Nieuws

Grote belangstelling voor de Bisschoppen

Naast de inmiddels al weer bijna negen jaar oude Cambridgeflat zullen de twee zestig meter hoge woontorens van de Bisschoppen het tweede grote wooncomplex in De Uithof gaan vormen. Het bevindt zich tussen de Heidelberglaan en de Cambridgelaan aan weerszijden van de Bisschopssteeg, een van de oudste wegen in De Uithof, maar krijgt als adres Salamancapad.

De twee flats bestaan voor 65 procent uit kamers en voor de rest uit zelfstandige woningen. Er zijn 97 éénkamerwoningen en 37 tweekamerwoningen. Een deel van de individuele kamers bevindt zich in grotere eenheden en zal bij voorkeur worden toegewezen aan vriendengroepen. Voorwaarde is dat alle toekomstige bewoners staan ingeschreven bij SSH Utrecht.

In de twee flats is ook rekening is gehouden met studenten die in grotere groepen willen wonen. Voor hen zijn in De Bisschoppen een aantal zogenoemde 'herenhuizen' voorzien met acht, tien of veertien kamers. Alle herenhuizen hebben een eigen dakterras. Een klein deel van de kamers in het nieuwe complex wordt gemeubileerd verhuurd. Deze kamers zijn speciaal bedoeld voor buitenlandse studenten.

Hoewel de inschrijving pas vanaf 1 augustus mogelijk was, hebben zich inmiddels al enkele honderden belangstellenden gemeld. Toewijzing gebeurt er echter niet op volgorde van aanmelding, maar op volgorde van inschrijfnummer bij de SSH. Naar verwachting kunnen de eerste bewoners eind september hun intrek in De Bisschoppen nemen en zal het complex half november volledig bewoond zijn.

EH

Vier Rubiconsubsidies naar Utrecht

Het Rubiconprogramma is vorig jaar door onderzoeksorganisatie NWO in het leven geroepen als een soort voorafje bij het driegangenmenu van veni-, vidi-, en vici-subsidies voor beginnend, gevorderd en professorabel onderzoekstalent. Voor het Rubiconprogramma dat veelbelovende pas gepromoveerde onderzoekers op weg moet helpen naar een succesvolle loopbaan in de wetenschap, is jaarlijks ongeveer 4,5 miljoen euro beschikbaar. Dat bedrag wordt in drie tranches ter beschikking gesteld.

Nadat NWO in maart al 32 subsidies uitdeelde, waaronder vijf aan Utrechtse onderzoekers, zijn dit keer 38 voorstellen in de prijzen gevallen. Ook nu betreft het voornamelijk Nederlandse onderzoekers die naar het buitenland gaan. In vijf gevallen wordt een Nederlandse stage gefinancierd van jonge wetenschappers die op dit moment in het buitenland werkzaam zijn. Twee subsidies gaan naar onderzoekers die binnen de landsgrenzen blijven. Zo mag de Leidse historicus Lanfranchi in Utrecht een jaar lang het antisemitisme in de vierde eeuw na Christus gaan bestuderen.

De Utrechtse winnaars zoeken het deze keer zonder uitzondering in het Engelstalige buitenland. Geowetenschapper K. Berlo gaat in Canada onderzoek doen naar de voortekenen van vulkaanuitbarstingen, terwijl haar collega J. Graveland-Bikker zich aan het MIT in Boston verder gaat specialiseren in de nanobiotechnologie. W. Vermaat gaat in Wellington, Nieuw Zeeland, kijken naar vorm en betekenis in vraag-antwoord dialogen, en V. Spoormaker tenslotte hoopt in Oxford een zelfhulp therapie voor nachtmerries te ontwikkelen.

Naast deze vier UU-onderzoekers vielen ook twee medewerkers van het Hubrecht Laboratorium voor ontwikkelingsbiologie in de prijzen. Zij gaan respectievelijk naar Cambridge en Wisconsin. Meest succesvol was dit keer de Universiteit van Amsterdam met zeven gehonoreerde aanvragen, waaronder het onderzoek van dr. Rittersma naar de culturele geschiedenis van de truffel in Europa. In deze tweede ronde van 2006 werd 1,8 miljoen euro verdeeld. In december wordt het resultaat van de laatste ronde van dit jaar bekend gemaakt.

