Nieuws

tatort

Bestwel spontaan

Een vergezochte dialoog voor cowboys. Nu weet ik dat de ene cowboy helemaal geen cowboy is; hij werkt gewoon in de computerwinkel bij mij om de hoek. Hier doet hij aan improv comedy, in het Nederlands vertaald als theatersport. Helemaal hip gemaakt op BNN door de Lama's die het afgelopen jaar de Gouden Televizier-Ring wonnen - meisjesharten gaan sneller kloppen van Ruben, Ruben en Tijl.

Ook de cowboys & -girls van Parnassos hebben dinsdagavond veel bekijks. Alle stoelen in de balie van De Uitwijk - dat thans plechtig door het leven gaat als De Salon - zijn bezet. Buiten blaast de wind heftig, binnen zit het publiek knus bij elkaar. Dat is mooi, want theatersport is iets dat gedijt bij een actief publiek. Immers, het zijn de ingevingen van het publiek die de acteurs op hun qui-vive moeten houden, en de spontaniteit van het spel hooghouden. Het toverwoord is hier spontaniteit, want spontaniteit is voor theatersport wat cocaïne is voor Volendamse jeugd.

De acteurs hebben constant een brede glimlach. Al die voorverpakte opgewektheid doet vaak wel een beetje denken aan die tante, die halverwege de familiebijeenkomst op eerste kerstdag, nog één keer probeert de sfeer er in te houden. Dat enthousiasme werkt óf aanstekelijk óf niet. In dat laatste geval krijg je sabotageneigingen. Als de cowboy van zo-even vraagt om een willekeurig apparaat, zegt een meisje bijdehand; "Een perpetuum mobile."

Een perpetuum mobile. Iemand heeft het Woord van de Dag op de taalkalender gezien en besluit het toe te passen als een soort Google whacking; zulke vergezochte combinaties opgeven dat zelfs supercomputers er geen raad mee weten (bv, "illuminatus teetotaller"), laat staan een eenvoudige theatersporter.

Maar ha!, de acteur heeft blijkbaar dezelfde kalender en weet wat het is: een eeuwig bewegende machine. Good for you, mister theatersporter! Wat volgt is een scène waarin het ene meisje de ander interviewt over haar perpetuum mobile, die - spontaan! - loopt op oude sokken, waarbij hun handen gespeeld worden door twee andere acteurs die achter ze zitten. De handen van het meisje trekken haar schoen en sok uit. Het gaat werkelijk nergens over, maar iedereen lacht.

Even later zijn de acteurs boksers, bijzonder weinig actieve boksers. Coach: "Ah joh, het komt allemaal wel goed." Bokser: "Moest ik die gast nou onderuitslaan? Volgens mij hoorde ik een gong." Saved by the bell.

.

hoe kan dat nou?

Geen aanvullende beurs in januari

Vervelend hè hogeschoolstudente Lana Leach (22)?

"Het is vreselijk, vooral omdat dit niet de eerste keer is dat dit gebeurt. Het geld van januari heb ik altijd heel hard nodig juist omdat december een dure maand is met vakanties en feestjes. Vorig jaar kreeg ik pas in januari bericht dat ik recht had op die aanvullende beurs. Dat maakt je toch onzeker. Ik kan niet op dat geld rekenen."

Om hoeveel geld gaat het?

"Het maximale bedrag, 223 euro. Wat het nog eens extra vervelend maakt, is dat ik mijn eigen studie betaal. Die beurs ontvang ik rond dezelfde periode waarin het collegegeld, ongeveer 300 euro, wordt afgeschreven."

Om hoeveel studenten gaat het eigenlijk IB-Groep persvoorlichter Daniël Blok?

"Vorige week hadden we van ongeveer 15 procent van de 200.000 studenten die een aanvullende beurs hebben aangevraagd de data nog niet binnen. Dat zijn dus ongeveer 30.000 studenten."

Wanneer verwachten jullie de resterende gegevens binnen te hebben?

