Oudste web ter wereld
"Insecten en spinachtigen zijn beestjes die heel snel verteren, zo zonder botten. Er is bijna niets waarin ze kunnen fossiliseren, daarvoor is hun structuur niet stevig genoeg. Gooi een paar lagen slib op zo'n diertje en het is helemaal fijngeplet, er blijft niets van over. Spinnen, wormen, vliegen; alleen in versteende hars worden ze keurig ingebed voor de tijd. In barnsteen vinden we er nog wel iets van terug en dan ook nog maar mondjesmaat. Ter vergelijking: er zijn zo'n 5000 soorten zweefvliegen in de hele wereld, maar slecht een stuk of twintig zijn ooit gevonden in barnsteen. Dat je een spinnenweb vindt dat zo oud is, is fascinerend. En er zat niet alleen een klein webje in maar ook een vliegje, een wespje en een mijt. De complete beschrijving van een ecosysteempje van 110 miljoen jaar geleden. Dat is bijzonder."
Zo spectaculair zag de vondst er anders niet uit.
"Er zijn drie fragmenten gevonden die bij elkaar zaten. Allemaal piepklein. Het wordt niet eens getoond in het museum omdat de afmetingen zo miniem zijn dat je het met een microscoop moet bestuderen. De structuur die je dan ziet, is wel een wielweb: een verticaal spinnenweb zoals je dat nu ook nog kent. Intrigerend dat er destijds al spinnetjes waren die zo'n regelmatige structuur konden weven met draden krachtig genoeg om de beestjes die erin vlogen tegen te houden en veerkrachtig genoeg om niet te knappen. We hebben het wel over de tijd van de dinosaurussen."
Verrast het u dat het oeroude web zo'n wielstructuur heeft?
"Webben bestaan in allerlei vormen. Soms zijn het trechtertjes, dan weer hangmatjes. Er zijn ook spinnen die geen web hebben maar over de grond rennen achter hun prooi aan, de wolfspinnen. Hoewel wetenschappers aannamen dat wielwebben ook in het Krijt, de periode van de vondst, konden bestaan, hadden we hier tot nu toe geen keihard bewijs voor. We weten eigenlijk heel weinig van de biodiversiteit van spinachtigen en insecten uit die tijd. Veel recente vondsten van beesten in barnsteen zijn gedaan aan de Baltische kust van de Oostzee. Daar spoelen kleine korrels barnsteen aan tussen de schelpjes. Soms zijn ze groter, een centimeter of twee, en kun je er complete beesten in aantreffen. De Balten zijn fervente verzamelaars, want ze zijn goed te verkopen aan musea en liefhebbers. Maar heel erg oud zijn de vondsten niet, relatief gezien. Vele duizenden jaren oud, dat wel, maar geen miljoenen jaren zoals het webje uit Spanje. Die ontdekking is uniek."
Het was niet eenvoudig iemand te vinden aan de universiteit die iets zinnigs kan zeggen over spinnen. Hoe komt dat?
"Het is een wereldwijd probleem met spinnen, insecten en alles wat daarmee te maken heeft. Er zijn er zo veel van, dat je als bioloog ongelofelijk veel tijd kwijt bent aan het op naam brengen van de dieren. Mensen onderzoeken liever mooie, grote en overzichtelijke zaken zoals bomengroepen of zoogdieren. Ga maar na: er zijn in Nederland 37.000 soorten dieren. 20.000 daarvan zijn insecten, terwijl we maar zeventig soorten zoogdieren kennen en 250 vogelsoorten. Je weet in de entomologie soms niet waar je moet beginnen. Een handjevol amateurs is ermee bezig. Zo specialiseer ik me als hobby in een groep vliegen. Deze zweefvliegen, Syrphidae in het Latijn, hangen stil boven bloemen, hebben fraaie kleuren en lijken wel op bijen of wespen. Maar het is goed rondkijken naar zulke kleine beestjes. Daar moet je zin in hebben. Bij het bestuderen van de patronen in biodiversiteit, onderdeel van mijn werk, heb ik sinds een paar jaar de insecten weer betrokken. Het zijn de enige soorten waarbij de mens niet heeft ingegrepen. Vele bomen en planten in dit land zijn ooit geplant, de zoogdieren worden op allerhande manieren gereguleerd, maar op die hele grote groep insecten hebben we weinig invloed. Ze bevinden zich nog in de natuurlijke situatie. Daardoor kun je er handig de veranderingen in het ecosysteem mee onderzoeken. Is het toch nog een voordeel dat we zoveel doen met zoogdieren, en zo weinig met insecten."