EH

Utrecht succesvol in zomerse subsidierondes

Bij de toewijzing van VENI-subsidies aan jonge onderzoekers en van VIDI-subsidies aan wetenschappers die in staat worden geacht om een eigen onderzoekslijn op te zetten, timmert Utrecht al jaren aan de weg. Ook dit jaar was de UU, samen met het Hubrecht Laboratorium, succesvol met in beide gevallen bijna twintig procent van de toewijzingen. De achttien VENI’s krijgen elke maximaal 200.000 euro, voor de VIDI’s is per persoon maximaal 600.000 euro beschikbaar.

In een subsidieprogramma voor grootschalige onderzoeksapparatuur viel geoloog Martyn Drury in de prijzen. Hij kreeg 1.91 miljoen euro toegewezen voor de aanschaf van een ‘Dual beam focused ion beam SEM systeem, een scanning elektronenmicroscoop met zowel röntgen- als invriesfuncties. Die laatste functie maakt het mogelijk om levend materiaal op een natuurlijke manier in te vriezen, waardoor het in alle rust kan worden bestudeerd.

EH

Voor een overzicht van de gehonoreerde onderzoekers in de Vernieuwingsimpuls zie:
http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOA_6RLD8Y
http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOA_6RLGHB

Stel keuze voor elektronische leeromgeving uit

Dat is de mening van het projectteam dat in januari is gevraagd om een advies uit te brengen over de door de universiteit te kiezen ELO. Op dit moment wordt in een aantal faculteiten Blackboard gebruikt, terwijl elders met Web CT wordt gewerkt. Het college wil liever vandaag dan morgen af van die onhandige situatie, maar in een kort voor de zomer gepubliceerd advies waarschuwt het projectteam voor overhaaste besluitvorming.

Aan de ene kant moeten binnen de UU nog enkele beslissingen worden genomen die van wezenlijk belang zijn voor de keuze voor een ELO. Het projectteam wil in ieder geval wachten op de in voorbereiding zijnde beleidsvisie over het gebruik van ICT in het onderwijs, omdat die naar haar mening onmisbaar is voor een didactisch verantwoorde inzet van de te kiezen ELO. Omdat die bovendien moet passen binnen de universitaire ICT-architectuur, moet ook daarover eerst meer duidelijkheid komen.

Maar ook op de markt van leeromgevingen bestaat nog te veel onzekerheid om nu al een verantwoorde keuze te kunnen maken, aldus het advies. De fusie tussen Blackboard en Web CT zal pas op zijn vroegst over drie jaar tot één gezamenlijke ELO leiden, terwijl intussen verschillende andere kapers op de kust verschijnen. Zo komt Microsoft waarschijnlijk volgend jaar met een eigen ELO op de markt, terwijl ook de open source ELO ‘Sakai’ zich volgens het projectteam veelbelovend ontwikkelt.

Gegeven dit grote aantal onzekerheden zou de UU er goed aan doen om nu geen overhaast besluit te nemen, concludeert het projectteam. Zijn advies is om de keuze voor één Utrechtse ELO, die aanvankelijk deze zomer zou plaatsvinden, uit te stellen tot na de zomer van 2008. Na een jaar implementatie zou de nieuwe ELO dan op 1 september 2009 ‘in de lucht’ kunnen zijn.

EH

Staatssecretaris Bruins begin juli alsnog aangetreden

Bruno Bruins komt in het kabinet als opvolger van Mark Rutte, die de regeringsploeg verliet om partijleider van de VVD te worden. Bruins heeft in zijn portefeuille dezelfde onderwerpen als zijn voorganger, onder meer het hoger onderwijs en de studiefinanciering.

De nieuwe staatssecretaris werd geboren op 10 juli 1963 in Arnhem. In 1988 rondde hij in Groningen de studie Nederlands recht met succes af; twee jaar later behaalde hij daar ook het doctoraal diploma in de juridisch-bestuurswetenschappelijke studierichting. Hij verhuisde naar Den Haag, waar hij vanaf 1996 tot 2000 deel uitmaakte van het managementteam van de HTM.

In diezelfde periode maakte hij gedurende zes jaar deel uit van de VVD-fractie in de Haagse gemeenteraad, waarvan de laatste jaren als fractievoorzitter. In 2000 werd hij wethouder verkeer, binnenstad en monumenten van Den Haag. Van 2004 tot 2006 was hij er tevens loco-burgemeester.