"Tussen Kerst en Oud & Nieuw denken we alles binnen te hebben. Dan hebben we nog tot half januari de tijd om ze te verwerken. Hierdoor krijgen de meeste studenten hopelijk hun beurs gewoon eind januari uitbetaald."

Wat gebeurt er als studenten niet op tijd hun geld ontvangen?

"Die krijgen dat geld met terugwerkende kracht uitgekeerd, op het moment dat alle gegevens verwerkt zijn. Vooralsnog hebben we geen regeling voor studenten van wie blijkt dat ze in januari geen aanvullende beurs zullen ontvangen. Mocht de groep aanzienlijk zijn, dan gaan we kijken of we alsnog een regeling voor deze studenten kunnen treffen."

Hoe komt het eigenlijk dat de Belastingdienst er zo lang over doet?

"Dat moet je aan het Ministerie van Financiën vragen, daar valt de Belastingdienst onder."

Het ministerie is alleen bereikbaar via mail en wil niet op onze vraag in gaan, omdat D66 al kamervragen heeft gesteld over dit onderwerp. Lana, heb jij dan nog afsluitende woorden?

"Ik word er doodmoe van."

Moge hij de rilkoorts krijgen

Het zal veel Brabantse lezers zijn ontgaan, maar als volk stammen zij af van de Trojaanse koning Priamus. Omdat zij die afstamming delen met de Fransen, waren de hertogen van Brabant in de vroege middeleeuwen nauw verwant aan het Franse koningshuis. Vandaar dan ook de verontwaardiging in Brabant over de machtsgreep van Hugo Capet.

Na de dood van koning Lodewijk V greep deze graaf van Parijs in 987 de Franse kroon, hoewel hun hertog Karel van Lotharingen daar volgens de Brabanders meer recht op had. Niet voor niets besluit een onbekende Brabantse kroniekschrijver zijn in 1299 geschreven leerdicht over Capet met: "Dies moet hi hebben den rede! Daer scoerde hi onse coronike. (Moge hij daarom de rilkoorts krijgen. Daar verstoorde hij onze geslachtslijn).

Merkwaardig genoeg is de ook al onbekende schrijver van 'Die alder excellenste cronyke van Brabant' in 1498 aanzienlijk milder voor Hugo Capet. Hij legt uit dat diens wandaad in feite Gods wil was, omdat Hugo ervoor had gezorgd dat het gebeente van de heilige Walericus na de roof door de Noormannen weer op zijn oorspronkelijke plaats was teruggekomen.

De rol van Hugo Capet in 'Die cronyke' vormt een van de thema's in het proefschrift waarop Jaap Tigelaar op vrijdag 15 december in Utrecht promoveert. In zijn prachtig vormgegeven studie geeft hij als mogelijke verklaring dat de kroniekschrijver de vrome Franse koningen uit de middeleeuwen aan de vorsten van zijn tijd ten voorbeeld heeft willen stellen. Maar dat kon natuurlijk alleen door ook hun stamvader in een niet al te negatief daglicht te stellen.

In het voorwoord van zijn boek vertelt Tigelaar hoe hij als jongetje in Assen tevergeefs naar prehistorische vuistbijlen en speerpunten zocht. Des te gelukkiger is hij dat het 'graven' in Brabantse kronieken nu wel tot een tastbaar resultaat heeft geleid.

even kort

Waarom is het fort zo bijzonder? "Het is in 1869 gebouwd en heeft een hele geschiedenis. Zes jaar geleden is het gekraakt, en sindsdien wordt het door krakers bewoond. Ik ben er pas sinds deze zomer bijgekomen toen ik hoorde van een eventuele ontruiming. De eerste keer dat ik daar kwam was een hele indrukwekkende ervaring, het is zo mooi daar. De gemeente wil een hotel, museum en horecagelegenheid in het fort bouwen. Maar op het moment van de ontruiming lag er helemaal geen plan op tafel. Als dat wel het geval is, zijn wij bereid ons terug te trekken. Op dit moment zorgen we ervoor dat het fort goed wordt beheerd, dus ik snap niet waarom ze ons in eerste instantie met zoveel machtsvertoon hebben ontruimd."

Hoe heb je die ontruiming begin november ervaren?

