeer je op een oppervlak latex-balletjes die bij droging aan elkaar gaan hechten. Daardoor ontstaat een egale laag en een mooi strak wit plafonnetje. Op een zelfde manier zou je met het Teflon-mengsel bestek kunnen bewerken en andere ingewikkelde vormen."

Wat heeft de Groningse vinding te maken met de Indische lotusbloem?

"De lotusbloem heeft een dusdanige oppervlaktestructuur dat water gewoon van de bladeren rolt. Niets blijft eraan kleven. Dat komt door mooie repeterende patronen van

piepkleine geultjes, gevuld met lucht. Lucht is waterafstotend. Dit patroon was alleen na te bootsen in het laboratorium met lithografie, een peperduur proces. Van der Wal zegt dat zijn polymeermengsel een lotus effect vertoont wanneer hij de polystyreen micro-bolletjes verwijdert. Het oppervlak krijgt dan een vergelijkbare structuur als de bladeren van de lotusbloem. Dit productieproces is minder ingewikkeld en goedkoper dan de lithografische manier. Zo combineert de promovendus met zijn vinding het beste van twee werelden: de afstotende eigenschappen van Teflon met die van de lotusbloem."

Dus afwassen behoort in de toekomst tot het verleden?

"Alleen nog maar afspoelen met water, dat is een mooi pr-verhaal, maar in de praktijk ietwat overdreven. Ik zou er toch wat sop bij doen. Bacteriën heb je immers ook nog. Straks gaan mensen rauwe kip snijden en dan het mes aflikken, want het is toch afstotend. Dan word je wel ziek. Maar de waterafstotende coating op je vaat betekent wel dat eten minder hecht. Wie in zijn studententijd de etensresten geregeld met geweld van het bord moest schrapen, weet dat dat een groot voordeel is. Als ik nu een eitje heb gebakken, is het eigeel na een uur op het bord aangekoekt. De volgende ochtend moet je bikken om het eraf te krijgen. Met die Teflon-coating zou je het er zo afspoelen. Blijft de interessante vraag: als iets extreem waterafstotend is, hoe wil je het dan afspoelen met water?'

webnieuws

Knoops

Taal- en wiskundetekort

Het onderwijs in taal en wiskunde laat zoveel te wensen over dat er snel maatregelen moeten worden getroffen, zegt de Onderwijsraad in een nieuw rapport. Vernieuwingen in het onderwijs mogen niet ten koste gaan van de inhoud, die voor elk schoolvak nauwkeuriger dan nu moet worden omschreven. Via een vragenlijst die naar alle onderwijsinstellingen is gestuurd, hoopt de Onderwijsraad te weten te komen waar de schoen precies wringt. In een presentatie wees hij er op dat veel hogescholen en universiteiten klagen over het instroomniveau van scholieren en bijspijkercursussen organiseren. Minister Van der Hoeven wil kijken waar de tekortkomingen vandaan komen en deze aanpakken. Ze wil de problemen in het voortgezet onderwijs oplossen en niet in het hoger onderwijs. De minister verwees naar de lerarenopleidingen, waar het taal- en rekenniveau met behulp van landelijke toetsen op de schop ging. "Dat doen we zo lang als het nodig is. Goed taal- en rekenonderwijs begint bij een goede leraar."

Taalsite voor studenten

Vooralsnog kunnen studenten die minder goed zijn in de Nederlandse taal terecht bij www.taalwinkel.nl. Deze site is vorige week gelanceerd en is ontwikkeld door instituten van de Hogeschool en Universiteit van Amsterdam die zich bezighouden met Nederlands voor anderstaligen. De praktische taaltips zijn echter bedoeld voor alle studenten en medewerkers. "Als studenten een opleiding verlaten, willen we dat ze het Nederlands beheersen op het niveau van hun toekomstige werk", verklaart projectleider Marjolijn Kaak.

Geen Olympisch festival

Bewoners van het nieuwe studentencomplex De Bisschoppen kunnen in de zomer van 2011 gewoon in hun kamer blijven zitten. Als Utrecht dit weekeinde niet net naast het Europees Jeugd Olympisch Festival had gegrepen, waren ze verplicht geweest enige weken te verkassen om plaats te maken voor de sporters. De universiteit en de gemeente waren de steunpilaren achter de Utrechtse kandidaatstelling. De UU had in dat jaar het 375-jarig bestaan willen opfleuren met het festival. Utrecht verloor nipt van het Turkse Trabszon dat het festival heeft binnengesleept.