EH

Geen herkansing bij eindcijfer lager dan 4.0

De extra vergadering was nodig geworden, omdat college en raad vorige week met elkaar in botsing waren gekomen over de volgend jaar in te voeren Richtlijn Onderwijs. In die richtlijn staat dat studenten recht op een herkansing hebben, als zij voor een vak minimaal een 4 hebben behaald. Omdat in Utrecht altijd met afgeronde eindcijfers wordt gerekend, gingen de raadsleden er vanuit dat dat ook voor deze 4 gold.

In een toelichting van het college lazen zij vorige week echter dat dat cijfer in dit bijzondere geval moest worden geïnterpreteerd als 'minimaal een 4.0'. Rector-magnificus Gispen verdedigde die interpretatie toen met de constatering dat er weinig draagvlak bestaat voor het eerder genomen besluit. De raadsleden – met name de studenten - hielden echter voet bij stuk en stelden dat er gezien het genomen besluit helemaal geen ruimte was voor interpretatie.

Na een lange discussie stemde de raad vorige week in met een heropening van de bespreking, die maandag 3 juli plaatsvond. Een niet onbelangrijke rol in die nieuwe discussie speelde een brief van de decanen van de faculteiten Rebo, Geo-, Geestes- en Sociale Wetenschappen, die pleitten voor een afgeronde 5 als minimumvoorwaarde voor een herkansing.

Voor veertien van de twintig aanwezige raadsleden was dat geluid vanaf de werkvloer voldoende reden om ondanks de eerder gemaakte afspraak nu te kiezen voor de door het college bepleite gulden middenweg van een niet afgeronde 4.0 als ondergrens. Zes student-raadsleden hielden voet bij stuk. Zij wezen op het belang van een gulle herkansingsregeling voor de vele serieuze studenten die moeite hebben met erkende struikelvakken als metafysica en methoden en technieken. Hun argumenten vonden echter geen gehoor.

EH

Bescherm academische vrijheid in professorenstatuut

Die oproep deed hoogleraar wijsbegeerte Theo Verbeek donderdag tijdens een door de faculteit Geesteswetenschappen georganiseerd debat over de geruchtmakende zaak-Van der Horst. Na een gesprek met rector-magnificus Gispen schrapte hoogleraar Godgeleerdheid Pieter van der Horst twee weken geleden een deel van zijn afscheidscollege. Volgens hem gebeurde dat onder druk, iets wat Gispen bestrijdt.

Voor een matig gevulde zaal hield discussieleider Maarten Prak zijn gehoor voor dat de discussie niet moest gaan over deze kwestie, omdat geen van de aanwezigen precies wist wat er gebeurd was. Hoewel de vier sprekers ondubbelzinnig duidelijk maakten dat het wat hen betreft niet aan besturen van universiteiten is om zich inhoudelijk te bemoeien met uitspraken van wetenschappers, hielden zij zich netjes aan het verzoek van Prak.

Verbeek en hoogleraar islamstudies Martin van Bruinessen richtten zich vooral op de academische vrijheid van individuele wetenschappers. Vooral wat Verbeek betreft, is die vrijwel absoluut. “Wetenschap leeft van ongestoorde uitwisseling van meningen. Het is niet aan overheden om daar een opvatting over te hebben. Zelfs als de universiteit zich van het betoog van een van haar medewerkers zou distantiëren, gaat dat te ver. Voor mijn part komt er bonje van als iemand iets controversieels zegt, maar die is dan voor rekening van de spreker. Net als democratie is academische vrijheid niet iets voor bange mensen.”

In een doorwrocht betoog hield de filosoof zijn gehoor voor dat de academische vrijheid in Duitsland en de VS vele malen duidelijker is vastgelegd dan in ons land. Hij citeerde charters van tal van vooraanstaande Amerikaanse universiteiten met expliciete garanties op dit punt, "en dat terwijl de Nederlandse wet de zaak in één laconieke zin afdoet". Verbeek riep zijn gehoor op om dan zelf maar een statuut op te stellen, waarin de academische vrijheid expliciet wordt beschermd. "Het zou het college van bestuur sieren als men dat zou bevorderen. Dat zou de indruk wegnemen dat men academische vrijheid in Utrecht maar een lastige zaak vindt.”

Na de pauze verbreedden politiek historicus Ido de Haan en hoogleraar universiteitsgeschiedenis Leen Dorsman het debat naar de toenemende verstrengeling van wetenschap en maatschappij. De Haan noemde academische vrijheid "vrijwaring van elke handelingsdruk die de waarheidsvinding in gevaar kan brengen". Wat hem en Dorsman betreft wordt die vrijheid misschien nog meer bedreigd door de toenemende afhankelijkheid van externe geldschieters dan door het rechtstreekse ingrijpen van overheden.