"Ik was er niet bij, maar toen ik het hoorde ben ik meteen naar het fort gegaan. Wat ik daar aantrof was een grote hoeveelheid politie en wat sympathisanten. Het was een rare ervaring om die tanks voorbij te zien rijden en zeer schokkend voor de buren en de toeschouwers. Toen de tanks voorbij reden zag ik een jongetje met grote ogen de tanks bekijken terwijl hij tegen zijn vriendje zei: "Ja, later als ik groot ben, word ik ook een kraker!". De gemeente is zonder enig respect omgegaan met de inboedel van het fort. Daarom hebben we het fort op 25 november opnieuw gekraakt en zitten we er nu nog steeds."

Wat doen jullie in het fort?"Er zijn allerlei culturele activiteiten. Zo kunnen kunstenaars bij ons terecht om kunst te maken. We organiseren af en toe feesten waar iedereen mag komen en verder organiseren we rondleidingen voor geïnteresseerden. Tot nu toe hebben we al aan 30.000 bezoekers rondleidingen gegeven. Veel mensen komen gezellig even langs om te kijken hoe het gaat. In deze moeilijke tijd komen de buren, wat echt de liefste mensen zijn, langs met grote pannen soep en ander voedsel."

Heb je wel genoeg tijd voor je studie?"Het is soms wel zwaar, maar ik probeer het goed bij te houden. Vaak neem ik boeken mee als ik daar naar toe ga. Gelukkig zit ik regelmatig in de trein tussen Utrecht en Arnhem dus dan kan ik in ieder geval lezen. Hoewel het soms moeilijk te combineren is heb ik hier natuurlijk zelf voor gekozen. "

Wat is de huidige stand van zaken rondom het fort?

"We hebben inmiddels met Stichting Fort Pannerden, de erfpachthouder, goede overleggen gevoerd. Hopelijk wordt hiermee onze positie versterkt tijdens onderhandelingen met de gemeente en Staatsbosbeheer."

tam tam

Evelien Leurs van de UT heeft het maar druk. Vorige week speelde het hoofd contracting facilities nog een hoofdrol in de koffierel die de hele Twentse campusgemeenschap in zijn greep hield. Deze keer kruist zij de degens met printergigant Océ. Na een verplichte Europese aanbesteding 'verloor' Océ de UT aan concurrent Xerox. 'We hebben Océ verzocht de print- en kopieerapparaten te laten staan tot 1 januari 2007, maar dat hebben ze geweigerd', aldus Leurs. Met als gevolg dat Xerox de grootste moeite heeft op tijd voldoende apparatuur te plaatsen. Tot grote woede van zowel Leurs als Xerox is Océ tegenover de UT een servicepoint begonnen, om zo toch nog voet aan de grond te houden op de campus. Maar de UT mag 'absoluut' geen zaken meer doen met Océ en beraadt zich op juridische stappen. UT Nieuws heeft ons plechtig beloofd over de afloop van deze rel te berichten, mits de universiteit niet door nog een andere ramp getroffen wordt.

Waar een robbertje vechten al niet slecht voor is. Student technische bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen Avni Hasso was enkele jaren geleden betrokken bij een knokpartij waar hij een taakstraf voor had gekregen. Die heeft hij inmiddels uitgevoerd. De student wordt nu echter opnieuw bestraft voor zijn aandeel in de knokpartij. Hij is nu een ongewenste vreemdeling. Dat kreeg hij te horen, toen hij zich vorige week vanwege de stempelplicht voor vreemdelingen op het politiebureau moest melden en werd vastgezet in een politiecel. Volgens zijn advocaat is Hasso in bijna de hele EU tien jaar lang persona non grata. In de cel is het geen pretje. Hij mag per week één keer bellen en slechts een half uur bezoek ontvangen. Hasso voert sinds zijn komst in Nederland als vijfjarig jongetje een andere naam op dan die vermeld stond op zijn Turkse paspoort, wat zijn zaak - ask Ayaan - extra bemoeilijkt. Op 18 december buigt de Zwolse rechter zich over deze kwestie.