Bisschoppenbewoners kunnen blijven zitten

De Universiteit Utrect en gemeente Utrecht waren de steunpilaren achter de Utrechtse kandidaatstelling voor het grootschalige evenement voor jonge sporters in 2011. De UU had in dat jaar het 375-jarig bestaan willen opfleuren met het festival. De gemeente Utrecht heeft al langer de organisatie van grote sportevenementen hoog op de agenda staan.

Bewoners van het nieuwe studentencomplex De Bisschoppen verplichtten zich met het tekenen van hun wooncontract in de periode waarin het festival zich in Utrecht zou afspelen hun kamer af te staan. Dat blijkt nu niet nodig te zijn. In Brussel verloor Utrecht afgelopen zaterdag tijdens het EOC-congres in de laatste stemronde nipt van het Turkse Trabszon.

Overwogen wordt nu om Utrecht opnieuw kandidaat te stellen voor 2013. Onbekend is nog wat dit zou kunnen betekenen voor de huurcontracten van toekomstige bewoners van De Bisschoppen.

XB

Geen sancties tegen Knoops

In een recensie in het European Journal of International Law werd het brongebruik van Knoops in een boek uit 2004 over de vervolging en verdediging van uitgezonden VN-militairen bekritiseerd. Daarin zag de decaan Rechtsgeleerdheid Dorresteijn aanleiding de universitaire commissie wetenschappelijke integriteit in te schakelen.

In een persverklaring van afgelopen vrijdag zegt de universiteit op basis van het vertrouwelijk advies van de commissie geen aanleiding te zien tot verdere stappen tegen het hoogleraar internationaal strafrecht. De commissie onder leiding van prof.mr. Hol heeft Knoops gehoord en de wijze van citeren bestudeerd.

Eerder maakte de Universiteit Galway al bekend genoegen te nemen met de uitleg van de advocaat-hoogleraar. Het boek waarop de beschuldigingen betrekking hadden was een bewerking van een proefschrift waarmee Knoops aan deze universiteit een tweede doctorstitel behaalde.

Prof.mr. Knoops zelf zegt erkentelijk te zijn voor de voortvarendheid waarmee de universiteit de zaak heeft onderzocht. Voor hem is de zaak nu afgedaan.

XB

Lees het artikel in het ublad van vorige week: http://www.ublad.uu.nl/WebObjects/UOL.woa/4/wa/Ublad/archief?id=1027459

Muizen-MRI en muizenhotel in Dierenlaboratorium

ICIN is een instituut van de Akademie van Wetenschappen KNAW. Met de MRI faciliteit kunnen proefdieren uitgebreid maar met minimale belasting worden onderzocht.

Dat onderzoek is volgens de KNAW nodig omdat biomedici veel gebruik maken van genetisch gemodificeerde muizen, die model staan voor tal van menselijke ziekten en afwijkingen. Het aanpassen van erfelijk materiaal van muizen kost veel tijd en geld, en daarom is een uitgebreid onderzoek naar deze proefdieren noodzakelijk.

De MRI-faciliteit komt te ressorteren onder Cees J.A. van Echteld, verbonden aan het Hart Long Centrum van het UMCU. Onderzoekers van buiten Utrecht die van deze zeer kostbare en unieke onderzoeksfaciliteit gebruik willen maken, kunnen hun proefdieren onderbrengen in een speciaal voor dit doel ingericht ‘muizenhotel’ in het GDL.

AH

XEROX sluit contract met ‘De Uithof’

De drie organisaties hadden eind 2005 gezamenlijk een Europese aanbesteding uitgeschreven, waaruit deze overeenkomst met Xerox is voortgekomen. De overeenkomst heeft een looptijd van vier jaar.

Voor het onderhoud van de MFP’s en het machinepark richt Xerox een helpdesk in. Daarmee denkt het bedrijf in staat te zijn om optimaal invulling te geven aan onderhoud, klachtafhandeling en klantondersteuning.

Via het terugdringen van het aantal desktop printers, het omleiden van printvolumes naar Xerox multifunctionals en het plaatsen van geavanceerde Xerox solid ink printers, wil Xerox bovendien aanzienlijke kostenbesparingen voor UU, HU en UMC realiseren.

AH

Op de foto v.l.n.r: de ondertekenaars van de overeenkomst Alan Charnley (directeur Xerox), Hans Amman (college van bestuur UU) en André Leferink (directeur Facilitair Bedrijf UMC).