De twee historici waarschuwden onder meer voor de toenemende sfeer van concurrentie, waarin instellingen met glanzend PR-materiaal fraaie facades opbouwen. Dorsman: “In die sfeer van borstklopperij kan het al snel tot een overreactie leiden als iemand iets raars zegt. Voor mijn gevoel is dat nu ook aan de orde.” Hij riep op tot een debat over de positie van de universiteit in het maatschappelijk veld, en werd op zijn wenken bediend door directeur Melanie Peters van Studium Generale. Zij vertelde dat een dergelijk debat voor komend najaar in voorbereiding is.

EH

Bruno Bruins niet beëdigd tot staatssecretaris

VVD'er Bruno Bruins, oud-wethouder van Den Haag en voorzitter van verkeersveiligheidsorganisatie 3VO, zou donderdagochtend om half tien worden beëdigd als staatssecretaris van onderwijs. Bruins zou in de voetsporen treden van Mark Rutte. Rutte was woensdag net kamerlid geworden als fractievoorzitter van de VVD.

Het Koninklijk Besluit (KB) voor de benoeming was afgelopen dinsdag al wel ondertekend. In dit KB stond dat Bruins staatssecretaris zou zijn vanaf het moment van beëdiging, maar door het zware kamerdebat werd die beëdiging dus uitgesteld. Diezelfde avond viel het kabinet.

Volgens woordvoerder Gerard van der Wulp van de Rijksvoorlichtingsdienst zou Bruins alsnog beëdigd kunnen worden als er een rompkabinet komt en er werk ligt voor Bruins. Een romp- dan wel minderheidskabinet met VVD en CDA dat beslissingsbevoegd is, kan wenselijk zijn voor de op handen zijnde militaire missie naar Afghanistan en voor het inleveren van de begroting in september. Bruins zou zelfs nog beëdigd kunnen worden in een demissionair kabinet. Maar dat is volgens Van der Wulp "puur theorie". (GK)

UU-student uitgeroepen tot Miss Utrecht

Eske ging samen met acht andere meiden in discotheek Brothers in Bunnik de strijd aan om de provinciale titel. De jury vond dat zij een ‘glamour-uitstraling’ had en stelde haar kandidaat voor de nationale verkiezing.

Kun je iets over jezelf vertellen?
‘Ik woon op kamers in Utrecht en ben wel van plan om in januari te gaan samenwonen met mijn vriend, die ook in Utrecht studeert. Ik rijd graag paard en zit samen met vier andere meiden in het bestuur van studentenruitervereniging Hippeia. Daarnaast teken en schilder ik veel en speel ik graag piano. In het weekend ga ik naar mijn ouders in Ommen, waar ik werk in een bar. Ook doe ik af en toe modellenwerk, onder meer voor de Cosmogirl, de Fancy en de Yes. Na mijn studie wil ik graag een vervolgopleiding doen en bij Justitie gaan werken; ik hoop ooit officier van justitie te worden. Ik ga zeker een carrière maken, maar wil ook graag trouwen, en kinderen zullen er vast komen.’

Hoe heb je je voorbereid op de Miss Nederland-verkiezing?
‘We zijn met alle provincie Missen en een heel team van kappers, visagisten en andere begeleiders een week naar Alanya in Turkije geweest. Daar hebben we ontzettend veel gedaan en geleerd! We hebben gesport, fotoshoots gehad, een commercial opgenomen en workshops gevolgd bij onze mental coach. Het was een gezellige, leerzame maar ook wel zware week! Na terugkomst mochten we enkele dagen uitrusten en toen was in Studio 21 in Hilversum de finale. Ik ben erg blij dat ik mee heb gedaan: het was een geweldige ervaring en ik heb ontzettend veel geleerd!’

Hoe reageerden je studiegenoten?
‘Goed! De meesten wisten helemaal niet wat het inhield en waren absoluut niet in het wereldje thuis, maar ze namen het goed op en waren hartstikke blij voor me! Natuurlijk denken sommige mensen nog steeds dat een Missverkiezing alleen gaat om hoe mooi je bent, maar dat is helemaal niet zo. Miss Nederland moet wel een mooie meid zijn, maar ook intelligent, een goed karakter hebben en zich willen inzetten voor goede doelen.’