Heb je als nieuwe partij met een hoop pijn en moeite twee zeteltjes weten te bemachtigen, maait een andere het gras voor je voeten weg. GroenLinks wil namelijk de rechten van dieren verankeren in de grondwet, hét stokpaardje van Marianne Thiemes Partij voor de Dieren. Naar verluid heeft de PvdD afgelopen week als wraakactie wetsvoorstellen ingediend voor groene stroom, biologische landbouw en een verbod op kernenenergie. Allen pijlers in het verkiezingsprogramma van GroenLinks.

Het Geldmuseum Utrechtis op zoek naar vijftig studenten die vanaf de opening in mei op vrijwillige basis rondleidingen en andere werkzaamheden willen verrichten. Geïnteresseerde golddiggers mogen zich voor 18 januari melden bij Renate van der Kuijl (06-43725198).

in beeld

wetenschap

Muizenhotel

Hart- en vaatziekten

Patiënten bij wie een aandoening aan hart of vaten is geconstateerd, maar die nog geen klachten hebben, moeten ten koste van alles proberen te voorkomen dat zij hoge bloeddruk, cholesterol, overgewicht of een andere risicofactor voor deze ziekten ontwikkelen. Daarbij kunnen een begeleidingsprogramma via internet en begeleiding door gespecialiseerde verpleegkundigen goede diensten bewijzen, constateert Nadine Goessens op basis van experimenten die zij beschrijft in het proefschrift Risicovoorspelling en risicoverlaging bij patiënten met manifest vaatlijden. Dat het in de hand houden van risicofactoren bij deze groep patiënten van extra groot belang is, blijkt uit het feit dat relatief veel van hen aan hart- en vaatziekten overlijden, aldus Goessens, die op 20 december op haar onderzoek promoveert.

Jongeren

Campagnes die jongeren op de risico's van hun gedrag wijzen, hebben geen zin. Dat zegt Valerie Reyna, hoogleraar ontwikkelingspsychologie aan de universiteit van Cornell. Die campagnes gaan ervan uit dat jongeren niet nadenken bij wat ze doen, maar uit onderzoek blijkt juist dat ze gemiddeld ongeveer 170 milliseconden langer stilstaan bij de voor- en nadelen van riskant gedrag dan volwassenen. Als zij vervolgens toch drugs gebruiken, bij een dronken chauffeur in de auto stappen of onveilig vrijen, betekent dat domweg dat de voordelen voor hen zwaarder wegen. Dat volwassenen dat allemaal niet doen, komt niet doordat zij een andere afweging maken, maar doordat zij geen afweging maken. Gewend als zij zijn aan snel beslissen, kiezen zij intuïtief voor risicomijdend gedrag. Wie wil dat jongeren minder risico's nee,t, kan ze volgens Reyna dus beter deze intuïtieve manier van beslissen aanleren dan ze bestoken met voorlichtingscampagnes.

kwestie

Streven naar een hoog gemiddeld cijfer

Dat staat te lezen in een notitie die waarschijnlijk deze week door de decanen wordt vastgesteld. Het betreft een alternatief voor de 'percentielscore' waar de bachelor-mastercommissie vorig jaar om vroeg. Deze commissie wilde Utrechtse studenten prikkelen door docenten per cursus aan te laten geven of iemand tot de beste of tot de mindere studenten gerekend moest worden. De bedoeling van het nieuwe initiatief is nu dat studenten gaan streven naar een hoog gemiddeld cijfer.

Studenten moeten daarom vanaf het volgende academische jaar in Osiris kunnen zien wat hun gemiddeld cijfer is. Dat cijfer is dan al gecorrigeerd naar de zwaarte van de vakken. Osiris zal bovendien aangeven wat dat gemiddelde Nederlandse cijfer betekent als het wordt omgezet naar het Amerikaanse systeem van Grade Point Average (GPA), dat een schaal van 1 tot en met 4 hanteert. Dit is van belang omdat buitenlandse masterprogramma's steeds vaker om dat GPA vragen. Utrechtse opleidingen gebruikten tot nu toe een eigen rekenstandaard, wanneer een student een GPA nodig had.

Ouderejaars studenten kunnen vanaf september zelf kiezen of ze hun GPA laten vermelden op het internationaal diplomasupplement. Studenten die dan eerste- of tweedejaars bachelor zijn of aan een masteropleiding beginnen, hebben die keuzemogelijkheid niet. Zij ontvangen standaard een GPA-vermelding op hun afstudeerbul.

Overigens zullen de vakken uit het eerstejaar niet meetellen voor het uiteindelijke GPA. De gedachte daarachter is dat studenten moeten kunnen wennen aan het academische onderwijs, zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor hun gemiddelde cijfer.

analyse

Liever in tijdelijke dienst dan ontslag

Universiteitenvereniging VSNU, vakbond Abvakabo en het Promovendi Netwerk Nederland publiceerden deze week een statement waarin de positie van jonge wetenschappers centraal staat. De drie instellingen vinden dat er meer jonge onderzoekers moeten komen en dat hun arbeidsperspectief moet verbeteren. Maar niet iedereen applaudisseert. De VAWO, een vakbond voor personeel van universiteiten, onderzoeksinstellingen en universitaire medische centra, weigert het statement te ondertekenen.

Een universiteit kan haar postdocs zes jaar achter elkaar een tijdelijk contract aanbieden. Maar dat vindt de VSNU geen goed werkgeverschap. Postdocs moeten sneller duidelijkheid krijgen of er een vast contract in zit of niet. Ongeschikte wetenschappers dienen hulp te krijgen bij de oriëntatie op een loopbaan buiten de wetenschap, aldus de VSNU.

Allemaal leuk en aardig, vindt de VAWO, maar dan zouden er toch eerst genoeg vaste aanstellingen moeten komen. "Momenteel werkt de helft van het wetenschappelijk personeel in tijdelijke dienst", zegt voorzitter Helen de Hoop. "Er is nauwelijks doorstroom van tijdelijk naar vast werk." Daarom zoeken postdocs telkens opnieuw hun heil in tijdelijke projecten. "Het zijn vooral de goede wetenschappers die hun onderzoek jaar in jaar uit gefinancierd krijgen", stelt De Hoop, "en die ontneem je met het VSNU-plan de mogelijkheid om aan hun eigen instelling te blijven werken."

De universiteiten zeggen wel degelijk waar mogelijk extra aanstellingen te willen creëren. Maar ze willen in elk geval voorkomen dat onderzoekers in tijdelijke dienst valse hoop wordt geboden. Aan de UU is het daarom volgens een woordvoerder al enkele jaren staande praktijk om postdocs niet langer dan vier jaar 'aan het lijntje te houden'. Maar de VAWO gelooft het niet. "Het komt heel vaak voor dat een wetenschapper een projectvoorstel wil indienen en dat de universiteit zegt: onze steun krijg je alleen als de begindatum van het project minstens zes maanden na afloop van je huidige contract ligt. Want dan pas mogen ze weer een tijdelijk contract aanbieden. Universiteiten gooien iemand er liever uit, dan dat ze een vaste aanstelling bieden."

"Het statement is goedbedoeld, maar het enige wat je concreet kunt maken, is het afschaffen van de stapeling van tijdelijke contracten", meent De Hoop. "Aan de vaste aanstellingen hoeven de universiteiten alleen maar 'aandacht' te besteden. Niemand weet wat dat inhoudt. Aandacht hebben ze nu ook."

'Laat rechters serieus stilstaan bij culturele context'

Kamil Karakaya in scriptie over eerwraak

In het jaar 2001 schoot een zwakbegaafde 19-jarige jongen van Turkse afkomst in Zaandam zijn tante dood. In een verklaring voor de rechtbank gaf hij als reden dat zij in de prostitutie zat en daarmee de eer van de familie had bevlekt. De - vermoedelijk in een familieberaad beraamde - moord in haar eigen huis was de enige manier om de eer te redden. Hoewel de rechter de jeugdige leeftijd van de verdachte en diens verminderde toerekeningsvatbaarheid als verzachtende omstandigheden liet gelden, gold dat niet voor de cultuur waaruit hij voortkwam. In tegendeel. Hij gaf de jongen negen jaar 'als signaal dat namuskwesties in geen enkel geval in Nederland met moord en doodslag dienen te worden opgelost', zoals hij het in zijn vonnis verwoordde.