AH

het torentje

Oudste web ter wereld

"Insecten en spinachtigen zijn beestjes die heel snel verteren, zo zonder botten. Er is bijna niets waarin ze kunnen fossiliseren, daarvoor is hun structuur niet stevig genoeg. Gooi een paar lagen slib op zo'n diertje en het is helemaal fijngeplet, er blijft niets van over. Spinnen, wormen, vliegen; alleen in versteende hars worden ze keurig ingebed voor de tijd. In barnsteen vinden we er nog wel iets van terug en dan ook nog maar mondjesmaat. Ter vergelijking: er zijn zo'n 5000 soorten zweefvliegen in de hele wereld, maar slecht een stuk of twintig zijn ooit gevonden in barnsteen. Dat je een spinnenweb vindt dat zo oud is, is fascinerend. En er zat niet alleen een klein webje in maar ook een vliegje, een wespje en een mijt. De complete beschrijving van een ecosysteempje van 110 miljoen jaar geleden. Dat is bijzonder."

Zo spectaculair zag de vondst er anders niet uit.

"Er zijn drie fragmenten gevonden die bij elkaar zaten. Allemaal piepklein. Het wordt niet eens getoond in het museum omdat de afmetingen zo miniem zijn dat je het met een microscoop moet bestuderen. De structuur die je dan ziet, is wel een wielweb: een verticaal spinnenweb zoals je dat nu ook nog kent. Intrigerend dat er destijds al spinnetjes waren die zo'n regelmatige structuur konden weven met draden krachtig genoeg om de beestjes die erin vlogen tegen te houden en veerkrachtig genoeg om niet te knappen. We hebben het wel over de tijd van de dinosaurussen."

Verrast het u dat het oeroude web zo'n wielstructuur heeft?

"Webben bestaan in allerlei vormen. Soms zijn het trechtertjes, dan weer hangmatjes. Er zijn ook spinnen die geen web hebben maar over de grond rennen achter hun prooi aan, de wolfspinnen. Hoewel wetenschappers aannamen dat wielwebben ook in het Krijt, de periode van de vondst, konden bestaan, hadden we hier tot nu toe geen keihard bewijs voor. We weten eigenlijk heel weinig van de biodiversiteit van spinachtigen en insecten uit die tijd. Veel recente vondsten van beesten in barnsteen zijn gedaan aan de Baltische kust van de Oostzee. Daar spoelen kleine korrels barnsteen aan tussen de schelpjes. Soms zijn ze groter, een centimeter of twee, en kun je er complete beesten in aantreffen. De Balten zijn fervente verzamelaars, want ze zijn goed te verkopen aan musea en liefhebbers. Maar heel erg oud zijn de vondsten niet, relatief gezien. Vele duizenden jaren oud, dat wel, maar geen miljoenen jaren zoals het webje uit Spanje. Die ontdekking is uniek."

Het was niet eenvoudig iemand te vinden aan de universiteit die iets zinnigs kan zeggen over spinnen. Hoe komt dat?

"Het is een wereldwijd probleem met spinnen, insecten en alles wat daarmee te maken heeft. Er zijn er zo veel van, dat je als bioloog ongelofelijk veel tijd kwijt bent aan het op naam brengen van de dieren. Mensen onderzoeken liever mooie, grote en overzichtelijke zaken zoals bomengroepen of zoogdieren. Ga maar na: er zijn in Nederland 37.000 soorten dieren. 20.000 daarvan zijn insecten, terwijl we maar zeventig soorten zoogdieren kennen en 250 vogelsoorten. Je weet in de entomologie soms niet waar je moet beginnen. Een handjevol amateurs is ermee bezig. Zo specialiseer ik me als hobby in een groep vliegen. Deze zweefvliegen, Syrphidae in het Latijn, hangen stil boven bloemen, hebben fraaie kleuren en lijken wel op bijen of wespen. Maar het is goed rondkijken naar zulke kleine beestjes. Daar moet je zin in hebben. Bij het bestuderen van de patronen in biodiversiteit, onderdeel van mijn werk, heb ik sinds een paar jaar de insecten weer betrokken. Het zijn de enige soorten waarbij de mens niet heeft ingegrepen. Vele bomen en planten in dit land zijn ooit geplant, de zoogdieren worden op allerhande manieren gereguleerd, maar op die hele grote groep insecten hebben we weinig invloed. Ze bevinden zich nog in de natuurlijke situatie. Daardoor kun je er handig de veranderingen in het ecosysteem mee onderzoeken. Is het toch nog een voordeel dat we zoveel doen met zoogdieren, en zo weinig met insecten."