De moord in Zaandam is één van de tien eerwraakzaken die Kamil Karakaya in zijn scriptie aan een analyse heeft onderworpen. Op de vraag of dit nu een goed voorbeeld is van een rechter die een extra zware straf heeft uitgedeeld omdat eerwraak het motief was, kijkt de oud-student, tegenwoordig strafpleiter in Ede, nadenkend voor zich uit. "Het probleem is nu juist dat dat niet duidelijk is, omdat de rechter zich er in zijn vonnis niet expliciet over heeft uitgelaten. En dat zie je ook in veel andere eerwraakzaken. Daardoor weet niemand op wat voor manier rechters de culturele context in hun oordeel mee laten wegen, maar de indruk bestaat dat alleen al het ter sprake brengen van de cultuur van de verdachte door de verdediging tot zwaardere straffen leidt.

"Dat was trouwens ook één van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek over culturele strafzaken, waarop Mirjam Siesling vorige maand is gepromoveerd. Zij constateerde dat advocaten daardoor steeds vaker de neiging hebben om de culturele context van een misdrijf te verdoezelen uit angst voor een zware straf, ook al zou dat tegen het belang van de verdachte in kunnen gaan. Dat is in feite ook de aanleiding voor mijn onderzoek geweest, want die terughoudendheid hoort niet thuis in de rechtszaal. Alle door de verdediging relevant geachte factoren moeten daar zonder angst voor repercussies naar voren gebracht kunnen worden."

Karakaya stelt met nadruk dat plegers van een moord uit eerwraak behandeld moeten worden als elke andere verdachte van moord. "Ik pleit er absoluut niet voor om eerwraakplegers met een beroep op hun culturele achtergrond extreem mild te behandelen. Moord is moord en daar staat een zware straf op. Maar net zoals andere factoren als verzachtende omstandigheid kunnen worden aangevoerd, kan dat ook gelden voor de culturele achtergrond van de verdachte. Waar ik voor pleit is dat rechters er serieus bij stilstaan. Als iemand in de rechtszaal zegt 'Mijn eer is belangrijker dan mijn leven', dan moet je dat als rechter toch proberen te begrijpen en er in je vonnis iets mee doen? Overigens is er vorig jaar een regel in werking getreden die rechters verplicht om in hun vonnis expliciet te laten zien wat zij gedaan hebben met de culturele aspecten, waarop de verdediging heeft gewezen. Dat is een goede ontwikkeling."

De fascinatie van Kamil Karakaya met het onderwerp 'eerwraak' dateert uit 1999, toen de 17-jarige Ali op zijn school in Veghel vier leerlingen en een docente neerschoot en ernstig verwondde. Eén van de leerlingen was de twee jaar oudere Hasan, die volgens Ali zijn 15-jarige zuster zou hebben onteerd. "Ik zat nog op school en wist niet wat ik las", herinnert Karakaya zich. "Ik ben zelf van Turkse afkomst, maar ik had nooit over eerwraak gehoord, want in mijn omgeving is het totaal geen thema. Ik vond het zo apart dat ik me er in ben gaan verdiepen. Eén van de dingen die ik ontdekte was dat het om een zeer wijdverbreid en al eeuwenoud verschijnsel gaat, dat niets met de islam te maken heeft. Het komt voor in heel veel culturen, vooral in traditionele, hiërarchisch georganiseerde samenlevingen, waar vrouwen een ondergeschikte positie hebben en waar de eer van de familie en van de gemeenschap boven alles gaat."

Dat vooral vrouwen het slachtoffer van eerwraak worden, is een wijdverbreid misverstand, aldus Karakaya. In de tien zaken, die ik heb onderzocht waren mannen weliswaar - op één uitzondering na - de dader, maar in vijf van de tien gevallen ook het slachtoffer. Ook bij veel vrouwen leeft het gevoel van eer zo sterk dat zij daarvoor hun leven willen opofferen. Tijdens mijn onderzoek hoorde ik van een zaak in de Turkse stad Samsun, waar een vrouw haar man thuis had betrapt met een minnares. Zij schoot hem dood met negen kogels en sloeg haar rivale bij gebrek aan meer kogels het ziekenhuis in. Op het politiebureau was zij doodkalm en sprak maar twee woorden: 'Namusumu temizledim', 'Ik heb mijn eer gezuiverd.' Niet meer dan twee woorden na zo'n daad! Dat bewijst hoe sterk het gevoel voor eer in sommige kringen leeft."

Op de vraag of strenge straffen voor eerwraak naar zijn mening het verwachte preventieve effect zullen hebben, schudt Karakaya zijn hoofd. "Ik ben juist bang voor een averechts effect. Eerwraakplegers laten zich echt niet door een zware straf van hun daad afhouden. Hoogstens zul je zien dat de moorden niet meer zo openlijk gepleegd worden en verhuld zullen gaan worden als zelfmoord of een ongeluk. Daar komt bij dat ik vrees dat met het opleggen van onevenredig zware straffen als waarschuwend signaal naar bepaalde bevolkingsgroepen, wel eens tekort zou kunnen worden gedaan aan de omstandigheden van het geval. Als de cultuur van de dader een prominente rol heeft gespeeld, maar de rechter houdt daar geen rekening mee, dan zal die dader zich niet begrepen en niet serieus genomen voelen. Dit kan op den duur het vertrouwen in de Nederlandse strafrechtspleging en daarmee in onze rechtstaat ondermijnen. Als de legitimiteit van het overheidsgezag door bepaalde bevolkingsgroepen niet meer wordt erkend, dan hebben we pas echt een probleem."

Een streng vonnis is dus niet de oplossing, maar er zijn wel degelijk manieren om eerwraak te voorkomen, zegt Karakaya. "Ik denk dat met name de politie en hulpverleners daarbij een grote rol kunnen spelen. In verreweg de meeste gevallen gaat het om situaties die geleidelijk steeds meer uit de hand beginnen te lopen en waarvan de signalen al lang van te voren zichtbaar waren. Als hulpverleners verstandig met die signalen omgaan, kan heel wat onheil worden voorkomen. Maar dan moet het natuurlijk niet gebeuren dat de politie een meisje dat van huis is weggelopen omdat ze niet uitgehuwelijkt wil worden, terug naar huis brengt voor een ernstig gesprek met haar ouders. Alleen al het feit dat dat meisje naar de politie is gelopen, wordt door de familie gezien als een ernstige schending van hun eer. Als hulpverleners dit soort elementaire zaken zouden begrijpen en dienovereenkomstig zouden handelen, dan zou er al heel wat gewonnen zijn."

Scriptie uit de la

De scriptie van Kamil Karakaya, waarvoor hij ruim een jaar geleden een 9 kreeg, werd dit najaar door de Wetenschapswinkel Rechten uit 45 inzendingen gekozen tot winnende scriptie van het project 'Scriptie uit de la'. Dat is een nieuw initiatief van de ook verder zeer actieve winkel om goede afstudeerscripties de eer te geven, die ze verdienen. Na eerdere symposia over onder meer juridische aspecten van de prostitutie, zag de Wetenswinkel Rechten ook in het thema eerwraak voldoende aanleiding voor een symposium dat op donderdag 14 december plaats vindt in de raadszaal van Achter Sint Pieter. Op dat symposium zal naast Kamil Karakaya ook Mirjam Siesling het woord voeren. Zij promoveerde eind november op een proefschrift over de vraag welke rol de culturele achtergrond van verdachten in het Nederlandse strafrecht speelt.

('Ik moest mijn namus, mijn eer redden! De verdediging in eerwraakzaken' van Kamil Karakaya is voor € 15.60 verkrijgbaar bij de Wetenschapswinkel Rechten, www.law.uu.nl/wwr/)